mans- en burgerstand aanschouwelijk voor
gesteld; „Hannes" geelt ons een kijkje inde
Amsterdamsche dievonworeld, en zyne jongst-
geborene pennevrucht, het hier gisteren ten
tooneele gevoerde „Malle-Anne", verplaatst
ons naar Limburg.
Hoeft ook ditmaal de auteur recht op zoo
veel loftuitingen, op zooveel bijval als hem
vroeger steeds ten deel is gevallen? Wy aar
zelen niet deze vraag bepaald ontkennend
te beantwoorden.
Schryver heeft als onderwerp van zyn
drama do verschrikkelyke kwaal gekozen,
waarmede een groot gedeelte onzer werkende
klasse van den huidigen tyd is behept, den zich
steeds verspreidenden en voortwoekerenden
kanker, wolke de hechte zuilen, waarop onze
maatschappü is gebouwd, ondermynt, het
socialisme nameiyk.
In de eerste acte schetst hy ons een onge-
lukkigon, rampzaligen man, een slachtoffer
van de theorie, welke, onder de leuze van
„Recht voor allen," opstand en revolutie
predikt. Hy typeert ons dezen als een ellen-
digen dronkaard, die zich niet ontziet zyue
werkzame, naarstige vrouw te bestelen, zyne
brave kindoren te vervloeken. Als hy echter
zich ook van de weinige spaarpenningen van
dezen wil meester maken, om het aan den
drankduivel te offeren, verzet de liefhebbende,
zorgzame moeder zich hiertegen met krachtig
gowold. Er ontstaat eene worstelingzy, eene
sterke Limburg3che, ontrukt haren echtgenoot
hot mes, waarmede hy haar heeft willen
dooden, om het hem zeiven in het hart te
stooten.
Slecht geleefd hebbende, maar braaf willende
sterven, verhaalt de doodeiyk getroffene aan
het inmiddels toegeschoten publiek dat hy
in zyn mes is gevallen, dat hyzelf do oorzaak
is van zyn dood.
Gehoel verschillend met den vader is diens
zoon André. Deze is een noeste, vlytige, ver
nuftige werkman. Eene belangryke uitvinding,
welke in zyn heldor brein haar ontstaan te
danken had, doet hem de achting van zyn
patroon, de liefde van diens nichtje verwer
ven, maar tevens haalt zy hem den nyd, de
wangunst zynor kameraden, der andere werk
lieden, op den hals.
Vooral togen één dezer, een weggejaagden
arbeider, een opruier, oen der gezanten van
het socialisme, heeft hy een verbitterden stryd
to voeren; zyn krachtige arm echter doot
hom de ovorwinning behalen; hy-vernedert
op de grofste wijze den apostel van het „vry-
heid, geiykheid en brooderschap" en dit in
tegenwoordigheid, in byzyn van vele anderen.
Deze, vervuld van het denkbeeld om eene bloe
dige wraak te nemen, om zyn beloediger te
tuchtigen en tevens eigen voordeel beoogende,
wil do fabriek, waarop de jonkman als onder
baas werkzaam is, in brand steken, den boodel
plunderen en het werk, de uitvinding, de
vrucht van zooveel arbeid, vernielen.
Een toevallig afgeluisterd gesprek door de
moeder van André, door Malle-Anne, doet dit
lielsche plan in duigon vallen; als de ellen
doling de fabriek wil binnendringen, plaatst
zy zich voor de poort, welke toegang tot deze
verleent, beveiligt met haar lichaam den
eigendom van den patroon van haren zoon,
en de toekomst van haar kind. Een moord
is het eonige middel om den booswicht te
doen slagen; hy aarzelt niet hiertoe zyne
toevlucht te nemen; Malle-Anne sterft echter
niet dadeiyk; voordat zy den jongsten snik
heeft gegoven, heeft zy het geheele snoode
plan en den naam van haren moordenaar
aan de justitie kunnen openbaren.
