N°. 8653.
Doiulei'daj; 3 Mei.
A0. 1888.
<§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van $on- en feestdagen, uitgegeven.
!l>it nommer bestaat uit TWEE
c Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 2 Mei.
Feuilleton.
PRIJB DEZER COURANT
V»or LeiimjfM 8 m**nden....1..10.
'yranco p<*r -1.40.
AfioBiierltfke Nomiaort0.05.
'V 4
PRIJS DER ADVBRTENTIEN:
V»d 1—6 regel^f 1.05. Isdero regol meor/0.171.
Grootere fe Were 'nftfcr plMUrnimte, Voor h«t*in-
caeseeren buiten dö stad wordt 0.10
Do Koning heeft de verkiezing tot leden
[isr Kon. Academie van Wetenschappen be-
■aebtigd van de volgende heeren: dr. G.
Schlegel, hoogleeraar aan de Rijks universiteit
|te Leiden; mr. L. De Hartog en dr. P. D.
hantepie de la Saussaye, hoogleeraren aan
de universiteit van Amsterdamdr. C. Snouck
IHurgronje, lector aan de Rijks-universiteit te
ILeiden, en van jhr. mr. Th. H. P. Yan Riems-
[dyk, algemeen archivaris des rijks te 's-Gra-
vonhage.
- In eene vergadering van het te Veen-
huizen gevestigde departement der Maatschappij
ot Nut van 't Algemeen zijn, uit de toege
zonden dubbeltallen, tot hoofdbestuurders ge-
kozen mr. W. H. K. Nouthaan, dr. J. Zee-
j man te Amsterdam en dr. W. Pleyte fe Leiden.
- De paardenarts 2de kl. Muyzert, tydelyk
,te Bergen-op-Zoom gedetacheerd geweest, is
thans naar zyn garnizoen alhier teruggekeerd.
- By de indeeling der miliciens van de
lichting 1888, uit het district Leiden, konden
16 lotelingen het getuigschrift, afgegeven door
leen commandeerend officier ten opzichte der
I geoefendheid in den wapenhandei, overleggen
zij werden dientengevolge onmiddellyk door
|den provincialen adjudant, met de indeeling
belast, mot verlof gezonden.
Ook werden alsnog in het Invalidenhuis
alhier ingedeeld een twaalftal manschappen,
bestemd voor de zeemilitie.
De 39ste algemeene vergadering der
tfaatsckappij van Geneeskunde zal 2 en 3 Juli
|a. s. te Nymegen worden gehouden.
Op den eersten dag zullen, na afdoening der
I huishoudeiyke aangelegenheden, de verschu
ilende commissiën rapport uitbrengen omtrent
I de geneeskundige statistiek, volksziekton,
I gezondheidsregeling, geschiedenis der genees-
I kunde, ethnographic, hygiëne der gasthuizen
len cholera-theraphie, waarna door de hoog-
lleeraren Halbertsma en Tilanus wetenschap-
Ipelyke voordrachten zullen gehouden worden.
Op den tweeden dag komen verschillende
[voorstellen in behandeling.
De afdeeling Leiden o. a. stelt voor, wegens
I den steeds toonemenden omvang der genees-,
heel- en verloskundige studiën, eene commissie
te benoemen om na te gaan of het mogelyk
en wenschelyk is, afzonderlyke bevoegdheid
I te verleenen tot uitoefening van genees-, heel-
en verloskundo, met behoud van het beginsel
van eenheid van stand.
Dezelfde afdeeling stelt ook voor, aan te
dringen op algemeene muilkorving van alle
honden, behoudens door de wet aan te wyzon
uitzonderingen.
Daarna zal overgegaan worden tot benoeming
van bestuursleden, ter vervanging der heeren
Guye, Juda, Daniels, Pekelharing en Yan
Iterson, en tot het benoemen van commis
siën, waarna de vergadering feestelyk zal ge
sloten worden.
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan
van „Artis" te Amsterdam, toonde de gansche
stad mede feest te vieren. Yan de torentran
sen wapperde de vlag en ook uit vele wonin
gen was de driekleur uitgestoken, vooral in
de Plantage, waar geen huis was, waaruit niet
de Nederlandsche kleuren woeien.
