N®. 8672. Miaaiiclas: M!ei. A0. 1888. <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fpn- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. drooglegging der Zuiderzee. Pemlleton. DE NACHT VOOR DE TERECHTSTELLING. lt n LEIDSCH PRXJB DEZER COURANT: T.or Lsidm per 8 meenden1 JO. pnDOO P« PO»* ^Xeonderltjko Nommere.0.08. PEJJS DEB AJDVERTULN TJJflN Yin 1—6 regel* 1.05. Iedere regel meer/Q.174. Grootere letters nft*r plaateralmte. Too* het i»» caeeeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Orer dit onderwerp hield de heer C. Lely, fconieur, chef van het technisch onderzoek Zuiderzee-Vereeniging, in de hodennamid- in eene der zalen van „Krasnapolsky", te isterdam, gehouden algemeene vergadering ISn genoemde vereeniging eene voordracht, ie van algemeen belang genoeg kan ge- [cht worden, om er meer uitvoerig de aandacht te vestigen. pe heer C. Lely lichtte zijne voordracht foor tal van kaarten toe. Hy wenschte daarby Jwee vragen te beantwoorden, namelyk: lo. Waarom is een nieuw onderzoek noodig? 2o. Wat is er te onderzoeken? Ter beantwoording der eerste vraag ging breker de geschiedenis der verschillende ont werpen na en behandelde uitvoerig de ge schiedenis van het ontwerp, behoorende by net wetsvoorstel van 1877 van den minister Heemskerk. Hy bracht daarby buide sen de pannen, die aan die ontwerpei, i.ot. co- arboid; de verslagen, welke in het licht zyn verschenen, bevatten een schat van gegevens, pvelke van blyvende waarde zyn. Spreker achte eene meer uitgebreide op lossing mogeiykdoch, mocht het onderzoek pet tegendeel aantoonen, dan hoopte hy dat tok de leden der „Zuiderzee-Vereeniging" hunne krachten zullen aanwenden om het vroe gere ontwerp, wellicht eenigszins gewyzigd, tot |ntvo6ring te doen brengen. De Noordeiyke Provinciën wenschten eene neer noordelyke afsluiting. Was zulk eene afsluiting technisch en finan- libel mogoiyk? En hoe zou die moeten ge schieden? Ziedaar vragen, welke men nim- ner voldoende heeft kunnen beantwoorden, nooit een ernstig onderzoek omtrent |eere noordelyke afsluiting heeft plaats gehad. De Staatscommissie van 1870 zegt in haar belangrijk verslag „In overwogingen of het bepaald uitgemaakt i dat de afsluitdyk in de aangevraagde rich- [ting en niet veel noordelyker met insluiting van den IJsel moet gelegd worden, heeft de ICommissie, van oordeel dat dit niet tot hare Iroeping behoorde, zich niet begeven." De hoofdgedachte van hot vroegere ontwerp lis stoeds geweest: landaanwinning op de I meest voordeel ige wyze. De afsluitdyk en de overige werken, welke I daartoe noodig waren, hadden steeds tot eenig [doel dio landaanwinning zonder benadeeling [van bestaande belangen mogelyk te maken. Wanneer evenwel een work van zulk een I grootschen omvang ondernomen wordt, had I daarby in een land als het onze, waar voort- De laatste uren van een veroordeelde. SIet.) Naar het Duitsch van A. OSKAR KI.Al *r».U A\V. Welk een vreeselyke ernst spreekt uit de trekken van al die menschen, die by dit laatste bevel der menscheiyke gerechtigheid betrokken zijn! Zy allen gevoelen misschien beter dan de bevende veroordeelde de beteekenis van hot oogenblik. Voor hem, den hoofdpersoon, is er immers slechts ééne gedachte, namelyk deze „Ach I ware het maar eerst voorby 1" Nu begint de kleine klok der gevangenis te luiden, volgens overoud gebruik, met hare trillende stem als eene waarschuwirtg in de harten der menschheid dringend, van het