H\ 8742.
Vrijdag 17 Augustus.
A0. 1888.
feze (Qourani wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 16 Augustus.
Feuilleton.
MICA,
PRIJS DEZER COURA2TO:
C*or Ledden per 8 meanden1.18.
fenco per poet1.40.
Nommera.0.05.
PRIJS DER JJDVERTRNTTBN:
Ten 16 regel* 1.05. Iedere regel meer 0.174.
Grootere lettere neer pleateruimte. Voor het in-
ceaseeren buiten de eted wordt 0.10 berekend.
Burgemeester en "Wethouders alhier hebben
lin hunne vergadering van heden besloten, de
cht van het buffet in de Stads-Gehoor- of
incertzaal, waarvan de gunning was aange-
uden, toe te wjjzen aan den heer B. M.
yser alhier, voor de som van 2550 's jaars.
Do hoogste inschrjjving bedroeg f 3434.
- Een verslag van den directeur van 's Rjjks
seum van Oudheden alhier, is opgenomen
de Staatscourant van heden.
J Het personeel bleef onveranderd bestaan
uit: directeur, conservator, amanuensis, custos
en twee hulpcustoden, van welke laatsten één
'in het kantongerechtsgebouw, voor de zalen,
'ingericht voor de afgietsels der Olympische
beeldhouwwerken en van Javaanscho opschrif-
1tende ander met het toezicht op de bezoe
kers in het museumgebouw, op de uren van
[algemeene bezichtiging belast. Voor den cus-
tos, die door een val zich vrjj ernstig bezeerd
[had, moest een gedeelte van de vervulling
.zijner diensten, gedurende eenige weken aan
.een plaatsvervanger worden opgedragen, en
werden de andere werkzaamheden, zooveel mo
egelijk, door leden van zjjn gezin waargenomen.
,r JOok de toestand van het gebouw bleef
onveranderd; voor het onderhoud werd, door
zS
j.de oplettende zorgen van den hoofdopzichter
der gebouwen voor het onderwijs te Leiden,
het noodige steeds verricht.
fWat den toestand van het meubilair betreft,
waar het vereischt werd, geschiedde herstel
ling of vernieuwing; brandbluschmiddelen en
oliksemafleiders werden geregeld onderzocht,
[beproefd en in goeden staat bevonden.
De toestand van de verzameling bleef over
het algemeen onveranderd; tegen den nadee
ligen invloed van ons luchtgestel werden,
zooveel mogelijk, de beschikbare middelen te
hulp geroepen en de noodige voorziening, met
over het algemeen goede gevolgen, toegepast.
Verder wordt in het verslag uitvoerig mede-
ij' deeling gedaan van de verschillende aanwin
sten en verliezen.
De Engelsche mail, met berichten uit
Indië, wordt morgenochtend alhier verwacht.
Bjj gelegenheid eener feestviering der
vereeniging van Belgische oud onderofficieren
werden eenige oud-onderofficieren van het
Nederlandsche leger tot deelneming uitge-
noodigd.
Te Antwerpen gastvrij ontvangen, te mid
den eener opgewekte modefeestvierende be-
volking, keerden de genoodigden huiswaarts
met het voornemen ook hier eene dergelijke
vereeniging in het leven te roepen. Den öden
Februari 1888 was dat voornemen werkelijk
heid geworden en den 8sten Maart 1888 wer
den de statuten voor den Nederlandsehen Bond
van oud-onderofficieren by koninklijk besluit
goedgekeurd.
Het doel van den Bond, omschreven in art.
2 dier statuten, is a. de toewijding aan Vorst
en Vaderlandh. de behartiging van de stof
felijke belangen zjjner ledon in het maatschap
pelijk leven, met bepaalde uitsluiting van alle
politieke belangen.
De zetel van het hoofdbestuur is gevestigd
te Amsterdam, terwijl in verschillende gemeen
ten reeds spoedig afdeelingen werden gevormd.
Den löden Juli, na eene alhier gehouden
algemeene vergadering, kwam ook eene Leid-
sche afdeeling tot stand, wier reglement thans
gereed is en die, zooals blykt uit achterstaande
advertentie, op Vrijdag 17 Augustus hare
eerste vergadering zal houden, tot bijwoning
waarvan alle actiefdienende- en oud-onderoffi
cieren van ons leger worden uitgenoodigd.
