fi°. 3656.
Maandag 7 Mei.
A\ 1838.
<§ezs Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Vergadering van Bouwkunst.
Feuilleton.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Ldidön per 8 mft&ndea.f 1.10.
frtnoo por post1.4®.
A&ondorLjjk® N om mem0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEX:
V*n 16 regels 1.05. Iedere regel nsoar Ö.l7fc.
ötooVere letters naar plaateruimU. Voor het in-
oasseeren baiton de stad wordt 0.10 berekend.
De kunstbeschouwing van hst werk„Ver
zameling der overblijfsels onzer nationale
kunst", door don secretaris daartoe beschik
baar gesteld, was do inleiding tot de 152ste
vergadering der afdeeling Leidqn en omstre
ken der Maatschappij tot bevordering der
Bouwkunst, welke door den voorzitter, den
heer W. Kok, geopend werd met een wel
komstgroet aan het nieuwe lid der afdeeling,
den heer D. J. Van Amerom en met het ver
zoek aan den secretaris, den heer P. G.
Bancel, om de notulen der vorige vergadering
te willen voorlezen, aan welk verzook werd
voldaan en welke notulen werden goedgekeurd.
Alsnu zou den leden het verslag worden
modogedeeld van de afgevaardigden (de heeren
C. R. Van Ruyven, J. J. Planjer en A. J.
Van Achterborg) ter gecombineerde vergade
ring te 's Hage, gehouden den 21=l'on April,
dos avonds te halfacht, in li^t dor
Loge aldaar.
Van die commissie was alleen do heer A. J.
Van Achterberg niet aanwezig en bi) monde
van den heer C. R. Van Ruyven werd hot
verslag, dat aan uitvoerigheid ook nauwkeu
righeid paarde, voorgelezen. Aangezien de
conclusie der vergadering toch verreweg van
het meesto belang is en de vermelding van
al het gesprokene, dat in hot vorslag der
commissie voorkomt, te omvangrijk zou wor
den, zy het eerstgenoemde hier weergegeven.
De vergadering heeft hot wenschelyke uit
gesproken van „het afleggen van proeven
van bekwaamheid, zoowel door patroons als
door werklieden" (motie van „Arti et Indus-
trine"; en het niet wenschelyke „dat nu reeds
het leerling-stelsel, als tot een betoren toe
stand leidende, in dozo wordt aangeprezen"
(motie der heeren Van Malsen en Van Lith,
to 's Plage.)
Ten slotte werd ook nog aangenomen het
voorstel tot het instellen van eene commissie
uit de verschillende vakvereenigingen tot be
raming van de middelen om het beoogde doel
te bereiken.
Na een woord van dank aan do commissie,
stelde de voorzitter de discussio over het mede
gedeelde aan de orde.
De heer Adr. Verhoog verzocht en verkreeg
eerst hot woord. Plij had in de bladen iets
gelezen aangaande ponsionnoering van werk
lieden hy vond het artikel toen zóó belangryk,
dat hy een nummer van zulk een blad bewaarde
IN DE MERGELGROEVEN TE VALKENBURG.
17) DOOB
Mr. CLOVIS.
Zy zou hem toch niet gelooven, zy zou
hem zeggen: „Pierre, je liegt; jy bent niet
in staat je vriend in den steek te laten," en
dan dan zou zy alles begrijpenen wat
zou van dit alles dan het gevolg zyn? Eene
zware ziekte, misschien de dood.
Met deze allesbehalve opwekkende ge
dachten schreed by voort door de duistere
gewelven, waarmede hij zoo goed vertrouwd
was. Met loomen tred naderde hy de plaats,
waar hy allen vereenigd wist. Iiy zag reeds
hunne aangezichten, slechts flauw verlicht
door een walmend olielampje, hy ontwaarde
Maria, in een hoek terneer gedoken, droef
geestig, moedeloos, met het hoofd op de hand
leunende.