Ziethier dan eene beknopte schots van het
niouwe tooneelproduct. van onzen waardigen
acteur-auteur.
Nieuw is het echter niet; de eerste acte
bracht ons telkens het eerste bedrpf van
„Hannos" voor den geest; de laatste scöno
had veel overeenkomst met het slot van
„Zwarte Griet." De dialoog tusselien Wolf,
den opruienden socialist, en den heer Nooyens,
eigonaar der fabriek, waarby do eerste den
ander dreigde het hem bekende geheim to
openbaren, herinnert ons het gesprok tusselien
don nikker en Anne-Mie, en zoo aanschouwden
en hoorden wy meer tooneoltjes, welke ons
niet onbekend waren. Het gehoel scheen ons
toe te zyn oene verzameling van excerpten
uit Faassens andere stukken, alleen eon weinig
meer gearrangeerd volgens de methode der
oudere school, die der draken nameiyk.
Als schets, als teekening lieoft dit werk
hoegenaamd geen verdienste.
Zelf Liraburger, volkomen bekend met het
Limburgscho volk, ten eenenmalö vertrouwd
met de in dat gedeelte van ons land heer-
schende toestanden en gebruiken, durf ik
in gemoede verklaren dat het als Limburgsch
stuk eene absurditeit is, eene parodie op de
werkolykheid.
Ik houd mg overtuigd dat de heer
Faassen, zoo hy ooit den voet in de omstreken
van Maastricht, waar zyn stuk speelt, heeft
gezet, hy nooit oftenimmer eenige aandacht
heeft gewgd noch aan de bevolking, noch
aan hare gebruiken.
Taal, uitdrukkingen on kleeding waren
gehoel onjuist; wü zyn verzekerd dat
de Limburgsche fabriekarbeider by het zien
van zulke in fluweel gedoste kameraden, stellig
in de meeniug zou verkeeron dat de carna-
valstyd was aangebroken. De eenige, die
eenigszins het type van den Maastrichtschen
arbeider weergaf, was de hoer Van Eysden, in
de tweede acte.
Dit godeelte van het stuk, de samenzwering
in de herborg, was verreweg het best gelukt.
Voor het spel hebben wy niets dan lof te
verkondigen. De beide heeren Haspels, de een
als de ellendige dronkaard, die het geld van
vrouw on kinderen verbrast en verzwelgt,
de andere als de sluwe, voorzichtige hand
langer van het socialisme, waren uitstokend
op hunne plaats. De heer Tartaud als André
speelde de dankbare rol met warmte en gloed
alleen schoon hy ons als eenvoudig werkman
te verre verheven in taal en manieren boven
de anderen; in vergelyking met zyne kame
raden was hy een weinig al te voel gentleman.
Mevrouw Beersmans als Malle-Anne maakte
ruimschoots gebruik van de haar gegeven
gelogonheid om haar talent, in het zooge
naamde stille spel, aan den dag te leggen;
elke blik, elke oogopslag, elk gebaar was eene
uitdrukking, welke wij voelden, welke wy be
grepen. De haar aangeboden ruiker was dan
ook niet alleen do betuiging van blydschap
over haar woderoptreden na eene langdu
rige ziokte, maar ook eene hulde, dat weerga-
looze talent gebracht. De heer Faassen zelf
karakteriseerde zeer aardig den goedigen, go-
moedeiykon, maar tovens enversaagden mare
chaussee. Ook hy zag zich vereerd met een
sierlyken krans.
Met een enkel woord van hulde aan de
andere acteurs on actrices meenen wy dit
maal to moeten eindigen.
Do zaal was zeer goed bezet. Mr. L. H.
Gemengd TMleuvr».
