N>. 8635.
fezs igourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fêpn- en feestdagen, uitgegeven.
|l)it nomiiier bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 11 April.
Peuiileton.
Aan den rand des afgronds.
Donderdag 12 April.
ÜOoü.
DAGBLAD.
h
PSUB DEZER COURANT?:
foor Ltidan yr 8 maanden1.10.
j'ranco per poai1.40.
4&onderltfke Nonunara.0.06.
PRIJS DHR XOXTBRTRHTTEDT:
Tu 1I r»(«l« 1.0S. I»d«r» regel meer /O ltJ,
Giootere lettere ne.r pleeUnüiete. Voor het ia-
ouiwtD buiten de et.d wordt 0.10 berekend.
Offloieele Konni^evi on.
DKAXEWET.
Burgemeester en Wethoudere van Leiden brengen
ter algemeene kennis dat'door FERDINAND ALEXAN
DER MARIE VAN OLFFEN, alhier woonachtig, ©en
verzoekschrift is ingediend om vergunning voor don
verkoop van sterken drank in het klein, in het perceel
iTionwenateeg (wijk IV) No. 1G.
Burgemeester en "Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgomeestox.
11 April 18S8. E. KIST, Secretaris.
De Nederlandsche mail, met berichten uit
Batavia tot 9 Maart, wordt hodenavond on die
.an Brindisi morgenochtend alhier verwacht.
I - Den uitslag dor verkiezingen in Breda,
Druten en Steenwyk vindt men onder de
jlaatste borichten vermeld.
Naar hot „Hbl." verneemt, heeft de heer
W. Bake zyn ontslag genomen als lid van
den gemeenteraad van Amsterdam.
- De onlangs by het leger ingevoerde
veldverbandpakjes, welke bestemd zyn om
by mobilisatie aan officieren, onderofficieren
ten minderon te wordon uitgoreikt, zyn opge-
pegd in do militaire hospitalen en ziekenin-
iichtingen van de garnizoenen, waar zich
roepon van het veldleger bevinden. Te velde
lullen deze verbandpakjes worden meegevoerd
n een binnenzak van de kapotjas.
Aan do by do corpsen ingedeelde officieren
van gezondheid is opgedragen om onderricht
gevon aan de officieren en onderofficieren,
alsmede aan de voor ziekendragers bestemde
Hinderen in het gobruik van het vorbandpakje.
De gemeenteraad van 's-Oravenhago hooft
iin zyne gisteren gehouden zitting aangenomen
hot voorstel tot roorganisatio dor brandweer,
net oen vast corps van 21 man, dat op de
brandweortelegraaf en tot verbouwing van het
Centraalstation in do Lombardstraat.
Op kosten van de directie der Haagscbe
Tramwegmaatscbappy zal, op last van don
ainister van binnenlandsclie zaken, door des
kundigen een onderzoek worden ingesteld of
door don districtsveearts terecht dioronschurft
ontdekt onder de paarden dier maatschappy,
hetgeen door de onderneming ontkend wordt.
Tot deskundigen, belast met het onderzoek,
zyn door den minister benoemd do heeren:
dr. A. W. Wirtz, directeur van 's Ryks
Jveeartsenyschool te Utrecht, voorzitter; H.
II. Stiekkel Schoemaker, militair paardenarts
lste kl. to Leidon; J. T. Laméris, districts
veearts te 's-GravenhageJ. Poela, plaats
vervangend districts veearts te Botterdam, en
G. De Jong, inspecteur van politie, belast
met hel opzicht over het voorwezen te 's-Gra
venhage. Het onderzoek zal heden een aan
vang nemen.
Omtrent de pogingen tot vorming van
een nieuw ministerie deelt, evenals de „Stan
daard", nu ook het „Vad." mede dat de bladen,
die beweerd hebben dat de heer Mackay by
den Koning geweest is, verkeerd waren in
gelicht. Maar, al is de heer Mackay door den
Koning nog niet ontvangen, waar biyft het
toch dat door den heer Mackay aan Z. M.
eene mededoeling is gedaan.
