N°. 8687, Donderdag 14 Jmïi. A0. 1888. feze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. - *-/■? Leiden, 13 Juni. Feuilleton. EERESCHULDEN. -vtT-- i |r PBIJB DHZBB COtTBANT: Voor Lridsn |w 8 muidwUl. ynnoo par pood1.40. ^ftonderlgke Noqudui0.06. PEua Dm ▲DvH&rHsrrrHN: ▼mv 1—6 regels 1.05. Ieders regel Qrootere lettere nssr plsstsndmte. Toe* lurt few, casoeeren buiten de etsd wordt f 0.10 btmlnaC^jf Officieel© Kennisgevingen. PARC VACCINOGENE. jjsrgetoeeater en Wethouders van Leiden brengen algemeens kennis dat op Donderdag 14 Juni des namiddags van 2 tot 3 uren, zitting zal Jrordcn gehouden in het Elisabethshof aan de Oude [Vest, tot het verrichten van inenting, tegen be- (iliög van f 1 per persoon. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. |l3 Juni 1888. E. KIST, Secretaris. Wy brengen nog eens onder de aandacht |van onze lezers wat wij reeds1 vroeger onder Stadsberichten hebben opgenomen, dat er I gedurende deze week gelegenheid bestaat om [nieuwe leerlingen in te laten schrijven op de openbare scholen der eerste en tweede klasse. Van halfnegen tot negen uren des voor- en van halftwee tot twee uren des na middags zijn de hoofden dier scholen bereid om do ouders en voogden te ontvangen. - Door den gemeenteraad van Leeuwarden is benoemd tot leerares in de Engelsche taal- en letterkunde aan de middelbare school voor meisjes mej. H. M. Boucher te Leiden, met 15 van de 17 stemmen. - Het muziekcorps van het vierde reg. inf. zal in de week van 14 21 Juni optreden als volgt: Donderdag 14 in Musis Sacrum" alhier; Vrijdag 15 in den „Kon. Zoöl. Tuin" te 's-Hage, by gelegenheid van het 25-jarig bestaan dezer inrichting; Zaterdag 16 in de sosièteit „Trouw moet blijken" te Haarlem Zondag 17 in den Vogel- en Plantentuin te Arnhem; Dinsdag 19 op „Zomerzorg" alhier; Woensdag 20 in de Buiten-Sociëteit te Alk maar; Donderdag 21 in de sociëteit „Reine- veld" te Delft. - De Nederlandsche letterkunde heeft op nieuw een onherstelbaar verlies geleden door het onverwacht overlijden van pir. Carel Vos- maer, die naar heden ontvangen berichten uit Montreux, alwaar hy tot herstel zijner gezondheid vertoefde, aldaar is overleden. Hagenaar van geboorte, bracht Vosmaer daar het grootste gedeelte van zijn leven door als substituut-griffier bij het vroeger Provinciaal Gerechtshof, later tot 1873 als substituut griffier bij den Hoogen Raad. Maar welke plichten zijn ambtelijke betrekking hem ook oplegde, voor kunst en letteren leefde hy met zyn geheele ziel. Doorkneed in de kennis der klassieken, wist hy al het edele en schoone te gevoelen wat de oudheid aanbiedt en op zyne beurt dat gevoel in de harten van anderen over te storten. Voor de Nederlandsche letterkunde deed hy zeer veel. Hy was het middelpunt van de Haagsche letterkundigen aan wie de „Nederlandsche Spectator" zyn ontstaan en zyn roem verschuldigd is en arbeidde daaraan even krachtig als vroeger aan „Tydstroom", „Kunst en Letterbode" en „Kunstkroniek." Zyne „Vogels van diverse pluimage", „Londinias" en „Amazone", zyne overzetting in rymlooze verzen van den „Ilias" hebben zpn roem als letterkundige gevestigd, terwyl hy als kunstcriticus hoog werd gewaardeerd en kunsttydschriften van binnen- en buiten land zyne stukken gretig opnamen. Geen kunstgezelschap waar Vosmaer niet eene eereplaats innam om zyne gaven van geest en van hart, want niemand meer dan hy was bereid den schat van zyn denken