v qrzG.ïhsxaur T£r?i2Azz,'?>vjj3^Kje.ysr;EgasrCTvc/;v zs-crnx tir?.", .^rsfr-s^uJi-Ubi^z.tf.^r-2..v. a. l» ürr-^.^ --v:t-i^3«&^T3^Jsr»OTtavTUM?agKvxc5c*gg Derringa volgde hen en bemerkte dat de deur van genoemd pakhuis openstond. Hi) begaf zich terug naar hot kantoor, waar by zijn patroon nog aantrof, on stelde dezen in kennis van hetgeen hy gezien had. Men luisterdo een oogenblik, en inderdaad, het breken ging zóó geweldig, dat het op straat hoorbaar was. Geen tijd werd verloren. Derringa werd naar den hulppost van politie op do Lauriergracht gezonden, van waar by spoedig met de noo- dige macht terugkeerde. Op den eersten zolder gekomen zagen Derringa en de politie zeer duidelijk dat drie personen de vlucht namen naar de hooger gelegen zolders. Op den derden zolder trof men een der vluchtelingen aan, ■die aanstalten maakte om het zolderluik te openen en naar buiten te springen. Van dit voornemen kwam hij evenwel terug, toenhy de politiemacht zag en de menschenmassa, welke intuBschen voor het pakhuis „De Peli kaan" was aangekomen. In het nauw gebracht, bood Bastiaan De Vries nog een wanhopigen tegenweer, maar werd, ondanks dat, in ver zekerde bewaring genomen. Intusschon was door den heer Anderheggen per telefoon eene politioversterking gevraagd, welke zeer spoedig ter plaatse verscheen, en waarvan een gedeelte zich op do zolders van genoemde firma begaf, om het terrein achter het pakhuis „De Pelikaan" te kunnen overzion. De politie, die zich in het perceel, waar was ingebroken, bevond, snapte op den bovensten zolder den tweeden vluchteling, Prederik Kiosouw. Hij was het dakvenster uitgeklom men on had zich in de goot daarvoor ge posteerd, zoodat het, ondanks de aangewende pogingen, niet mogelijk was het venster to openen. Ecu der ruiten werd ingeslagen, waarna oen der agenten Kiesouw aan de broekspijp greep. Kiesouw was: evenwel niet uit het veld geslagenondanks de hem toegediende sabel slagen bleef hy heftig weerstand bieden, totdat ten laatste do agent, die telkens met don arm togen de glasscherven werd getrokken, zjjn arrestant moest loslaten. Als eonekatzoo gauw, zag mon dezen daarna woer tegen het dak opklimmen en zich over do nok be wegen. Een dor rechercheurs, die hem daar trachtte te bereiken, moest dit opgeven; daar het beklimmen van het dak, door do;glad heid, onmogelijk was. Kiesouw liep de nok goheel ton einde en antwoordde op de somma- tiön om zich ovor te geven, dat hy beneden zou komen. En werkeiyk, een oogenblik later zag men, dat Kiosouw zich langs het dak liet afgiyden. Hy liep daarna de goot ton einde en verdween in de goot van de achter- zpde van het pakhuis „Do Pelikaan''. Op eenigen afstand achter gonoemd pand staat een blok woonhuizen, welke zeer zeker tien a twaalf meter minder hoogte hebben dan genoemd pakhuis. Daar een oogenblik uit het gozicht, trok Kiesouw zynejas uit en wierp die op een der daken, waar hy tegenover stond. Geen kans meor zionde de hem overal om ringende politie te ontkomen, ondernam Kie souw eeno laatste wanhopige poging om te ontvluchten. Ily nam een forschen sprong, in do hoop op hot lage blok huizen noder te komen. Hy was nu voor de politie uit het oog verdwenen. Do werklieden van de firma Ferwerda en Tieman, dio achter in het onder stuk van het pakhuis „Do Pelikaan" bezig waren, haddon wel een dollen slag gehoord achter in de gang, maar hadden geen ver moeden. Eenigo oogonblikken later evenwel vernamen zy kermen en stelden toen de politie daarvan in kennis. By het onderzoek in de gang kreeg men oen treurig tooneel te aanschouwen. Kiesouw was van uit de hooge dakgoot van het pak huis „De Pelikaan" in do gang op eene stel ling nodergestort. Zyn gelaat was onkenbaar, terwyl zyn lichaam in een bloedplas dreef. Per brancard werd de inbreker naar het gast- vervoeiu. 