In allen gevalle is het zeker dat de kabinets
formatie niet gemakkolyk gaat. De heer Mackay
moet het allereerst gegaan zyn naar den heer
Hartsen, door dr. Kuyper te Alkmaar gesteund,
en van dezen naar den koloniaal-liberalen
Staatsraad Van der Hoovon, doch geen van
beiden mocht hy overhalen. Verschillende
staatslieden zyn daarop door hem gepolst,
sommigen met succes, zoodat men aan 't eind
der vorige week meende te mogen verzekeren,
dat het kabinet gereed was. O. a. zou de hoer
Buys de portefeuille van justitie bekomen;
de heer Westorwoudt of Godin De Beaufort,
die van financiëndo heer Gericke, onze ge
zant to Madrid, die van buitenlandsche zaken
de hoer Havelaar dio van watorstaatkolonel
Schimmelpenninck of generaal Van der Beek
dié van oorlog; kapitein tor zee Wirix die
van marine.
Daarna schynen er echter moeiiykheden te
zyn gekomen. De leiders der antirevolutionaire
party kwamen er tegen op, dat de gauche
in deze samenstelling geheel ontbrakde eisch
oener reorganisatie werd gesteld. Daarop is
de portefeuille van koloniën aangeboden aan
den hoer Keuchenius, die bereid is haar te
aanvaarden, doch zyne voorwaarden stelt.
Over die voorwaarden is men thans in onder
handeling. Inmiddels heoft de heer Wester-
woudt bepaald bedankt, terwyl het twyfel-
achtig is of men don heer Godin De Beaufort
in de combinatie zal opnemen, daar men de
Kamer zelve niet van hare beste krachton
ontblooten wil. Ook wordt thans betwyfeld
of de heer Buys eene portefeuille zal erlangen,
en wordt voor justitie de heer Lohman ge
noemd.
Wordt de heor Boelaerts te Steenwyk ge
kozen, dan is het waarschynlyk dat zyne
vrienden zullen trachten hem op den presi.
dentszetel te brengen. Doch ook de heer A.
Schimmelpenninck komt in aanmerking. De
kansen voor don heer Schaepman, zegt het
„Vad." ten slotte, moeten minder goed staan.
Hot bestuur van het „Paleis voor Volks-
vlyt", te Amsterdam, heeft van den heer T. A.
Huizinga ln Juni 1887 een plan ontvangen,
strekkende o. a. om in het gebouw een „Café-
Chantant" te houden, waartoe zich een ge
gadigde als pachter voor f 10,000 zou hebben
opgedaan. Op verzoek van het bestuur diende
de heer H. zyne plannen van verbouwing in,
welke in handen werden gesteld van den
ingenieur-architect den heer A. L. Van Gendt.
Deze bracht er nu twee rapporten over uit,
waaruit blykt dat de bedoeling van den heer
H. ie de rechter-voorzaal in te richten tot
café met biljartzaal, do linker-voorzaal tot
café-chantant; de link er-achterzaal voor per
manente tentoonstellingen van kunst en indus
trie de rechter achterzaal voor feestelyke ge
legenheden; in den tuin „drinkhallon" te bou
wen en in de groote zaal een „bar" aan te
brengen, enz.
De heer Van Gendt betoogt dat de aan
brenging van tusschenmuren onderheiing
noodig zou maken, daar by de bestaande fun-
deering de last niet zonder gevaar voor het
gebouw zou kunnon worden gedragonverder
dat do dagverlichting zou moeton worden
vorboterd; do verwarming, met het oog op
brandgevaaar, behooriyk ingericht, do privaten
beter goplaatst en tal van andere vereischten,
waardoor de verbouwing niet 98,000, zooals
eeraamd word, maar zeker wel 1!/, a 2 ton
zou kosten,
De vergadering van Deputaten van het
Synodaal Convent mot kerkeraadsloden van
de Christoiyk Gereformeerden werd giater-
morgon te tien uren in „Frascati" te Amster
dam door dr. Kuyper geopend. De uitkomst
overtrof, verre de verwachting. Tusschen de
G00 en 700 personen waren tegenwoordig.
Do beraadslagingen hadden een zeer geregel-
den loop. (Std.)
Uit Vlissingon schryft men dd. 10 April
In don afgeloopen nacht overleed alhier do
bekende held uit den tyd der Belgische om
wenteling, Jacob Hobein, gepensionneerd op
perstuurman der marine.
Te 's-Gravenhage den 8sten Januari ge
boren, trad hy vroegtydig in den zeedienst.
