r 8609. Zaterdajr lO Maart. A°. 1888. <§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. WILHELM FRIËDRlCH LUUWIG, Keizer van Duitscliland. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. afzonderlijke Nommers0.06. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Tan 1—6 regel» 1.06. Iedere regel meer 0.17$ Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in- casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. Geboren 23 Maart 1797, overleden 9 Maart 1888. Overleden 9 Maart 1888. l)e zwaarste slag, die liet Duitsche Keizer rijk kon treilen, een slag, niet onverwacht, maar daarom niet minder smartelijk, is heden gevallende ruim negentigjarige Heldenvorst bezweek. Het leven van Keizer Wilhelm is tevens een belangrijk stuk wereldgeschiede nis; een zelfs beknopte biographie zou een boekdeel vullen. Slechts eenige vluchtige trekken mogen volstaan om het beeld van den grooten Hohenzollern ons voor den geest te brengen. W ilhelm Fried rich Ludwig was de tweede zoon van Fried rich Wilhelm III, koning van Pruisen, en van Koningin Louise, geboren prinses van Mecklenburg-Strelitz, de veelgeliefde Vorstin, die haar gaven van verstand en hart zoo heerlijk ten toon spreidde in het tijdperk van Pruisens ver nedering gedurende de Napole ontische heerschappij. Van jongsaf onderscheidde Wil helm zich vooral door vier eigen schappen een scherp verstand, liefde tot orde, vroomheid zon der dweepzieke overdrijving, en een militairen geest. Geboren den 23sten Maart 1797, werd hij op Nieuwjaarsdag van 1807, dus kort na den rampspoedigen veldslag bij Jena, tot officier aangesteld, waarop zijn vorming als krijgs man een aanvang nam. Hij was pas zeventien jaar, toen hij met zijn vader aan het hoofd der zegevierende legers Frankrijk binnentrok, (1814); in het ge vecht bij Bar-Sur-Aube verwierf hy het IJzeren Kruis. Het vol gende jaar ging hij als majoor na den slag bij Waterloo, met zijn bataillon opnieuw naar Frankrijk, maar toen was de strijd reeds beslist. Na vervolgens ver schillende hoogorc graden te heb ben doorloopen, werd Prins Wil helm in 1825 luitenant-generaal der garde. Den 1 lden Juni 1829 huwde hij met prinses Augusta van Saksen-Weimaruit dezen echt zijn twee kinderen geboren, de Kroonprins Friedrich Wilhelm en Louise, thans groothertogin van Baden. In 1840 stierf Koning Friedrich Wilhelm III, en werd opgevolgd door zijn oudsten zoon Friedrich Wilhelm IV. Daardoor werd Wilhelm vermoedelijk troonsop- volger, en ontving den titel van „Prins van Pruisen." De Februari-omwenteling van 1848 vond ook weerklank te Berlijn en elders in Pruisen. Prins W ilhelm, militair in zijn liart, en gansch doordrongen van de traditiën van het huis Hohenzollern, volgens welke de deelneming des volks aan regeerings- zaken binnen de engst mogelijke grenzen behoort beperkt te blijven, was toen niet afkeerig van aet verleenen van eene constitutie, doch niet dan nadat de orde zou zijn hersteld. De vrijzinnige partijleiders beschouwden hem als een voorstander ?an het absoluut gezag; het werd daarom wen- schelijk gepordeeld, dat hij eenigen tijd buitens- 'ands ging. Te Londen verkeerde hij veel met den Prins-gemaal Albert, en met voorname libe- ale staatslieden; deze omgang bleef niet zonder nvloed op zijne denkwijze. In Juni teruggekeerd, '&S hij zich een mandaat opgedragen voor de Nationale Vergadering; slechts eenmaal voerde hij er het woord om zijne meening over con- stitutioneele beginselen uiteen te zetten. In 1849 onderdrukte hij aan het hoofd der troepen de oproerige bewegingen in Zuid- Duitschland; daarna woonde hij tot 1854 te Coblenz, als militair gouverneur aan den Rijn en Westfalen. De reactionaire maatregelen, waardoor de binnenlandsche politiek zijns broe ders zich kenmerkte, werden door hem nist goedgekeurd; dit was oorzaak, dat de vrijzin nige partij meer en meer op hem hare hoop begon te vestigen. Door de voortdurende ziekte zijns broeders, als wiens plaatsvervanger hij reeds siuds eenigen tijd fungeerde, werd Prins W ilhelm in October 1858 tot Regent benoemd; hij legde den eed op de grondwet af en droeg de leiding der Regceringszaken op aan het liberale ministerie- Hohenzollern. Deze verandering bracht groote vreugde