w.
JSTaiiLXiax'i.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 27 Januari.
Feuilleton.
WEERGEVONDEN.
CC70
f o "7 O
iOiiO.
LEIDSOH
DAGBLAD.
£RUS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 8 maandenf 1.10.
Franco per poet1.10.
Afzonderlijke NommersO.OB.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Yan 1—6 regel* 1.05. Iedere regel meer/0.17J.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Yoor het in-
casBeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Aan de universiteit alhier is met goed gevolg
afgelegd het doctoraal examen in de rechts
wetenschap door den heer C. O. Segera
(cum laude).
Naar wy van goederhand vernemen,
is in eene gisteravond gehouden vergadering
van bestuurders der Coöperatieve Winkelver-
eeniging „Door volharding verkregen", alhier,
besloten den winkel op Woensdag 1 Februari
a. s. te openen.
Een der Europeesche staten, waarop de
aandacht tegenwoordig byzonder govestigd
is, is Bulgarije. Blijkens achterstaande ad
vertentie zal Dinsdag a. s. over dat land,
zijne geschiedenis, zijne bevolkingen z(jn eigen
aardig karakter, alhier op „Doctrina" eene
conférence gehouden worden door prof. Louis
Léger, hoogleeraar in de Slavische talon aan
het „Collége de France", te Parijs. Prof. Léger
is een aangenaam, levendig causeur, die mot
de Slavische volken en hunne talen buiten
gewoon vertrouwd is. Do conférence zal wor
den opgeluisterd door het vertoonen van af
beeldingen zoogenaamde clichés-Molteni,
welke op een scherm zullen geprojecteerd
rden.
By beschikking van den minister van
taat, minister van binnenlandsche zaken,
met ingang van 1 April 1888 tot amanuensis
'.bij 'sKyks Herbarium aan de Rijks-Univer
siteit te Leiden benoemdJ. J. Taffijn, thans
bediende b(j genoemde inrichting.
De 1ste luit. F. A. T. Sommer, van
bet 4de reg. inf. te Leiden, die voor 5 jaren
wordt godotacheord bij het leger in Oost-
Indiè, zal den 28sten April a. s. per stoom
schip „Burgemeostor Don Tox" daarheen
vertrekken.
Het kamp van Oldebroek zal met half
Juli door het 2de regiment veld artillerie uit
's-Hage en Leiden worden betrokken.
Er zullen dit jaar weder tactische schiet
oefeningen worden gehouden, waarbij de andere
wapens door manschappen met vlaggen wor
den voorgesteld overeenkomstig de tactische
toestanden; de vijand wordt daarbij geheel
in gevechtstoestand door verschillende soor
ten van schijven voorgesteld.
Te Zoetermeor is de heer J. Rinkes
Borger, uit Leiden, in eene buitengewone
vergadering der Hollandsch® Maatschappij van
Landbouw, afdeeling Zoetermeer, Zegwaard
•en omstreken, opgetreden, om eene lezing te
bouden over de zuivelbereiding.
Spreker had het voornamelijk over de ma
laise en over de wijze, waarop die kon en
moest worden tegengegaan.
Ongeveer veertig leden waren tegenwoordig,
die den heer Rinkes Borger zeer dankbaar
waren voor den zoo aangenamon als leerza-
men avond.
Beroepen is te Sloten (N.-H.) ds. C. B.
Oorthuys, prod, te Katwijk aan Zee.
De commissie te 's-Hage voor de feesten
op 's Konings 703ten verjaardag, waarvan do
leden nog in functie waren, is opnieuw ver
gaderd geweest. Men besloot den dag van 19
Februari a. s. weder feestelijk in te wjjden
met het spelen van koraalmuziek door een
goed bezet corps op hot plein 1813, op 18
Februari te middernacht; denzolfden dag eene
uitdeeling aan de armen te houden en den
bewoners der residentie te verzoeken op 19
Februari de vlaggen uit te steken en oranje
te dragen.
Voor de uitdeeling aan de armen zal eene
inzameling van gelden gehouden worden.
De koningin heeft in eene van de vorige
audiöntiën ook den burgemeester van Den
Haag, den heer Roost, en mevrouw Roest,
ontvangen.