Als matroos in het jaar 1831 dienende aan
boord van Zr. Ms. kanonneerboot, had Hobein
zich zwemmende begeven naar eene sloop
van dit vaartuig, welke op de Schelde, by
het fort Philippine, op lager wal geraakt
zynde, gevaar liep, met haro Nederlandsche
driekleur, in handen des vyands te vallen.
Ondanks den kogelregen, wist Hobein de sloep
te bereiken en sloep en vlag te redden.
Voor dit heldenfeit werd Hobein dadolijk
met de Militaire "Willemsorde bekroond en
later tot Broeder in do orde van den Noder-
landsehen Leeuw benoemd, terwyl Hobein by
het 50-jarig jubilé van zyne daad, op 19
Maart 1881, de Eikekroon hoeft ontvangen.
In den zeedienst klom hy tot den l^oogsten
rang beneden dien van officier op, nl. tot
opperstuurman, en word na 50-jarigen dienst
in 1875 als zoodanig gepensionneerd.
Hy zal met militaire eer worden begraven.
De reis, welke de ingenieurs C. Do Bruyn
en A. E. Kempees van rykswege naar het
buitenland zoudon doen, ter bezichtiging van
eonige waterstaatswerken, is onbepaald uit
gesteld.
De heer W. H. Hubrecht, hoofdingenieur
van den waterstaat, is gisternamiddag te
Haarlem na eene kortstondige ziekte overleden.
Het stoomschip „P. Caland," van Plymouth
Daar Rotterdam, is 10 April Dover gepasseerd
de „Edam," van Amsterdam naar Niouw-York,
passeerde 11 April Lizard; do „Gelderland,"
van Batavia naar Botterdam, vertrok 10 April
van Marseille; de „Prinses Wilhelmina," van
Amsterdam naar Batavia, arriveerde te Padang
10 April; de „Botterdam," van Niouw-York
naar Rotterdam, passeerde 11 April Lizard.
De gewone audiëntie van den minister
van koloniën zal op Vrydag 13 April a. s.
niet plaats hebben.
Z. M. heeft aan den heer P. Cb. Van
Lennep, consul-generaal der Nederlanden ln
Griekenland, vergunning verleend tot het
aannemen der versierselen van commandeur
der orde van Karei III, hem, namens don
koning van Spanje, door de koningin-regentes
geschonken; met ingang van 16 April 1888,
benoemd tot directeur en onderwyzer der
Rykskweekschool voor onderwyzers te Haar
lem, P. H. Van der Ley, thans onderwyzer
aan die school- als biyk van Zr. Ms. goed
keuring en tevredenheid, de zilveren medaille
en oen loffeiyk getuigschrift, ingesteld by
koninklyk besluit van 22 Sept. 1855, toege
kend aan C. Boon Mzn., schipper, wonende
te De Coksdorp (Tessel), wegens moed, beleid
en zelfopoffering by de redding van den schippor
en den knecht van een in de nabyheid van
het eiland Tessel op 11 Oct. 1887 gezonken
tjalkschip; mede als blyk van Zr. Ms.
goedkeuring en tevredenheid, de bronzen
medaille en een loffeiyk getuigschrift toege-
|84> DOOR
K. KOOPJIAKS VAX BOEUEKEX.
De zaak ongedaan, of zooals men dat
Inoemt, haar weer goedmaken, neen, dat
lkan onmogelyk. Maar, dank zy de gunstige
Ibeschikkingen der Voorzienigheid, nauwelyks
lbon ik drie schreden op den slechten weg
1 voortgehold, of ik word reeds gostuit, tegen-
I gehouden, tot staan gebracht. Dio vootstap-
lpon op den weg der zonde, ze staan daar,
Ion niemand kan zo uitwisschen, maar ik kan
I toch terugkeeren. Wat moesterske betreft,
I it hoop dat zij nog niot feitelyk afgedwaald
lis. En wanneer ik nu plechtig en ernstig
beloof dat ik voortaan door woord nech daad,
Idoor blik noch glimlach, my tegen Aafjezal
bezondigen, zou het dan nog wel noodig zyn
[dat ik de gemeente ga verlaten?"
