Do hoor Clercx stolde eone motie voor, welko den wonsch uitdrukt dat de Bank, in het belang van don landbouw, kleinhandel en nijverheid, liaro beleeningen boneden de ge bruikelijke som stelle. Do lieer Mees verdodigdo hot recht van den Staat op hot winstaandeel der Bank en wil het geven van geld op hypotheek aan parti- liere voroenigingen overlaten. Do heer Domola Nieuwenhuis verklaart dat dit onderwerp langen tyd zijne ergernis heeft gewekt. Hij waarschuwt tegen het spelen mot de belangen des volks en wil dat die eindelijk worden behartigd. De dure plicht rust op or.s do belangen van het gehoelo volk te behartigen. Wy moeten ook waken voor de beurs van het volk. Dit ontwerp behelst oene concessie aan eene maatschappij met enkoio individuen als aandeelhouder. Staan wij op een zuiver standpunt? De aandeel- houlors waken voor hunnen zak, de Volks vertegenwoordigers voor de schatkist. Er is dus conflict tu3schen de algemoene en de bij zondere belangen. Maar hoe, als beide belangen in dezelfde handen zyn? Kunnen wij dan on partijdig oordoelen, vooral do aandeelhouders onder ons. Iloevolen zjjn er en wie zijn het? Advies en stem derzulken ondervinden den invloed dier dubbelzinnige positie. Dat er in vloed is, bewijst het ontslag van den Bank- commissaris De Sitter als lid van de Eerste Kamer, die gevoelde den invloed. Die daad toont eerlijkheid. Een tweede feit is dat de heer Gleichman ontslag nam als commissaris der Bank. Ook by gevoelde dus de positie. Niettemin zal hij wel aandeelhouder geble ven zijn. Do heer Gleichman: Neen, mijnheer! Do heer Kieuwonhuis Des te beter. Hy za' wel niet de oonige zijn in deze vergadering. 'Zou het dus niet gewenscht zijn dat aandeel houders onpartijdigheidshalve niet stemden? Hy zou, ware hy aandeelhoudor, dit punt niet -onbevangen kunnen bohandelen. (Verschillende leden: Ik wel!) Dit ontwerp maakt op hem een eigenaardigen indruk. Jarenlang is er roof gepleegd aan do schatkist. In plaats dien op te heffen, vraagt ■mon hoe dien te regelen? Moeten wy voort gaan dien roof te laten plogen. Regeering en commissie van rapporteurs zeggen ja, en mar- chandeeren over de hoegrootheid der som, aan •beide partijen toe te kennen. De Bank heeft vrede met de regeling met het kennelijk doel om voortaan hot vleesch ongestoord voori h te kunnen houden. De directie heeft de Regie ring bang gemaakt door haar dreigement, om te weigeren verder te onderhandelen. Zjj slaat veel te hoogen toon aan en wil de wet aan den Staat stellen. Het schijnt alsof de Staat or is om de Bank en niet de Bank om den •Staat. Wil de Bank niet luisteren narr de Regoering, dan moeten w(j hot zonder haar doen. Hii zou wonschen dat de Staat het octrooi niet verlengde en dat de Kamer, genoeg •hebbende van den roof, overging tot stichting van oene Staatsbank. Spreker weerlegt de gronden, die do minister aanvoert tegen eene Rijkstaak. Het behoort niet tot de roeping t»i don Staat om sommigen door een mono polie rijk te maken. Dat gelijkt meer op st tats- oxploitatie, die zoo spoedig mogeiyk moet worden opgeheven. Wy moeten uitgaan van het algemeen belang en niet van het voordeel der Bank. Is hot ontwerp minder genereus voor de aandeelhouders? Neen, want de Staat waarborgt den aandeelhouders 10 percent. Waarom is ook dat noodig? Er is geene „Zoo'n liof, goed ding," hernam de juffrouw, terwijl zij de handen vouwde; „ik had haar lief air oene dochter. Ach, mijn Homel!" ging zjj daarop voort, toen Hans zuchtend in een stoel by het raam neerzonk en het gelaat met do handen bedekte: „wees toch kalm, mijn heer Evaldl Zy zal wel weder terugkomen!" Maar Eva kwam niet terug. En weder zyn eenige jaren verloopon, ja, wel zos of zevenon wie kan al datgene, wat zy mot zich gebracht en meogevoord hebben,opsommen! Hot is winter. Over do dichtbevolkte stad welft zich eene met gryze wolken bedekte luchtlangzaam beginnen de witte sneeuw vlokken neder te dalen. Zy blijven echter nog niet liggen en vordwynon onder de voeten der hoen en weer stroomende menigte. Het wordt reeds donker. In de lange straten begint men daarom de lantaarns aan te sto ken en hier en daar brandt ook voor do win kelramen der prachtige