Mr. B. Van Tienhovon Van den Bogaard
werd in de heden gohouden zitting van den
Hoogen Raad te 's-Hage beëedigd als advo
caat en procureur.
Hedon werd ten raadhuize in de resi
dentie aanbesteedhet onderhouden en ge-
doeltolyk vernieuwen van de straat-, grint-,
schelp- en puinwegen binnen de gemeente
's-Gravonhage, gedurende hot jaar 1888. Min
ste inschrijver was de heer H. Jongenburger
te Waddingsveen, voor f 22,150.
Dr. F. C. Donders te Utrecht herdenkt
morgen, Zaterdag, den dag, waarop hy vóór
40 jaren zijn hoogleeraarsambt aanvaardde.
Blijkons mededeoling van den Neder-
landschen gezant te Brussel, zal op 15 April
a. s. te Gent eene internationale tentoonstel
ling van tuinbouw worden gehouden. (St.-Crl.)
Naar de „Njjm. Crt." verneemt, zjjn de
heeren P. L. Jung en C. Engol, beiden tele
grafist te Nijmegen, benoemd tot telegrafist
in Transvaalschen staatsdienst.
De minister van oorlog heeft het voor
nemen kenbaar gemaakt om dit jaar belang
rijke gecombineerde oefeningen voor land- en
zeemacht in de stolling van de monden der
Maas on het Haringvliet te doen plaats hebben.
Do heer J. Eerstens te Gennep is be
noemd tot chef by de Deli spoorwegmaat-
schappy in Ned.-Indiö.
Een wetsontwerp tot toekenning en re
geling van pensioenen aan de weduwen en
weczeu van de ryksamotenaren is by den
Raad van State ter overweging aanhangig
gemaal t.
Te Utrecht is door den gemoenteraad
tot gemeente ontvanger benoemd de heer
Vooren, te Utrecht, met 24 stemmen. Op den
heer Dyckmeester, te Wageningon, waren 7
stemmen uitgebracht. Er waren 8 candidaten.
Het stoomschip „Batavia," van Rotter
dam naar Java, vertrok 26 Jan. van Marseille;
de „Soerabaia," van Batavia naar Rotterdam,
passeerde 26 Jan. Gibraltar; de „Edam" is
25 Jan. van Amsterdam te Nieuw-York aan-
gokomen; de „Prinses Wllhelmina," van Ba
tavia naar Amsterdam, passeerde Gibraltar
25 Jan.
Z. M. heeft L. Wichers, te 's Gravenhage,
met ingang van 1 Februari 1888, benoemd
tot schoolopziener in het arrondissement
Delft; benoemd H. C. Brans, onderwijzer
aan de Ryksleerschool te 's-Hertogenbosch,
voor het tfidvak van 1 Februari tot 1 Septem
ber 1888, tot tydeiyk leeraar aan de Ryks
hoogote burgerschool aldaar; en C. Van Deinse,
leeraar aan de hoogere burgerschool mot vyf-
jarigen cursus te Gorkum, met ingang van
2 Februari 1888, tot leeraar aan de Ryks
hoogere burgerschool te Groningen.
Gemeosd Nleuww.
Met het oog op de aanwezigheid
hior ter stode van den officier, belast met de
werving, kunnen wy niet nalaten het getal
der burgers op te geven, die zich godurende
het laatste kwartaal in 1887 voor den kolo
nialen dienst hebben aangemeld en geschikt
zyn bevonden. Dit getal toch is 2 man, die
rechtstreeks uit deze gemeente het contingent
voor Indië te Harderwfik hebben versterkt.
Van militairen uit het leger hier te lande heeft
zich slechts gedurende lietzelfdo tydvak 1,
zegge één, soldaat verbonden.