Gedurende de tweede helft der maand
Juli zjjn aan het postkantoor alhier bezorgd
de volgende brieven, welke, wegens onbekend
heid der geadresseerden, niet besteld konden
worden
Mej. M. De Laat (2 stuks), Alkmaar; D. Van
der Mee, M. W. Van Batenburg, Borreel,
Amsterdam; mevr. Kneppelhout Van Sterken-
burg, C. Van der'Zeeuw, Apeldoorn; H. B.
Spoelstra, Franeker; P. Van "Wouw, J. Van
Wouw, M. IJamak, Anna Prunia, Mr. L. J.
Van Gelein Vitringa, mevr. L. C. Koch De
Wit, 's-GravenhageTrommel, HelmondApol-
lonia Onderwater, IJmuiden L. Pvons, Leiden
Krankzinnigengesticht, Wageningen; mej. Klei-
negeld, A. Rühl, niet vermeld. Briefkaarten
H. E. Schouten, E. De Roy, Amsterdam.
Brieven, verzonden geweest naar Duitsch-
land: J. A. M. Wittkamp, Hamburg; naar
Frankrijk: L. A. C. Gevers, Longny.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Noord-Amerika, door
middel van het stoomschip „Amsterdam", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore
alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Vrijdag
nacht om 12 uren bezorgd zjjn.
De wjjze van verzending behoort op het
adres vermeld te worden.
Bedankt is voor het beroep naar de
Chr.-Ger. Kerk te Noordwjjk aan Zee en Hoofd
dorp (Haarlemmermeer), door den heer W.
Breukelaar, candidaat te Aalten.
Nader meldt men nog uit 's Gravenhage
De lunch der Amerikaansche heeren by mr.
Levyssohn Norman was zeer gezellig. De
gastvrouw en mevrouw Israels namen de
honneurs waar; de Amerikaansche gezant,
do heer Roosevelt, en diens secretaris namen
deel aan het déjeuner, zoomede zeer enkele
Nederlandsche heeren.
Na afloop werd oen bezoek gebracht aan
het Panorama en het atelier van den heer
Mesdag en op weg naar Scheveningen aan
het atelier van den heer Bisschop.
Het bezichtigen der merkwaardigheden en
enkele schilderateliers vorderde zooveel tijd,
dat het bezoek aan Scheveningen slechts
van korten duur kon zyn; eerst om halfacht
dineerden de leden der „Holland Society" in
„HOtel Bellevue" en na afloop brachten de
meesten nog een bezoek aan de Sociëteits
tent in het Bosch, waar zjj echter alleen het
laatste nummer konden aanhooren. De konink
lijke kapel begroette, na afloop van het con
cert, de Amerikanen met het „Rule Britannia"
en de Nederlandsche volksliederen, welke luide
werden toegejuicht.
Het gezelschap had te Delft 's morgens
achtereenvolgens de Nieuwe Kerk, het Raad
huis, de Oude Kerk en de historische zaal
in het Prinsenhof bezichtigd.
Uit Rotterdam seint men: Overeenkomstig
het reeds vroeger vastgestelde plan, kwamen
de leden der „Holland Society" hedenmorgen
om 9 u. 20 m. aan het station-Beurs alhier
aan, waar zjj werden ontvangen door de heeren
Reuchlin en Hendrik Muller. Te voet begaf
men zich naar Feyenoord, waar voor het
kantoor der Nederlandsch Amerikaansche
Stoomvaart-Maatschappij de salonboot van Fop
Smit lag, waarmee een tocht zou worden
gedaan r:aar Briellc en Dordrecht.
Het Amerikaansche consulaat prykte,
evenals het stoomschip „Amsterdam," met
do Nederlandsche en Amerikaansche vlaggen.
Toen het gezelschap op de boot aankwam,
speelde de muziek het Amerikaansche en
het Nederlandsche volkslied, terwijl de gasten
ontvangen werden door mevr. Reuchlin.