0? tvog daarheen deed hy nog, zooveel zyne krachten dit toelieten, pogingen om te ontvluchtefi. By onderzoek word door de gonoeslieeron ruggemergschudding geconstateerd. Kiosouw heeft nog achttien maanden gevangenisstraf uit te zittendaarvan had hy evenwel op verzoek van zyne vrouw, dio eerstdaags vêV- moorderiug van haar gozln te gemoet ziot, uitstel bekomen. (Volgons de „Arust. Crt." had hy door don schok van den val zyn tong -Vgoboten. derde inbreker, Koes Korst, was over reeds tot aan do Lynbaansgraclit af die straat volgde hem even- De de daken ontkomen. Va.. vu» 'oen hy ton laatste in een wel de politie en zolderraam klom, weM m dat huis ge- arrosteord. Bij zyne overhanging was Korst eiyk en heet lea laatste een der een uier I agenten in do hand om to ontkomen, wat i hem evenwel niet gelukte. De aanlog van do inbraak was bedoeld op een zoldor, in liuur by het Blauwhoedenveem en Loidscheveem. Men zegt dat een vierde inbreker ontvlucht is. In het pakhuis is koffie en indigo opge slagen. De inbrekers waren op de zolders met licht aan den arbeid, hotgoen hen verried. De agenten waren van lantaarns voorzien by de jacht door het gebouw en werden by gestaan door omwonenden. Deze bende dieven is dezelfde, die in den afgeloopen zomer het pakhuis „De Arend", aan de Prinsengracht, heeft opengebroken en daaruit tabak gestolen. Kiesouw is oea van de té dier zake veroordeelden. De dievon moeten gewezen werklieden van een der Veemen zyn, zoodat zy niot onbekend op de koffiozolder8 waren; In de Barberstraat te Amster dam is door de politie oen 8-jarige jongen gevonden, die door zyne ouders, wonende in de Engelsche steeg, was uitgezonden om lu cifers te vorkoopen en nu reeds 8 nachten rondzwierf, omdat by niet naar huis durfde gaan, aangezien hy nog geen 50 cents had ontvangen. Het zoontje van een bewoner dor Nieuwe Leliestraat aldaar is in do Prinsengracht ver dronken. Op do Keizersgracht, by de Prinsenstraat, liepen Woensdag avond, omstreoks negon uren, een man, eene vrouw en twee kinderen te bedelen. Toen een agont hen wilde arrestee ren, trok do man een mes en wilde den agent te ïyf. Deze, die van een collega hulp kreeg, moest zyne sabel trekken om zich to verde digen, waarop de woosteling werd gearresteerd. Het is reeds goruimon tyd goleden dat de bladen oen bericht gaven van een man, dio te Amsterdam door een bliksomstraal verblind werd en het gezicht missen moest. Na oen verblyf in het Binnengasthuis, waar hy door dr. Van Rynbork behandeld werd, is hy nu geheel hersteld en kan hy weder oven goed zien als vroeger. Uit Zwolle wordt, d.d. 5 Januari, gemeldHedenmorgen is naby Kampen een wielband gebroken van den trein, welke te 9.52 te Zwolle moet aankomen. Do passagiers werden mot een extra-trein uit Zwolle afgehaald, maar misten aldaar allo aansluiting. Te 1 uur konden zy^hurine reis vervolgen. Omtrent dogenon, die by het spoorwegongeluk te Ruiuerwold zyn verwond, meldt do „Zw. Crt." dat de heer Oosting te Assen hot naar omstandigheden goed maakt. De machinist-leerling Voorthuyzon, die in het ziekonhuis te Zwolle