De rechtbank te 's-Hage heeft
hoden uitspraak gedaan in de zaak van do
aannemers, die villa's gebouwd hebben in de
Paleisstraat aldaar, tegen de gemeente 's-Gra-
venhage. Geiyk men zich wellicht herinneren
zal, berustte de eisch daarop, dat eischers
schade hadden geleden doordat in die straat,
in stryd met de algemoene voorwaarden van
uitgifte, eono kerk gebouwd was. De rechtbank
besliste dat van een tusschen eischers en ge-
daagdo bestaand beding dat de laatste niet
anders dan voor 't bouwen van villa's per
missie zou geven, niet gebleken was, daar
van zoodanig beding in hot tusschen partyen
bestaand contract geen sprake was. De eisch
word mitsdien ontzegd en de eischers zyn
in de kosten veroordeeld.
Te Schiedam is gistermorgen
omstreeks 8 uren brand uitgebroken in do
brandory van den heer A. P. Holterman. Het
perceel is geheel uitgebrand en was voor
ƒ10,000 verzekerd. De brandweer kon do
belendende perceelen beveiligen. De oorzaak
is vooralsnog onbekend. Persooniyke ongeluk
ken zyn niet te betreuren.
Uit Rotterdam wordt bericht
dat het huis Dorrepaal Loopuyt Co. zyne
betalingen heeft gestaakt. Het passief moet,
behalvo de vorderingen der familiebetrekkin
gen, niet van veel beteekenis zyn.
Men noemt een cijfer van 4 ton.
By de firma S. Van Dantzig Co.,
wisselkantoor to Rotterdam, heeft men zich
gisternacht door inbraak toegang verschaft
tot het kantoor en daar getracht een gat in
den kluis te boren. Dit gelukte echter niet.
Naar do achtergelaten werktuigen te oordeelen,
moeten het Engolsclien zyn geweest.
Gister on is de stoker van den
trein, welke om 10.55 van Amsterdam naar
Zutfen vertrekt,, naby Amersfoort van de loco
motief gevallen. De trein verbryzelde zyne
beenen on de ongelukkige werd dood opge
nomen.
De rechtbank te Maastricht heeft
den secretaris van Hoensbroek, wegen 5 be-
leediging van den burgemeester aldaar, vor-
oordeeld tot 3 boete, subsidiair 3 dagon
hechtenis.
Tydensde godsdienstoefening
in de Herv. Kerk te Utrecht, werd Zondag
morgen de organist, de heer H. J. Cruyff,
door eene beroerte getroffen. Zyn toestand is
zeer zorgwekkend. Do heer C. J. v. d. Nagel
vervulde daarop de taak van organist.
De waakzaamheid van de politie
wordt 6erst dan goed gewaardeerd, wanneer zy
door omstandigheden eene onkele maal eens
niet waakzaam is. Dat ondervonden de Lente-
naars, want toen in de vorige week hot noodlot
wilde dat te Lent zoowel de dag- als de nacht-
politie te gelyk ongesteld waren, hebben de
dieven hun slag geslagen en op twee plaatsen
ingebroken, 0. a. by een groentenboer, wiens
aardappelen zy medenamen. De sedert her
stelde politie doet onderzook.
In den nachttusschenZ0ndag
op Maandag is naby Grevenbicht a. d. Maas
een schip met ballast gezonkon. Do twee op
hot vaartuig aanwezige personen hebben den
gehoelen nacht op het dek doorgebracht tot
aan de borst in het water en vastgeklemd
aan den mast. By het aanbreken van den mor
gen wisten zy met levensgevaar een achter
aan het schip verbonden bootje machtig te
worden en daarmede naar Grevenbicht te
roeien, alwaar zy op dit oogenblik liefderyk
werden verpleegd.
Naar de „G. Crt." verneemt, heb
ben de stads-geneesheeren te Gouda by den
gemeenteraad hun ontslag ingediend, naar
inleiding van het voorstel van B. enAVs.om
by het Burgeriyk Armbestuur een klachtenboek
open te stellen voor behoeftige patiënten.
