N°. 8562.
Maandag ÏO Januari.
A°. 1888.
<gêze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Leiden, 14 Januari.
Feuilleton.
In eene achterbuurt.
y-R.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
By de vyf bataljons van het 4de regi
ment infanterie wachten nog een achttal kor
poraals, die aan het examen voor onderofficier
hebben voldaan, op hunne bevordering.
Vergeleken met den toestand by andere
regimenten, waar by sommige tot 30 adspiran-
ten op de voordracht staan tor bevordering tot
onderofficier, zy'n de vooruitzichten by het éde
regiment inf. nog goed te noemen.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar den Kongo-Staat, door
middel van het stoomschip „Afrikaan", van Rot
terdam vertrekkende. Ten postkantoro alhier
moeten de brieven enz. uiteriyk Maandag-avond
om 10.15 bezorgd zyn.
In de vergadering met dames van het
Nuts-Departement te Hillegom is de jong3te
spreekbeurt vervuld door den heer J. W.
Schut Jr., van Amsterdam. Deze geachte
spreker droeg op verdiensteiyke wyze voor:
„Alle vyf, „Dirk de Snorder" en de „Mas
sage-Kuur", drie lettervruchten van den zoo
gunstig bekenden schry ver Justus Van Maurik.
De zaal was flink bezet.
Men meldt ons uit Waddingsveen dat
de sociëteit „Vredebest" aldaar aan hare leden
een zeer genotvollen avond verschafte door
het gezelschap „Cantor" uit Rotterdam op te
doen treden. Zang, muziek en voordracht vol
deden ton volle.
In de vergadering van het Leesgezelschap,
op Woensdag 11., werd door de aanwezige leden
besloten voor die vereeniging rechtspersoon-
iykheid aan te vragen, ten einde de resteerende
gelden uit de spaarkas op wettige wyze te
kunnen beheeren.
De aldaar bestaande IJsclub telt 85 leden.
In de gemeente Koudekerk zyn in het
jaar 1887 11 huweiyken gosloten, hebben 53
sterfgevallen plaats gohad en zyn 56 kinderen
geboren.
Do circulaire aan vrienden en vereerders
van wylen den heer K. J. W. Ottolander,
waarvan reods sprake was, is van den vol
genden inhoud:
De Pomologische Vereeniging te Boskoop
heeft in hare vergadering met algemeens
stemmen besloten op het graf van haar ge
storven medelid, den heer K. J. W. Otto
lander, een gedenkteeken te plaatsen ter
waardeering van en dankbare herinnering aan
de vele verdiensten van dien, helaas! te vroeg
gestorven kenner onzer tuinbouwvruchten.
Ondergeteokenden, benoemd als commissie,
om die eervolle taak ten uitvoer te brengen,
wenschen namens de Pomologische Vereeni
ging te Boskoop, alle vrienden en vereerders
van den verdiensteiyken man, zoo binnen als
buiten Nederland, in de gelegenheid te stellen
met hunne vereeniging hiertoe samen te
werken.
Velen uwor zullen dikwyls ondervonden
hebben, hoe onbaatzuchtig de eenvoudige man
zyne kennis ten beste gaf, waar zyn raad of
zyn oordeel over vruchten, vruchtboomen,
enz. werd gevraagd.
Wie uwer waardeerde hem niet in alles,
wat hy schroef in boeken en dagbladen.
Al zyne werken blyven eene vraagbaak voor
kweekers en liefhebbers van vruchtboomen,
en daarom willen wy door een gedenkteeken
op zyn graf zyne nagedachtenis in eere houden.
Allen, die hiertoe hunnen geldelyken steun
willen verleenen, worden beleefdeiyk uitge-
noodigd hunne bydragen te zenden aan één
van de leden der Commissie voornoemd.
De circulaire is onderteekend door de heeren
Anth. Koster, voorzitter; P. Van Nes Az.,
secretaris; C. Van Kleef, penningmeester;
G. Boer, allen te Boskoop, en C. Wezelen
burg, te Hazerswoude.
