Op het ijs toch was eene miniatuur-wafel
kraam geplaatst, waarin gewone groote wa
felen, niet in verhouding tot het tentje, wer
den vervaardigd, benevens eene inrichting tot
het herstellen van defect geworden schaatsen.
Een schietspelletje lokte uit tot vredelievende
hanteering van de buks, terwijl het geluid
van een straat-, thans ysorgol zich nog lang
deed hooren nadat de jagersmuz'.ek reeds tot
zwijgen was overgegaan. Het had nu wol iets
van eene Leidsche kermis op het ijs, niet
tegenstaande de bekende „Haagsche Saar"
en hare onafscheidelijke en zangerige kunst
zuster stijf en strak bleven beweren dat het
kermis in Den Boech was, terwijl zij het boven
dien niet aan meer dergelijke hartverheffende
liederen lieten ontbroken.
Ook dit ijsfeest, waarschijnlijk wel het
laatste in dit seizoen, daar hedenmorgen de
dooi is ingetreden, is uitmuntend geslaagd.
Het succes was groot en de „Leidsche IJsclub"
heeft zoowel door dit feest als door de fees
ten, welke door de bemoeiingen van haar
bestuur, welke voorafgingen, bewezen dat z(j,
ondanks hare jeugd, slag heeft van het orga-
niseeren van feesten.
De hardrijderij voor jongens, uitgeschreven
door de „Studenten-IJsclub", kon hedenna-
middag wegens het ophouden der vorst niet
plaats hebben en werd alzoo langs straten en
grachten der stad afgetrommeld.
Elke nering heeft hare bijzon
dere eischen, waaraan zij, die haar drijven,
verplicht zijn zich te onderwerpen, om zoo
doende met den tijd mee te gaan. Een gevolg
daarvan was dat de heer J. A. M. Bekking
zjjne zaak verplaatst heeft van de Aalmarkt
naar de Vischmarkt, hoek Stadhuispoort, in
welk perceel de voor het nieuwe doel noodige
wijzigingen zijn tot stand gebracht. De heer
Bekking heeft daar nu eene ruimere gelegen
heid voor zjjn bekenden visch- en oester-
handel, comestibles en aanverwante artikelen,
zoodat hjj zjjne zaak tevens op ander gebied,
zooals dit elders meer gebruikelijk is, heeft
kunnen uitbreiden. 1
Hy beschikt thans over een grooten winkel
met twee zeor flinke gelegenheden tot uit
stalling zyner waren, ook voor die hy er aan heeft
toegevoegd, waarvan er vele om het smaak
volle menigeen zullen doen watertanden. Tevens
beschikt hy nu over eene uitmuntende en
nette kamer, waardoor men ook ten zynent
de verlangde ververschingen kan nuttigen.
De gunst, waarin hy zich reeds by zyne stad-
genooten mocht verheugen, zal er door deze
verbeteringen ongetwyfeld in evenredigheid
mede vermeerderen.
Hoewel door den ingevallen dooi
de hardrydery en hardloopery van 300 kinderen
der scholen voor onvormogenden morgen niet
zal kunnen plaats hebben, is toch besloten
spek en, zoo de financiën het toelaten, ook
krentenbrood uit te deelen en dat wel aan
>20 kinderen van de scholen voor on- en
minvermogenden.
Hedenmorgen om kwart vóór
negenen geraakte de elfjarige Van Duuren
met het op het ys gaan aan de Aalmarkt
in eene byt. A. J. Copier had het genoegen
hem met veel moeite te redden.
Ook andere jongens behaalden elders op
dergelyke wyze een nat en koud pak.
Laten zy, nu het is beginnen te dooien,
toch bedenken dat het zeer gevaarlyk is zich
nog op het ys te begeven 1
Ten gevolge der plaatsgehad
hebbende vorst en der sneeuw bevindt zich
aan het strand een byna onafgebroken ysdam,
welke op zeer enkele plekken zich ter mans
hoogte verheft. In Januari 1881 was dat ook
het geval, doch toen was hy veel hooger en
gelyker van hoogte.
