Mathesis Scientiarum Oenitrix. In het bovenlokaal der Stadszaal werd gisteravond gehouden do 103de algomeene ledenvergadering van het Leidsche reken-, wis-, teeken-, bouw-, natuur- en werktuig kundig Genootschap onder de zinspreuk „Mathesis Scientiarum Oenitrix". Na een kort openingswoord van den voor zitter, den heer J. A. Van Dijk, en nalezing door den secretaris, den heer P. J. Groen, der notulen van de vorige algemoene verga dering, bracht de commissie, benoemd tot het nazion der rekening en verantwoording van den penningmeester, den heer L. G. Le Poole, bij monde van den heer W. F. Van der Heyden rapport omtrent hare bevindingon uit. De heer Van der Heyden zeido dat do commissie een en ander allernauwkeurigst had bevonden, zoodat z(j voorstelde de rekening goed te keuron, waartoe werd besloten met dank zegging aan den penningmeester voor zijn zorgvuldig beheor. Overgaande tot de benoeming van bestuurs leden, werd het aftredende en herkiesbare lid jhr. J. C. Eappard herkozen; terwijl in de plaats van de heeren dr. E. F. Van Dissel en dr. H. A. Lorentz, die niet herkiesbaar waren, en van den heer G. Looman, die naar elders vertrokken is, gekozen werden de heeren dr. P. J. Kaiser, W. Kok en C. Bonger. Hiermede was de algemeene vergadering afgeloopen, waarna de leerlingen van het Genootschap de ledig gebleven plaatsen aan vulden zóó dat de zaal, waar zich reeds eenige ten toon te stellen voorwerpen van de leer lingen der Practische Ambachtsschool bevon den, bijna te klein was. Do heer Van Dijk hield hier alsnu zijne openingsrede, in tegenwoordigheid van vele genoodigden, waaronder de burgemeester, de wethouders en enkele gemeenteraadsleden. De rede was een verslag van den toestand der school in het afgeloopen leerjaar, in zeke ren zin de rekening en verantwoording van liet Bestuur, niet van. de aan bestuurderen toevertrouwde penningen, maar van de hun toevertrouwde belangen, naar spr. opmerkte. Er is in den afgeloopen winter degelijk onderwijs gegeven en gewerkt. "Wel is het aantal van hen, die aan de lessen hebben deelgenomen, iets minder dan in de laatste vorige jaren, maar wat men in het aantal mocht hebben verloren, dat is door het ge halte van hen, die werden behouden, ruim schoots vergoed. Spreker toonde aan dat deze vermindering van de bevolking der school echter geene zorgen behoeft te baren. „Spaar uwen leerling niet de moeite van het zoeken, want gjj zoudt hem berooven van de vreugde van het vinden", noomde spr. eene spreuk, welke wel met gouden letteren in ieder schoolvertrek prijken mag on ze was ook de grondtoon zijner rede, welke met voortdurende belangstelling werd aan gehoord. "Wat de leerling zoowel in de afdeeling wis- en natuurkunde, als in de beide andere afdeelingen, handteekenon en bouwkunde, leert, moet hij door opmerken en nadenken zich eigen maken. Spreker herinnerde verdor dat do woorden, welke hjj vóór twee jaren aan dezelfde plaats als welke hjj nu innam, over hot handteekenon- uitsprak, en die volkomen zjjne gemoedelijke overtuiging uitdrukton, aanvankelijk oenige gevoeligheid bij de leeraren in het handtee kenon wekten, maar dat zij toch het ge- wenschte gevolg hadden dat men over de zaak nog eens ernstig ging nadenken en dat spr. van onvoorzichtig vjjand, die aan valt en afbreekt, bevorderd werd tot wel- meenend vriend, die feilen toont, maar mede opbouwt. Daarop volgden samensprekingen en overleggingen, waarbij de bouwkundige school, welke spr. zeer geroemd had, steeds tot model diende. Werkelijk mocht men er in slagen veel van het goede, dat de bouw kundige afdeeling zoo gunstig onderscheidt, op het handteekenen over te brengen. Geheel vrijwillig en zonder eenig bezwaar voor de kas van het Genootschap verklaarden delee raren zich bereid olkanders lessen by te wonen en aan die lessen een werkzaam aandeel te te nemen. Dat is vooruitgang! Men is nu op den goeden weg om voor de handteekenschool een leergang te vinden, welke met de be hoeften van de leerlingen strookt en de ver schillende inzichten der leeraars tot voldoende eenheid brengt. B(j