oogenblik af, dat de veroordeelde de cel verlaat totdat de doodende byi valt. Nog eenmaal omarmt de veroordeelde den ■vriend, nog eenmaal voelt hy zich aan een durend stryd tegen het water te voeren is, tevens de vraag gesteld moeten worden hoe kan zulk een groot werk dienstbaar worden gemaakt aan blyvende verbetering van den waterstaatkundigen toestand van het land? En daar op dien grondslag nooit een ontwerp is opgemaakt, is een nieuw onderzoek noodig. Trouwens ook alleen met het oog up de aanwinning van land is het de vraag, of de ondiepe Wadden daarvoor niet veeleer ih aan merking komen dan het Zuidelyk gedeelte der Zuiderzee. Met eene kaart voor oogen zou eene afslui ting van Don Helder over de eilanden naar de Groningsche kust zeker het eenvoudigst schynen. Let men echter op de diepte der zeegaten, dan is dit geenszins het geval; want in het Tesselsche zeegat staat ongeveer 40 M. en in het Vliegat 20 tot 30 M. water. Eene afslui ting van die zeegaten acht spreker onraadzaam. De eilanden Tessel en Vlieland moeten dus buiten de afsluiting biy'ven; de waardgronden langs deze eilanden zouden afzonderlijk kun- n"n ingedykt worden, wanneer dit wensche luk mocht zpn. Voorts is de af te sluiten oppervlakte van de Zuiderzee en de Wadden nog in twee deelen te splitsen, namelyk dat ten zuiden van de lyn Noord-Holland Wieringen Friesland en het overige gedeelte, bestaande uit de Friesche, Groninger en Uithuizer Wadden. In dit laatste gedeelte komen groote opper vlakten voor, welke thans by laag water droog vallen en dus na indyking waarschyniyk geene bemaling zouden behoeven. De waarde der gronden is echter onbekénd. Alleen van het Wad ten zuiden van Ameland is bekend dat het voor een groot deel uit goeden grond bestaat. Er moet dus door grondboringen onderzocht worden, welke waarde de Wadden hebben alvorens op eenigszins juiste gronden het be lang van eene geheele of gedeelteiyke bedy king dier Wadden te kunnen beoordeelen. Van het gedeelte ten zuiden van de lyn Noord-Holland Wieringen Friesland is meer bekend. Daarin komen overgroote oppervlak ten uitmuntende kleigronden voor, zooals by v. in het geheele Zuidelyke gedeelte. Verder achter Schokland en eindeiyk ten zuiden van Wieringen. Dit is gebleken uit de talryk gedane grondboringen, waarby de grond dooi den hoogleeraar Van Bemmelen nauwkeurig is onderzocht. Volgens een voorloopigen verkenningstocht gelooft spreker dat er ook nog kleigronden voorkomen in den noordoostelyken hoek der Zuiderzee, tusschen Lemmer, Urk en den Ketel. Vermoedeiyk bestaat het overige ge deelte langs do Friesche kust ten Westen van Lemmer uit zandgrond. menschenhart gedrukt, dat in medeiyden voor hem slaat, en op dit oogenblik bezielt met eene kracht, een moed, welken hy zichzelf niet toevertrouwt. Het klokje luidt onafgebroken, en tusschen twee gevangenisbeambten, gevolgd door den priester, gaat de veroordeelde de trap af naar het binnenplein der gevangenis, welke hooge muren omgeven en op welke thans de zonne schyn in gouden glans rust. Daar, in het midden, staat eene kleine estrade en op deze 6en rood blok, omgeven door zaagsel. Op de balustrade, welke deze estrade omgeeft, staat op een hoek rechts een groot étui, op welks roodzyden voering iets blinkt. De gevangene vermoedt dit voorwerp instinct matig het is de byi. Terzyde van de estrade staat eene lage tafel, en by deze heeft het gerechtshof plaats genomen. Met plechtige