n. mx Woensdag jL@ A0. 1888. pit nommer bestaat uit TWEE Eladen. Eerste Blad. <§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§pn- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 17 April. Peuilleton. Een geknakt leven. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor L«W*a per 8 nnxndon1.10. franco per po«t1.40. Aiuonderlflke Nommars0.05. Offioleele Kennlsgeyinjjoii. PRIJS D32L ABVBRT3NTTEN: Vergadering van den Gemeenteraad Tan Lelden, Donderdag 19 Apiil, dea namiddags to twee uren. Pasten ter behandeling: I71°. Benoeming van twee Bestuurders der Stedelijke Werkinrichting. (71) 12^. Idem van een leeraar in "Wiskunde aan he^ Gymnasium. (74) 8t. Verzoek van B. F. N. Franse, om terugbetaling van sohoolgeld, lager onderwijs. (69) 4°. Btaat van af- en overschrijving op de begrooting der Bank van Lcening, voor 1887. (70) Sapplotoiro Staat van begrooting van do Stpde- lijke Werkinrichting, voor 1887. (72) Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dientt 1888. (73) BROKWET. Burgemeester en Wethouders van Leidon brongen tr tlgemeene kennis dat door S. L. VAK DEN BERG, lhicr woonaohtig, een verzoekschrift is ingediend Jtn vergunning voor den verkoop van sterken drank iin bet klein, in het perceel Rijnstraat No. 23. Burgemeester on Wethouders voornoemd, Leideu, DE KANTEB', Burgemeester. jl?Apnll888. E. KIST, Secretaris. PARC VACeiSWüÈütE. Burgemeester en Wothoudors van Leiden brengen Iter algemeene konnis dat op Donderdag 19 April m.dos namiddags van 2 tot 3 uren, zitting zal morden gehouden in het Elisabethshof aan de Onde west, tot het vorrichten van inenting tegen be- f&Hug van een f 1 per persoon. Burgemeester en Wethouders voornoemd, g Leiden, DE KANTER, Burgemeester. jl7 April 1888. E. KIST, Secretaris. Aan den gemeenteraad wordt door B. on Ws. ter vaststelling aangeboden bet kohier dor plaatselijke directe belasting, dienst 1888. Het belastbaar inkomen bodraagt 5,406,329, zoo 125,704 meor dan in 1887, terwijl het ntal aanslagen bedraagt 5689 tegen 5660 1887. Volgens de begrooting voor dit jaar kan gehe ten worden ƒ136,000, waarbij wordt gevoegd I pCt. voor oninbare posten ad 6800, zoodat bn bedrag wordt verkregen van ƒ142,800. By het opmaken van het kohier is tot nndelag genomen een lieffingscijfer van 16 pCt., ton gevolge waarvan het kohier thans jedraagt140,554.65, alzoo 2245.32 minder het bedrag, waarop het binnen do grenzen Ier begrooting zoude kunnen worden vast- |esteld en waartegen uit den aard dor zaak "n bezwaar kan bestaan. Ka bekomen goedkeuring van de Godopu- erde Staten zal alsnu de belasting in acht termijnen kunnen worden ingevorderd, het geen ten zeerste in het belang is van de belastingschuldigen evenzeer als van de ge meentekas. Curatoren van hot Gymnasium hebben don gemeenteraad doen toekomen eeno lijst van sollicitanten naar de met 15 April a s., door het aan den heer dr. J. G. Van Deventer verleende eervol ontslag, openvallende betrek king van leeraar in de wiskunde aan genoemde instelling, benevens de door hen overgelegde stukken. Van hen, die bevoegd zijn om met do be trekking te worden bekleed, achten curatoren, na rjipe overweging en op grond van betrouw bare inlichtingen, dr. J. S. G. Gleuns, leeraar aan het Progymnasium en do Rijks Hoogere Burgerschool te Gouda, hot meest aanbevelens waardig. De inspecteur dor gymnasia beveelt hem eveneens met warmte aan. Hot is echter gebleken dat bij eerst twee maanden na aanvrage recht heeft op ontslag uit zjjne tegenwoordige betrekking van leeraar aan het Progymnasium te Gouda, zoodat hi), indien