toeneming mag het Genootschap zich ook verheugen in de sympathie van onze stad- genooten, zooals blijkt uit de vermeerdering van het aantal der leden. Sedert de laatste opgaaf zijn 49 nieuwe leden toegetreden. Bestuurders stellen deze belangstelling op hoogen prys en danken dezen gunstigen uitslag voor een niet goring gedeelte aan de leden, die, waar het pas geeft, een geed woord voor Mathesis over hebben en een gunstig getuigenis van z(jno school geven. Moge dat zoo blijven en het ledental nog meer toenemen! „Werken wij allen," zeido spreker, „eendrachtig te zaraen, om de stoffelijke belangen der school te be vorderen Wie weet of wjj niet nog eens het standpunt bereiken, dat het Genootschap, zon der eenig subsidie van Gemeente of Provincie, in al zijne behoeften voorzien kan. Oefenon wjj nu reeds onze krachten. Niemand onzer weet wat de naaste toekomst in baren schoot verborgen houdt. Het behoort, mijns inziens, volstrekt niet tot de onmogelijkheden, dat wy ons groote opofferingen zullen mooten ge troosten om te behouden wat wij hebben, om den zegen van kennis en ontwikkeling fi ruimen kring te verspreiden." In het onderwijzend personeel hebben eenige veranderingen plaats gehad. Voor het begin van den wintercursus be richtte de heer W. C. Mulder dat het hem met den besten wil onmogelijk was evenveel tijd aan het onderwijs in de Bouwkunde te wijden, als tot heden het geval geweest was. Men mocht er in slagen eene schikking te maken, welke de belangen van de leerlingen waarborgde. Het aantal lesuren van den heer Mulder werd verminderd, dat van den heer Van Driel vermeerderd. Tevens word een van de verdienstelijkste oud leerlingen, de hser W. Fonteyn, als assistent b(j het onderwijs aangesteld. De heer Mulder bleef zich met do algemeene leiding van de bouwkundige afdee ling, de lessen in de constructieleer, het bouw kundig schaduwen en de perspectief belasten. Met vreugde kan de verzekering gegeven worden dat het doel, dat men zich had voor- gestold, niet is gemist. De heer A. J. Kouwels aanvaardde met het begin van dezen cursus op zijn verzoek weer zijne taak, welke hij eerst had neergelegd. Men hoopte dat hjj met nieuwen lust en nieuwe kracht ten nutte der leerlingen werk zaam zou wezen. Het heeft niet zoo mogen zijn. Spoedig bleek hot dat hy in die mate lydendo was, dat hy het onderwas niet meer kon geven. Met niet genoeg te pryzen wel willendheid namen zyne collega's zyne lessen over, totdat do dood oen einde aan Zyn lyden maakte. In den heer Kouwels heeft het Genoot schap een braaf leeraar vorloren, aan wien de school groote verplichtingen heeft. Dezelfde welwillendheid, welke den heer Kouwels werd bewezen, ondervond ook de heer Petri, door eene langdurige ziekte ver hinderd zijne lessen te geven. Het pleit voor den goeden geest, welke onder de leeraren heerscht, dat zulke ongelukkige omstandig heden geene stoornis in het onderwys bren gen. Immers, de middelen ontbreken aan bestuurderen om do buitengewone diensten, welke zy vergen moeten, te beloonen. Gelukkig vindt ieder, die het goede doet, nog eene andere belooning, dan die in klinkende munt wordt uitbetaald. Spreker zeide directeur en leeraren dank, niet alleen voor de hulp, hun ïydenden ambt genooten geboden, maar ook voor hunne trouwe zorgen, aan de school gewyd, voor den ernst en de toewijding, waarmede zy hot onderwys hebben gegeven, en voor al hunne pogingen om den leerlingen, onder het ver worven van kennis en bekwaamheid, edele gevoelens in te boezemen. De ondervinding, in de laatste maanden op gedaan, heeft het bestuur ernstig doen over wegen, of het niet raadzaam zou wezen maat regelen te nemen om voor den ouden dag der leeraren te zorgen. Het is toch hard, tot den verdienstelyken leeraar, die niet meer kan, te zeggen: „ga in vrede; wy zullen uw werk aan jeugdiger krachten opdragen," wanneer men deze treurige mededeeling niet eeniger- mato verzachten kan. Het Is zoo. Maar het onmogeiyke kan van niemand gevergd wor den, ook van het bestuur niet. Bestuurderen zyn in dit opzicht niet zonder zorg en over wegen