teweeg; algemeen begroette men met blijdschap wat het aanbreken der „nieuwe aera" werd genoemd. In eene redevoering, den 8en November uitgesproken, verklaarde hij dat het zijn streven was, om de innerlijke kracht van Pruisen door eenheid, door wijze wetten en door verhooging van het zedelijk peil te ver meerderen. Spoedig bleek echter dat vooral militaire grootheid zijn doelwit was: Pruisen kon niet aan zijne roeping beantwoorden, zon der geldelijke offers te brengen tot versterking en hervorming van het leger. Een wetsvoorstel, ia dien zin het Huis van Afgevaardigden voor gelegd, werd verworpen. In 1861 stierf de Koning en besteeg de Regent als W7ilhelm I den Pruisischen Konings troon. Een aanslag op zijn leven, te Baden- Baden door den student Oscar Becker, gepleegd, gevoegd bij de ontevredenheid over de hier boven genoemde weigering van gelden voor het leger, deed den Koning besluiten, aan het liberale Ministerie ontslag te geven de leiding der zaken werd kort daarop aan een minder vrijzinnig bestuur, waarvan Bismarck het hoofd werd, opgedragen. De eerste jaren van dit bewind waren on rustig. Door allerlei voorschriften werd de vrije beweging des Pruisischen volks belemmerd. Met kracht wist Bismarck de door hem als noodzakelijk beschouwde legerorgauisatie door te drijven, met het oog op de suprematie in Duitschlaud, welke de grondtoon werd van zijne politiek. De Sleeswijk-Holsteinselie quaestie, die gewapenderhand in bondgenootschap met Oos tenrijk en ten nadeele van Denemarken werd opgelost, gaf eenige afleiding aan den immer stijgenden wrevel der natie, die hare politieke rechten stuk voor stuk zag afbrokkelen. Toch weigerde in 1865 het Huis van Afgevaardigden op nieuw de legeruitgaven, en werd gesloten; in den Landdag van het volgend jaar verklaarde Bis marck (15 Jan.) dat niettemin de militaire orgauisatie zou wor den voortgezet. Daar de verhou ding met Oostenrijk meer gespan nen werd, wilde de Regeering vrij zijn en ontbond reed» in Februari den Landdag. De korte, maar uiterst bloedige strijd met Oostenrijk deed Koning Wilhelms militaire talenten en de voortreffelijkheid des Pruisi schen legers helder uitkomen, en de verkiezingen, op den dag van den slag bij Königgratz (3 Juli 1866) gehouden, brachten de vrij zinnigen ver in de minderheid. Sedert dit oogenblik werd Bis marck's „politiek van staal" populair, en verheugde de Koning zich in de immer stijgende be wondering des volks. In de troon rede, waarmede 5 Augustus de Landdag werd geopend, erkende de Koning dat de staatsuitgaven van den laatsten tijd niet grond wettig waren gesanctionneerd, doch hij verwachtte dat de Volksvertegenwoordiging, die na het verkregen succes zou goed keuren, hetgeen met eene verpletterende meerderheid ge schiedde. Wij moeten ons bekorten, en zullen dus niet lang stilstaan bij de polilieke gebeurtenissen der volgende jaren. De vorming van den Noord-Duitschen bond ves tigde Pruisen's voorrangin dien tijd trachtte Von Bismarck, onder goedkeuring des Konings, met de meer liberale elementen der bevolking op goeden voet te komen. Alle partijstrijd werd tijdelijk gestaakt, toen de wei gering van Koning Wilhelm, om op Frankrijks eisch zyne goed keuring van deSpaansche Kroon- candidatuur van prins Leopold van liohenzollern-Sigmaringen terug te nemen, plotseling den oorlog met het Fransche Keizer rijk deed ontbranden. Als één man greep geheel Duitschland, met inbegrip van de zuidelijke Staten, naar de wapensde Ko ning plaatste zich aan het hootd, en ving die reeks van schitterende overwinningen aan, welke het jaar 1870 tot het merkwaardigste van zijn leven hebben gemaakt. Terwijl het zegevierende leger deels rondom Parijs was opgesteld, dat steeds nauwer werd ingesloten, deels in alle oorden des lands aan den laatsten tegenstand een eind maakte, werd den 18den Januari 1871 te Versailles het symbool der Duitsche eenheid, het Keizer schap, in de handen van Koning Wilhelm nedergelegdop voorstel van den Koning vau Beieren werd hij, omgeven door een drom van legeraanvoerders, tot Keizer uitgeroepen. Parijs capituleerde kort daarna, en op zeer drukkende voorwaarde moest Frankrijk den vrede bewilligen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 3