magazynen helder licht. Voor een dier ramen staat een jong paar. Eeno poos beschouwt het schynbaar oplettend de i gestalde voorwerpen; hot zyn weelde enkele reden waarom de Staat door oigen exploitatie do winsten niot zou doen strekken ten behoeve van allen. (Do spreker staakt zyno rode oenigo oogen- blikken. Hy zal voortgaan, indien de heeron minder praten. Daarvoor is immers eene koffie kamer, met vergunning zelfs!) (Protest: „Oho!" en talryko stemmen: „Neen, neen!") Do voorzitter verzoekt den spreker voort te gaan. De heer Domola Nieuwenhuis betoogt dat bij eone exploitatie door den Staat groote be zuinigingen waren te krygen, byv. op do onkosten rekening, zonder besnoeiing van de kleine traktementen, die het meest verdiend zyn. De Bank heeft geen risico; zy zou zelfs zonder kapitaal kunnen werken, want men gaat de metaaldekking verminderen by uit breiding van werkkring. Niets dan generosi teit tegenover de Bank. Men gaat het kapitaal echter vermeerderen ook al uit generositeit en uit zucht om enkele meerdere personen te doen deelon in do enorme winsten. Spr. kan zich om al deze redenon en al wordt do roof verminderd niet voor eone bestendiging van dien roof gedurende 20 jaren stemmente minder omdat by de winstver- deeling alleen op de belangen van de Bank is gelet en de netto winst voor den Staat zooveel mogolyk is ingekrompen, door aftrek van allerlei posten van de bruto-winsten, waarop de Staat in elk geval voor zyn aan deel aanspraak zou moeten kunnen maken. Men spreekt van opofferingen dor Bank, terwyl de Staat hot eenig offerdier is. De Staat, welke der Bank de gelegenheid geeft om groote winsten te maken, heeft aanspraak op het leeuwenaandeel, al zyn ook alle finantiëele specialiteiten van een ander gevoelen. Spr. acht dit ontwerp in stryd met het algemeen belang. Hy meent dat de Regeering moet worden uitgenoodigd zoo spoedig mogelyk een voorstel te doen tot instelling eener Ryks- bank. Met een citaat van den heer Van Ass jn eindigdo spr. zyne rede. Spr. dringt er ten slotte by den min. van fin. op aan, 't ontwerp terug te nomen. Het volk is geduldig, maar aan 't geduld komt een einde en evenals de financiëele quaestio de val der liberale party heeft veroorzaakt, zou zy ook wel eens don val kunnen veroor zaken van de party van dezen minister. De min. veidedige de nationale belangen en late zich niot bang maken door de Bank. Met een Ryksbank voorstel in den zak, had hy zy.ne voorwaarden moeten stellen, die dan wel zouden zyn aangenomen. Zonder op succès, maar alleen lettende op 's lands belang, stelt spr. voor de volgende motie van orde: „De Kamer, van oordeel dat '8 lands belang door de verlenging van het aan do Ned. Bank verleende octrooi niet behartigd is. „Van oordeel dat 's lands belang do instel ling van eene Ryksbank vordert. „Sprookt de wenscholykheid uit dat het aanhangige wetsontwerp niet in behandeling worde genomen, en noodigt de Reg. uit ten spoedigste maatregelen tot instelling oener Ryksbank aan hot oordoel van de vetgevendo Macht te onderwerpen." De heor Gleichman komt niet in 't eigen lyk debat. Het is de eerste maal en 't zal ook de laatste maal zyn dat spr. aanleiding vindt in 't door den heor Domela Niouwenhuis ge sprokene, om in debat te treden. artikelen. Dan wyst de dame, eene slanke blondine, sieriyk gekleed, op een gouden arm band en zegt tot haren geleider„Kyk, Hans, dien moest je nu eens voor my koopenlaat dat nu uw eerste geschenk aan my zyn!" De aangesprokene ziet haar vriendelyk aan en knikt haar lachend toe: „Ga maar mee!" Hy laat haren arin los en beiden gaan don winkel binnen. Als zy even daarna weder op straat zyn, en de heer der dame weder zyn arm aange boden heeft om voort te wandelen, gaat een meisje hun strykolings voorby. Dat meisje heeft geen hoed op; om haar hoofd is een donkere doek gewonden. Het schynsel der gaslampen valt helder op een doodsbleek, door lydon vormagerd gelaat. Een oogenblik kyken de beide vrouwelyko personen elkander aan; daarop werpt het meisje nog een vluchtigon blik op den heer, die thans tegenover haar staat. Hare oogen schitteren op onheilspellende wyze. Dit duurt slechts ëéne seconde, want