„Ik weet het niet, Van Arkel! Ik geloof
I aan de oprechtheid uwer woorden en gevoelens,
maar moet ik niet vreezon dat gy, na ver-
lloop van eenigen tijd, weder u laat mee-
sleepen door uwe begeerte? Zoo goed als gy
belofte, aan Toontje gedaan, feitelijk hebt
geschonden, zoo kunt gy ook nu weer uw
woord verbreken. Do beslissing van dit punt
moeten wy dus nog, althans eene korte wyle,
uitstellen. Soms denk Ik: Ja, hoe hard het
moge vallen, Van Arkel moet vertrekken. In
die woning, welker tuin aan dien van Stuurs
grenst, is hy niet veilig. Wy mogen 't er
niet op wagen. Hier is van toepassing de
eisch t indien uw rechteroog u ergert, ruk
het uit en werp het van u 1 Maar dan vraag
ik my zeiven af: Handel ik niet te overyld,
ben ik niet al te wantrouwend, wanneer ik
Arkel nu reeds aanraad, zyn ambt neer te
leggen? In ieder goval acht ik het dringend
noodig dat gy meesterske verschooning vraagt
en haar belooft dat ge u voortaan tegen
over haar nooit weer zult vergeten. En ook
Alexander vraagt ge verschooning."
„Maar mag ik my zoo vernedeien; moet
ik niet mijn prestige ophouden?" vroeg
Van Arkel aarzelend.
„Zeker hadt ge uw prestige moeten
ophouden tegenover Aafje, en hadt ge u dus
zoo dwaas niot moeten aanstellen. Vernederd
hebt g;j u, toon ge zulke onbetaroelyke
praatjes hieldt. En door uw leedwezen te
betuigen en te erkennen dat gy ongelyk
gehad hobt, zult gy niet lager zinken in do
schatting der betrokken personen."
„Ge hebt gelyk, dominee! Ik zal verschoo
ning vragen, on doe dat nu vast aan u, want
lk heb ook u verdriet aangedaan. Vergeef
my ook dat ik daar straks in drift zulk een
onbetamolyken toon tegen u heb aangeslagen.
Door die vreeselyke verhalen, welke gy my
deedt, was ik van ergernis en bittergrievendo
smart geheel buiten my zolvon geraakt. Mag
ik hopen, dominee! dat gy, ondanks al het
gebeurde, my toch uw hand wilt reiken?"
„Ja, Arkel! ja! daar is myn hand. Ik wil
nog uw vriend zyn; van u hangt het af, of
wy vriendon zullen blyven."
„O, ik dank u, ik dank u harteiyksprak
Hector, terwyl hy de hand van Loods kramp
achtig drukte.
„Dank vooral God, myn vriend, wiens hand
u nog bytyds gegrepon heeft en teruggeleid
van den rand des afgronds!"
Den volgenden morgen liet dominee vragen
of Aafje ook even in de pastorie kon komen.
Toen Aafje aan dat verzook gehoor gaf,
werd zy op de studeerkamer ontvangen.
Loods ontving haar vriendelyk, maar zyne
stem klonk toch ietwat dof, toen liy zei:
„Wy moeten samen eens praten over eon
onderwerp, dat niet zeer vroolyk is." En
hierop gaf Loods met korte woorden to kennen,
hoe zy en Van Arkel gisteren bespied waren
door den jongen Welphorst, die van uit don
plataan alles gehoord en gezien had. Do
ontsteltenis van Aafje was groot en hare
smart niet minder. Zy smolt in tranen en
wilde zich voor Loods op do knieën werpen
om hem te bidden haar toch niot verdacht
te houden van onzedelyke handelingen of
woorden, in zake den heer Van Arkel. „Ik
bezwoer u, dominee! zoo kermde zy, „geloo
toch niot dat ik aanleiding gegeven heb
dat de burgomeester zich zoo onbescheiden
en onverstandig gedroeg! By Godl ik ben.
onschuldig!"
„Hoor eens, Aaf!" sprak Loods, „indion
gij tot nu toe onschuldig waart, gij zoudt
het zeker niet zyn gebleven. Neen, gij stondt
reeds aan den rand des afgronds. Of gy er
u van bewust waart, dat daar op weinige
schreden afstands een afgrond aan uwe voeten
gaapte, laat ik daar, maar dat gy er in
neergestort zoudt zyn, dat is zeker. Als door
oen wonder zyt gij gered.
(Wordt vervolgd.)