en weten beschikbaar te stellen om anderen te heipen, te raden en te steunen. Vosmaer maakte ook deel uit van het college van ryksadviseurs voor geschiedenis en kunst. Hy werd geboren den 20sten Maart 1826 en bereikte dus den leeftyd van 62 jaren. Hy studeerde en promoveerde te Leiden. In zyne „Vogels" vereenigde by een groot aantal zyner als bydragen in verschillende jaarboekjes geleverde schetsen en gediohten, novellen, beelden en studiën, hetzy zuiver rythmicul, hetzy met eene nieuwe toepassing van maten. Van zyne uitvoerige Fransche levensbeschryving over Rembrandt („Rem brandt, sa vie et ses oeuvres") verscheen even eens een tweede druk. Ook zagen van zyne hand het licht het uitgebreide kunstwerk over Frans Hals, de Grieksche idylle „Nanna," het reuzen-prachtwerk „Onze hedendaagsche schilders", „De kunst in het dageiyksch leven," „Studiën over Multatuli's werken", „SehetBen naar het leven", „De kunst voor ieder", „Ge schiedenis der Bouwkunst", enz. enz. De „Vlugmaren", door Keiler met den „sympathieken naam" Flanor in den „Spec tator" eerst onderteekend, werden later door vele anderen by afwisseling geschreven, maar Vosmaer was het, die hen in 1864 met be houd der oude namen, in eon nieuwen, fris- schen, geestigen styl stak, en door wien zy hun waren naam hebben gemaakt. Beschei- deniyk heeft de schryver deze herschepping in de voorrede zyner verzamelde „Vlugmaren" zoeken te loochenen. Eenige zyner merkwaardigste studiën over kunst en kunstenaars gaf Vosmaer uit onder den titel „Over Kunst". Vosmaer's verhande ling over Frans Hals werd er in opgenomen, tot verheuging van allen, wie een aankoop van Unger's etsen te duur is. „Bilderdyk's etsen" is eene zeer bewonderenswaardige studie in dezen bundel. "Welk een onvermoeide yver, wat eindeloos geduld en onbegrensde nasporingen zyn er voor deze iyst noodig geweest 1 Dichter en geleerde! Kunstvorscher en kunstenaar 1 Eerenamen te over voor dezen ons nu ontvallen Nederlander, maar die in al hun glorie nog achterstaan by zyn schoonsten naam: de harmonische menschl Voor het schoone en de waarheid heeft Carel Vosmaer zyn gansche leven gestreden. Thans is aan de Kamer ingediend een wetsontwerp tot goedkeuring der op 16 Nov. 1887 te 's-Gravenhage gesloten internationale overeenkomst tot het tegengaan der misbrui ken, voortvloeiende uit den verkoop van sterken drank onder visschers op de Noordzee, buiten de territoriale wateren. Deze conventie moet beschouwd worden als het noodzakeiyk complement van de overeen komst van 1882. Nederland, zegt de regeering in hare toelichting, heeft by deze zaak niet alleen hetzelfde belang als de overige Noordzee- mogendheden, dat visschers door dronkenschap niet van het uitoefenen van hun bedryf worden afgehouden en de reeders geene schade lyden door den ruil van netten en ander vischtuig tegen sterken drank, maar Nederland heeft by deze zaak nog een staatkundig belang uit een zedelyk oogpunt. Niet geheel ten onrechte werd Nederland beschouwd als de hoofdschul dige in deze aangelegenheid en van dien blaam behoort het te worden gezuiverd. Het stoomschip Conrad", van Amster dam naar Batavia, vertrok 12 Juni van Southamptonde „Prins Fred. Hendrik," van Amsterdam naar Paramaribo, is 13 Juni Dover gepasseerd; de „Prins Maurits" is 12 Juni van Paramaribo te Havre aangekomen. Z. M. heeft benoemd: tot lid en voor zitter der commissie, die gedurende één jaar, met ingang