N°. 8713. Zaterda«r 3LJ Juli. A0. 1338. <§eze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 13 Juli. Feuilleton. I „Voor mij toch wel, Eva!" PRIJS DHZHR COURANT: Voor LoiJen per S meenden1.10. Franco per poet1.40. Afeonderlyke Nommere.0.00. PRIJS DHR ADVRRTENTTBN: Vijl 1—6 regal* 1.05. Iedere regel meer /9.17i* Grcmtere letten sur plaatsruimte. Yoor het ia- caaseeren bulten de atad wordt 0.10 berekend. Na afgelegd examen der leerlingen van do Muziekschool dor Maatschappij voor Toon kunst alhier, hebben plaats gehad de volgende bevorderingen: piano. Tot dc 2de klasse: C. M. Van Dissel, J. C. Blóte, 6. J. Mulder, H. Van der Hoeven, A. E. I. W. Juta, A. I. Juta, J. Dijkman, P. Van dtr Kamp, J. T. F. Van der Litli en B. Van Campen. Voorwaardelijk: H. C. Endert. Tot de .1de klasse: C. M. Hoog, 8. I. Teunis, A. Van Lith, P. A. Van der Burg, E. Gorlinge, C. Ver boom Soumaiu, A. Sleyser, A. Van Rosaum du Chattel, C. Darlaug, E. Ducker, L. Grivel, E. Grivol en G. Bender. Tot de 4do klasse: H. Blankenberg, G. Kooyker, C. J. Le Poole, J. H. Zaayer, C. A. Hoos, A. A. H. Vieser, F. S. W. Parmentier, C. M. Parmentier, J. Fonteijn, I. I. W. Matthea, F. Salberg, A. U. De Bruyn Kops, N. Tom, M. Lantsiu9 en A. Dubois. - Voorwaardelijk: C. A. Van der Burg. Tot de 5de klasseH. Dingemana, G. A. E. Oort. Joha. De GraafT, C. M. W. ZUleaen. I. M. Hooiberg, G. Fockcma Andreae, "W. C. De Voogt, I. D. G. Frank en W. E. P. Brüggeman, terwijl E. M. Koppe- echaar en E. Van Dam, leerlingen der 5de klasse (Piano), eene eervolle vermelding verdienen, doch niet tot eene lioogere klasse kunnen bevorderd worden, om ceno niet van beide leerlingen afhankelijke oorzaak. Tot de 6de klasse: C. De Graaff, S. B. Crommelin, J. L. Boekwijt, H. E. W. Van Dissel, J. J. Van Amerom, C. V. Bos, J. Van der Hoeven, M. Riddcrhof, E. C. A. Tontenlioofd, G. C. Stiekkel Schoemaker, C. Brüggeman, N. Vieweg, A. Van Leeuwen, A. C. Vroede, H. G. Bender en E. Levedag. S Tot de 7de klasseJ. H. Backer, C. Jesse, F. B. A. C. Roelants, H. G. Van Doesburgh, A. De Stoppe laar, \Y. E. Van der Burg, A. M. Zaayer, H. C. Ten Brink, C. Sijtsma, J. E. Maingay, I. S. Matthea en J. E. Zirkzoe. Tot de 8ste klasse: A. J. Kooyker, C. Meerburg, A.' C Van Hartrop, H. Ml Sillevis, B. A. J. Koopmaus Van Boekeren, P. D. Vermaas, J. M. Proot, J. Sc ou- ten, B. Levedag en E. Dumont. Viool. Tot de 2deklasse: "W. Piek, A. N. Visser, H. K. Oflerhaus en J. B. De Koning. Tot de 3de klasse: G. J. Sala, F. G. De GraafT, J. Van Mannekus, R. Kern, J. P. L. Hagen, A. Tiele- man, G. E. Dückor en A. Rappard. Tot de 4de klasse: H. C. Meerburg, W. Overgaauw, F. De Wilde, M. I. E. Bos, N. I. Brouwer, C. V. Bos en C. B. Duyster. Tot de 5de klasse: H. G. Martin, D. A. Heynsius, J. J. Van Ameron, A. Kühneman, E. Von Bülow en I. Vos. Tot de 6de klasse: J. P. C. Van Dissel en O. Calien. Tot <le 7de klasse: C. Cb. De Loos, J. A. Van Dijk, J. "W. De Goeje, G. G. Van der Hoeven, W. A. Ver maas en W. A. Kuenen. S| Tot de 8ste klasee: W. Van Geer, M. "W. Jaeger en I. Fonteyn. Violoncel. Tot de 2de klasse: W. C. Brouwer en W. De Loos. i Tot do 4do klasse: D. Jaeger. Tot de 5de klasse: E. B. Couvéc. Tot de 7de klasse: F. C. Van Geer en M. Steffelaar. Théorie. Tot de 2de klasseC. M. De Haas, J. E. Maingay, A. De Loos en E. Dumont. Tot de 3de klasse: A. G. Van Leeuwen, J. J. Van Lmerom en A. G. Boek wijt. Tot de 4de klasse: J. Oudehoorn, D. Van Thiel, W. Jaeger, J. Schonten, J. E. Boekwijt, C. Sijtsma, Riddorhof, H A. Ten Brink, C. V. Bos, J. Fon- eyn en H. I. Van Leeuwen. Tot de 5de klasse: S. I. F. Oudshoorn en E. Homberg. Van do Elementairklasse tot de lste