Als eerste hulde van den dag werd den
gryzen, doch altoos jeugdigen directeur dr.
Westerman, aan zyne woning een ochtend-
groet gebracht door de stafmuziek van het
7de reg. infanterie.
In „Artis" zelf was alles in feesttooi. De
versiering van den ingang der gaarde, van de
verschillende gebouwen, van de lanen en vy vers
heeft de verdienste van goeden smaak, zonder
overlading.
Op afstanden van 10 meter is een geschil
derde mast geplaatst, waaraan op 3 a 4 meter
hoogte corbeilles met bloemen, afgewisseld
door schilden of tropeeën, zyn aangebracht.
Yan 11 uren af verzamelde zich in de
groote ververschingszaal in het hoofdgebouw
vanüeverlede de fine fleur van land en stad.
Daar zag men de souvereiniteiten op weten-
schappelyk gebied en tal van liooggeplaatsten
met eene keur van dames.
Yan het buitenland waren aanwezigde
heeren Sharp, secretaris van het Britsch Mu
seum te Londen; Bartled, secretaris van de
Zoological Gardens te LondenPuchot, direc
teur van den Jardin d'Acclimatation te Parys
de directeuren der Diergaarden te Gent en
Antwerpen, benevens de dierenhandelaars
Jambach en Reich.
Tegen 12 uren begaf zich deze schaar naar
de tegenovergelegen zaal, waar eene zoo
veel talryker verzameling van leden, voor
zooveel daar byeen kon zyn, hen wachtte.
Nadat de heer Yan Hoorn namens het be
stuur de aanwezigen met een kort woord
had verwelkomd, gaf hy het woord aan den
feestredenaar den hoogleeraar prof. dr. B. J.
Stokvis.
Telkens en telkëns werd de feestrede dave
rend toegejuicht. Aan het slot er van bracht
de heer Yan Hoorn den redenaar dank en
bood hy namens het bestuur aan den held
van het feest. dr. G. F. Westerman, met eene
korte toespraak diens borstbeeld in marmer,
uitgevoerd <^oor den beeldhouwer Teixeira de
Mattos, als huldebiyk op „Artis" gouden ju-
bilé aan.
Te halfdrie werd in de groote zaal de
feestcantate uitgevoerd en was er concert
voor het aquarium. Te vier uren werd het
Ethnographisch Museum geopend.
De uitvoering der feestcantate van prof.
Alberdingk Thym, muziek van Daniël De
Lange, die zelf dirigeerde, was zeer te roemen
en maakte een zeer aangrypenden indruk.
De solisten: mej. Lidia Holm (sopraan) en
mej. C. Ribbe (altj, de hoeren Joh. Messchaert
(bas) en Stochelhausen (tenor), kweten zich
hoogst verdienstelyk van hunne taak, terwyl
het koor (uit leden van Toonkunst gevormd)
en het orkest de uitvoering van het fraaie
toonwerk volkomen deden slagen.
Al dadelyk trof den hoorder de introductie
tot de woorden: „In den beginne schiep God
den hemel en de aarde," en de geheele uit
voering voldeed in de hoogste mate, ook door
de voortreffelyke wyze, waarop vooral de so
praan en de baryton zich van hunne taak
kweten.
Aan het einde van de cantate bood mr. W.
H. K. Mouthaan, namens het bestuur van het
Genootschap, den heer Dan. De Lange, als
blyk van hulde en waardeering, een kostbaren
en sierlyken lauwerkrans aan, met welke
hul ,1e daverend werd ingestemd.
De genoodigden vereenigden zich om
streeks halfzeven aan een gemeenschappelyken
maaltyd.
Aan dit feestmaal namen oen 130 personen
deel. De zaal, daarvoor gekozen, was die boven
het restauratie-lokaal. De heer Van Hoorn
presideerde aan tafel, terwyl de heer Couturier
in de keuken bevel voerde.
Aan toosten ontbrak het natuurlijk niet en
ook niet aan geestige en eigenaardige, zooals
die der heeren Hubrecht, secretaris generaal
van binnenlandsche zaken, Pichot, van de
„Société d'acclimatation" te Parys, dr. Laurillard
en generaal Baud.
