A". 1888.
(P. 8671.
Zaterdag 36 M.'ei.
fiourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 25 Mei.
Feuilleton.
I
LEIDSCÏÏ
PRIJS DEZER COURANT:
leiden per 8 muidM.1.10.
jco per poet.1.40.
jondtrHpto Nommtn...a 0.06.
PRIJS DER ADVRRTHNTEBN:
Tea 16 regel» 1.05. Iedere regel meer/O.lTft.
Grootore letters neer plaatoroimto. Toor het ia-
eeaseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
;et 1 Juni begint een nieuw kwar-
van het Leidsch Dagblad. Zij,
Be zich nu reeds op deze Courant
Sonneeren, ontvangen de tot dien
|um verschijnende nummers gratis.
Ma an de universiteit alhier is met goed
■volg afgelegd het voorbereidend kerkelijk
Kamen door den heer C. J. Niemeyer; het
Htteor. goneeskundig examen door de heeren
K A. Keucheniu8 en C. H. L. Baelde; het
Ïdidaats-examen in de godgeleerdheid (1ste
door de heeren P. A. Klap, B. P. Plan-
Biga en J. D. De Lind Van Wijngaarden.
I- Heden is alhier tot arts bevorderd de
D. Schouwman en werd voor het eerste
eelte toegelaten de heer D. L. Van Elk.
- Heden verkreeg te 's-Hage de akte voor
er onderwijs de heer A. Dirks, van Leiden.
- Het bestuur der Leidsche studenten-
Kloeling van het Nederlandsche Tooneelver-
:d bestaat thans uit de heeren I. Nyman,
C. Six, Th. Pleyte, W. 0. G. Van Eysinga,
W. J. Taets Van Amerongen, A. C. Maas
en L. J. Plemp Van Duiveland.
- Aangenomen is het beroep naar Noot-
irp door den heer A. J. Van 't Hooft, can-
laat te Leiden.
- De sedert een paar jaren alhier bestaande
t.-Jozefsgezellen-Vereeniging" heeft indertijd
m gebouwtje aangokocht aan do Langebrug.
Onder voorzitterschap van den ijverigen kapo-
L. J. Hageraats nam de jeugdige Ver-
iging reeds zóó spoedig in krachten toe, dat
ildra naar een ruimer gebouw kon worden
;ezien. Dat gebouw werd gevonden op het
"■iponburg, tegenover het academiegebouw. Een
nk terrein achter het aangekochte pand
■el'Jo de Vereeniging in staat groote verbete-
mngeu en vergrootingen aan te brengen.
I Gistermiddag nu was daar het bestuur van
de Vereeniging tegenwoordig, en legde de
Resident, in tegenwoordigheid van onderschei
dene geuoodigde heeren en dames, plechtig
®n eersten steen voor de nieuwe stichting.
I - Het departement Amsterdam der Ned.
tsch. ter bevordering van Nijverheid hield
oensdagavond in het Nutsgebouw oene
|srgadering, onder het voorzitterschap van
n heer J. W. Visser.
Na de gewone huishoudelijke werkzaam
heden werden tot candidaten voor het direc-
urschap gekozende heeren mr. A. Van
lden, te Deventer; dr. De Haan, te Haar-
m; G. A. A. Middelberg, te Bussum, en A.
L. De Sturler, te Leiden; en zulks ter ver'
vanging van de heeren J. F. W. Conrad, A.
C. Kruseman, jhr. F. Backer, allen niet her
kiesbaar, en wijlen generaal Delprat.
Naar men verneemt, is het besluit van
den gemeenteraad van Woubrugge van 5
Maart jl., waarbij de jaarwedde voor een te
benoemen hoofd der openbare school in 't dorp
aldaar, was bepaald op f 875, niet goedge
keurd door Gedeputeerde Staten in dit gewest
en bljjft dus de jaarwedde bepaald op f 1025.
Ds. J. Bolkestein, pred. te Ter-Aar, is
beroepen te Oud-Alblas en te Ameide en heeft
toezegging van beroep naar Rij son.
Tot voorzitter van het bestuur van den
Zoetermeerschen- of nieuw drooggemaakten
polder onder Zoetermeer is de heer H. J.
Augustijn herkozen.