Over de geheele breedte van
den Ryn by Valkenburg is, ten behoeve van
de pont, eene byt in het ys gehakt. Ten ge
rieve der schaatsenryders waren er een paar
planken over gelegd. Donderdag namiddag om
halfvier kwam daar eene arreslede aanryden.
De hit, welke er voor liep, werd afgespannen,
en men begon het by den teugel over de
planken te leiden. Halverwege gekomen gleed
het arme beest uit en kwam in het water
terecht. Na eenigo minuten had men het, ge
lukkig nog levend, op het droge. Verstyfd
van koude bleef het eerst liggen, doch, op de
been geholpen zynde, kon het de reis voort
zetten.
By arresten, gisteren door het
gerechtshof te 's-Hage gewezen, werden be
vestigd
lo. een vonnis der rechtbank te 's-Hage,
waarby eene dienstbode aldaar tot 1 maand
gevangenisstraf werd veroordeeld wegens dief
stal van een klein bedrag ten nadeele haars
meesters
2o. een vonnis derzelfde rechtbank, waarby
een sjouwer en oen arbeider aldaar ieder ver
oordeeld zyn tot 6 weken gevangenisstraf ter
zake van diefstal van hooi voor het garnizoen
uit eene schuit aan het Kanaal, en
3o. een vonnis der rechtbank te Botterdam,
waarby een Amsterdamsch kantoorbediende
wegens oplichting en valschheid in geschriften,
te Rotterdam gepleegd ouder den naam van
jhr. Van Schormbeek en zich voordoende als
student te Leiden, tot I jaar gevangenisstraf
werd veroordeeld.
Een oude bekende van de justitie,
die zich reeds "Woensdag by den predikant
K., in de Molenstraat te 's-Hage, vervoegd
had om onderstand, meldde zich gisteren
wederom by dezen geesteiyke om ondersteu
ning aan, doch maakte van de gelegenheid
dat de dienstbode hem aandiende, gebruik,
om uit de voorkamer, uit eene gesloten kast,
een pakje thee te ontvreemden.
Hy werd door de politie uit de woning van
ds. K. gehaald en geboeid overgebracht naar
het bureel aan de Groenmarkt.
De Hooge Raad, heden uitspraak
gevende in de cassatievoorzieding in het be
lang der "Wet door den procureur-generaal
by genoemd college ingesteld tegen eene be
schikking der rechtbank te Arnhem, welke
verstond dat iemand geen negen maarden
achtereen op kamers behoeft te hebben ge
woond om kiesgerechtigd te zyn, heeft aan
genomen, dat art. lc. der kieswet geene
andere uitlegging toelaat dan dat voor de
bekwaamheid van kiezer gevorderd wordt de
bewoning van één en hetzelfde perceels-ge-
deelte gedurende die negen maanden.
De beschikking van de Arnhemsche recht
bank is mitsdien in het belang der "Wet ver
nietigd zonder dat die evenwel nadeel toe
brengt aan de rechten der partyen.
De rechtbank te Rotterdam ver
oordeelde gisteren:
A. K., los werkman, wonende aldaar, die
aan eene dienstbode op de Korte Hoogstraat
hare portemonnaie rolde, tot een jaar gevan
genisstraf;
C. H., verlaten huisvrouw van J. F. De L.,
verblyvende te Leiden, die een haar ter leen
gegeven regenmantel beleende en eene in huur
gegeven klok verkocht, tot drie maanden ge
vangenisstraf;
J. A. A. V., winkelknecht, wonende te
Rotterdam, die zyn huisheer, die hem om
achterstallige huur vroeg, in het aangezicht
heeft geslagen, tot drie dagen gevangenisstraf.
Men heeft opgemerkt dat al de
doorgefourneerde loten voor de aanstaande
327ste Nederlandsche Staatslotery tweemaal
van de handteekening van den directeur der
Staatslotery voorzien zyn. Naar men verneemt,
is er eenige dagen vóór de uitgifte een
25 tal loten op de drukkery zoekgeraakt. Ten
einde deze nu van onwaarde te verklaren of
boter te kunnen controleeren, heeft men al
de 10,500 doorgefourneerde loten van eene
tweede handteekening voorzien en hiervan
tevens aan de collecteurs kennis gegeven.