Biykens bericht van Zr. Ms. minister
resident in Spanje, mag aldaar de invoer van
hoornvee, schapen, geiten en varkens, bene
vens van vleesch en vet slechts plaats hebben
langs tolkantoren der 1ste klasse. Elk vee
transport moet by den invoer een geneeskundig
onderzoek ondergaan, en indien het door eene
besmettelyke ziekte blykt aangetast te zyn,
binnen 48 uren weder uitgevoerd worden.
Geldt het eene andere ziekte, dan mag alleen
dat deel van het vee ingevoerd worden, dat
volmaakt gezond is. Vleesch en spek, dat by
microscopisch onderzoek in niet geheel vol
doenden staat is bevonden, wordt vernietigd.
Hot vee, dat gezond verklaard is, mag niet
geslacht worden vóór dat er tien dagen na
de aankomst verloopen zyn en een nieuw
onderzoek den uitslag van het vorige heeft
bevestigd.
Het stoomschip „Burgemeester Den Tex"
vertrok, opgehouden door den mist, eerst gis
termorgen van Southampton. De directie der
Stoomvaart-Maatschappü „Nederland" doelt
mede dat de voor dat stoomschip bestemde
passagiers nu Donderdag den 19den Januari
des avonds, in plaats van Woensdag, te Mar
seille behoeven te zynde „Koningin Emma",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok van
Port Said 13 Januari.
Gemengd Nieuw».
Men schryft ons uit Woubrugge:
Met blydschap kunnen wy vermelden dat dezen
winter weder menig arme verheugd werd door
eene extra-winterbedeeling van ryst, brood en
turf. De ingezetenen der gemeente stelden
door hunne bydragen het armbestuur der Her
vormde gemeente daartoe in staat. Evenzeer
verdient de Vronwenvereeniging „Dorcas" ver
meld te worden, die in 1859 werd opgericht
door de echtgenoote van onzen toenmaligen
predikant, ds. Van Tricht, en al zoovele jaren
de steun der armen is. Telken jare reikt zü
kleedingstukken uit, en dezen winter ontving
menig gezin een warme deken. Mogen de be
langen dier vereeniging opgedragen worden
aan vrienden en bekenden! Elke gift zal aan
„Dorcas" alhier welkom zyn, en een steun
voor haar, die geheel door eigen bydragen
jaren lang weldeed, maar wier fondsen be
perkt zyn.
Omtrent het ongeval, dat eer
gisteren op den Delftschenweg is gebeurd, ver
neemt men nader dat op de stoomtram van
9.12 uit Delft niets hoegenaamd is bespeurd
van het rytuig van den heer Van Marken,
ofschoon er by'zonder werd uitgezien wegens
den mist. Op 200 meter volgde eene losse
machine, welke stopte omdat een der machi
nisten meende te hooren roepen, doch op de her
haalde luide vraag: of er iemand om hulp
vroeg, werd geen antwoord gegeven en daar
men aan de overzyde twee menschen be
speurde, dacht men dat deze luide gesproken
hadden. Uit een en ander wordt afgeleid dat
het in hooge mate twyfelachtig is, dat in elk
geval de stoomtram by het ongeluk betrokken
zou zyn, te minder omdat de wind van de
waterzyde kwam en zelfs, indien er stoom
ware uitgelaten, dat geluid niet aan do zyde
van den weg sterk zou zyn gehoord.
Te Warschau werd voor eenige
dagon een arts by een patiënt geroepen. Hy
vond een bewustelooze en constateerde alcohol
vergiftiging. Eene menigte ledige flesschen be
vestigde deze verklaring, welke bovendien
bekrachtigd werd door schriftelyke aanteeke-
ningen van den zieke. Van af 's namiddags
drie uren was hy, met het voornemen zich
door alcohol te dooden, begonnen met drin
ken en had dit voortgezet tot 10 uren 's nachts.
Elk uur schreef hy op, wat hy gevoelde. Tot
zes uren was de gewaarwording aangenaam,
om 9 uren schreef hy„Kan nauwiyks meer
schryven, spoedig nadert het einde." Tegen
PRIJS DER ADVERTBNTIEN:
Y»n 16 regels f 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet in-
caesceren buiten de etad wordt 0.10 berekend.
middernacht verloor hy zyn bewustzyn en
heeft zyn doel bereikt: de dokter kon hem
niet in het leven houden.