Deze reeks van toosten werd voorafgegaan
door een dronk op de gezondheid van het
Koninklyk gezin, waarvan den Koning tele-
graphisch bericht werd gezonden en waarop
op dezelfde wyze eene dankbetuiging van Z. M.
inkwam, terwyl by hot nagerecht het eerste
woord klonk ter eere van de hoofden van
Staat van Engeland, Frankryk, België en
Duitschland, welke staten aan den feestüsch
vertegenwoordigd waren.
Dit woord werd gesproken door den freer
F. E. Blauw, bestuurslid van het Genootschap,
en gevolgd door een dronk op 's lands Regee
ring, by monde van het bestuurslid J. R. Wüste.
Mr. Yeltman, eveneens lid van het bestuur,
sprak een krachtig woord ter eere van Am
sterdams gemeentebestuur, en ook door baron
Mackay, minister van binnenlandsrae zaken,
met zyn ambtgenoot van justitie aanwezig,
word een heildronk gebracht aan hot bestuur
en aan den gryzen directeur van „Artis."
De burgemeester van Amsterdam hield
daarop eene toespraak en wees er o. a. op
dat Amsterdam nu trotsch #s op do Diergaarde,
wadlin het eenmaal gevaar zag.
Verder werdon door verschillende personen
nog toespraken gehouden en toosten uitge
bracht, als op de oude leden, op Westerman,
de professoren Stokvis, Alb. Thym, en op
Daniël De Lange, op het Ethnographisch
Museum en op de universiteit aldaar.
De directeur der Rotterdamsche Diergaarde,
Van Dam, bood den voorzitter van. het
Genootschap het eero-lidmaatschap aanjjgrof.
Alb. Thym bedankte, ook namens den Ifeer
De Lange, voor de eer, hun betoorftl. Prof.
Stokvis wees op het eeuwig aantrekkeiyke
in het vreemde en in een slotwoord dankte
dr. Westerman allen, die met hem hadden
samengewerkt en nog samenwerken, zoowel
zyn staf, het bestuur als de leden.
Na elkon toost klonken fanfares} volks
liederen, heilzangen en nationtde liederen
werdon aangehevon, maar aan de dioren werd
niet gedacht. Een toost op den leeuw b. v.
bleef achterwege.
Daarop naderden de studenten in plechtigen
fakkeloptocht en sprak de rector van Bot
„A. S.-C.", de heer Van Schevichaven, in de
restauratiezaal. Hy werd beantwoord door
mr. Veltman en door dr. Westerman.
Artis' tuin zag er tooverachtig uit; de
illuminatiën slaagden, ondanks den vry hevigon
en scherpen wind, vry goed en maakten tus-
schen de boomen door, een allerfraaist effect.
Duizenden bewogen zich in de tuinen van het
feestvierend Genootschap, hoewel eene menigte
leden eene schuilplaats had gezocht in de
versierde zalen. In de Plantage was het over
vol en allerwegen heerschte eene opgewekte
stemming. Het Panorama was schitterend
verlicht en eenigo bewoners van de Plantage-
Middenlaan illumineerden.
Do decoratie aan den ingang in do Kork-
IN DE MERGELGROEVEN TE VALKENBURG.
lil)
DOOR
Mr. CL O VIS.
Ook Dries en de zynen lieten overal hunne
blikken dwalen, lieten niets onopgemerkt,
i betastten en doorzochten alles, waren nü
hier, dan weder daar, en mengden zich tevens
I tusschen al die nieuwsgierigen, die met
elkander in een druk gesprek gewikkeld waren.
ZB hoorden dat er eene algemeene afspraak
gemaakt was, waarby allen eenparig waren
overeengekomen om slechts één hunner een
zeer laag bod te laten doen, dat niemand
eene hoogere som zou bieden, dat allen zouden
ztvygen en dat allen gezamenlyk den uit den
kerker ontslagen grysaard de meest ondubbel
zinnige blyken hunner gehechtheid zouden
geven door hem weder in het bezit te stel
len zyner hem zoo onrechtvaardig ontnomen
goederen.