Hy was reeds in hunne nabyheid, do vluchte
lmgen hadden reeds de komst van een persoon
gehoord; wantrouwend hieven de aanwezigen
hunne hoofden op; één herkende hem,
„Pierre Lemmens!" riep deze, ten uiterste
verbaasd, en allen vlogen hem te gemoet.
en had het nu ter vergadering meegebracht om
den inhoud daar voor te lezen, welken men mede
kan vindon in het„L. D." van 26 April, onder
het hoofd „De Nederl. Workgoversbond." Nadat
alle aanwezigen de voorlezing hadden aange
hoord van hetgeen hun zeker niet nieuw meer
was, en de heer Verhoog opgemerkt had dat.
het een goed middel was tot meerdore vast-
liechting van knecht aan patroon, zeide do
voorzitter dat het beoogde wel moest bijdragen
tot verbetering van den bedoelden toestand,
doch dat het niet dan indirect in verband
stond mot het onderwerp in quaestie.
De lieer J. J. Planjer had na de gecombi
neerde vergadering nog eens gepeinsd en nage
dacht over het uitreiken van diploma's enz.,
en was daardoor tot het besluit gekomen dat
het billyk zoude zyn dat ook opzichters en
architecten zich onderwiorpon aan de vor-
plichting proeveu van bekwaamheid af te log
gen. Hun aantal, thans zoo schrikbarend
stijgende, zou dan wellicht bepoikt worden.
De heer H. J. Jesse bracht den hoer Planjer
■mder het oog dat er wel degelyk een examon
voor architecten wordt afgenomen, een examen,
dat echter zóó moeilyk is, dat weinigon zich
daaraan onderwerpen. De lieer Jesse zeide
daarom dan ook dat de heer Planjer, is hij
met een gewoon architect niot tevreden, by
een geöxamineerden kan aankloppen.
De heer Adr. Verhoog bracht nog in hot
midden dat godiplomeerde architecten enz.,
die theoretische opleiding in ruime mate hebben
genoten, niet zelden zeer zwak zyn in do
practyk, en naar aanleiding van dit gezegde
ontspon zich eene discussie, aan welke de
heer Van Ruyven liever een einde gemaakt
zag en waarover wij het stilzwijgen zullen
bewaren.
Verder was aan do orde do behandeling van
het programma voor üöprijsvraag der afdeeling,
dat, na eonige opmerkingen, boofdzakelyk van
don heer W. C. Mulder, on na een paar kleine
wyzigingen word vastgesteld als volgt
De prysvraag bestaat inEen ontwerp van
een schoorsteenmantel met betimmerden boezem
en daarbij behoorenden wand der kamer, be
stemd voor eene eetzaal.
De lengte van den wand, waarin geone
deur- of lichtopeningon geplaatst worden, is
bepaald op 8 meter. De hoogte van de ver
dieping is van bovenkant vloer tot benedenkant
vloer 5 meter.
Er wordt verlangd: eeno opstandteekening
met verticale en horizontale doorsnede op
de schaal van 1 a 20. De styl is vrygelaten.
De teekeningen, in zwarte lynen uit te
Maria, het oog glinsterend van een ongo-
kendon gloed, mot eene vlugheid, welke mon
by haar thans niet zou verwachten, baande zich
door die allen een weg tot by den vriend van
haren echtgenoot.
Zy zag hem aan met eon angstig gelaat,
maar zy durfde niets vragenzy wachtte
het oogenblik af, dat Pierre haar iets zal
zeggen, maar Pierre zei niets; hy hield hot
oog terneergeslagen, bevreesd haren blik te
zullen ontmoeten.
Zóó bloven zy eene wyie als standbeelden
tegenovor elkander staan.
Plotseling sprong zy vooruit, greop den
angstigen jongen by den schouder en
schreeuwde: „Pierre! waar is hy?"
Pierre had de kracht niet een enkel geluid
te geven.
„Maar antwoordt dan toch!" gilde debyna
waanzinnige vrouw, „antwoordWaar is Jeanc;
is hy dood?"
„Helaas, ja," stotterde de rampzalige
jonge man.
Een rauwe, hartverscheurende kreet klonk
plotseling door die gewelven. Maria bracht
do handen voor de oogen en viel onmach
tig neer.