Het finantiöel agentschap te
Londen hoeft kennis gegeven dat allo vorde
ringen ten laste van Mexiko, overeenkomstig
de schuldregeling van het comité der Mexi-
kaansche obligatiehouders en den raad van
buitenlandsche obligatiehouders, dd. 23 Juni
1886, wolke vóór den llden Juni 1888 niet
ter conversie zyn ingeleverd, na dien datum
zyn vervallen- en geen recht meer hebben op
interest of eenig dividend.
Mogelijk dat sommige effectenbezitters van
deze stukken nog onder in hunne trommel
hebben zitten en nu do waardeloosheid daar
van kunnen voorkomen.
Met wolke moeiiykheden men
gedurende de laatste dagen, by de algemeeno
agitatie, te Berlijn te kampen had om te
seinen, kan uit hot volgende biyken. Toen
Donderdag de valsche tyding omtrent 's keizers
dood werd verspreid, werden te Berlyn aan
het hoofdtelegraafkantoor bezorgd 29,878
telegrammen, gezamenlijk 799,926 woorden
tollende, en op Yrydag, toen de keizer wer-
keiyk dood was, 36,615 telegrammen, hou
dende 1,115,561 woorden in verschillende talen
en naar alle werelddoelen. Daaraan werkten
geiyktydig in do groote centraal depeche-zaal
346 telegrafisten met 230 toestellen.
De correspondenten van bladen telegrafeerden
byna alles „dringend", dat wil zeggen tegen
het drievoudige tarief, om op die wjjze hunne
telegrammen vóór andere te laten gaan.
De postmeester-generaal Stephan verscheen
persooniyk by den arbeid zijner ambtenaren
in een byzonder vertrek en betuigde hun in
krachtige woorden zyn dank voor hun weer-
galoazen ijver.
BUITENLAND.
Frankr{jk.
In de straten van Parys werd Vrydag eene
door en door gemeene, vuile illustratie op
den dood van Keizer Wilhelm rondgevent.
De ministorraad heeft dadelyk besloten de
exemplaren van dat schandelijk werk der
drukpers in beslag te doen nemen, waartoe
aan de justitie last is verstrekt, en de uit
gevers en verspreiders gerechtelyk te ver
volgen.
De minister van buitenlandsche zaken heeft
zyne verontwaardiging over deze laagheid te
kennen gegeven 'en verklaard dat er eene
vervolging ingesteld moet worden, ook zonder
dat vanwege het Duitsche gezantschap aan
vrage daartoe wordt gedaan.
Er is eene werkstaking begonnen in de
werkplaatsen van den heer Brasseur, te Rysel.
De orde werd evenwel tot dusver niet ge
stoord. De werklieden houden hunne eischen
vol met het volmaaktste stilzwijgen en ver
genoegen er zich mede op de werkuren voor
de deur der fabriek te gaan staan. Eene be
raadslaging tusschen de werklieden en de
directeuren der yzer- en staalfabrieken to
Denain heeft niet het gewenschte gevolg ge
had, zoodat de werkstaking voortduurt.
Groot"BrItanaIë.
De heer Delaware diende in de gisteren
door het Hoogerhuis gehouden zitting eene
motie in, waarby wordt verklaard dat op de
regeering de plicht rust, ten ernstigste de
maatregelen te overwegen, waardoor de ge
volgen worden voorkomen, welke uit den
nood onder den landbouwenden stand en
andere klassen der arbeidersbevolking moeten
ontstaan.
Lord Salisbury erkende dat de toestand
ongunstig is, maar bestreed de bewering dat
er hongersnood heèrscht. De arbeiders uit de
talryksto klassen der bevolking zyn niet tot
ellende vervallen. Hulp is echter noodig, en
daartoe stelt hy in uitzicht de indiening Van
een voorstol tot wyziging van het plaatse! yk
bestuur, en het budget-ontwerp. De staathuis
houdkundige argumenten tegen het stelsel
van vryen handel zijn krachtig, doch ze wor
den door de staatkundige bewysgronden over
vleugeld. De wederinvoering van beschermende
rechten is ten eenenmale onmogeiyk; zy zóu
tot oen klassenverschil leidon, dat weinig van
burgeroorlog zou verschillen. Men moet ver
betering hopen van de werking der gewone
oeconomische wetten en van den terugkeer tot
gezonder verhoudingen.