gezichten staan achter de rechters de volgens de bepalingen der wet door de burgers der plaats afgevaardigde vertegenwoordigers. Onwillekeurig werpt de veroordeelde een blik naar den wolkeloos stralenden hemel. liet in te stellen bodem-onderzoek in het nog niet onderzochte gedeelte der Zuiderzee zal daaromtrent zekerheid verschaffen. Op do vraag: „Wat is er te onderzoeken?" moet dus het antwoord in de eerste plaats luiden: de bodem van dat gedeelte dor Zui derzee en dar Wadden, waar nog geen bodem onderzoek heeft plaats gehad. Voorts zyn nog technische vraagpunten te onderzoeken, waar onder echter een der voornaamste is de vraag hoe by insluiting van den IJsel de water- loozing zal zpn? De finantiöele uitvoerbaarheid van eene droogmaking hangt, behalve van de qualiteit van den grond, af van de kosten der droog making per H. A. verkoopbaar land en van de verkoopbaarheid zelve. Wanneer men van het regeeringsontworp van 1877 uitsluit de kosten der dichting van het Eierlandsche gat, en aanneemt dat de noodige gelden tegen 4 pet. rente voor een koers van 98 pet. geleend kunnen worden, dan zou de H. A. verkoopbaar land met inbe grip van rente op rente, op hot oogenblik, dat de goheolo droogmaking voltooid is, 1150 gekost hebben. Wegens de groote indirecte voordeelen, welke de Staat by aanwinning van land ge niet, is deze prys voor uitmuntend land niet te hoog. De vraag is echter, of de groote oppervlakte van 137.280 H. A. niet een bezwaar voor de verkoopbaarheid zal zpn. Spreker gelooft dit niet, doch met het oog daarop zou eene verdeeling in byv. twee op zichzelf staande indykingen, een oosteiyken en een westeiyken, de voorkeur verdienen. Alsdan worden de kosten aanmerkelyk hooger. Volgens eene gemaakte berekening komen van de ƒ1150 per H. A. 420 voor don zee dijk, ƒ160 voor bykomende werken ten be hoeve der aanliggende landen en ƒ570 voor de droogmaking en het in cultuur brengen der gronden. Bp eene verdeeling in twee gedeelten zouden de beide laatste kosten weinig verandering ondergaan. Die van den zeedyk zouden echter, wegens de kleinere oppervlakte per H. A., meer dan verdubbelen en dus den prys van het drooggemaakt land belangryk vermeerderen. Spreker wyst nog op de ontworpen droog making van het Wieringer moer, om aan te toonen hoe sterk by eene kleine droogmaking de koston van don zeedyk drukken. Voor dat ontwerp zouden die kosten ruim 60 pCt. van de totale kosten bedragen. Kleinere droogmakingen dan die van het geheele zuidelyke gedeelte ineens, zouden" echter veel beter finantieel uitvoerbaar worden, wanneer eerst de Zuiderzee van de Noordzee ware afgesloten. Zijne borst ademt diep, als wilde hy nog zooveel mogelijk van deze heeriyke morgen lucht genieten, welke binnen weinige oogen- bükken niet meer voor hem bestaan zal. Hp is met vasten tred het tafeltje genaderd, naast hetwelk de eerste officier van justitie zich verheft om mede te deelen dat het vonnis, dat hy voorleest, de bekrachtiging van de landsrogeering bekomen heeft. „Hebt gp nog iets te antwoorden?" vraagt hy den veroordeelde. „Ik vraag", antwoordde deze met zachte stem, „allen om vergiffenis, wien ik door myne daad nadeel heb berokkend." Het is hem alsof zyne keel dichtgeschroefd is; slechts met moeite brengt hy deze woor den uit. „Overtuig u van de onderteekening van den landsheer, die het vonnis bevestigt!" wondt zich de eerste officier van justitie tot den man, die in frak en witte