Er heerschte eene algemeene, doodsche,
Pijnlyke stilte, toen het huis in bod werd
gebracht; niemand sprak, niemand uitte een
woord.
Eindelyk hoorde men iemand uit Valken
burg roepon: „Honderd frank!", hetgoon
echter terstond gevolgd werd door een tweede
bod van honderdvyftig frank.
Allen zagen den nieuwen bieder aan, allen
wendden hunne toornige blikken naar den
trouwelooze, die zoo brutaal het door hen
allen verpande woord had gebroken.
De meesten der aanwezigen herkenden hem
niet zoo spoedig; zy hielden hem voor een
werktuig der Franschen, voor den een of
anderen ellendeling, daar geplaatst om het
zoo sluw overlegd plan van Valkenburgs ge
trouwen in duigen te doen vallen.
Niet echter Pierre. Deze herkende terstond
zyn tegenstander uit Geleen en even snel
begreep hy ook dat deze zich thans zocht te
wreken over den hoon hem by het laatste
gevecht voor het Korsbroodje aangedaanhy
begreep dat niet het huis van den pastoor,
maar alleen de zucht om zyn haat bot te
vieren, hem hier deed tegenwoordig zyn, hem
hier deed bieden.
Dit oogmerk te doen falen, dat was de ge
dachte, welke zich op het oogenblik van
Pierre meestermaakte. Maar hoe? Met ge
weld, ten minste met openlijk geweld, mocht
dit niet gebeuren, omdat daardoor de ver-
kooping nietig zou verklaard worden.
Met een schynbaar vriendelyk gelaat, met
een glimlach om de lippen, maar met woede
in de ziel, stootte de brave jongon de om
standers, die hem van zyn vyand scheidden,
op zijde, om zich vervolgens tot den Geleon-
denaar te wenden, met de woorden: „Hé,
DriesI jy hier? 't Is lang geleden dat wy
elkaar gezien hebben. Wel, wel, kerel, het
doet my genoegen je hier te zien; aan myn
hart, myn beste jongen, laat rny je omhelzen."
Dries vond dit vriendelyk onthaal niet
byzonder aangenaamhy wist toch bij onder
vinding wat eene omhelzing van Pierre be
duidde. Hoewel hy alle mogelyke pogingen
aanwendde om haar te verydelen, durfde hy
zich niet openlyk tegen deze liefkozing ver
zetten, uit vreeze dat zyne makkers hem
van lafheid zouden beschuldigen, hem zouden
verwyton angst te koesteren voor den ster
ken kampvechter uit Valkenburg.
Niettegenstaande den tegenstand, door Dries
geboden, had Pierre, immer lachende, maar
met een blik, welke haat en verachting te
kennen gaf, zyn arm om den nek van den
ellendeling geslagen.
Dezelfde bieder van zooeven had reeds
eene som van tweehonderd franken genoemd.
Dries riep weer„Tweehonderd.maar
verder bracht hy het echter niet; Pierre had
hem met zyne yzeren omhelzing de keel toe-
geschroefd, en het hem op die wyze onmo-
gelyk gemaakt eenig ander geluid te geven.
„Tweehonderd is reeds geboden", schreeuwde
de man, die met don verkoop belast was,
onder het uitbundig gelach van al de aan
wezigen, die niet konden nalaten een spof-
tenden blik te worpen op het verwrongen
gelaat, dat tusschen den arm van Pierre
gekneld was.
Geen der andere jongens uit Geleen, hun
aanvoerder op zoodanige wyze vernederd
ziende, had den moed nog den mond te
openen en zoo worden het huis en de tuin
van den pastoor wederom het eigendom van
Willem Ubachs, voor eene som van twee
honderd franken.
Algemoon was de verbolgenheid tegenover
den man, die op zulk eene laffe manier zyn
haat had trachten te koelenalgemeen werd
zyne handelwyze gelaakt en gegispt, niet
alleen in Valkenburg en omliggende gemeenten,
maar zelfs in Geleen, in zyne eigen woonplaats,
was dit het geval.
Wordt vervolgd.)