Koorzangklasse. J. J. Sobels, A. Cortp, J. Dijkman, C. Do Ridder, C. Verboom Soumain, J. C# Felix, A. Van Lith, C. G. De Loos, A. M. De Goeje. B. Van Campen, M. Lantsius, M. M. Fontein, A. Van Leeuwen, W. F. Koppeschaar, A. Bappard, H. K. OiTerhaus, H. Van der Hoeven, W. F. Kaiser, P. Van der Kamp, W. De Loos, P. M. Scbreuders en M. Van der Horst. Alhoewel de vacantie voor de leerlingen der Hoogere Burgerschool voor jongens alhier reeds is aangevangen, is de deur van het schoolgebouw nog niet gesloten en heerscht er in die inrichting van onderwijs nog geene doodsche stilte. Integendeel, heden richtten velen hunne schreden naar dat gebouw en in het bijzonder naar het lokaal, waarin de teekeningen, door de leerlingen in het afgeloopen schooljaar ver vaardigd, voor iederen belangstellende zyn tentoongesteld. Die teekeningen, behoorende tot de hoofd- afdeelingen handteekenen en rechtlynig-teeke- nen, leggon by nauwkeurige beschouwing, welke zij alleszins waard zyn, een zeer gun stig getuigenis af van de vorderingen der leerlingen in het teekenon en tevens van de uitstekende leiding in dat vak van den leeraar, den heer G. M. Kosters. Het viel ons op met welk eene zorg het handteekenen, met welk eene nauwkeurigheid het recht-iynigteekenen is behandeld. Wy za gen als bewijs daarvan schoon geteekende groepen van meetkunstige lichamen, toekenin- gen naar pleisterafgietsels en tal van stillevens, alsook net en fijn uitgevoerde meotkunstige constructiën, teekeningen van mozaïekvloeren, waarvan sommige in fraaie kleuren, ster- figuron, benevens projectio- en perspectief- teekeningen. Morgen zyn de teekeningen, door den heer Kosters op behaaglijke wjjze en met smaak gerangschikt, hetgeen van niet weinig bolang is, nog den geheelen dag te bezichtigen. Menigeen make daarvan gebruik Tot leeraar in het teekenen aan de Ambachtsteekensohool van het departement Voorschoten der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is uit een drietal, bestaande uit de hoeren P. G. Lancel en B. E. Spijker, te Leiden, en S. Wijn, te 's-Gravenhago, benoemd de hoer P. G. Lancel, hoofdopzichter bij de gemeentewerken alhier. Bij de overgangs-examens aan de Rijks Landbouwschool te Wageningen worden o. a. bevorderd van klasse Ai naar klasse Au: F. B. Hagen en J. P. Oort; van klasse An naar klasse Am: W. S. Chavannes, allen van Leiden. Hier ter stede is overleden de hoer J. C. Steenbergen, jaren lang commissaris van politie in de 5de sectie te Amsterdam. Hij had zich te Leidon na zjjn eervol ontslag metterwoon gevestigd en overleed aan een langzaam verval van krachten. De overledene was oud-hoofdofficier van het Indische leger en ridder der Militaire Willemsorde. Aan dr. J. W. Muller, die, gelijk men weet, zijne betrekking als leeraar aan het Gymnasium te Haarlem met die van mede werker aan het „Woordenboek der Neder- landsche taal" verwisseld heeft en eerstdaags zich te Leiden gaat vestigen, is gisteravond op „Zuid-Zandvoort" door den rector, den conrector en zijne medeleeraars oen afscheids diner aangeboden. Menige dronk werd op den vertrekkende ingesteld, menig hartelijk woord gesproken, ten bljjke hoezeer de hoer Muller als mensch, vriend en docent door allen werd gewaardeerd en geacht. HaarlCrt.) De Algemeene Synode der Nederl.