By aanbesteding van hot doen van her
stellingen en vernieuwingen aan de openbare
school met onderwyzorswoning der gemeenten
Zoetermeer en Zegwaard en het eenjarig onder
houd daarvan, is het laagst ingeschreven, voor
de som van f 225, door J. Lengkeek, timmer
man te Zoetermeer, aan wien het werk is ge
gund geworden.
De heryk van maten en gewichten zal
voor de gemeenten Zoetermeer en Zegwaard
plaats hebben ten huize van E. Ooms, te Zeg
waard, op 22, 23 en 25 Juni a. s.
De directeur en do hoofdofficieren van de
artillerie-inrichtingen te Delft hebben gisteren,
by gelegenheid van de gewone audiëntie, hunne
opwachting gemaakt aan den minister van
oorlog, laatsteiyk directeur.
Gisteren mocht dr. C. E. Van Koetsveld,
predikant by de Nederlandsch-Hervormde ge
meente te 's-Gravenhage, zyn 81ste jaarfeest
beleven. Deze feestdag werd door zyne talryke
vrienden en vereerders te opgewekter gevierd,
naarmate er eenigen tyd geleden te grooter
gevaar bestond dat hy als gevolg van de
ziekte, waaraan hy leed, dezen dag niet zou
zien aanbreken. Aan de hartelykste bewyzon
van deelneming en genegenheid ontbrak het niet.
De heer Hartsen, minister van binnon-
landsche zaken, zal zich metterwoon vestigen
in de Zeestraat te 's-Hage.
Voor de toepassing van het K. B. van
7 Mei 1888, betreffende den uitvoer met af-
schryving van den accyns en doorvoer van
suiker, zyn aangewezen hot Noordzeekanaal en
de Nieuwe Waterweg van Rotterdam naar zee.
Te Haarlem is in den leeftyd van byna
zes en vyftig jaren overleden mr. J. C. Dn
Pui, griffier by het kantongerecht te dier
stede. Eeno kortstondige, doch hevige ziekte
maakte een einde aan zyne werkzame en
nuttige loopbaan, welke hy eerst sedert 4
April 1880 te Haarlem had voortgezet, nadat
hy van 27 October 1870 te Gouda gelyke
betrekking had bekleed. De ontslapene mocht
in alle opzichten een eenvoudig, kalm en be
zadigd man heeten, was zeer minzaam in den
omgang, om zyne rechtskundige kennis ge-
eerd en uitnemend voor zyne taak berekend.
Het stoffelyk overschot van mr. Du Pui zal
in zyne geboorteplaats Leiden worden ter ruste
gelegd. (H. C.)
By de herstemming voor een lid der
Provinciale Staten van Zuid-Holland te Brielle
is gekozen mr. P. Van Andel met 1015 stem
men. De heer L. Beyerinck verkreeg 494
stemmen. In het geheel waren 1553 stemmen
uitgebracht.
Gistermorgen vertrok de erfprins van
Waldeck-Pyrmont weder van Apeldoorn naar
Duitschland. De Koningin deed H. D. broeder
uitgeleide tot by den trein.
De vice-admiraal Binkes, commandant
der zeemacht in Ned. Oost-Indië, zal op 16
Juni de terugreis naar Nederland aannemen.
De Parijsche „Figaro" bevat een lang
artikel over de politieke loopbaan en hetby-
zonder leven van den Koning der Nederlanden.
Het stoomschip „Koningin Emma", van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde en ver
trok van Marseille 24 Meide „Prins Frederik
Hendrik" is 24 Mei van Paramaribo te Havre
aangekomen.
Z. M. heeft benoemd tot lid en voor
zitter van het college van regenten over het
huis van bewaring te Brielle, mr. J. F. W.
Veeren, kantonrechter aldaar; voor den
tyd van vyf jaren, gerekend van 11 Mei 1888,
by het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht, benoemd tot reserve
officier van gez. 2de kl. den arts G. Oos-
terbaan; den 1 sten luit. G. J. DeBalbian
Van Doorn, van het reg. grenadiers en jagers,
op zyne aanvrage, op pensioen gesteld en het
bedi ag van het pensioen bepaald op f 1065
'sjaars; den luit.-kol. B. A. Egter Van
Wissekorke, directeur van 's Ryks Centraal
magazyn van militaire kleeding, uitrusting
enz. te Woerden, op pensioen gesteld en het
bedrag van het pensioen bepaald op f 1674
'sjaars; by het personeel der militaire
administratie, en wel by de directie van 's Ryks
Centrale magazynen van militaire kleeding,
uitrusting enz., benoemd tot luit.-kol., directeur
van 's Ryks Centraal magazyn van militaire
kleeding, uitrusting enz. te Woerden, den
majoor-kwartiermeester A. L. Trippelaar, van
den staf der infanterie, werkzaam bij het
departement van oorlog.