hy hier wordt benoemd, eerst omstreeks 15 Juni z(jne betrekking zal kunnen aanvaarden en slechts voor zeer korten tijd in dezen cursus werkzaam zal kunnen zijn. Het zal dan, wil het onderweg in de wis kunde na het vertrek van den heer Van Deventer niet stilstaan, noodig wezen, het geven van dat onderwijs tijdelijk aan een ander op te dragen en, ton einde, ter bevordering van eenheid in hot onderwijs, niet te dikwijls wijzigingen in het onderwijzend personeel te brengen, zouden curatoren het wenschelijk achten dat do eventueel te nemen tijdelijke maatregel tot bet einde van den tegenwoor- digen cursus werkte en dr. Gleuns werd be noemd met ingang van 15 Juli 1888. Mitsdien bevelen curatoren hem voor eene zoodanige benoeming bij den Raad aan. Voor de eerste maal in het openbaar gaf da Leidsche Christelijke Zangvereeniging „Excelsior" gisteravond eene uitvoering in de zaal van „Zomerzorg", ten voordeele der christelijke scholen voor on- en minvermogen den in deze gemeente. Of het belangstelling, mogelijk nieuwsgie righeid ware in of naar do krachten der nog jonge zangvereeniging, dan wel een streven om bi) te dragen tot het welslagen van het doel, dat zich „Excelsior" met de uitvoering bad voor oogen gesteld, wat de reden daar voor dan eek mocht wezen, de zaal was gehoel gevuld. Behalve do werkende ledon, verleenden ook nog eenige dames en heeron, niet-ledon der vorooniging, hunne zeer gewaardeerde, wel willende medewerking. Na oen inleidend woord van den heer J. D. B. Brouwer, emeritus predikant alhier en lid van hot bestuur van meergenoemde scholen, waarbij Dij o. a. wees op de verschillende vertalingen, welke er zijn voor het dovies der zangvoroeniglng, voor het woord „Excelsior", en het een en ander zeide met betrekking tot de christelijke scholen in het algemeen en met die te Leiden in het bijzonder, nam de uitvoering een aanvang met de „Hymne" op. 96 van F. Mendelssohn, waarin de alt-solo eene gewichtige taak had te vorvullen. De stem van haar, die zich van die taak kweet, was in den beginne wel eenigszins zwak en onzeker, maar herstelde zich zeer spoedig en deed zich 'in het koraal, dat ook door hot koor uitnemend werd uitgevoerd, kennen als zeer zuiver en toonvast. Was het inzetten der tenoren in de „Motette" (Psalm 121) van E. F. Richter verre van krachtig, het quartet kwam des te beter t»t zyn recht, hetgeen oveneens het geval was met het sextet, in de „Motette" (Psalm 91), oek van Richter, al ware het eenigszins won- schelyker geweest, zoo de bas-party, welke in hot quartet zoo flink optrad, en nu wel zeer zuiver werd gezongen, aan die zuiverheid meer kracht had gepaard, vooral met betrek king tot do tenor-party, welke nu en dan wol wat al te veel om den boventoon scheen te dingen. Na de pauze werd het eerst ten gehoore gebracht „Psalm 23", eene toonzetting van den directeur der vereeniging, den heer B. H. Gebhardt, Zoowel hot vrouwen- als hot man nen koor zong hier met veel uitdrukking en kleur; vooral daaraan was het dan ook toe te schryven dat dit werk vol melodie den com ponist dezen avond het welverdiende loon bracht voor zyn arbeid in deze. In „Motette No. 2" van E. F. Richter klonk de aanhef „Vom Him mei hoch, da komm' ich her", byzonder zuiver en der sopraail- soliste, die dit godeelte ten gehoore bracht, komt in het byzonder oen woord van lof toe voor de flinke wyze, waarop zy dion aanhef begon; in het quartet met koor waren de piano's van het mannenkoor, in hetbyzonder der bassen, soms wel wat al te zacht; daar entegen maakte bet slot „Lob, Ehr' sei Gott im höchBten