H°. 8550. A0. 1888. feze f§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fpn- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Bij den overgang Leiden, 31 December. F" euilleton. De Banknoot. l^jLa.ttu<ia «J aiiimi'i. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DBOTR COURANT: Voor L«td«n per 8 maandenl.tO. Franco per ptai-e 1.40. Afzondeii^ke Kommer».0.06. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regele 1.05. Iedero regol meer 0.17|. Orootere lettere naar plaatsruimte. Veor het in- caeeoerca buiten de stad wordt 0.10 barekead. Het vordert geone buitengewone inspanning van hot voorstellingsvermogen, zich een denk beeld te maken van do stemming, in welke «nze groot- en overgrootvaders, juist honderd ar geiöusn, den Oudejaarsavond moeten hob- n doorgebracht. Het jaar dat toon honenging as rijk geweest aan gebeurtenissende Geüni eerde gewesten hadden als het ware eene dubbele omkeering doorleefd. De Prins-Stad- bonder, in zyn gozag beperkt, was naar Gel derland geweken, en Hollands Staten heulden roet. den Franschen gezant; do Prinses, naar do residentie torugkeerende om door haro ver schijning de Oranje partij te bemoedigen, was onderweg afgewezen, welke daad de Koning van Pruisen had aangegrepen als voorwendsel tot oono gowapondo tnsschonkomst. Hetzelfde rampspoedig jaar bezorgde ona dua den Prui- sischen inval, wolke veel op een rooftocht geleek in oon weerloos land, want der Patriotten heldenmoed verdween zoodra de werkelijkheid do idealen van „Sterven voor Vaderland en Vrljhoid" op do proef kwam stellende voor- gespiegoldo Franscho hulp liet ons jammerlijk in den stook. Alzoo hadden we, op het scheidingsuur van lj"S7, gasten aan den Hollandschen haard: de Prulsischo ordohorstollers, wier doorgaande houding voldoendo beweos, dat zjj ons weer standsvermogen op do juiste waarde schatten. Het land was door partijschappen lottoriijk verscheurd; or was byna geen familiekring te vinden, waarin niet hot meeningsvorschit wer staatkundige vraagstukken soms heftige 'oonoolen uitlokte. Wat zal toon die Oudejaars avond ongezellig zjjn geweest, wanneer men daarbij nog rekening houdt met don angst, welko in veler gemoed moet gehoerscht hebben bi) de volslagen onzekerheid, of niet niouwe rampen gereed waren zich over hot onge lukkige land uit to storten 1 Wo zullen niet te lang b(j doze historische herinnering stilstaananders zou nog gewezen moeten worden op de gisting in Frankrijk, Welko de Koning datjaartovergoefshad zoeken te dóen ophouden door do byeenrooping eener vergadering van notabelen; ook by de steeds luider wordonde klachten der niet-bevoorrechte standen, die afschaffing van privilegiën, invloed op rogeeringsaangolegenheden en voorziening n economische nooden verlangden. Al dezo ■udnwerpen zullen wel-in het hoofd gewoeld hebben van den ornstigen man, die, geiyk wy thans, zich rekenschap poogde te goven van de plaats, door het wegvliedend jaar in do goschiodenis van de wereld in hot algemeen, van zijn vaderland in hot byzondor, ingenomen. En nu, eene eeuw later!'t Is merkwaardig, or doen zich overal verschynselen voor, welke ons met de gedachten plotsoling honderd jaar terugvoeren. Ook nu openbaart zicb een aan drang tot verbeteringen en hervormingen, op staathuishoudelijk, op maatschappelijk, op staatkundig gebied, waarvan het onverstandig zou zyn de beteekenis te miskennenook thans, gelyk destyds, staan er lieden gereed, niet om krachtig mede te werken tot hot in 't leven roepen van betere toestanden, maar om van elko verwarring, welke licht by het zooken naar den goeden weg zou kunnen ontstaan, en by goeden wil gemakkeiyk is lo verholpen, met baatzuchtige bedoelingen party te trekken. Het is meer gezegdde geschiedenis her haalt zich. van. tyd tot tyd. Maar toch niet zoo letterlijk en .werktuigelijk, of er zijn wel verschillen aan te wijzen En dezen, wy moeten hot dankbaar erkennen, zyn zeer in het voor deel van het Nederland van hot laatste ge deelte der negentiende eouw. Fartystryd is er nog altyd, maar do jongst verloopen honderd jaren, ingewyd door eene droevige ïydonsperiode, hebben ons toch wel iets