wordt verpleegd, gaat ook goed vooruit en zal waarscliynlyk weldra hersteld zyn. Uit Groningen schryft men aan het „Hbl.": Omtrent de gekwetsten De Jonge, Stroobos en Sprengor, allen conducteurs, den machinist leerling Timmer en den heer Koch, allen hier in hot ziekenhuis verpleegd wordende, kan ik molden dat hun toestand vry geruststellend is; alleon de conducteur Spronger moet in wendig nogal gekneusd zijn en hoeft veel pyn. Uit Meppel wordt van 5 dezer gemeldHot stoffelijk overschot van den machinist Van der Linden is heden por trein van vyf uren (uit het ziekonhuis to Moppol) naar Oroningen vervoerd. De laatste ovorbiyfselen (stukken materieel) zyn heden uit Ruinerwold te Meppel aan gekomen. De jongenheer D. Mees is na eone operatie, t0 Groningen ondergaan, redoiyk wel, maar nog n 'ft zonder gevaar. De toestand van zyn brooder die tlians nog verpleegd wordt by mr H Sn aeenSe t® Meppel, is niet ongunstig. Do „N. 4ss- Crt." deelt nog het vol- gendo mode: By hot onge.^fc hleJwn dö verbandkiston, wolko in den trom' aanwezig waren, volstrekt niet te voldoon aaif do oischen der tegen woordige wetenschap. A-; \tDioptische verband middelen ontbraken ln dia Sasten geheel; zjj bevatten zeer weinig zwachte V» wat vuile,oude watton en snydende worktui, welke niot gedesinfecteerd zyn, maar met i behandeld. De spalken hobbelt .niet don verei ^ebten vorm. Dat dit in velo gevallen een hoc H8' Da<Jeo- ligen invloed kan hebben op het hers.'®' van by spoorwegongelukken gekwetsten, ja, dikwerf dat herstol onmogeiyk maken, ligt v.w de hand. Het ware dus te wenschen dat de Maatschappy tot exploitatie van Staatsspoor wegen hare verbandkiston op de hoogte dér wetenschap bracht, of anders daartoe ge dwongen werd. Nog werd medegedeeld dat een der stokers mot zyn been in do retort geraakte ed dit moest laten verbranden, omdat hom geene hulp kon worden geboden, terwijl een reizi ger, wiens beide beonon lettorlyk vorbryzeld werden, nog eene revolver uit zyn koffor had willon neruon om eon einde aan zyn leven te maken, wat hem evenwel belet werd. Naar men zegt, werd eene dame goheel onkenbaar van onder den warhoop gehaald. Men weet nog niot van waar zy kwam of wio zy is. Aan een particulier schryvon over dat spoor wegongeluk ontleent do „Provinciale Gron. Crt." het volgende: „Daareven ontving ik je felicitaties. Hartelyk dank daarvoor; de wyze, waarop ik gespaard ben, is werkeiyk wol oen golukwensch waard. Doch ter zake. Na Assen gepasseerd te zyn, was ik met éón passagier overgebleven. Ik legde my op oene bank neer en sliep weldra in. Ineens voelde ik een schok en werd wakker. Wat er verder met my gebeurde, weet ik niet meer. Ik kwam echter op mjjno beenen terecht, doch kreeg myn valies op het hoofd. Dit veroorzaakto daar eene wonde, welke echtor niets te betee- konen heeft. Het portier stond opon, myn medepassagier was weg, het licht verdwenen en een oogenblik later zag ik een conducteur met een vroeseiyk bebloed aangezicht langs myne coupó naar benodon glyden. Ik zocht myne pet en verdere bagage byeen en stapte den trein uit. Do treinen van Meppel en Gro ningen waren tegen elkander geloopan. De locomotieven waren verbrijzeld; de waggons stondon in do hoogte. De achterste wagens waren biyven staan. Myn wagen was do eerste, welke was blyven staan. Niots liet zich hoorenhet was doodstil. Eon oogenblik stond ik versuft, doch daarna liep ik om don trein heen on bereikte de