van 1 Augustus 1888, belast zal zyn met bet afnemen van de praetische examens van apotheker, vermeld in art. 11 der wet van 25 December 1878 (Staatsblad No 222) dr. E. A. Yan der Burg, hoogleeraar te Leiden tot lid en secretaris: J. Agema, apotheker van het Ziekenhuis der Ryksuniversiteit te Leiden; tot leden: dr. W. F. R. Suringar, hoogleeraar te Leiden; dr. H. Wefers Bettink, hoogleeraar te Utrecht; tot plaatsvervangende leden: dr. J. W. Gunning, hoogleeraar -te Amsterdamdr. C. A. J. A. Oudemans, hoog leeraar te AmsterdamW. Stoeder, buiten gewoon hoogleeraar te Amsterdamdr. F. C. E. Van Embden, apotheker te Utrecht; benoemd tot burgemeesters: van Cadzand, J. Erasmus, en van Zuidzande, A. J. Borgh- styn; aan L. J. N. Van Essen, met ingang van 19 Juni 1888, op zyn verzoek, eervol ont slag verleend als burgemeester van Brummen. Gemengd Nlenwa. Aan de pas verschenen mede- deelingen van het geneeskundig staatstoezicht voor Zuid-Holland over het 1ste halfjaar van 1888 is, ofschoon voor onze lezers niet geheel nieuw, het volgende ontleend: Te Leiden werden in de eerste helft van Februari 7 personen uit één gezin door trichi- nose aangetast. Allen hadden in den tyd van 31 Dec. tot 14 Januari van tyd tot tyd ge geten van 2 gerookte, maar rauwe worsten. De eene was gemaakt met vleesch, afkomstig uit Noordwyk-Binnen, de andere met vleesch uit Leiden. Welke van die beide worsten trichinen bevat had, was niet dadeiyk uit te maken. Voortgezet onderzoek bracht echter de zaak tot klaarheid. In eene worst, golyktydig ge maakt met de verbruikte, waarby Noord- wyksch vleesch was gebezigd, werden trichinen gevonden. By een onderzoek te Noordwyk bleek dat ook daar gevallen van trichinose voorkwamen. Het werd dus duideiyk dat het Noordwyksche varkensvleesch de bron der infectie was. Nader onderzoek leerde dat het vléesch afkomstig was van het laatst geslachte van 4 varkens, welke een boer buiten Noordwyk een jaar te voren als kleine biggen had gekocht op de markt te Leiden, en welke geruimen tyd in zyn land hadden geloopen. Tehalftien gisteravond voeren een heer en eene dame door den breeden, maar zeer kalmen Ryn. By de gemeente Leiderdorp hadden beide personen het onge luk het water zelf meteen bezoek te vereeren, hetgeen evenwel geene onmiddellyk nadeelige gevolgen uitoefende, daar de heer, een flink zwemmer, eerst de dame in het vaartuig nederzette en daarna zelf daarin weder plaats nam. Als ware er niets gebeurd, werd de tocht voortgezet. Gisterochtend kwam een man, in kennelyken staat van dronkenschap ver- keerende, op de Groote Markt te Rotterdam aanwaggelen. Hy viel over eene groentenmand, en toen men hem wilde ophelpen, bleek het dat hy reeds een iyk was. De man was biyk- baar door eene beroerte getroffen. Historische vertelling naar het Duitsch 3) VAN B. v. WOLFSHOFER. „Ik meen, vader," zeide zy tot hem, „dat ik u nog altyd niet de rechte steun geweest ben, welken gy noodig hebt. Van heden af zal dat anders worden. "Wyd my indebyzon- derheden der catastrophe in, welke boven u dreigt los te breken. Waartoe zullen vreem delingen u de hulp en den troost verschaffen, waarop ik het eerste recht heb? Zoo ik in uwe vreugde tot nu toe het grootste, het eenige aandeel had, komt my billykerwys ook een deel van uw verdriet toe. Ontroerd omarmde de baronet zyn kind. En Mary nam hare taak niet gemakkelyk op. Geel geworden documenten, met stofbedekte papieren