Gemengd Nieuw».
Wederom bewogen zich heden
door Leidens straten twee afgezanten van het
L9ger des Heils, waarvan het hoofdkwartier
te Amsterdam is gevestigd, ten einde het
blad „de Heilssoldaat" luider wyze rond te
venten. In hun uniform met eene van een
bloedrooden rand voorziene pet, trokken beide
soldaten zeer de aandacht. Het plan schynt te
zyn ook hier eene afdeeling te vestigen. Althans
op eene door ons tot hen gerichte vraag, of het
plan bestond ook hier een corps op te richten,
na voorafgaande opmerking dat de Leidenaars
toch reeds braaf genoeg waren, antwoordden
zy dat ze dat niet geloofden en dat hier ook
wel zoo iets mocht komen.
Evenals in de drie voorafgaande
jaren is in de tuinbouw-inrichting van de
firma E. H. Krelage en Zoon, aan den Kleinen
Houtweg, te Haarlem, weder geopend eene
tentoonstelling van bloeiende late tulpen, in
vier pronkbakken geplant en door twee ruime
tenten overdekt. Deze tenten beslaan eene
oppervlakte van meer dan 600 vierkante meter
en zyn fraai met bloeiende en niet-bloeiende
gewassen versierd. De grootste tent bevat
twee pronkbakken, elk beplant met 700 tulpen,
allen verschillend, van die verscheidenheden,
welke sinds onheuglyke tyden den roem heb
ben uitgemaakt van de beste Hollandsche en
Engelsche verzamelingen en waaronder er zyn,
die meer dan drie-kwart eeuw in de inrich
ting werden aangekweekt.
De kleinere tent bevat twee bakkon, geheel
op gelijke wyze geplant en elke bak 840
verschillende tulpen inhoudende. Deze tulpen
behooren tot de Vlaamsche verzameling, een
paar jaren geleden aangekocht, de beste en
laatste van dien aard, welke nog gevonden
werd. Deze tulpen, alleen behoorende tot de
zoogenaamde Roses en Violettes (de Bizarre^
met gelen grond, welke mede deel uitmaken
van de Hollandsche verzameling, ontbreken
hier) hebben grover kleurschakeering en daar
door een meer schitterend voorkomende bui
tengewoon fijne worden hier vermeden, maar
by voorkeur die bloomen gekozen, welke een
schilderachtig effect maken en van oudsher
door de kunstenaars by voorkeur tot hunne
modellen werden gekozen.
Deze tentoonstelling, eenig in hare soort,
en op eene uitgebreide schaal ingericht zooals
tot nu toe nergens en nooit te voren het geval
E NACHT VOOR DE TERECHTSTELLING.
De laatste uren van een veroordeelde.
Naar het Duitsch van
A. OSKAR Hl.AlüStlAW.
Wat nu, als deze rekenschap van hem ge-
ischt wordt Wat moet hy antwoorden als
vergelding voor hem nadert, als hy ginds
die offers weer ontmoet, die hem hier op zoo
erschrikkelyke wyze vervolgden? Hoe zal hy
j ich verantwoorden als zy tegenover hem ge
plaatst worden met hunne gapende schedels
en de bebloede gryze haren, als zy dreigend en
beschuldigend hunne oogen naar hem opheffen?
De gevangene springt op en slaat tegen
de deur, totdat de gevangenbewaarder weder
verschynt.
„Zend my een geestelyke!" zegt hy, en de
gevangenbewaarder antwoordt glimlachend
„Ik vermoedde het; in het laatste oogen-
blik weten zy allen niets beters."