Met het oog op brandgevaarzul-
len de uitgangen van den Stadsschouwburg
te Amsterdam belangryk worden vermeerderd.
Cornelis M., van Havelte, heeft
voor de rechtbank te Heerenveen terechtge
staan. Cornelis kwam by Tryntje Pluim te
nieuwjaar winnen, schopte by ongelnk tegen
een stoel van 'n meid, kreeg daarom ruzie
met den vryer van die meid en sloeg Tryntjes
spiegel stuk.
's Avonds laat is Cornelis teruggekomen,
en sloeg by Tryntje op de glazen, dat het
volk de deur uitstoof: Tryntjes „zeune" met
de leers in 'e haand!" Cornelis den man ,,met
de leers" na - Tryntje riep om hulp - Cor
nelis komt terug en geeft Tryntje 'n slag met
'n mes boven 't hoofd.
„Maar ie hef my ook 'e sleugen mit 'e leeze"
zegt Cornelis. Daarvan gelooft de offic. v. just,
niets, trouwens Tryntjes zeune ontkent 't ook.
Twee maanden gevangenisstraf is de eisch
tegen Cornelis. (P. DC.)
In Gelderland en Overyselheerscht
onder den arbeidersstand op het platteland
groot gebrek aan werk door de felle vorst.
Hierdoor wordt elke veldarbeid belemmerd.
Ook andere werkzaamheden, die anders in deze
maand aan vele handen werk verschaffen,
moeten nog worden uitgesteld.
Te Maastricht is de tyding ont
vangen dat do sergeant L., van daar, door
tea inlandsch soldaat van' het Oost-Indische
leger is vermoord.
Tegon den 73-jarigen grysaard,
die te Noordbroek een 42-jarig man doodstak,
is door de rechtbank te Winschoten eene
gevangenisstraf van drie jaren geèischt.
Depeches uit Konstantinope 1
melden dat onder de sarkophagen, onlangs
t-e Said a in Syrië opgegraven, ook de sarko-
phaag gevonden zou zyn, waarin het lijk zich
bevindt van den Macedonischen koning Alexan
der den Grooten.
Over het ongeluk by hot visschers-
dorp Heubude meldt de „Dantziger Ztg." dat
er tusschen dit dorp en Steegen een aantal
visschersbooten omgeslagen zyn, maar tot nog
toe weet men slechts van 8 monschen, waar
onder 5 hoofden van huisgezinnen, die daarby
het leven verloren. De equipage van eene dor
verongelukte booten uit Neufahr werd, geheel
verkleumd, nog gered. Voorts worden uit
Steegen nog twee booten, welke op den onge
luksdag uitvoeren, vermist, en een visscher
uit Heubude werd gered, maar is zóó, ziek
dat men voor zyn leven vreest. De overige
visschers, wier booten omsloegen, zyn gered.
Een welgesteld man te Emblic-
heim (Pruieen), die Zondag-avond.thuis kwam
en veel jenever gedronken had, vond eene
flesch, gevuld met karbolzuur, op de tafel staan.
Denkende dat ook daar jenever in was, maakte
hy er een goed gebruik van. Hy stortte dood
neder.
Een jongeling van negentien
jaar ligt in het hospitaal te Londen, nadat hy
voor de vyfde maal een mislukte poging tet
zelfmoord gedaan had. Eene maand geleden
had hy het verlaten na eene poging om zich
dood te schieten. Zyne eerste pogingen waren
ophanging en verdrinken. Thans had hy ge
tracht zich te verworgen.
Ten gevolge der bekentenissen
van Joséphine Martin z\1n opnieuw eenige
personen gevangengenomen, als verdacht
van medeplichtigheid aan den moord op den
horlogemaker Vétard te Joignv. Daarentegen
zyn de in verzekerde bewaring genomene
Cizel en zyne vrouw, die eene dochter is van
den hoofdbeschuldigde Morand, op vrye voeten
gesteld.