In de zitting van het gerechts
hof te 's-Hago eisc-hte de adv.-gen. rnr. Telders
gisteren de bevestiging van een vonnis van
de Haagsche rechtbank, houdende veroordee
ling van een arbeider uit Noordwykorhouttot
6 maanden govangenisstraf ter zake van het
moedwillig met een scherp werktuig toebren
gen van eene hevig bloedende hoofdwonde
aan een ander persoon. Deze bekl. was in
1883. tot 18 maanden govangenisstraf veroor
deeld, mede wegens mishandeling. HU gaf toe
dat hy een klap had gegeven, maar ontkende
de wonde te hebben toegebracht. Uitspraak
9 Februari.
Do vfifde en zesde der straf-
zaken, voortgevloeid uit het onderzoek na den
bekenden ringendiefstal in do Molenstraat te
's Gravenhage, waren gisteren aan het oordeel
der Haagsche rechtbank onderworpen.
Verschenen de vorige maal de meerge
noemde W. en zyn „meisje" C. G. als ge
tuigen voor de rechtbank, thans bezetten zy
de bank der beklaagden, onder verdenking van
straatroof by nacht in vereeniging.
De omstandigheden, waaronder dit feit ge
beurde, zyn de volgende
In den nacht van 23 op 24 October 1887
liep een metselaar uit die stad te halféén
omstreeks de Stille Haagpoort te 's-Graven-
hage in. Dicht by de Overdekte Markt schoot
een man op hem toe, die hem achterover
trok, ten gevolge waarvan hy een gat in het
hoofd bekwam. Daarop wierp zich eene vrouw
op hem zóódanig, dat hy niets zien kon, en
ontnam hem zijn horlogo met ketting, waaraan
een charivari. De man pakte hem by do beenen,
opdat hy zich niet bewegen kon. Toen dit
gebeurd was, gaf de man hem op den koop
toe een schop in de lendenen, waarna het
tweetal op de vlucht sloeg. In de beklaagde
C. G. herkende de metselaar ter terechtzitting
de vrouw, die hem aangerand had, doch bekl.
W. herkende hy niet bepaald, ofschoon diens
gestalte voel goiykonis met den manspersoon
aanbood.
De bekl. "W. ontkende de daad gepleegd te
hebbende medebeklaagde ontkende zelve
alle schuld nopens hot stelen van de voor
werpen, doch zeide dat W. een metselaar,
die haar in do Spuistraat zou hebben aange
sproken, in de Haagpoort op den grond had
getrokken.
De subst.-offic. mr. Hulshoff, vorderde togen
W. 9 jaren en tegen C. G. 1'/, jaar govange
nisstraf met ontzegging aan W. van de rechten
van art. 28 Wetb. v. Strafr. voor den tijd van
5 jaren.
De toegevoegde verdediger van W., mr.
Barnet Lyon, concludeerde tot vryspraak,
wegens het ontbreken van het wettig bewijs,
en tot dezelfde conclusie kwam mr. Sybenga,
toegevoegd verdediger van C. G.
Bekl. C. G. alleen, had zich daarna te
verantwoorden wegens diefstal van een nickel
horloge, aan een polderwerker toebehoorendo.
Bekl. ontkende ten storkste den man het
horloge te hebben afgenomen, doch, ondanks
doze ontkontenis, achtte de subst.-offi., mr.
Hulshoff, de schuld van bekl. wettig en over
tuigend bewezen en vorderde 6 maanden ge
vangenisstraf.
7) DOOR
P. J. c.
De wind begon in een storm te ver
anderen, welke haren snerpenden adem door
merg en been deed dringen van de weinige
passagiers, die zich naar het station spoedden.
•Groote, dichte sneeuwvlokken joegen met
■kracht door de lucht, voertgedreven als ze
werden door den noorder6torm, en zwart als
roet zag het uitspansel.
Daar komt de spoortrein het station te
binnen; snuivende en zuchtende
blijft de locomotief stilstaan, als verwoed op
■en vermoeid van het ruwe weder en nu als
uitrustende van den moeitevollen tocht door
de sneeuw, welke reeds vrij hoog op de rails
ligt gestapeld.
Een man, styf van koude ondanks zyne
plaats dicht by den vuurgloed, komt van de
machine af. Zyn gelaat is halverwege bedekt
■door de neergeslagen kleppen van eene ruige
muts, terwyi hy eene dikke jas styf dichtknoopt.