tegenovergestelde zyde. Enkele zwarte massa's bemerl*e ik in het gras; dat waren monschen. Eén hunner was uit den trein gesprongen en had het boen gebroken. Een conducteur liep naast don trein. Het bloed stroomde hem uit neus en mond. Zyn ver hemelte, tong en wang waren verbryzold. En niemand kon hem heipon, want er was geen arts in don trein. Ik gaf hom myn zakdoek om het bloed to stolpen, doch do zakdoek was weldra doorweekt. Daarna klom ik in een der vorbryzolde waggons; doordat het portier verbryzeld was, kon ik eriukliminon; ik tastte rond in stukken hout, kussens enz. daar bereikte myn hand oen gozicht. Hot was dat van iemand, dio met do armen tusschen twee staven geklemd zat; overigens was hij goheel ongedeerd, doch hy kon niot weg, en helpen konden we ook niet; daarvoor waren onze krachten niet toereikend. We beloofden hem terug te komen en wy gingen verder om to zion of er te heipon was. By de locomotieven was do aanblik vreo selyk. Do ketels waren gesprongen, het zwarte water vloeide over den grond, doch van ma chinisten en conducteurs was niets te bespeu ren. In den trein van Meppel zaten enkele dames; eenigen van haar waren, doordat zij door don schok met do hoofden togen elkan- dor gekomen waren, gekwetst. Overigens waren ze allen met den schrik vrygokomen. We hielpen haar don trein verlaten en gingen daarna aan het opzoeken dor conducteurs. Een conducteur, die in den achtersten wagen gezeten had, was ongedeerd. Mot eenige moeite gelukte het ons eenige conducteurs en machinisten te voorschyn te halon; zy zagen er vreeselyk uit. Eén hunner was door het vuur zyner locomotief gedeelteiyk ver brand. De aangezichten en de inwendige doe len waren vreeselyk gekwetst. Hunne oogen waren mot bloed beloopenhet bloed stroomde uit neus en ooron. We hielpen hen voorloopig in leogo coupó's. Zo loden verschrikkelykdo minste aanraking deed hen pyn. Ze Informeer den met gebroken stem naar hunne kamera den, doch we durfden hen niet zeggen wat wy er-van dachten; we hielden ons dus on wetend. De hoofdconducteur was nog zoek. We vonden hem en een ander als lykcn terug. Een derde, die naast hen gereden had, was door den schok over dö verbrijzelde wagenkap gelicht en had vervolgens zjjn heil gezocht over de andere wagens hoen. Ik vond hem later terug en bracht hem naar de halte Rui nerwold. Inmiddels was om personeel en ge neeskundige hulp naar Meppel getelegrafeerd. We hadden reeds een aanvang gemaakt me: het vervoer dor gewonden. We brachten hen allen naar de halte. Weldra was de vloer der kamer geheel met bloed bedekt. Do ongeluk- kigen zaten wanhopig vóór zich te kyken. Al het meuschelyko uit hunne gezichten was verdwenen.' de oogen waren onzichtbaar, de aangezichten .zwart. Buiten de halte stond een conducteur; ik. vroog hem of ik telogr:noren kon, doch hij woes mij op zijn mom!de ongelukkige kon niet meer praten. Zyn mond on tong waren verbryzeld. Een heer, die met zyne neven op rois was, had tusschen de banken beide beenen gebroken. Ik geloof niet dat het tooneel ooit uit myn geheugen zal gaan. Daarvoor heeft het een te diepen indruk gemaakt. Ik heb wel eens gepoogd my eeno voorstolling van oen spoor wegongeluk te maken, doch de wer-keljjkheid overtrof de verbeelding. Volgens telegram uit Nieuw- York kan tusschen 6 en 8 Januari stormach tig wedor op do Engelsche en Fransche kus ten worden verwacht. Het Nederlandsche oorlogsschip „Semarang" heeft, geltfk de 'Engelsche