plotseling is zij onder de menschenmassa verdwenen. „Was dat Eva niet?" vraagt de dame nu. Die spr. constateerdo dat spr. zyn ontslag had genomen als commissaris aer Bank wat volkomen waar is maar hy voegde daaraan eene onderstelling by, omtrent de mo tieven voor. dat besluit, waarmee noch de Ka mer, noch de heer Domola Nieuwenhuis heeft te maken. Spr. verklaart dat het niet de overtuiging, die de heer D. N. hem toedicht, omtrent hot niet gelyktydig kunnen beharti gen van de landsbelangen en dio der Bank geweest is, die spr. heeft bewogen zyn ont slag te nemen. Nadat spr. verklaard had dat hy geen aan deelhouder was, meende de heer Nieuwenhuis te mogen onderstellen dat hy zijne aandeelen wel tydelyk aan anderen kon hebben overge dragen. Tegen zulke en latere insinuatiën van gelyk allooi op te komen, acht hy beneden zich. Hy verlaagt zich niet om ze op te rapen. (Bravo's!) De heer Schaepman wenscht ook zynerzyds den heer D. Nieuwenhuis een woord toe te voegen om hem to zeggen hoe de vryheid van 't woord in de Nederl. Volksvertegenwoordi ging wordt verstaan. Die vryheid wordt hoog genoeg gehouden om de „Handelingen" door den heer Domela Nieuwenhuis zelf te doen maken tot het byblad van „Recht voor Allen. Maar de spreker heeft ook ontdekt dat hier zyne onwaarheden worden achterhaald. De heer Gleichman gaf hem reeds eene les, welke voor de kenschetsing van zyn karakter voor zyne medeleden niet noodig was, maar die tevens den heer Nieuwenhuis heeft kunnen leeren 't karakter zyner medeleden te eerbie digen. De onderstelling omtrent de overdracht van aandeelen van den heer D. N. doet twijfel ontstaan aan de geloofwaardigheid van de ver klaring van dien spr. dat hy geen aandeel houder der Bank is. Overigens is 't beter met den heer N. niet in discussie te treden, omdat hy eene taal spreekt, die velen hier nog niet verstaan; hy spreekt toch van roof, waar anderen van winst sprekenhy heeft vreemde begrippon omtrent eigendom en alles wat daarmee in verband staat en over den normalen arbeidsdag, dien hy intusschen, voor zooveel zyn arbeid in deze Kamer betreft, nog niet op zichzelf heeft toegepast. De spr. meende eene motie te moeten voor stellen, omdat 'tzoo gemakkelyk is eene Ryks bank in te stellen. Welnu, laat hy zyn werk dan voltooien en daartoe een voorstel indienen. Eindelyk nog dit: de heer D. N. dreigde met 't ongeduld des volks. Spr. wenscht hem op te merken, dat die spreker en zyn volge lingen reeds menigmaal door de steeds met 't ongeduld des volks bedreigde autoriteiten zyn in bescherming genomen, niet tegen het ongeduld, maar tegon de verontwaardiging des volks. (Luide bravo's). Het vorder debat werd hierop verdaagd. Gemeayd Nleaw*. Eon kleine jongen, die verleden week in het Froderikshofje, te 's-Hage, toen hy met lucifers speelde, in brand geraakte, is in het ziokenhuis aldaar aan de gevolgen overleden. Van 7-15 Juli zyn te 's-Hage aangekomen 819 vreemdelingen, en te Scheve ningen 361 vreemdelingen met 30 dienstboden. Terwyl de ouders van huis waren, geraakte een 2'/2-jarig meisjo te Oostoinde, gem. Aalsmeer, te water en werd levenloos opgehaald. Uit Wageningen wordt gemeld dat gisteravond de kassier F., die eergisteren „Ik zag het niet, Emmi!" antwoordt haar geleider op onverschilligen toon; maar hy kykt, terwyl hy dit zegt, oplettend in de richting, waarin het meisje is verdwenen. „Zy is reeds weg!" herneemt de dame, voortwandelend; „het schuint haar echter lang niet voordeelig te gaan; zy zagerbynahave loos uit. Maar dat was wel te voorzienvoegt zy er nog by. Hy antwoordt niet, en zy gaan verder. Zij spreken over andoren en zyn weldra het meisje geheel vergeten. Het is een zeer warme middag. Om en op het Adalberts kruis branden de stralen der Juli-zon. Ook de duinen worden door die stra len met een hel licht overgoten, waardoor het duinzand oogverblindend schittert. In de verte kan het oog, ofschoon niet zeer duide lyk, den vuurtoren van Pillau ontdokkon. Op do steenen trappen, aan den voet van het kruis, zit, geheel in zichzelven gekeerd, een oude man met gekromden rug, met een langen witten baard en met doffe oogen. Hij denkt aan een meisje, dat hij van deze