Een pseudo-prins van Oranje.—
De Parysche correspondent van het „Hbl."
schryftMet een enkel woord heb ik u reeds
geseind dat hier een landgenoot is aangehou
den, die van eenige lieden geld heeft weten
te leenen, door zich uit te geven voor prins
van Oranje.
K. is een Hollander van gegoeden burger
huize, die vroeger in zyn vaderland eene
kaarsenfabriek heeft gehad en vrouw en
bloedverwanten reeds heel wat leed moet
hebben berokkend. Naar Parys gekomen, gaf
hy zich uit voor den wezeniyken kroonprins
van Nederland, zoon van den Koning en van
koningin Sophie, ongelukkig slachtoffer van
prins Von Bismarck, die voor zyne annexatie
plannen een prinsesje verkoos boven een vol
wassen, manneiyken erfgenaam van den troon.
Eenige hier vertoevende landgenooten, groo-
tendeels personen, wier beroep het is hunne
neuzen in allerlei zaken en zaakjes te steken,
leenden K. geld. Dat zou hy terugbetalen,
zoodra de Grondwetsherziening er door was,
want zoo zeide hy dan zou Yon Bismarck
zich niet meer tegen de handhaving zyner
rechten durven verzetten. Toen nu echter de
Grondwet werd afgekondigd, zonder dat men
tevens het opstaan van een verloren gewaanden
troonopvolger vernam, begonnen de geldschie
ters van Z. K. H. ongeduldig te worden. K.
werd zóó herhaaldelyk aangemaand althans
de geleende sommetjes terug te betalen
over de beloofde rente zou men 't later eens
worden dat hy zich tot nieuwe goedgoloo-
.vigen moest wenden om zy'n zeer bescheiden
bestaan te kunnen voortzetten.
Onder deze personen is een Fransch koop
man uit de rue Vivienno geweest, die K. gis
teren heeft doen arresteeren. Waarschyniyk
zal hy evenmin als de eerste vrienden veel
van zu'n geld terugzien al de vorderingen
samen beloopen trouwens niet meer dan 3000
a 4000 fr. maar voor zyne overgroote licht-
geloovigheid mocht hy ook wel een lesje
ontvangen.
K. had zich in den laatsten tyd reeds in
rang verlaagd en beweerde nu gehuwd to wezen
met eene afstammelinge van Rubens, „den vorst
der schilderkunst." Hy gedroeg zich in één
woord zóó geheel als iemand, die niet goed by
het hoofd is, dat men zyne slachtoffers, indien
zy beklag verdienden, alleen zou kunnen be
klagen over hunno eigen dwaasheid.
Slot.)
DOOR
I Nou, we vonden er geen erg in; ze zei dat 't
een knappe werkjongen was op een timmer
manswinkel van vier gulden vijftig in de week
en dat ie later best moer gong verdienen.
Zoo gezeid dan, zo gong met 'm aan 't ver-
keeren; maar ach, meheir! je heb onder ons
slag van menschen zoo dikwyls van die slechte
verkeering. Eiken avond kwam zo vast
om elf uur thuis; dan had ze weer twee
uren met hem geweest, want ze was dag-
meissie op 't Rapenburg, en om negen uur vry.
„Dikwyls zei 'k dan togen d'r: Bet, je mot
je niet zoo druk met hem afgeven, pas op
je eigen, meid! want je moeder kan je dan
niet zien.
„Toen ze eens op een avond weer thuis
kwam, wat later dan anders, zei ze niks en
ik merkte wel dat er wat an scheelde. Ik
zei als vanouds tegen d'r: „Bet, meid, hapert
er wat an?" Geen antwoord.
„Bet, zeg, mot je je eigen soms schamen
j tegenover je moeder en de menschen, omdat
je geen oeriyke verkeering an 'm had? En
toen ging ze huilen, meheir, al maar huilen!
