N°. 8681. Donderdag 7 Juni. A°. 1888. <geze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 6 Juni. Feuilleton. TWEE JONGE BOEREN. I PRIJS DEZER COTJHJLNT: Vtor Luden per S maanden.1.1». pnnoo P«r po*.1.40. Wonderlijke Nemmei».O.OB. PRIJS DHR ADYSBTENTZHK: Tan 16 regels 1.08. Iedere regel mees/OJJf, Grootere letters nssr plsstsroimte. Toes hst imtr oaaeeeren bulten de stad wordt 0.10 berekend. 4 Ten gevolge der benoeming van don heer 0. Grefe tot inspecteur van politie te kroningen, komt alhier de betrekking vacant b.jn ambtenaar, belast met het toezicht op (ie honden, ter richtige invordering van de tondenbelasting. B. en Ws. geven den ge meenteraad mitsdien in overweging aan den teer Grefe eervol ontslag te verleenen als nbtenaar, belast met het toezicht op de hon- Ben, gerekend te zijn ingegaan op 15 Mei jl., tn tot de benoeming van een opvolger over gaan. B. en Ws. bevelen daarvoor aan Josef Romanesko, thans inspecteur van politie Gouda, terwyl by den burgemeester het toornemen bestaat dien persoon te benoemen inspecteur van politie alhier, wanneer hem bovengenoemde betrekking in zake de hon- Benbelasting door den Raad mocht worden B. en Ws. geven tevens in overweging aan f. Van der Plas tot wederopzoggens vergunning i verleenen om eene spoelstoep te maken in de fcoeterwoudsche Singelgracht vóór zjjne per celen H, No. 30 a, b, c en d, onder de ge- leonte Zoeterwoude, ter lengte en ter breedte anderhalven meter, mits onder toezicht Ivan den gemeente-architect, tegen betaling kan het bp tarief bepaalde recht, alsmede be houdens de goedkeuring van het Hoogheem raadschap van Rijnland. Ook stellen zy voor aan J. Bolt, mede be- jhoudens de toestemming van het Hoogheem raadschap van Rijnland, vergunning te verlee- Sen tot het dempen van een gedeelte van i Zijlsingelsloot, tusschen het Minnebroerspad len de eerste dwarssloot, voor zyne rekening |en hem den gedempten grond tot wederopzeg- gens in gebruik te geven, onder voorwaarde dat de grond aan het begin van de dwars- Isloot door eene voldoende schoeiing vooruit- |zakking worde behoed, voor adressants reke- jning te stellen en te onderhouden; 2o. dat gedempte grond door een ijzeren hek in bestaande rooiing behoorlijk worde afge scheiden en niet worde bebouwd, maar als Ituingrond gebruikt; 3o. dat eene jaarlykscbe recognitie worde betaald van 3'/2 cent per centiare; 4o. dat alles geschiede onder toe- Izicht van den gemeente-architect. Ten slotte stellen B. en Ws. ook voor om, geljjk dit in vorige jaren geschied is, de tien den van den onder de gemeente Leiderdorp dit jaar te veld staanden oogst, ter vermijding van kosten, wederom ondershands, tegen taxatie door twee deskundigen, aan de tiend- plichtigen af te staan, tenzij deze laatsten met de door de schatters vastgestelde pacht som goen genoegen mochten nemen, in welk geval tot eene openbare verpachting dier tien den zal moeten worden overgegaan. Door den gemeenteraad alhier zal mor genmiddag nog behandeld worden een voor stel tot onderhandsche verpachting van de tienden te Leiderdorp. De alhier gedetacheerde officieren, ter beschikking van don majoor Hofstede, zijn: de 1ste luitenant Wynaendts, van het reg. grenadiers en jagers; de 2deluitenantFraser, van het 6de reg. inf., en de 1ste luit. Ledel, van het 8ste regiment infanterie. Het vijftigste jaar der Zomerconcerten heeft gisteravond zijne intrede gedaan, nu onder leiding van den nieuwen directeur, den heer W. Van der Linden. Deze eerste der acht uitvoeringen was bijzonder druk bezocht, niet het minst door Leidens schoonen, die daardoor wederom getuigenis aflegden, hoe