Dan gaat hy heen om den wensch van den
veroordeelde te vervullen
Ieder ter dood veroordeelde wordt na de
bekendmaking van het vonnis naar eene byzon-
dere cel gebracht, welke bestemd is om tot
vorblyfplaats voor de laatste uren van al die
genen te dienen, die den volgenden morgen
op het binnenplein der gevangenis terechtge
steld worden. Deze cel bestaat uit twee ver
trekken, of eigenlyk uit. twee cellen, van
welke de eerste, aan de gang grenzende, in
zekeren zin als voorkamer dient. Hier bevindt
zich tot de terechtstelling eene wacht, be
staande uit gevangenbewaarders, dikwyls ook
uit politieagenten, en daarachter in het laatste
vertrek, welks traliénvenster op het binnen
plein uitziet, en den helderen zonneschyn door
laat, hebben zóó- en zóóveel monschen hunne
laatste verschrikkelyke oogenblikken doorge
bracht; in dit vertrek hebben de hartverscheu-
rendste afscheidstooneelen tusschen veroor
deelden en hunne bloedverwanten plaats ge
vonden 1 Hoeveel tranen van berouw zullen
daar gewoend, hoeveel zuchten van vertwyfe-
ling zullen in dit vertrek geslaakt zyn!
Ook de veroordeelde wordt in dit vertrek
gebracht. Daar het er vriendelyker uitziet dan
in zyne vroegere cel, worden een oogenblik
zyne gedachten afgeleid van de vreeselyke
gebeurtenis, welke hem te wachten staat. Na
eenigen tyd treedt de verlangde geestelyke
binnen.
Hy is zelf nog een jonge man, die, in plaats
van den gevangenis-geesteiyke, voor de eerste
maal in zyn leven den treurigen plicht te ver
vullen heeft, een veroordeelde den troost van
zyn godsdienst te doen toekomen, hem, zooals
de uitdrukking luidt, ten doode „voor te be
reiden."
Somber vóór zich ziende, zit de veroordeelde
op den stoel, als de jonge geestelyke binnen
treedt. De veroordeelde had een afkeer tegen
de kleeding dezer lieden, naar wier boetpredi
katies en toespraken hy zoo dikwyls had
moeten hooren, toen hy in de gevangenis was.
Hy staart voor zich heen en bekommert zich
niet om den geestelyke, ofschoon hy hem ver
langd heeft, en daardoor ontgaat het hem dat
de jonge priester beeft en dat zyne oogen vol
medelyden op het aschkleurig gezicht van den
veroordeelde rusten.
„Gy hebt myne aanwezigheid gewenscht",
zoo neemt by eindeiyk met bevende stem het
woord, „en ik zie daaruit dat gy u met den
Hemel wilt verzoenen, voordat gy uwe schuld
boet."
De veroordeelde staart nog altyd voor zich
heen en antwoordt niet. Na eene pauze gaat
de jonge geestelyke voort: „Het vreeselyke
oogenblik, dat u binnen eenige uren te wachten
staat, moet een zoenoffer zyn, dat gy voor
uwe daad brengt. Het woord der Schrift en de
wetten der menschen verlangen bloed voor
bloed en leven voor leven. Maar als gy berouw
gevoelt over uwe daad, als gy God om ver
giffenis wilt vragen, dan zal Hy u die geven
als gy gewillig de doodstraf op u neemt."
De veroordeelde had deze woorden wel ge
hoord, maar niet begrepen. Hy staat eens
klaps op, nadert den geestelyke en vat zyne
hand.
„Red my!" zegt hy, „weet gy wat het
zeggen wil te moeten sterven Zoo plotseling,
zonder eenige voorbereiding. Gy kunt mjj,
redden, gy zyt een zielverzorger. U zal men
gelooven. Dien een verzoek om gratie voor
my in. Geef my slechts tyd. Ik wil niet sterven;
ik wil niet."
En de veroordeelde slaat als een waanzinnige
met de handen om zich heen, zyne oogen
flikkeren van hartstocht en wanhoop, totdat
de crisis voorby is en hy weenend neervalt,
om als een kind te snikken. Zyn hartstocht
was verschrikkeiyk, maar zyne tranen zyn hart
verscheurend. Het medelyden overweldigt den-
jongen geestelyke, hy begint met den ver
oordeelde te weenen en schaamt zich daar
over niet.
(Wordt vervolgd.)