met nauwgezetheid of zy niet iets kunnen doen. Maar wat'baten de zorgvuldigste overwegingen, wanneer de middelen ontbre ken om zelfs het geringste tot stand te brengen? Bestuurderen herinneren zich altijd met groote dankbaarheid, dat een hunner warmste vrienden het Genootschap een legaat heeft geschonken, en geven de hoop niet op, dat zyn edol voorbeeld odele navolgers zal gevonden hebben en vinden zal. „Wy gunnen al onzen vrienden," aldus vervolgde spreker ongeveer, „een lang en gelukkig leven, maar wy hopen dat, wanneer eenmaal hun levens draad zal zyn afgesponnen, wij hunne nage dachtenis zullen zogenen, niet slechts om hetgeen zy tydens hun leven voor het Ge nootschap gewoest zyn, maar ook om het geen na hunnen dooi van hunnentwege tot ons komt. Hoe zelden vindt men op de lyst van nuttige instellingen, aan welke een legaat vermaakt is, den naam eoner school! In dit opzicht zyn wy niet vooruitgegaan. In de vorige eeuw, waarop, als 't het onderwys geldt, met minachting wordt neergezien, was het geene zeldzaamheid, dat de fondsen eener school door aanzienlyke legaten werden ver sterkt. Zyn er onder de thans levende ver mogende mannen en vrouwen geene Riemers- ma's en Huguetans meer, bereid om aan een deel van hunnen overvloed eene bestemming te geven ten bate der gemeenschap?" Het vervolg mot de opgaaf der eindexamens, bekroningen enz. komt voor in het 3de Blad. Gemengd Nieuws. In do afgeloopen week werden hier ter stede aangegeven één geval van diphtheritis en één geval van typhus, beiden met doodelyken afloop. Nadat gisteravond het hoofd- bedeksel van het 5'/j-jarig zoontje van B., wonende in de Bakkersteeg, by de Haarlem merstraat, alhier, in de Oude Vest was dry- vende gevonden en dat jongetje maar niet huiswaarts keerde, is men y verig in genoemd water aan 't visschen gegaan, ten einde zeker heid te verkrygen of het kind al dan niet zou verdronken zyn. Hedenmiddag verkreeg men dan ook die treurigezekerheid, want het lykje van den vermiste werd er opgehaald. Het gerechtshof te 's -Grave n- hage heelt by arresten, heden gewezen, ver nietigd lo. het vonnis der rechtbank te dier stede, waarby een arbeider uit Noordwyk werd vrijgesproken van diefstal van twee yzeron sprenkels uit een land onder Noordwyk. Do bekl. werd alsnog veroordeeld tot 1 maand gevangenisstraf; 2o. het vonnis derzelfde rechtbank, waarby de gepensionneerde officier van het "West- Indische leger, te 's-Hago, wegens beleediging zyner van tafel en bed gescheiden echtgenoote in eene door hem aan haar toegezonden brief kaart, veroordeeld werd tot twee maanden ge vangenisstraf. Den bekl. werd nu eene geld boete van ƒ50 opgelegd; Daarentegen werd bevestigd het vonnis der rechtbank te 's-Hage, waarby de heer Willink Ketjen te 's-Hage wegens- smaad jegens den minister van koloniën is veroordeeld tot 25 boete. Het Hof besliste dat beklaagde do waarheid van het door hem ten laste gelegde ook door het getuigenverhoor in hooger beroep niet heeft gestaafd. Gisteravond is Bontekoe weer by het lyk van de verslagene in het zieken huis te Rotterdam gebracht, in tegenwoordig heid der justitie. Op de godane vraag of hy het slachtoffer kende, antwoordde hy koelbloedig: „Dat is myn meid; die heb ik vermoord". Het concours „Hippique" dat heden te Amsterdam zou plaats hebben, is uitgesteld tot 5 Mei. Onder bevel van den eersten luitenant Coster is een poleton huzaren uit Deventer gisteren naar Nieuw-Amsterdam vertrokken. De te Queenstown binnengeko men stoomboot „Britannic" van de White Star Line, heeft de tyding medegebracht dat de Britsche passagiersstoomboot „Hyaktin Mon", in den avond van den elfden Maart, in de zee van Japan, tot de waterlyn toe was afgebrand. Van do 07 passagiers ver brandden er 16. Onder degenen, die het leven verloren, was de opperste rechter van het hof van Neoboka. De kapitein en verscheidene stokers werden ernstig gewond, en van de lading werden 2400 colli vernield. Het wrak is te Osaka binnengesleept. Telegrammen. FLORENCE, 20 April. Ter eere der koningin van Engeland had een fakkeloptocht plaats