Er was geen geneosheor hier aanwezig,
die haar hulp of bystand kon bieden en
voeren, moeten geschikt zyn voor photolitho-
graphische reproductie.
Als prys wordt uitgeloofd aan het ter bo-
kroning waardig gekeurde ontwerp: het ge
tuigschrift der afdeeling on f 25, on aan hot
daaropvolgendohet getuigschrift en f 10.
Ondor de al gem eene b opal in gen
komen de volgendo voor:
Do medewerking aan deze prijsvraag is
alleen voor leden der afdeeling opengesteld.
Alle ontwerpen moeten vóór of op 81
December 1888 worden ingezonden bij den
secretaris.
Alle stukken moeten met een motto ge-
teekond zyn en vergezeld gaan van een brief,
bevattende den naam van den ontwerper.
Plet eerst bekroonde ontwerp blyft eigen
dom dor afdeeling.
De ingezonden ontwerpen worden in handen
gesteld van de jury, welke bestaat uit het
bestuur dor afdeeling, bygestaan door de
hoeren W. C. Mulder en C. R. Van Ruyven.
Alsnu werden benoemd tot afgevaardigden
naar de vergadering der Maatschappy, op 30
en 31 Mei, te Amsterdam, do heeren P. G.
Lancel en J. P. De Koning en tot hunne
plaatsvervangers de heeren G. Van Driel en
C. R. Van Ruyven; tot afgevaardigden naar
de Soptember vergadering der Maatschappy
(vermoedelyk te 's Ilago) de heeren W. Kok
on D. E. C. Knuttel en tot hunne plaatsver
vangers de heeren J. Roem en W. C. Mulder.
Vervolgons deolde het bestuur mede dat in
het hoofdbestuur moeten aftreden twee leden,
n.l. de heeren Th. G. Schil (herkiesbaar) en
C. Muysken (niet herkiesbaar) en steldo het
voor het stembiljet, dat verzonden is bij het
„Bouwkundig Weekblad" van 28 April, in to
vullon met de namen van de heoron Th. G.
Schil en J. R. Do Kruyf en dat biljot vóór
den 25sten Mei a. s. to bezorgen by don
secretaris.
Eindelyk was nog aan do orde hot bepalen
van een doel voor het gewone zomeruitstapje
van afdeelingsleden, waartoe door het bestuur
worden voorgesteld do gemeenton Rotterdam
met Feyenoord, Haarlem en Dordrecht.
De hoer G. Van Driel gaf in overweging
als doel testellen de gemeente 's-PIertogenbosch
met hot daarby gelegene Heeswyk, dat ook
de heer Jesse zeer geschikt achtte. Hot ge
volg van dit voorstel was dat het werd aan
genomen; alzoo gaat men dezen zomer naar
Den Bosch.
En hiermede was deze 152ste of laatste
vergadering in dit seizoen afgeloopen. Alvorens
haar echter te sluiten bracht de voorzitter
den leden dank voor hunne getrouwe opkomst
Pierre had zyn stervenden vriend boloofd voor
haar te zullen zorgen. Dien eed wilde hy hou
den, 't kostte wat het wildeen zonder eenig
gevaar meer to duchten, yldeliy voort, wederom
uit deze gangon; hy' bereikte de open lucht,
vloog langs don kortsten weg naar het huis van
den dokter, had het geluk dat te bereiken
zonder opgemerkt te worden, duwde de "deur
open en trad binnen.
Spoedig en met weinige woordon had hy
den geneesheor alles medegedeeld. Deze be
loofde hem terstond te zullen komeneen gids
had hy niet noodigby was er al meermalen
geweest.
Pierre ylde terstond heen, terug ï.'uar den
berg, naar Maria; hy was reeds niet ver meer
verwydord van den ingang der groeven toen
hem opeens het halt door don een of anderen
Franschen soldaat werd toegeroepen.