Naar reeds gisteren per tele-
graaf is medegedeeld, heeft de Zesde Kamer
van de correctioneele rechtbank te Parys
alstoen vonnis geveld in de zaak-Wilson c. s.
Sedert negen uren 's morgens was de zaal
overvuld met een9 menigte advocaten, be
langstellenden en nieuwsgierigen. Debeschul
digden waren, uitgezonderd de heeren Wilson
en Ribandeau, tegenwoordig. De heer Lenté,
Wilsons verdediger, was afwezig.
Door den heer Villers, voorzitter, werd het
vonnis met zeer bewogen stem voorgelezen;
zóó hevig was nu on dan zyne aandoening,
dat hy een oogenblik moest ophouden. De
lezing van het vonnis duurde niet minder
dan drie kwartier.
Het vonnis is wat den heer Wilson betreft
streng, maar neemt verzachtende omstan
digheden voor Ribaudeau, Dubreuil en Hébert
aan. Wat de feiten-Belloc en Legrand betreft,
aan het slot der aanklacht, deze zyn den
beschuldigden niet toegerekend.
In de zaak Crespin de la Jeannière acht
de rechtbank het bewezen dat Ribaudeau,
Dubreuil en Hébert gehandeld hebben volgens
de voorschriften van Wilson. Zy hebben de
aanvankelyk gevraagde som van 200,000 fr.
teruggebracht eerst op 25,000 fr. en daarna
op 20,000 fr.
Uit de behandeling is voorts nog gebleken,
dat door hunne herhaalde pogingen Crespin
de la Jeannière vooruit eene som van 5000
fr. gestort heefteen reru van deze som was
reeds van te voren door Ribaudeau in orde
gebracht; die storting is tevens op de
beschuldigden van invloed geweest met behulp
van eene nota van generaal Faidherbe, groot
kanselier van het Legioen van Eer, een brief,
welke een antwoord bevatte op eene aanbe
veling van Wilson tot het decoreeren van
den heer Crespin de la Jeannière.
Die som van 5000 fr., welke de heer Crespin
de la Jeannière heeft teruggeëischt, is door
den heer Wilson terugbetaald.
Uit deze feiten vloeit het bewys voort dat
Ribaudeau, Hébert en Dubreuil kunstgrepen
hebben gebruikt, dat Wilson, met terzyde-
stelling van alle voorzichtigheid en waardig
heid, zyn kabinet op het Elysée heeft veran
derd in een kabinet van zaken, dat hy zich
heeft laten behulpzaam zyn door menschen,
ter slechter naam en faam bekend, en dat
hy ridderorden heeft uitgereikt ten zynen
bate, welko feiten voor de rechtbank niet twy-
felachtig zyn. Die kunstgrepen bestaan in
verschillende beloften, toezeggingen en aan-
biedingen op het Elysée.
De rechtbank zeide dat hot gedrag vap
Wilson in deze omstandigheid zyn grooi
fortuin en zyner hooge politieke betrekking
onwaardig is geweest en dat hy wegens zyn
hoogen stand de nationale eer in de waag.
schaal heeft gesteld. Op die gronden werd
Wilson c. s. de bekende straf opgelegd. De
ontroering na het uitspreken van het vonrm
was in de zaal zeer groot. Dubreuil riep bjj
het heengaan uit„Leve Frankryk 1 Weg met
de Joden! Het is afschuwelykI"
Het kerkelijk conflict te L-elderdor),
Do Haagsche rechtbank heeft, geiyk reeds
werd medegedeeld, een uitvoerig vonnis ge.
wezen in zake: lo. den Nederlandschen Her
vormde Kerkeraad te Loiderdorp, vertegen
woordigd door zyne kerkvoogden, en 2e.
ds. Pyzel, predikant by die gemeente, contn
ds. Vlug, bezitter van de pastorie der Her
vormde kerk aldaar.