met meer dan 6000 lampions. De militaire muziek was in den stoet. Er heerschte veel enthousiasme. LONDEN, 20 April. Een byzonder gezant schap vertrok naar Berlyn om officieel de komst van koningin Yictorio mede te deelen tegelykertyd vertrok eene sterke wacht detec tives tor byzondere bewaking der koningin en om de Berlynscho politie behulpzaam zyn in het opsporen van Fenians en vo dachtte Ieren. BERLIJN, 20 April. (N. R. c.) Terwjjl g durende de beide laatst verloopen dagen koorts zóó hevig was, dat de keizer zjjn t wustzyn verloor en vaak zelfs zyne naa* bloedverwanten niet meer herkende, is f dag van heden vry gunstig en, hoewel zj, zwak, was de keizer toch voortdurend b bewustzyn. In tegenstelling van vroeger,t<n de hooge lyder steods vol hoop bleef, ia hod;, zijn geest telkens met gedachten aan d( naderenden dood vervuld; hy vroeg dan oo onomwonden aan de geneesheeren, hoe zy hem nog te leven gaven, en toonde daarb volle berusting in zyn lot. Slechts oenma ontglipte hem by hevige pyn de verzuchting „Ach, laat my spoedig sterven!" Behalve eene krachtige voeding noemt i keizer ook arsenicum in, dat als middel tega het plaatseiyk lyden werken en tevens krachten opbeuren moet. Morphine en ant pyrine werden sedert de laatste twee da»; niet meer toegediend. In den loop van di namiddag sliep de Keizer eenige oogenblikk9 De goheele keizerlyke familie was heli in het paleis van Charlottenburg byeen. Heli avond zal er nog een consult der genei heeren plaats hebben. In den loop van den avond is de kooi weder gestegen en de ademhaling moeiiyt geworden. Middernachtvoor den ingetreden nat laat zich de toestand des keizers als ernstig aanzien. PARIJS, 20 April. Hedenmiddag worth) weer het bericht verspreid, dat de keizer» Duitschland reeds was overleden, maar nams het minisierie van buitenlandsche zaken we deze tyding terstond tegengesproken. BERLIJN, 21 April. De „NorddeutscheA gemeine Zeitung" deelt mede dat de ke» ofschoon hy gisteren het bod niet heeft n laten, zich toch met de regeeringszakenhs beziggehouden. De namiddagslaap is niet steord. De keizer gebruikte het gewone vost in voldoende hoeveelheid. De afscheiding stoffen uit do keel dnurt voort. BERLIJN, 21 April. (9 u. 's morgens.) keizer heeft een minder gunstigen na: doorgebracht. De koorts is iets hoogor 1 gisterochtend. De ademhaling is vry go maar de algemeene toestand is niet zoog: stig als gisteren. Dit bulletin is ondertooke door de doctoren Mackenzie, Wegner, Km Hovell, Leyden en Senator. Weerbericht (medegedeeld door het Kon.ïi Met. Instit.) Verwachting: wind noordwe Thermometer-stand: gisteravond om8ui 6° Celsius 42.8° Fahrenheitheden® gen om 8 uren 7° C. 44.6° F.; 's rnidd. uren 9° C. 48.2° F.; 'snamiddags 4ui 9° C. 48.2° F. Het stoomschip „Prins Frederik Hendii is 15 April van Amsterdam te Paramanl aangekomen. Leiden, 21 April. Hedeu aangevoerd: Tv 3 hectoliter. Wintertarwe 6.70 a 7.56 Zomertv 6. G.50. Rogge H. L. Wlnteiroggo (•-- ƒ-.Zomenogge ƒ-.a ƒ-.Gerat 5 1 Zomergerst ƒ3.75 a ƒ4.50 Chovalier-gerat ft a 5.75. Haver 8 B. L. Zware Haver 3.35 3.75. Lichte Havor ƒ2.75 a 3.25. Mais3H. ƒ5.50 a 76.50. Boter: Aanvoer 8450 kg. late qnalit. per V: 42.a ƒ18.2de qnall'per V* rat 82.— 40.late qnalit. per kilo.-r. 105 a ƒ1.20;! qualit. per khogr. 0.80 ƒ1. Lange Zwarte Turf 15000 dubb hectol., ƒ0.221'*- Amsterdam, 21 April. Beursbericht. Hl landsche fondsen waren heden vast met animeerde affaire. Oblig. 3'/s pet. N. ff- met goede koopers (men zegt voor de E geering.) Oostenryksche fondsen met veel binne landsche verkoopers pet. lager. Amerik. Spoorwegwaarden meerendeels beti Zij, die zich nu abonneeren het Leidsch Dagblad, ontvangen! tot 1 Mei verschijnende numrne gratis. Van het kwartaal Maai April en Mei wordt dan alleen i laatste maand (ad 3? Cts. vo Abonné's binneh de stad en ad Cents voor die buiten de stad woo achtig zijn) in rekening gebracht. ADTERTENTIËN^ Myne geliefde Vrouw beviel heden vo spoedig van een Zoon. Mr. J. MOLENAAK. Wadjukgsveen, 20 April 1888.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 2