Hy stoorde er zich echter niet aan, maar
draafde door; van andere zyden werd hem
toon hot halt toegeroepen; hy versnelde zyn
pasonkelen treden hem te gemoethy ver
anderde van richting; een schot viel en Pierre
tuimelde terneer om echter terstond weder
op te staande linkerarm hing machteloos
aan zyne zyde, het schot, zooeven op hem
gelost, had hem dat lichaamsdeel verbryzeld;
met zyn rechterarm trachtte hy nu het hem
by de plaats gehad hebbende byeenkomstcn,
wydde nog een woord van dank aan eon
niet lid der afdeeling, maar niettemin trouw
bezoeker barer vergaderingen, en wenschto
allen het besto too.
G omengd Nien>v ft.
Het water van don Stillen Rijn
werd gisteravond op zeker gedeelte in hevige
bewoging gebracht door het daarin spartelen
van den jeugdigen E. Toen deze reeds begon
te zinken, stak de dienstbode van B., aan de
Haarlemmerstraat, hem de reddende hand toe
en werd zy in haar pogen om hem uit het
water te verlossen spoedig bygestaan door do
oudors van E., die niet ver van de plaats des
onheils met hun vaartuig lagen.
De knaap beweerde door een makker in het
water te zyn geduwd.
In den nacht van 3 op 4 dozer
is te Haarlemmermeer gedeeltelijk afgebrand
hot woon- en winkelhuis van M. Vorkuyl Jz.,
aan den Aalsmoerdorweg by don Vyfhuizerweg.
Eenige koopmansgoederen, welke op den
zolder waren goborgen, zyn mode verbrand.
Voordo echtheid van officiëole
stukken achten wij niet alleen een duidelyk
handschrift vereischte, doch vooral de hand-
teekoningen van ambtenaren dienen duidelyk
leesbaar te zyn. Dit althans zou men met
grond kunnen verwachten.
Do meeste ambtenaren schynen er zich
echter op toe te leggen hunne handteekening
in eenige krabbels en strepen to stollen, meo-
nende dat men maar weton (of raden moot
wie de ondortookenaar is; iets, wat tot ver-
valsching van stukkon niet weinig kan by-
dragen.
Zoo zag de „Amst Crt." dezer dagen een
authontitk afschrift van eono akte, in Indiö
opgemaakt.
Daarop kwam het volgendo voor: de amb
tenaar onleesbaarGezien door
onleesbaardo resident van ^onleesbaar"
voor den Min. van Koloniün de Secretaris-
Generaal „onleesbaar".
Gezien voor zegel enz. de ontvanger
„onleesbaar".
Is het nu te verwonderen dat er zoo dik-
wyis, b. v. bij dienstneming, gebruik gemaakt,
wordt en kan worden van valsche stukken?
Niet onvermakelyk was voor eenige jaren
eene circulaire van een minister, waarby amb
tenaren aangemaand werdon hunne handtee
kening duidelyk leesbaar te schrijven, torwyi
de onderteekening van die circulaire niet te
ontcyferon was
door "Wynand verstrekte mes te gry pon, maar
vóór hem dit kon gelukken, hadden reeds al
zyne vervolgers zich op hom geworpen en hem
overmeesterd.
Hy was dus opnieuw in do macht zyner
vyanden.
Men voerde hom govankelyk naar de wacht,
waar hy terstond door Dries werd herkond
ddar openbaart de ellendeling, dat het deze
man was, die enkele dagen geleden do gevan
genis is ontvlucht.
„Dien ons tot gids", voegde hem de officier
too; „geleidt ons tot uwen pastoor en zyne go-
trouwen en ik beloof u de vryheid."
„Ik ken den weg niet," antwoordde I'ierro.
„Hy liegt; hot is een borgwerker en die
kennen allen don weg," bracht Dries in het
midden en hy zag den man, voor wien hy
zoo menigmaal het ondorspit had moeten
delven en die thans weerloos vóór hem staat,
met oen trotschen, vorwaton blik aan.
De haat, wolko thans Pierre beziolt, heeft
hem een verschrikkeiyk denkbeeld ingegeven;
hy koestert een afschuweiyk plan.
Hy, die zoooven nog veinsde den weg niet
te kennen, neemt thans hot aanbod gretig aan.
Wordt vervolgd.)