plaats, liquidatie aankondigde, met zyn zoon gevat kelyk naar Arnhem werd gebracht, vordach van oneeriyke handelingen. Zondag werd oen groote duivot wedstryd gehouden van Courbville naar Va! kenburg (afstand 430 KM.), uitgeschreve: door de postduivenvereeniging „De Olyftak'j) te Valkenburg. De pryzen werden behaal! als volgt: 1ste prys Jos. Gregoire, Valken burg; 2de prys Lonneux, Maastricht; 34 prys Lonneux, id.; 4do prys Van Wersch Heerle; 51e pry's J. Stessen, Gulpen; 6d prys Frissen - Pieters, Maastricht; 7de prjj J. Stessen, Gulpen; 8ste prys Ilavenith Bocholtz; 9de prys W. Stessur, Maastricht Op den trein, welke gistermorgen om 11 u. 10 m. uit Assen naar Groningen vertrok, is, naar de „Ass.-Ct." meldt, even voorby Haren oene slang van de Westing house-rem gesprongen, waardoor hij plotseling stil bleef staan. Velen sprongen uit de rytuigen, denkende dat er een groot ongeluk plaats had. Na zeven minuten vertraging kon de trein, hoewel langzaam voortgaande, toch de reis naar Groningen voortzetten. Een kind verloren. Toen dezer dagen een kermisgezelschap met een oigen schuitje de Heldersche kormis vorliet, werd er een tweejarig kind vermist. In doodsangst zochten de ouders overal. Ook het bedienend personeel en de schipper deden al hun best om de kleine op te sporen. Men dacht niet anders of de kleine moest verdronken zyn. Reeds wilde men de politie van de vermis sing in kennis stellen, toen een der knechts een inval scheen te krygen. Hy werkte de goederen uit elkaar en haalde eindelyk een 4 kastje naar boven. Om 't kind, dat in slaap was geraakt, voor botsingen te behoeden, had de yverige knecht 't in een kastje ge legd, waar 't nog sliep als eene roos. De man had er doodeenvoudig verder niet meer aan gedacht. Het stoomschip „Etruria", 14 Juli van Nieuw-York te Queenstown aange komen, vertrok 7 Juli to G u. namidd. van Nieuw-York, arriveerde Zaterdag 14 Juli des ochtends te 3.50 u. te Queenstown en heeft de reis over den oceaan dus gedaan in 6 dagen, 4 uren en 50 min., zynde dit de snelste reis, die ooit gemaakt is; de gemiddelde snelheid wa3 19,34 myl per uur. Volgens bericht uit NieuwYork, kan er tusschen 18 en 20 dezer stormweder op de Engelsche kust verwacht worden. Volgens berichten uit Honduras, is dat land door hevige stormen en aardbe vingen geteisterd, waardoor groote schade is veroorzaakt. Menschenlevens zyn gelukkig niet te betreuren. In de kringen der Hongaarsche aristocratie bracht eergistoren eeno zeer treu rige zaak groote ontsteltenis teweog. De heer Stephan Pechy vroeg om de hand van gravin Ilona Kisz, doch ontving een weigerend ant woord. Daarop maakten de beide jonge men- schen, die elkander vurig beminden, op hot kerkhof Szent Ivany te Pesth een einde aan hun leven. Onder de muren van Leipzig, ten noorden van de stad, lioeft men een graf ontdekt met ongeveer 2000 geraamten en overblyfsels van uniformen, waaruit blykt dat dit de lijken waren van soldaten, die in den slag by Leipzig gevallon zyn, op 13 October 1S13. Alles by elkander zal nu worden opge graven en naar een der kerkhoven van Leip zig worden overgebracht. vele jaren geleden, met zich naar huis heeft genomen, aan een meisje, waaraan hy zeer gehecht, ja, dat hem dierbaar was en dat hem, zonder afscheid van hem to nomen, heeft ver laten. Hy denkt ook daaraan, dat het hem, meer dan zes jaren reeds geleden, eenmaal heeft geschreven. Dat was niet veel, maar het was een groet, en zij zeide daarin dat het haar streven was door eerlyken arbeid vooruit te komen en dat zy hem, zoo het haar goed ging, weder en meer zou schryven. Maar zy hoeft niet geschreven, noen, nooit meer! Hy weet niet eens waar zy zich bevindt en of zy nog in het land der levenden is! En vormoeid laat de grysaard het hoofd op de borst zinken en by staart droomerig vóór i zich. Wanneer echter de wind met zyne weinige lokken speelt of een vogel van den grond opvliegt, kykt hy plotseling op; dan wendt hy de blikken verwonderd om zich heen; dan bewegen zyne lippen zich even, als wilden zy do vraag doen ontsnappen „Weet gy niet waar Eva is?" Maar dat is, helaas, niet bekend!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 2