„Ik begreep er opslag 't mijne van en ik
dacht da"k deur de grond zou zinken, meheir 1
'k voelde m'n hersens bersten, en die nacht!
o, hè, wat een nacht; eigeniyk had 'k mee-
lyden met haar. Al maar snikken dat ze dee,
anders nies!
„Den vollegenden dag zou m'en man, (dat
was myn eerste, meheir, een bovenste beste
hoor en vry van drank ook)zoo 'k zeg dan
don vollegenden dag zou m'n man 'ros de
heele zaak an d'r vryer gaan waarmaken,
maar toen verteldo ze als dat ie ai weg was,
overgeplaas
„Overgeplaas? zei m'n man, waarnaar toe?
„Naar De Haag zei ze.
„En zoo kwam 't uit meheir, as dat ie in
de loting was gevallen en as kaffelderist
gaan dienen. Ze had er in d'r slechtigheid
niemendal van durvep vertellen, want u begryp
een werkjongen of een kaffelderist 1 Dat maakt
verschil, niet waar? Ach, meheirtje, dat sol
datenvolk I Ze maken daar in 't kozern van
d'r lui eigen een duivelze leeren wat slechtig
heid van mekander!
„Myn man schreef toen an deach
hoe hiet nou weer die opperste, die bovenan
staat
„Commandant?" kwam ik haar te hulp.
„Zoo is 't net, kemendant! Nou, zoo 'k
zeg, myn man schreef aan de kemendant
van De Haag of ie ook wis by welk depoo
Thys Muller was, (zoo hiette de ventl)
maar daar hobben we nooit geen asem op
gehad. Ach, die Heeren, doen natuurlyk ook
niet veel voor 'n arm mensch. Is 't niet zoo
meheir?"
Ik vond dit niet natuurlyk en onthield my
van eene bevestiging.
„Zoo zat ze dan maar verlaten door dien
vent, dus d'r was ook geen uitkomst meer
op trouwen. Goeie tijd! mehoir, wat een slag
was dat voor eeriyke brave menschen zoo
als myn man en ik 1 Ik dach dat m'n man
d'r onder deur gong; nou, wie weet of dat
ook niet an z'n hart heb geknaag want ie
is an z'n hart weggegaan, meheir! Aföjn,
dat zal uwe wel weten wat een yselykheid
dat is niet waar?" „Het water!"
Ik verklaarde dit te weten, tevens ook
wetende dat „het water" eene machtige en
uitgebreide rol speelt in de pathologie van
die soort menschen.
„De tyd schoot zoo zachies an op meheir;
ze dee maar niks as schuwerig om d'r henen
kyken, terwyl d'r oogen zóó raar in d'r hoof
stingen asof ze van plan was nóg meer
kwaad te doen en verachtig, meheir! eindeiyk
dee ze 't ook, want toen we op een goeie
morgen in d'r bed keken meheir! toen was
ze d'r niet! We hebben na d'r laten zoeken
en aan 't ziekenhuis geïnfemeerd, maar ze
was wegEn tot nu toe is ze weg gebleven
Een tranenvloed verstikte hare stem.
„Ja, meheir! nou is ze weg!" zeide zo na
eene poos. „Weg! ver weg, misschien wel
dood. Misschien ook levend, langs de straten
bedelende, met haar arm kind! Ach, had ik
'r maar weer by me; Bot! Bet!" snikte de
moeder.
Hier sprak weer het teedere moederhart
Victor Hugo heeft wèl geiyk waar hy in
zyn „Notre Dame de Paris" zegt„Les mères
aiment souvont le mieux l'enfant, qui les a
fait le plus souffnr."
„Nooit hebben me weor van d'r gehoord!"
vervolgde ze. En zich bedenkende: „Ja,toch,
ééns verteldo de melkvrouw uit de steeg,
dat zo had gehoord as dat Bet hoe langer
hoe zondiger werd! Maar da's nie waar, dat
loog ze ommers, is 't niet waar meheir, dat
kan toch niet? O, meheirtje, zeg toch dat
ze 't loog! Dat kan niet!" riep ze met harts
tocht, terwyl ze afgemat haar hoofd in 't
stroo liet vallen.
„Nu, vrouwtje, wees bedaard, daar moet