handschoenen naast hem staat en die buigt. Daarop ver klaart eerstgenoemde „Ik geef u den veroordeelde over ter vol- Wil men daartoe komen, dan moet men van een geheel anderen grondslag uitgaan dan die, waarvan by de ontwerpen van het zuidelyk gedeelte werd uitgegaan, waarby het doel van den zeedyk uitsluitend was het mid del tot droogmaking. Spreker beschouwde verder verschillende lynen van afsluiting. Wordt met het oog op het algemeen belang de afsluiting van ryks- wege tot stand gebracht, dan kunnen eenige droogmakingen uitgevoerd worden. Voor elk ontwerp tot droogmaking der Zuiderzee dient men als eisch te stellen, dat de scheepvaart onbelemmerd moet blyven, zoowel gedurehde als na de uitvoering. Spreker toonde aan dat het door hem voor gestelde ontwerp daaraan voldoen zal. Het in te stellen onderzoek, zeide spreker ten slotte, zal volledig en onpartijdig moe ten zyn. De volledigheid eischt dat het niet tot een enkel ontwerp beperkt blyve, maar dat worde onderzocht welke gedeelten van de geheele Zuiderzee, de Wadden en de Lauwerzee voor afsluiting en droogmaking geschikt zyn. Onpartydig hoopte spreker by zyn onderzoek te zyn, doch naast die onpartydigheid heeft hy den ernstigen wil, om eene zooveel mogelyk bevredigende oplossing te vinden van het by uitstek grootsche en nationale vraagstuk, als de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee en de Wadden zyn zal. Muzick-Frogramma's. MUSIS SACRUM. Zondag 27 Mei te twee uren, door liet stafmuziekcorps van het 4de rog. inf., directeur de heer J. G. H. Mann. Eerste nfd. No. 1. Kriegsmarsch der Priester aus „Athalia" f lste uitv.), F. Mendelssohn Bartholdy; 2. Ouverture: „Fidelio", L. Van Beethoven; 3. „Meine Kdnigin", Walzer, Coote -i. Fan'aisie Btir „Dimitri", Opéra de Yictorin Joncières, E. Van Bruggenhoudt.Tweede afd.: No. 5. Ouverture: „Berlin wie es weint und lacht" (lste uitv.), Couradi; C. Cavatine (arr. Mann), Joachim Raff; 7. Fantaisie sur „Lalla Roukh", Opéra de Félicien David, F. Dunkier; 8. „Der Klügere giebt nach", Polka-Mazurka (lste uitv.), Joh. Strauss. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek. WEEK van 13 tot 19 Moi. Datum. Uur. Aantal. Gem. Eng. Stands. 13 Mei 8. 9.30 7 17.0 14 8. 9.30 8 16.5 15 8. 9.15 7 16.7 1G 8. 9.15 8 16.5 17 8. 9.30 7 16.8 18 8. 9.30 8 17.2 19 8. 9.30 8 16.5 Ditbeteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 liters per uur vau zulk gas verbrandt in oen Sugg's London-ArgaDd-Standard burner No. 1, mot 24 gaatjeB, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat mot 17.0, 16.5 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. trokking van het vonnis!" Eene hand legt zich, volgens oud gebruik, op don schouder van den veroordeelde, do hand van den schorp- reclitor, om den veroordeelde te beduiden dat by den beul behoort. De veroordeelde voelt zich by den arm ge grepen en haastig voortgetrokken naar do estrade. Hy ziet nog eens achter zich en ontmoet de betraande oogen van den laat- sten vriend, die thans knielt en do woorden van don vierden psalm bidt „Verhoor my, als ik roep, God myner ge rechtigheid. Die mij troost in angst, wees my genadig en verhoor myn gebed." Een doffe slag, een dof gemurmel! De jonge geestelyke staat op. Hy ziet hoe langs don gevangenismuur twee gevangenen een zwarten last op eene baar dragen. Bloedig rood stygt de zon boven de tinnen der gevangenis op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 9