zeer de tuin van Zomerzorg en de muziek der kleine koninklijke militaire kapel ook voor hen twee belangrijke factoren zijn. Toch hadden velen reeds vroeg eene plaats onder de meer beschutte veranda verkozen, boven eene in de vrije omgeving, welke, hoe schoon ook andermaal met Flora's kinderen prijkende, voor een langdurig avond-zitje op sommige punten wel eenige te milde frischheid aanbood; maar méér nog hadden anderen hunne toevlucht tot do zaal, onmiddellijk tot den tuin toegang gevende en tevens tot de muziek gehoor verleenende, genomen. En inderdaad, de zomersche dagen, waarop we kort geledon konden bogen, ze behoorden weder tot het verledene, zoodat van een zomeravond allerminst sprake kon zijn en Buissens fantaisie uit de opéra „Le songe d'une Nuit d'Été" meer een contrast, eene schrille tegenstelling, dan eene aangename werkelijkheid was, niet in staat, in weerwil der verdienstelijke voordracht, ons reeds nu in gedachten b. v. in Juli te doen vertoeven. Over het algemeen trouwens maakte het programma o. i. niet dien indruk als welken men te dezer plaatse immer ondervond. De samenstelling er van was dan ook bovendien zóódanig, dat voor volgende uitvoeringen, wil eene wederkeerige bevrediging er gelijken tred mede houden, het „excelsior" belangrijke toe passing kan vinden en niet anders dan hoogst wolkom zal zyn. Intusschen mag niet onopgemerkt blijven met welk oen bijval Gounod's romace „Le Soir", eerst voor saxophone en later voor piston, werd aangehoord en met welk eene be langstelling tegen do volgende week de groote jubileum-avond, met de volledige kapel, wordt te gemoet gezien. Tot lid der Vereeniging voor Overijselsch recht en geschiedenis is benoemd dr. C. P. Burger, te Leiden. Aan hot litorarisch-mathomatisch examen alhier hebben gisteren 7 candidaten deelge nomen. Afgewezen werden er vijf en toe gelaten de hoeren P. T. A. Van Rijn, van Vreeland, en J. S. Broekveldt, uit Den Haag. Door do plaatsing op 21 dezer van den luitenant ter zee 2de kl. Van der Velden Erdbrinck bp de Kweekschool voor Zeevaart alhier, is in zoover teruggekomen op do in het vorige jaar ingevoerde vermindering van het personeel, aan die inrichting gedetacheerd, o. a. met de beide luitenants ter zee 2de klasse. De tegenwoordige minister van marine acht het nl. wenschelijk dat aldaar nevens den directeur steeds een officier aanwezig zij te zijner assistentie. Op de door de afdeeling Leiden van het Algemeen Nederlandsch 'Werklieden-Verbond gehouden ze«|i jaarvergadering, bleek uit het verslag van den secretaris hoe het Verbond in het algemeen en de afdeeling in het bijzonder zich van jaar tot jaar meer mogen verheugen in meerder aanzien en ruimere samenwerking met alle klassen der samenleving, ook hier ter stede. De secretaris noemde dit een ver blijdend teeken, dat eene vereeniging, welke streeft naar maatschappelijke hervormingen, door alle klassen uit de maatschappij wordt gesteund. Hoewel het ledental stationnair bleef, konden de financiën der afdeelingen gunstig genoemd worden. Ook die van het Ziekenfonds waren, dank zij der ondersteuning van velen onzer gegoede stadgenooten, in goeden staat. Tevens wees hij in zijn verslag op het dit jaar tot stand gekomen Uitkee- ring8fonds bij overlijden aan weduwen. Onder de vele werkzaamheden der afdeeling in dit vereenigingsjaar neemt eene eerste plaats in het medewerken tot oprichting van een Coöperatieven Winkel, eene instelling, waarop men den werklieden niet genoeg tot hun belang en voordeel kan wijzen. Verder zond de afdeeling een adres aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal tijdens