De heer Delaware trok daarop zijne motie in.
Bulg-arije.
Het overlyden van Keizer Wilholm heeft
de Bulgaarsche quaestie geheel in de schaduw
gesteld. De Bulgaarsche regeering lieoft hog
niet geantwoord op de mededeeling des Sul
tans. Men beweert zelfs dat do president
minister Stambuloff in het geheel geen ant
woord wil zenden, maar in allen gevalle-
verwacht men dat de regeering den prins-Van
Coburg zal handhaven.
Indien de „Polit. Correspondenz" goed is
ingelicht, bevindt de hertogin van Coburg,
's prinsen moeder, zich reeds op den terug
weg naar Weenen. Volgens dit blad werd de
hertogin den lOdon Maart reeds te Belgrado
verwacht.
Uit Sultschland.
By de aankomst van Keizer Frederik Itl
te Charlottenburg, was, volgens do mededee-
lingen van verslaggevers, die den Keizer
konden zien, Frederik wel magerder en bloeker
dan men hem vroeger gekend had, hetgeen
trouwens na de operatie niet te verwonderen
is, maar overigens verklaren ze dat het uiter-
lyk van den Keizer gunstiger was dan zy,
oordeelende naar de berichten uit San-Romo,
hadden verwacht.
Toen de Keizer te Potsdam aankwam,
woedde een hevige sneeuwstorm, maar niet
temin waren duizenden menschen op de been,
die den vorst wilden begroeten. Eene officiëêle
ontvangst werd door den Keizer niet gewenscht
en daarom waren alleen zyne naaste betrek
kingen aan het station. Met een veerkrachti-
gen tred en uitgestoken handen ging do Keizer
terstond naar den Kroonprins, dien hy her-
haaldelyk omhelsde.
Na de wederzydsche begroeting ook van de
overige familieleden, stapte de Keizer af, trok
zyn kraag op en ging met een snellen tred,
de aanwezigen met de hand toewuivende,
naar zyne gereedstaande equipage, waarin ee*
zyner geneeslieeren by hem plaats nam. Dit
alles ging doodstil en snel. Op den weg va*
het station naar het kasteel stonden een
paar duizend menschen geschaard, en te mid
den eener zware sneeuwbui reden do hofry-
tuigen hen voorby. Binnen 10 minuten was
het aan het station en op weg naar het kasteel
alsof er niets gebeurd ware.
Evenmin kon de sneeuwjacht den Beriyners
beletten, de overbrenging van het lyk van
keizer Wilhelm van het paleis naar den Dom
by te wonen, welke byna tegeiykertyd ge
schiedde.
Het was een indrukwekkend schouwspel,
daar, voor het koizerlyk paleis, dio geheele
wydo ruimte bezet door eene volksmenigte
van honderdduizenden, die in diepe stilte het
oogenblik stonden af te wachten, waarop de
plechtigheid zou beginnen. Onder den klokslag
van het middernachtsuur werd het portaal
van het paleis geopend en de lykkist door
tien oude hofdienaron naar buiten gedragen,
nadat de kist in de hoekkamer, waar de Kei
zer zich steeds aan het volk vertoonde, iii
tegenwoordigheid der Keizerin-weduwe ge
sloten was.
Tegelykertyd begonnen de klokken van
den Dom te luiden en onmiddellyk zag men
overal de toeschouwers het hoofd ontblooten,
niettegenstaande de wilde sneeuwvlagen en
den scherpen wind, waarby de vonken der