alles, alles ging door hare kleine vingers. Dikwyls, als de vader van vermoeid heid of kommer reeds ingesluimerd was, zat zy nog over haar werk gebogen en dacht ha hoe zy uit de ruïne van het vermogen eonige overbiyfselen redden kon. „Slechts één kan ons redden," murmelde z\j, en dat is Bolingbroke. Hier zyn de schuld bekentenissen van hem van meer dan tien duizend pond." Zy deelde den baronet hare meening mede, maar deze schudde het hoofd. „Neen, Mary! Uwe verwachtingen zyn ydel en geene poging in dien geest zou succès hebben. Ik zeg niet dat Bolingbroke niet be talen wil, maar hy kan niet. Indien hy geen minister en daardoor voor de wet onbereikbaar was, hy zou waarschynlyk altyd in degyze- ling zitten. De beschermende hand, welke koningin Anna boven hem houdt, bewaart hem voor zulk een noodlot. En zy heeft gelykzy kan hem niet ontberen, want ik heb het altyd gezegd: hy is even groot als staatsman als lichtzinnig als particulier." „Ik zal Bolingbroke schryven," zeide Mary na eene pauze, „en hem de verlegenheid schilde ren, waarin wy door zyne schuld geraakt zyn." „Het is overbodig." „Ik zou toch gaarne „Nu, mynentwege", zeide sir William, de schouders ophalend. Wat hy vermoed had, werd bewaarheid. Weken verliepen zonder dat er eenig bericht van Londen kwam. „Als ik naar Bolingbroke ging, vader!" „Hoe, gy wildet „Als gy het toestaat, ja!" De baronet zag zyn kind aan. In Mary's oogen lag een onwrikbare moed. Hare wangen gloeiden en de slanke gestalte verraadde dat zy zich zelfs door een storm niet zoo snel zou laten neerwerpen. „Zoo ga," zeide hy. „Wel is waar waag ik geene hoop aan dezen stap te knoopen, maar hy zal ook den toestand, waarin wy ons be vinden, niet verergeren. Eene reis van Wales naar de hoofdstad van het land was voor die tyden eene moeilyke onderneming, vooral voor een jong meisje. Mary evenwel kwam behouden te Londen aan, zonder dat een der ongevallen, waarover de baronet in voortdurenden angst verkeerde, haar overkomen was. De toestemming, welke hy in het eerste oogenblik tot Mary's plan had gegeven, be rouwde hom zeer, te meer, toen Mary er op gestaan had de reis alleen te maken, en elke begeleiding, welke sir William tot hare veilig heid voorstelde, beslist afgewezen had. Het liefst echter zou hy zichzelven by haar aangesloten hebbenmaarde toestand, waarin hy zich bevond, maakte zyne tegen woordigheid op Wakersethouse beslist nood zakeiyk. Nog onderweg had Mary herhaaldeiyk ge legenheid gehad, inlichtingen te vernemen omtrent den man, wien de reis gold. Over Bolingbroke liepen byna alle gesprekken, welke de reizigers in den postwagen of in de hotels voerden. Door den een werd hy even zeer gegispt als door den ander geprezen. Maar allen waren het daarover eens, dat hy in zyne verkwistende leefwyze zoowel als in zyne staatsman8wysheid in de landen van hare majesteit koningin Anna moeiiyk door iemand overtroffen werd. Londen was reeds destyds in het begin der vorige eeuw eene groote stad, een brandpunt van den wereldhandel en de zetel van groöte geleerdheid. Het rumoer op de straten, de haast van heen en weer dravende menschen maakten daarom een indruk op het jonge meisje, welke zoo iets als verdooving in haar teweegbracht. Zy huurde eene kamer in een bescheiden huis, dat men haar aanbevolen had, steeds het doel voor oogen houdende voor hetwelk zy naar Londen gekomen was. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1