de discussie over de nieuwe Grondwet, met het verzoek, art. 192 der nieuwe Grondwet (de motie-Schaepman, rakende het onderwijs) te verwerpen en art. 194 der oude wet te be houden. Eveneens een adres aan het stedelijk bestuur der gemeente Leiden, om van ge meentewege een toezicht en keuring te krijgen op ladders en steigers en alles wat tot het bouwvak behoort en tot beveiliging der werk lieden kan bijdragen. Ook op het gebied der liefdadigheid bleef zij niet ten achteren. Zoo steunden zij eenige werklieden te Almeloo geldelijk, die voor hun goed recht meenden te moeten opkomen. Ook een oppassend werk man hier ter stede, die door een ongelukkig toeval niet meer in staat was in zjjn vak het brood voor vrouw en kinderen te verdienen, werd (hoewel geen lid der afdeeling) geldelijk gesteund uit een fonds, dat door het Centraal- bestuur van voorn, bond in Amsterdam be stuurd wordt. Ook de Meubelmakersvereeni- ging hier tor stede werkte tot dat doel naar haar vermogen mede en men zal trachten den man te helpen, opdat hij door negotie weer zooveel mogelijk kan voorzien in bet onder houd van zjjn gezin. Nog zy vermeld dat de bibliotheek der afdee ling in goeden staat is en zjj dezer dagen van een onzer geachte ingezetenen de toezegging kreeg, dat hjj haar met eenige nummers zou verrijken. Hem werd daarvoor hartelijk dank gebracht. Volgens dit kort verslag heeft de afdeeling dus wel redenen tot tevredenheid. Er bestaat gelegenheid tot verzending dei- correspondentie naar Noord-Amerika, door middel van het stoomschip „Zaandam", van Amsterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Vrijdag avond om 10 uren bezorgd zijn. Do wijze van verzending behoort op hot adres vermeld te worden. Het weiden der paarden van het 2de reg. veld artillerie, te 's-Hage en te Leiden in garnizoen, is gegund aan den heer P. A. Hofstede, te Loosduinen. Dr. B. Carsten te 's-Gravenhage is be noemd tot eerelid van de „Epidemiological Society" te Londen. De hoeren E. H. Krelage en Zoon te Haar lem hebben eene tweede vermeerderde uitgave verspreid van hun catalogus van gekleurde afbeeldingen van planten, bloemen, vruchten enz. De opsomming der rijke verzameling zal aan de aandacht der liefhebbers niet ontgaan. In de gisteren gehouden jaarvergadering van het Nod. Landbouwcomité zijn het verslag en de rekening met een batig saldo van f 165 en de geraamde begrooting ad f 645 goed gekeurd en is tot commissaris gekozen baron W. Roëll. De Limburgsche maatschappij heeft zich afgescheiden. Het kiescollege der Ned.-Hervormde ge meente te Rotterdam, heeft in de vacature- Francken uit de onlangs opgemaakte nominatie Stof.) SCHETS VAN A. .1. RANK. Dat was eene groote ramp. Hjj had wel ge deeld in de kleine slagen, aan iedere boerderij eigen, maar dit was toch het eerste groote verlies, dat hem trof. Het deed hem een oogen- hlik als verslagen nederzitten; maar toen zijne lieve vrouw hem om den hals viel en met betraande oogen hem zei': „Hans, we hebben al zooveel zegen gehad, ge zult toch den moed niet laten zakken?" richtte hjj zich op en zeide sKjjk Aal, om zulk een woord te hooren, wm men zulk een verlies willen dragen." Hjj had zuinig genoeg geleefd om dit verlies te kunnen dragen, en trachtte daarom zjjne gedachten er maar van af te trekken. En wel haast was men de narigheid te boven. Ondanks die ramp, en niettegenstaande de prijzen van sommige producten lager waren, was Hans -ijker dan toen by zieh op „Bouwlust" ves tigde. En toch was hjj niet gierig geweest --: hst werkvolk roemde don goeden boer, maar., zoo ergens, dan kon men hier zien hoe orde, vlijt en overleg