Aan boord bevonden zich ook de heeren
mr. M. Mees, A. J. F. Burger, Lucardie en
Plate, leden van de Kamer van Koophandel,
en J. Visser, waarnemend Amorikaansch
consul.
Te 10 uren stak de boot, onder de opwek
kende tonen van een marsch en het gejuich
van de bemanning van het stoomschip „Am
sterdam", van wal.
In do gisteren gehouden zitting van de
afdeeling voor de geschillen van bestuur van
den Raad van State werd behandeld het be
roep door den gemeenteraad van "Woubrugge
ingesteld tegen een besluit van Gedep. Staten
van Z.-Holland van 15 Mei 1888 No. 24, waarbij
goedkouring is onthouden aan het besluit van
dien Raad van 5 Maart te voren, tot regeling
der jaarwedde van het nieuw te benoemen
hoofd der openbare lagere school in het dorp.
Rapporteur was de Staatsraad De Vries.
Als belanghebbenden waren verschenon de
burgemeester-secretaris van "Woubrugge, de
heer P. De Ridder, do heeren A. Visser, wet
houder, en W. Van Dam, raadslid van Wou
brugge.
's Konings beslissing deelen wij later mede.
Het gevolg van Z. M. den Koning op
het Loo wordt, met ingang van morgen, ver
vangen door luitenant-kolonel jhr. Van Spong
ier, adjudant, baron Taets Van Amerongon
Van Natewisch, kamerheer, kapitein Do Ra-
nitz, adjudant en particulier secretaris des
Konings, en ritmeester Van Tuyill Van So-
roskerken, ordonnance-officier.
De hooggeschatte geneesheer-directeur
van het ziekenhuis te 's Hage, dr. G. Van
Tienhoven, is hedenochtend in dat gesticht
uitgegleden en heeft een val gedaan, waar
door een arm werd gekneusd, zoodat dit
lichaamsdeel in een verband moest gelegd-
worden.
De gezant van de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika, de heer Roosevelt, heeft
zich gisteren naar Engeland begeven, ten einde
aldaar in den echt te worden verbonden.
De heer K. A. E. Seipgons, officier van
gezondheid 2de klasse, is, met ingang van C
September a. s., overgeplaatst aan boord van.
Zr. Ms. stoomschip „Alkmaar".
De hoofdinspecteur en de inspecteurs van
politie der residentie zullen van uniform wor
den voorzien.
Mej. Bettaque is voor Oct., Nov., en
Dec. voor voorstellingen in Amerika geënga
geerd, zegt de „Portefeuille", en wel voor
36,000 mark.
Door den minister van koloniën zyn de
heeren P. C. Van Koesveld en J. W. Van
Nouhuys gesteld ter beschikking van den
gouverneur generaal van Ned. Indië, om te
worden benoemd tot derden stuurman b(j de
gouvernoments-marine, en de heer L. Tobi
tot onderwijzer 3de klasse daar te lande.
Het stoomschip „Schiedam" arriveerde
14 Aug. van Amsterdam te Nieuw-Yorkde
„Drente", van Rotterdam naar Java, arriveerde
15 Aug. te Port Said; de „Prinses Amalia",
van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 16
Aug. te Marseille.
Naar liet Fransch van
3) T- COMBE,
En inderdaad, Robert vond haar wel aardig
4jen- was haar dankbaar voor de aandacht,
5 waarmede zjj naar hem luisterde, maar nooit
lij kwam hjj op de gedachte dat zjj hare eigen-
aardige wjjze van voelen en denken had.
Toch zocht hjj haar honderdmaal op een dag
'fop om haar zjjne indrukken mee te deelen,
Jen de schermutselingen met Abdias en met
David Borel, al was de uitkomst te zjjnen
opzichte ook nóg zoo schitterend, hadden voor
hem niets aantrekkelijks, wanneer Mica er
iet bjj tegenwoordig was.
'1 nie
II.
[Het was nu reeds midden in den winter
en streng koud. Toch ging Robert nog altjjd
niet heen. Hjj wilde zich op den landbouw
toeleggen, en hielp daartoe Mica patronen
teekeuen voor het borduurwerk of bracht haar
hooft in y6 war door haar voor te lezen uit
Victor Hugo's „Misérables."