In zyne hand heeft hy eene kan met olie,
waarmede hy de wielen en de deelen der
machine, welke dit noodig hebben, zal insme
ren. Zorgvuldig verricht hy dat werk en, bij
gelicht door zijn helper, onderzoekt hy met
scherpen blik zyn yzeren paard, want liy weet
het: zwaar zal zyn trekdier het te verant
woorden hebben.
Die man is Friedrich Wald. Zijne beurt is
het den dienst op dezen trein waar te nemen,
een werk, dat thans al zijne opmerkzaamheid
zal vereischen. Dit meent de stationschef hem
dan ook nog eens te moeten herinneren, hoe
wel deze wel weet dat machinist Wald niet
roekeloos te werk gaat.
Het onderzoek is geëindigd, de reizigers
hebben hunne plaatsen ingenomen, Wald staat
op zyn post, het sein tot vertrek doet zich
heoren en voort rolt de lange schakel, voort,
den storm en de sneeuw te gemoet, voort
met ontembaren spoed!
Onrustig is de natuur, van kalmte is by
haar geen sprake. Onrustig ook is het in de
woning van mevrouw Yon Güthe; de kalmte,
welke haar anders kenmerkt, is uit die
woning geweken. Men loopt gejaagd door het
huis, met ontsteld gelaat, met angstig kloppend
hart. Waartoe die onmst? Waartoe die angst?
Omdat de eigenares van het vriendelyke huis
plotseling zeer ongesteld is geworden, zóó,
dat een geneesheer moet worden gehaald.
Wie zal zich echter met die boodschap
belasten? Vrouw Wald moet by mevrouw,
de tuinman, do eonige man, die nu thuis is,
in het eenzaam gelegen buitenhuis blyven.
Gretchen zal dus nog in het barre weder,
in de diepste duisternis, naar de stad moeten
gaan. Nu, aan mood on goedwilligheid ont
breekt het haar niet en zy zal dus maar,
trots de bezorgdheid der moeder, den tocht
aanvaarden.
Zy brengt dion gelukkig ten einde tot
hare komst by den dokter, die haar belooft
spoedig per rytulg bulten te zullen zyn. Nu zy
dit antwoord ontvangen hoeft, neemt zy den
terugtocht weder aan en niets stoort baar
in den snellen wandelrit, tot zy opeens blyft
stilstaan en een luiden kreet van verrassing
en schrik beide uit.
Zjj kan haren weg niet vervolgen, want de
brug, welke zy in de breedte over moet, de
spoorwegbrug, ze is bezwekende onstuimige
golven der nu woest voortstroomende rivier,
krachtig als ze zyn, hebben vernieling aan
gebracht en zyn er na langdurig beuken in
geslaagd 's menschen hecht werk te doen
bezwyken.
Wat moet Gretchen aanvangen? Zal zy
zich den grooten omweg moeten getroosten?
Een oogenblik staat ze stil, doch ook maar
één oogenblik, want oene vreeselyke gedachte
komt by haar op, eene gedachte, welke haar
benauwt en haar het angstzweet doet uit
breken. Haar schiet toch te binnen dat de
trein over een kwartier in volle vaart over
deze brug zal stoomen en, daar de wachter
nergens is te vinden, kan zy de berekening
maken dat die trein hier zal neerstorten in
het schuimende, yskoude water en dat wel
licht alle passagiers hier hun dood, hun graf
zullen vinden.
En wie zal den bestuurder van den voort
snellenden trein waarschuwen, wie het signaal
van onveiligheid der baan geven, nu de wach
ter niet op zyn post is?
Niemand dan zy kan het ongeluk voorko
men, want niemand is bekend met de om
standigheden niemand kan hier menschen-
levens sparen dan zjj, misschien ten minste,
want het tydstip is niet verre meer, waarop
het als blindelings voorthollende ros de plaats
des onheils zal tegenijlen. Daarom dan ook
geen weifelen, maar handelen!
De moedige maagd loopt, neen, snelt naar
het station te Nieuw-York, komt daar na wei
nige minuten hygende en met sneeuw bedekt
aan, vertelt haar wedervaren in korte, doch
duidelyke trekken en spoort tot spoed aan.
(Wordt vervolgd