-Herv. Kerk i3 tegen aanstaanden Woensdag 18 Juli te elf uren in de Willemskerk te 's Graven- hage samengeroepen ter gewone jaarverga dering. Zij zal overeenkomstig de bepalingen van het reglement geopend worden door den oudste in diensttijd der afgevaardigde predi kanten, den heer J. Douwes, van Leens, onder wiens leiding zal worden overgegaan tot de benoeming van een voorzitter, onder-voor zitter en een secundus van dezen laatsten. Afgevaardigd zijn o. a. vanwege het pro vinciaal ressort van Zuid Holland de heeren E. Cósar Segers, pred. te Leiden, en dr. G. J. Van der Flier, pred. te 's-Hage. De Tweede Kamer heeft heden aangeno men met 66 tegen 13 stemmen de diensttydver- lenging der landmiliciens van 1883 en der zee miliciens van 1884 met één jaar of bij gun stige omstandigheden korter. De heer Rutgers betwistte de noodzakelijk heid tot het benoemen eener staatscommissie met het oog op de bepaalde overtuiging der regeering op het punt van dienstplicht. De heer Schaepman wilde landsverdediging niet vóór alles laten gaan, denkende daarbij aan het onderwijs en de sociale quaestie, welke laatste zaak, naar de heer Van Houten zeide, de landsverdediging in zich sluit. Mr. A. D. W. Do Vries heeft in de heden gehouden zitting van den Hoogen Raad den eed afgelegd als advocaat en procureur. Den 18den dezer zullen de leerlingen der twee openbare scholen te Woubrugge, per I afgehuurde stoomboot van Carsjens Co., een uitstapje naar Amsterdam maken, onder geleide van het Dagelijksch Bestuur en hot onderwijzend personeel, ten einde Artis te bezoeken. De Staatscourant van heden bevat het volgende „Onder dagteekening van 12 dezer is b!j het departement van koloniën het volgend telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië ontvangen „Berichten uit Bantam schaarsch. Aanlei ding onlusten nog onbekend, doch opstand blijkbaar geheel locaal. Te Tjilegon en om streken thans alles rustig." De heeren De Beaufort, Haffmans, Van Houten, Verniers Van der Loeff, Mees, Farn- combe Sanders en Veegen3 hebben de volgende amendementen voorgesteld op het wetsontwerp tot verlenging en wijziging van het aan de Nederlandsche Bank verleende octrooi. I. In den 4den en 5den regel van het lste lid van art. 1 in plaats van de woorden: „verlengd met twintig jaren, dus tot en met den 31sten Maart 1909", te lezen: „verlengd met tien jaren, dus tot en met den 31slen Maart 1899. II. Het tweede lid van art. 1 te doen luiden „Dat tijdperk wordt geacht op denzelfden voet stilzwijgend telkens opnieuw met tien jaren verlengd te zjjn, wanneer niet ten minste twee jaren vóór het einde van het loopende tijdperk, vanwege don Staat, krachtens eene hiertoe strekkende wet, of vanwege de Bank aanzegging van ongeneigdheid tot verdere verlenging geschied is." III. Bü art. 21 Bankwet 1863 als alin. 2 te voegen „Daarbij doet zü tevens het bedrag blyke.i van de eventueelo verplichtingen, ontstaan uit don verkoop van wisselbrieven en ander handelspapier, buitenslands betaalbaar. Het bal met vauxhall, dat gegeven werd bij gelegenheid der Delftsche studentenfeesten, werd zeldzaam druk bezocht. Tusschen de in stemmige kleeding gedoste heeren, bewogen zich tallooze keurige dames toiletten en terwijl het buiten echt hondenweer was, werd er in de zaal druk gedanst, onder leiding van den maïtre de ballet, in een kostuum Louis XIV gekleed, en eerst om vier uren in den ochtend was het feest geëindigd. Het orkest van den hoer Coenon uit Utrecht, dat reeds des middags zich op het feestterrein had doen hooren en toen zoor grooten bijval verwierf, leverde ook 's avonds do dansmuziek. Het bal was den ganschen avond hoogst op gewekt; te betreuren was het echter, dat de EVA. Uit het Duitsch van Georg Berger 10» dook P. J. O. I „Ik heb iets voor je by my eene kleinig- 1 'leid je moet haar echter aannemen." Hy keek haar aan; zy lachte even. t„Geef je zoo graag wat, Hans?" vroog zjj aarop. „Als ik zie dat ik iemand een genoegen an doen I Onderwijl haalde hy een pakje te voorschyn en gaf het haar. B Nu zeide zy„Ook den rooden band, je weet wel, ho'o ik nogje gaf