den hoorn des overvloeds aanbrengen. Er begonnen vreemde geruchten te loopen. Waar ze vandaan kwamen wist niemand te zeggen. De één wist dat heeren uit de stad bij Frank op stee' waren gekomen en dat er hevige woorden waren gevalleneen ander dat een der beste harddravers van stal was gehaald; een derde, dat de bedrijf spoedig de bons zou krjjgen en eindelijk werd er verteld dat Kniertje naar Zeeland was getrokken en niet terug zou koeren. Het laatste was waar en wellicht weten w{j er meer van als we nog eens het oude Doornwoi opzoeken. Daar is uitwendig niets veranderd; zelfs Kleis is dezelfde gebleven. Kleia is een van die menschen, die van hun 30ste tot hun 50ste jaar niet scbynen te verouderen. Hy heeft nog altyd het oppertoezicht over alles. De oude voogd had procuratie van Kniertje genomen en dientengevolge behoefde Kleis aan dien mooien domoor geene verantwoor ding te doen. Dat had hem doen blpven, want de praatjes en aanmerkingen van dien Hol lander zou hy niet hebben kunnen verdragen. Op een donkeren nacht, in het laatst van September, werd er aan de hoofddeur geklopt. Kleis, die onraad vermoedde, voorzag zich van een dikken knuppel en begaf zich toen naar voren, en toen hy nu de stem van Kniertje herkende, kon hy van ontsteltenis nauwelyks de zware grendels verschuiven. Maar hoe schrikte hy, toen hy daar Kniertje by het lamplicht aanschouwde! Wat zag het goede mensch er uitZe scheen een wandelend ge raamte en de sporen van het doorgestane leed waren zóó zichtbaar, dat de goede Kleis in tranen losbarstte en zei: „Wel, wel! moest er dht volgen op zoo'n rumoerige bruiloft?" Een paar dagen later vinden we haar in de oude huiskamer en tegenover haar zit haar oom Maarten Kniphorst, haar oude voogd, een krachtige, zeventigjarige Zeeuw, aan wien ze vroeger reeds had geschreven, ofschoon altyd met inachtneming van verzachtende ter men, hoe het in Diepdorp gesteld was, maar aan wien ze thans de omstandigheden in al hare naaktheid blootlegde. Toen ze hem verteld had wat wy weten, vervolgde zy„zoo ziet ge, oom, dat ik van stonde aan met minachting werd bejegend. Ik had nergens een woord in te zeggenik werd in niets gekend of geraadpleegd en toen de oude man dood was en Frank ging ren tenieren en ging bouwen, jagen, vis3chen en de harddraveryen naloopen, gebeurde het dat hy in geen acht dagen te zien was en dan kwam hy soms in een toestand thuis, welken ik u niet beschryven kan. Dat de bedryf hem bestal, wist ik; maar als ik hem waarschuwde, vloekte hy. Dat hjj onmogelyk zoo kon biy ven leven, wist ik ook, maar ik kon niet beletten dat by als een hol lend paard naar den afgrond liep. Toen er procureurs en deurwaarders kwamen, heb ik van het geld, dat u my zond, die lieden een paar keeren tevreden gesteld en dat volmaak te myn ongeluk. Niet alleen dat hy geen cent meer op zyne lander yen kon krygen, hy kon zelfs ajjne renten niet meer opbrengen. Paar- denkoopers, slagers, wjjnkoopers en al zulke lui waren niet van de deur te slaan en toen hy begreep dat ik nog wat geld had, dwong hy my dat af te geven en dreigde mij te slaan (de lafaard) als ik het niet gaf. „Toen, lieve oom 1 kon ik het niet langer uitstaan. Ik vertrok in stilte en kwam in den nacht te Bruinisse aan. Ik was verheugd dat het nacht was. Nu kon ik naar Doomwei wandelen zonder gezien te worden. Zoo ben ik hier en nu vraag ik uwat moet ik doen Met klimmende belangstelling en verontwaar diging had de oude, bravo man het droevig lot zyner nicht vernomen. Hy, die anders de be daardheid zelf was, vloekte op den onverlaat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1