Wat de eerste disqualificatoire exceptie be
treft, als zouden de eischers niet de qualiteit
bezitten, die zy zich toeschryven, overweegt
het vonnis dat by de beantwoording der vraag
of iemand eene bepaalde qualiteit heeft, nage-
gaan dient te worden wat daarvoor door di
wet, regelende de verkiezing of benoeming,
vereischt wordt, zoodat in dit geding het
Reglement op het beheer der kerkeiyke goe
deren en fondsen te Leiderdorp te raadpleget
valt; dat nu uit geen enkel artikel afgeleid
kan worden dat afschrift van het proces
verbaal van stemopneming aan de gekozehet
wordt toegezonden en hun tot geloofsbrto
strekt, zooals b. v. art. 12 Gemeentewet 'ei
art. 10 Provinciale wet bepalendat derhalve
door de door de eischers geproduceerde ken-l
nisgevingen en daarop gegeven toestemmende,
antwoorden bewezen wordt, dat er vier per
sonen, die als kerkvoogden optreden, werke\\)k
die qualiteit bezitten, zoodat de eerste exceptie
verworpen moet worden.
Alvorens de tweede exceptie, de wettigheid
der benoeming van ds. Pyzel rakende, te
onderzoeken, treedt de rechtbank in eene
beschouwing der zaak zelve. Naar aanleiding
van het beroep van eischers op het besluit
van de Algemeens Synode der Nederl.-Herv
Kerk, dd. 22 Juli 1886, waarby dat college
beslist dat de gedaagde door woord en daad
ten duideiykste getoond heeft zich af te schei
den van de Kerk, wordt de vraag gesteld el
de rechtbank bevoegd is in eene beoordeeling li
treden omtrent de juistheid van dat beslui
Die vraag wordt ontkennend beantwoord, daar
art. 1 der wet van 15 Sept. 1853 (St.bl.
No. 102) aan alle kerkgenootschappen de vol
komen vryheid verzekert om alles wat hut
godsdienst en de uitoefening daarvan in eiget
boezem betreft, te regelen en daartoe ba
hoort zeer zeker het recht om te bepalen op
welke wyze men tot zoker kerkgenootschap
toetreedt en op welke wyze men het verlaat.
Do rechtbank neemt nu aan dat de vraagol
afscheiding plaats had, wel uit zekere bepaald»
feiten moet worden afgeleid, maar dat de
kracht en waarde dier feiten volkomen te
beoordeeling staan van de kerkeiyke bestureo,
als belast met het houden van toezicht ffi
het uitoefenen van tucht over de gemeenteleden
en derhalve die besturen geroepen zyn on
•te beslissen of de woorden en daden vanM
bepaald persoon aanleiding geven om de gt-
volgtrekking dat afscheiding plaats had, V.
maken. Mitsdien acht de rechtbank zich onbfr
voogd in een onderzoek te treden omtrent*
vraag of er afscheiding door woord endai
plaats had, daar zy dan inbreuk zou make
op de vryheid, aan de kerkgenootschap;®
toegekend, en bovendien dan geplaatst zou kun
nen worden voor vragen van geloof, belydemk
handel en wandel van gemeenteleden, bei
geen niet tot hare bevoegdheid behoort.
Zy verklaart derhalve het besluit der Synode
te eerbiedigen, en beslist dat de Synode bier
uit terecht heeft afgeleid dat de gedaag*
niet langer lidmaat is van de Ned.-Herv. Kert
en opgehouden heeft predikant te zyn, d»'
afscheiding van zelve verlies van het lid»»'
schap ten gevolge heeft en hieruit voortvlo*1
dat men by verlies van lidmaatschap-00'
vanzelf ophoudt die kerkeiyke betrekking
bekleeden, daar lidmaatschap voor het ao'
van predikant een bepaald vereischte is.
"Wat de bewering betreft, dat er geene va
cature zou bestaan, omdat geen der gevallen,
in art. 1 Reglement op de Vacatures genoemd
aanwezig is, ook deze acht de Rechtbank o»'
juist omdat art. 1 niet in te engen zin n*
worden opgevat, daar men de daarin voof
komende woorden „vrywillige afstand" mw