Thron", door het geheele koor, een uitnemenden indruk. Het laatsto nummer van het programma, Tut 1—S ngala 1.0(. Mtrt rtgtl mtprJO£l\. Qroot-erv letton neer pleeternimto. Voor het in- ceeseeren bolton de eted wordt 0.10 berekend. Mendelesohns schoone, welbekende compo sitie „Psalm 95", werd geheel naar eisch ten gehoore gebracht, en dat wel ondanks het geringe aantal mannolyke werkende loden. De tenorsolo-party werd op gevoelvolle wyze voorgedragen; hy, die haar vervulde, de heer R. D., uit Rotterdam, heeft alle aanspraak op een woord van warme hulde. En nóg voor- treffeiyker zou de vervulling der party ge weest zyn, zoo de zanger in zeker gedeelte aan het slot de maat eenigszins had versneld. Het „Kommet herzu I lasst uns dem Herm frohlocken" werd door haar, die de sopraan- party in Motette No. 2 zoo voortreffeiyk ver vulde, ook nu woder hoogst verdienstelijk gezongen, terwyi de canon vol ultdrukkiug werd ten gehoore gebracht. Het sopraan duet klonk zuiver, de stemmen der beido sopranen vulden elkander op uitstekende wyze aan en, waren de vele bijvalsbetuigingen tel kenmale verdiend, ditmaal was dit in het byzonder hot geval. De zangvereeniging „Excelsior" heeft ge toond volle recht van bestaan te hebben; zy heeft bewozen onder leiding van den heer B. H. Gebhardt op den goeden weg te zyn. Jammer echter mocht het heeten dat gisteren van den directeur zoo veel werd geëjscht en dat niemand zich belastte met het plano- accompagnement. Niet dat dit accompagnement er alsdan by zou winnen, dat zy verro, maar do leden der vereeniging zouden wellicht beter beseffen wat het zeggen wil dat er iemand staat te dirigeeren. De enkele malen toch dat dit laatste gisteravond (wanneer do piano zweeg) het geval was, bleek het dat hot koor te weinig de blikken richtte op den dirigeerstok en blykbaar te voel zocht achter de gedrukte noten en woorden. De heer ds. S. H. J. Do Wolff dankte den directeur en de leden van „Excelsior" als lid van het bestuur dor Christelyko scholen alhier en eindigde met nog eon beroep te doen op do offervaardigheid der aanwozigen, er byvoegonde dat de heer Brouwer en ook hy zich nog stoeds bereid verklaarden, giften in ontvangst te nemen. - Aan tion der jongelingen, die zich alhier vrijwillig in don wapenhandel hobben geoefend, zal een getuigschrift van voldoendo practisclio bruikbaarheid en theoretische kennis worden uitgereikt door den kolonel van het 4de reg. infanterie. Het examen, dat aan het uitreiken vooraf moet gaan en waarvan do afgifte af hangt, is gisteren door den kolonel in persoon afgenomon. Zy, die in 't bezit zyn van bedoeld getuig- Zoo leefde ik voort, dééd op tyd myne fcamens on promoveerde later tot meester in 4i rochton. Myn studententyd is een van de gilukkigste tyden van mijn leven geweest. Pant nauwolyks had ik een jaar op de aca- Ismls doorgebracht of ik leerdo, door een |)ava], een meisje kennen, dat my, van het urate oogenblik af, dat ik haar zag, belang lboozemdo. Eens nl. toen wy, vrienden, uit an gegaan waren en uitstapten by een lament, waar wy plan hadden eonigo uren bljjren, zaten niet ver van ons tafeltje te hecren en twee jonge dames. De afstand M ovenwei to ver om to hooien wat er prd gesproken, maar toch moende ik'op te 'arken dat eone der dames nu on dan ver- '°o:d om zich heen zag en weinig genoegen san to smaken. De heer naast haar deed alle aS'to om zich by haar op te dringen, maar het "akte hom niet. oenigen tyd gezeten to hebben, stond viertal op en zag ik hen naar -het water an, dat vóór de uitepanningsplaats kabbelde. Mot myne oogen volgde