my dien 's avonds in 's meesters kamer." I „Ja en ik den tak met rozen, welken je de nawierp 1" I „Ach, die heeft geene waarde," zeide zo ^■achendo. I Nu ging zy beter op haren stoel zitten, ■egde het pakje op haren schoot, zoodat het 'in de schaduw van het tafeltje lag, en opende het. Een paar zeer fijne, donkerkleurige glacé handschoenen kwamen er uit te voorschyn. „Hans 1" riep zy veelbeteekenend uit, terwyi zy hem aanzag. De aangesprokene, die niet zonder bedoeling in eene andere richting gekeken had, wendde zich vlug tot haar. Ja, Evawat wil je Het meisje keek beurtelings naar haren vriend en naar de handschoenen. „Probeer, om te beginnen, eens of ze pas sen," zeide Hans; „ik hoop dat zo niet te groot zullen zün." Inderdaad wendde zy pogingen aan om een handschoen aan te krygen, maar telkens staakte zy dien arbeid, legde de handen in den schoot en lachte half verlegen, half vergenoegd. Eindelijk was zy gereedalleen den laatsten knoop aan den rechterhandschoen dicht te krijgen, wilde maar niet gelukken. „Geef maar hier", zeide Hans, toen hy er erg in kreeg. En terwyl zy naderbyschoof, reikte zy hem hare hand toe. Mot eenige in spanning slaagde men er in den we6rspan- nigen knoop tot zyn plicht te brengen. Daarop hield hy hare hand vast en zeide„Laat me nu die andere hand ook eens zien." Zy voldeed aan dit verzoek. Do handschoe nen paston voortreffelyk. Hans nam hare beide handen, hield ze vast, trok ze langzaam naar zich toe en drukte er, terwyl hy haar in de oogen zag, een kus op. Kalm liet zy dit toe; ja, zy lachte zelfs. De muziek, het groote aantal menschen, do liefelyke zitplaats onder de groone boomen by het heerlyke weder, de tooverachtige ver lichting, het pittige Münchener bier, do vreugde over het nieuwe cadeau en de heimelyke ge dachte aan de reden, welke daartoe aanlei ding mocht gegeven hebben, dat alles kon daar nu wel veel toe bydragen, maar Eva had toch een byzonder vroolyken aard, welke vroolykhoid dikwyls tot uitgelatenheid aan groeide ook thans lachte zy eenige malen zóó luide, dat zy daarna zelve omkeek om te zien of de anderen het al dan niet opgemerkt hadden. Maar die anderen hadden het met zichzel- ven allen even druk als de beide jongelieden, als de twee gelukkige menschenkindoren, die hier nog geruimen tyd koutend naast elkan der zaten. Eindelyk, nadat zy nog iets gobruikt had den, stonden zy op en ging Eva, weder ge armd, met hem heen. Toen zy by de stad op eene brug gekomen waren, bleef zy plot seling staan en zeide: „Wacht eens oven." Moteen ging zy naar de leuning, boog zich daar overheen en wierp iets in het water. Toen hy haar gevraagd had wat dat iets was, antwoordde zy: „Het waren de oude handschoenen; ik wil die nu niet meer zien," en toon hy met betrekking daarop iets bromde van ongeiyk en ondankbaarheid, vervolgde zy„Ja, je kan wel gelyk hebben, ik ben ondankbaar; maar ik weet ook niet goed, waarvoor ik eigenlyk dankbaar zou moeten zyn en wien ik dankbaarheid verschuldigd ben. Alleen den meestor en jou, omdat je zoo goed ben. Maar, zie je, ik heb zóó'n ergen zin in mooie dingen, dat ik dikwerf heel wat moeite heb om zotheden na te laten. Misschien kan je dat niet vatten, Hans „Jawel, Eva!" antwoordde hy; „maar ik houd zoo iets voor een zwak, dat je moet overwinnen." „Dat kan ik niet", antwoordde zy. Voor de deur barer woning nam Hans af scheid van haar. Zy bedankte hem met een teedoren handdruk en mot eenige weinige woorden voor den heerlyken avond, welken hy haar verschaft had. In zichzelven gekeerd en in gepeins ver diept, ging hy naar zyne woning, welke in het midden der stad gelegen was. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1