Een avond, kort vóór Kerstmis, werd het
geheele huis in opschudding gebracht door
de verdwijning van eene witte kip, Céline
geheeten, waaraan de beide zusters bjjzonder
gehecht waren, omdat zjj zoo mak was. Men
zocht haar in allo hoeken van den stal, in de
schuur, in de houtloodsmen riepmen dwong
den kleine, die juist van blijdschap kraaide,
omdat hjj er in geslaagd was zjjn voet in
den mend te steken, zelfs tot zwjjgen, en
luisterde in angstige stilte of het gekloek
van Céline zich ook ergens zou doen hooren
maar alles tevergeefs.
De andere kippen, reeds op stok, reed6
half ingedommeld, schenen zich de afwezig
heid van hare zuster weinig aan te trekken,
niettegenstaande Robert ze op hartroerende
wjjze toesprak.
„Ongevoelige beesten 1 Hebt jjj dat mooie
kipje in 't verderf gestort?... Kom, Mica,
je zult toch niet huilen om eene kip, op het
schaap en den bourgeois-mensch na, het
domste van alle huisdieren?"
„De vos heeft ze zeker opgevreten", zei
Abdias, terwjjl hjj de lantaarn omhoog hield
om het licht op de zoldering te doen vallen,
alsof Céline zich daar kon schuilhouden. „Het
is jammer.Ik weet niet hoe vaak ik je
ook wel gezegd heb, Caroline, dat je het luik
aan den kant van do loods dicht moet houden.
Jjj heet nu eenmaal voor de kippen te zorgen
en je moet op het kleine evengoed als op
het groote letten. Daar kunnen de kippen uit
laat het je nu eene les zjjn voor het vervolg 1"
„Er is toch geen van de beesten ziek, hoop
ik?" zei eene stem bjj den ingang van den
stal. „Ik zag hier in 't voorbijgaan licht, en
ben even binnengegaan om.
Het was Jean Jacques Frénelhjj nam zjjn
hoed af toen hjj Mica zag.
Hé, u ook hier, juffrouw Mica? U komt
hier anders niet vaak."
„"Wy zoeken ééne van mjjne kippen," zei
Mica, terwjjl zjj haar best deed aan hare stem
eene zekere vastheid te geven, uit vrees dat
Robert haar zou uitlachen. „Je weet wel,
Céline, dat mooie, witte kippetje?"
„Ja, de mooiste kip uit de buurt," ant
woordde Jean-Jacques, die het dier nooit ge
zien had. „O, maar die zullen wjj wel weer
vinden
Tegeljjk nam hjj Abdias de lantaarn uit
de hand en begaf zich naar het andere einde
van den stal.
„Doe maar geene moeite," zei Robert op
tamelijk ruwen toon„wjj hebben alle hoeken
al doorzocht."
„Het zal toch wel niet verboden zjjn, nog
eenmaal even te kjjken?" gaf Jean-Jacques
ton antwoord. Hjj onderzocht daarop met zorg
elke ruif, elk hoekje; de koeien, door de on
gewone beweging uit hare rust gewekt,
draaiden den kop om, zagen slaperig in hft
rond en knipoogden tegen het schelle licht
van de lantaarn.
Het groepje in 't midden van den stal was
zwjjgend bljjven staan. Eene groote kat,
waarvan alleen de oogen als twee groene
lichtbollen zichtbaar waren, wreef den kop
tegen de boenen van Robert, die onbewege
lijk, in het halfduister, den blik op Mica ge
richt hield. Met de ééne hand tegen den
steenen pilaar geleund, welke de zoldering
schraagde, volgde zjj met aandacht de be
wegingen van de lantaarn; maar telkens ging
zjj angstig achteruit, wanneer ééne van do
koeien half dommelig het zware lichaam op
het stroo bewoog of begon te loeien. Het
was hier warm en de atmosfeer was ver
mengd met den geur van melk en hooi.
Door het beslagen venster, achter in den stal,
zag men de witte sneeuw, welke een zwak
licht van zich gaf.
{Wordt vervolgd.)