ik al hunne bo wogingen; ik zag lien in eene boot stappen om een weinig te gaan roeien, en juist zou een der heeren het vaartuig van wal stooton toen hot ranke bootje omsloeg en allo vier in de diepte verdwenen. Oogenblikkelyk sprong ik van myn 6toel op en vóór dat myne vrienden nog eigeniyk wisten wat er gebeurd was, stond ik aan den wal, ontdeed my zoo schieiyk mogelyk van myn jas en vest, sprong in het water en dankte in dab oogenblik den hemel, dat ik in myne jeugd zwemmen had geleerd, 't Spreekt van zelf, alleen kon ik de drenkelingen onmogeiyk redden; wel waren ze weer boven wator gekomen, doch roy'no krachten schoten hier te kort. Een der heeren, dez3lfde, die naast de jonge dame had gezeten, die zoo verstrooid rondom zich had gezien, was eveneens eon geoefend zwemmer, want hij bereikte spoedig den wal, beproefde uit het wator te komen en liep, toen hem dat gelukte, naar het logement om, zooals hy ons toeriep, eenige touwen te halen. Yóór hij echter terugkwam, mocht ik, mot behulp myner vrienden, het geluk smaken de drenke lingen behouden aan land te brengen en trokken wy naar ds uitspanningsplaats om, als het kon, van kleederen te verwisselen. Toen hy ons zag aankomen, trad de moedige man do deur uit en vroeg aan zyno damo, die ik ondersteunde, hoe het haar ging, en of zy ook geschrikt was. Zy zag hem aan en, zonder to antwoorden, keerde zy haar lief gezichtje, dat nu door den ultgestanen angst bleek en kleurloos was, naar my toe en zoide „Ach mijnheer, hoe ?al ik u voor dezen dienst myn dank betuigen 1 Zonder uwe hulp waren wy allen omgekomen." Ook de andoren be dankten my hoogst vrlendelyk en ik stamelde, terwijl ik van koude blbborde: „Ieder ander zou hetzelfde in myne plaats gedaan hebben." Daarby kon ik niet nalaten even den man aan te 2ien, die ln de eerste plaats de reddende hand moest uitgestoken hebben. Wij gingen naar binnen, en toen ik mij zooveel mogoiyk had schoon gemaakt, reden w# weg, en ik had het genoegen gesmaakt eenige mensclien to redden, die ik nog nimmer had gezien en nu nog niot eens kende. Blyöo was ik, toen wo de poorten der stad binnenreden, want gy begrijpt dat bet met een rat pak onnloizierig was in een wagen te zitten. Op myne kamer gokomen, ontdeed ik mij dadelijk van alles en begaf mij te bed. Dit voorval haaldo my evenwel eone zic-kte op den hais, waaraan ik veertien dagen suk kelde. Gedurende dien tijd, toen ik zoo eenzaam en verlaten op myn bed lag, had ik iöder oogenblik aan haar gedacht, en vaak wanneer ik sliep verscheen my haar liefelyk beold in den droom, en wat ik ook deed om dat beeld uit myne ziel to bannen, 't gelukte myniet; met andere woordenik was verliefd. Toon ik tot die ontdekking kwam, zeide ik tot rnjj zeiven; Dwaas, dio jobent, wat geeft jojo ver liefdheid, jy weet immers niet eens of zy je liefde beantwoordtwie weet of zy het geheele voorval on u niet reeds lang vergeten heeft zet die hersenschim toch uit je gedachten.' Doch dat was my eene onmogclykheidaltyd on by alles was het of zy by mij stond; duideiyk zag ik haar gelaat, ovonals toen k haar aan myn arm naar do herborg geleidde en nög klonk my hare liefelyke stem in de ooren: „Hoe zal ik u voor dezen dienst mijn dank betuigen!" Toen ik weder hersteld was, deed ik wat allo veriiefdo jongens doenik dwaalde dooi de straton dor stad, om zoo mogelyk mijne drenkelinge weder to zien. Doch het mocht mij niet gelukken. Hoe dikwijls ik reeds door do stad gewandeld had zovJov haar te zien, dat weot ik niot, (.Wordt, Vervolgd!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1