admi raliteit van don gouverneur-goneraa! van Oost- Indiê verneemt, ten woston van Solaru, een der eilanden van do Timorgroop, een met bosschen begroeid eiland ontdekt, hetwelk nog niet op de kaarten vermold staat. Hot eiland ligt op 8° 15' NB. en 130° 39 WL., en is ongeveer twee mijlen.lang on twee derde myl breed. Een trein tusschen Altonkirchen en Limburg moest verleden week midden in het veld stoppen, daar oen hevig gevocht was ontstaan onder de reizigers van eon waggon 4de klasse. De strijdenden wierpon elkaar mot alle voor werpen, welke zo konden machtig worden, en rukten brokken hout van het rytuig los-. De conducteur, die do orde trachtte te her stellen, word leelyk toegetakeld. Hij liot den trein stilstaan en vroog per telograaf hulp aan het station Limburg. Politie-agenten kwa men van daar om de orde te herstellen, en do strydlustigo reizigers werden, toen men eindeiyk ter bostemder plaatse -aankwam, in hechtenis genomen. Het barkschip „Color ad o", van Glasgow, strandde op Stateu-eiland in Juli jongstleden. Do kapitoin, David James, schryft Van enzo provisie hebben wij niets kunnen redden en tien dagen lang hebben wy geen ander voedsel genoten dan visch en zeegras. Den 19don Juli voogden zich zeventien man by ons, de overlevenden van het scheepsvolk der gestrande boot „Dunskeig" van Glasgow. Veertien waren door gebrek omgekomen. Hot schip was den 23sten Juni vergaan en oen groot gedeelte der lading, welke geheel uit cacao bestond, werd aan strand gespoeld. Vjjf on twintig man sterk bobben wy tot <]ga 1 20ston Augustus van cacao geloefd. Op dien dag verloste ons do stoomboot „Mercurio", die ons don 13den Soptomber te Buenos Ayres aan wal zette. Van alle kanton in Europakomen berichten over hevige koude en zware sneeuw stormen. Do poston uit Varna zyn niet te IConstantinopol aangekomen, omdat in Bulga- rye en Oost-Rumelië de wegon door desnoouvr' zyn versperd. De post naar de Zwarte ZeeJ moost ook terugbiyven wegens het onstui- migo woer. Evonzoo is dó toestand te Odoss; I waar gedurendo zes dagen geone buitenlandsch» posten zyn ontvangen. Do sneeuw, welke de spoorweglynen versport, ligt hier en daar IJ voeten hoog, en de kou is zóó fel, dat de -j haven weldra ook dicht zal zyn. In hot noorden van Oostenryk heerst eene' Siberische koudo. In Galliciö is de thermome ter gedaald tot 30 graden beneden 0 (Réaumur), terwyl do sneeuw groote schade heeft ver oorzaakt aan do tolograafiynen. Velo menschen zyn reeds omgekomen. Zoo o. a. werden dezer j dagen by Brunn, in Moraviö, de lyken g# I vonden van 8 rondzwervendo Zigeuners, dis j allen waren doodgevroren. Te Hirschberg is zooveel sneeuw gevallen f'" dat hot verkeer werd gestremd. Tusschenl Dresden on Görlitz is do gemeonschap nogl niet hersteld. Latere berichten maken molding van mm dere koude. De Parjjsche „Herald" deel eenigo byzonderheden mede over het plotseling ovorlyden van den tabakshandelaar en mill» nair August Lauterbach. Hy reed in Centralpark (Nieuw-York), toer. zyn paard eensklaps op hol sloeg. By een hoek kwam hy in botsing met der pikeur Joseph Dilham. Beide ruiters werde: van het paard geworpen. De pikeur ston dadeljjk op en scheen ongedeerd, maar Laute' bach was dood. Bij 01dhill'(Zuid-Staffordshirej is een der dyken van het Birmingham-kanM doorgobroken, waardoor do omliggende street onder water is gezet en vole personen zoirif r dak zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 2