geloerd. Boven onze geschilion troont do eenheid des vaderlands, vorpersooniykt in het geëerbiedigd Hoofd van den Staat. Aan boidon hebben wy in hot afgoloopen jaar onzo huid,, gebracht. Hot Kooingsfeoat, dat we mat «ene buitongewone opgewektheid mochten vioren, was do uitdrukking van de algemeene inge nomenheid met den geest onzer staatsinstel lingen, en mot den Vorst, in wiens handen deze immer ongerept zyn gebleven; en als wo aanstonds by do wegsnellende afscheids uren van het vertrekkend jaar eene gedachte wydon aan alles wat ons dierbaar is, dan zal zeker de wensch niet ontbreken, dat onze goede Koning Willem III nog vele jaren voor zyn volk mogo gespaard blyven. Voorts was do herziening van de Grondwet, aan welko door velen oen jaar vroeger werd gowanhoopt, een blyvend monument dier éénheid, welke, al mochten zelfs stormen over ons vaderland waaien, ze kalm en kloek het hoofd zal bioden. Met dat al, onze aandacht zy niet afge wend van de teokenen der tydon. In ons Kerstartikel wezen wy op hot elders dreigend oorlogsgevaar, en nieta of niemand waarborgt ons dat, mocht onvorhoopt de stryd ontbran. den, ons vaderland niet daarin zal worden medegesleept. Wo zouden geenszins zoo mach teloos zjjn als honderd jaar vroeger, en de ééne helft der natie zou niet als redders be groeten wie door do andere helft als over weldigers werden gevloekt; maar toch, eene nauwere aaneensluitiug dan ooit te vroren mag wol als dringende eisch worden gesteld. En al biyft ook in het ja«T, dat vóór ons staat, de vredo bewaard, wo hebben in eigen omgeving oon stryd to voeren, welke inspan ning van alle krachten zal vorderen. Do her ziening onzer Grondwet was slechts hot begin van de roeks horvormingon op politiek- on sociaal gebied, of bever, zy opende daartoe de gelegenheid, nam de hinderpalen weg, welke haar tot dusver togenhielden. De nieuwe Volksvertegenwoordiging, tot wel ker samenstelling we eerlang zullen geroepen worden, een arbeid, waaraan voor het eerst een uitgebreider deel der bevolking deel neemt, zal eene zwaro taak to vervullen hebben; veel wordt van de nieuwe Staten- Generaal verwacht, omdat in do laatste jaren veel ongedaan ie gobloven. Wo zyn, laat ona er maar voor uitkomen, wel wat traag in het strevon naar vooruitgang, on ofschoon er veel te zeggen ie voor vasthouden aan de vadorland8che spreuk„Haast u langzaam", dewyi aan hetgeen met overijling geschiedt do duurzaamheid niot zelden ontbreekt, toch zou het thans wel raadzaam zyn, den nadruk van hot laatste woord naar het oorste over to brengen. Voor de gemeente onzer inwoning ging het jaar 1887 zonder schokkende gebeurtenissen voorby. Ook wy vierden vroolyk ons Konings feest, waarby de minder met aardsche goederen bedeelden niet worden vergeten, evenmin als by de welgeslaagde herdenking van Leidens verlossing op 3 October. Voorzorgsmaatregelen togon besmettelyke ziekten mochton beperkt biyvon tot de viorvoetige huisvriendendo be trekkingen by de brandweer zouden, indien zich het geval van de laatsto week niet had voorgedaan, bijna sinecures zyn gebleven. Slechts ééne schaduwplek vertoont zicli op het tafereel onzor jongsto plaatsoiyke goschiodenis: wy hebben het oog op de on geregeldheden, welke ook hier als terugslag op socialistisch dry ven voorvielen. Gelukkig word do rust spoedig hersteld, on bleef verder de harmenie der verscbillonde maatschappeiyko klassen ongestoord. Vestigen wo don blik op de bronnen van wel vaart, op do onderscheiden takken van ny ver heid, welko onzo bovolking haar levensonder houd doen vindon, dan hebben we geen bij zondere reden van klagen. Wel is er nog geen sprake van een „bloeienden" toestand, en mooton vele nyvoren al hunne krachten inspannen om staande te blyven, maar het kruis dor werklooshoid weegt minder zwaar dan in vroegere winters. Nochtans wordt er veol leeds geleden; mocht het niemand onzer ontbrekon aan offervaardigheid, aan zucht tot sainonworking, aan practischen zin om do zwakke broeders en zusters door don kwaden tyd hoen te helpen. En terwyl wo dus, in eene dankbare en tevens ernstige stemming, het Bchoidend jaar vaarwel zoggen, om aanstonds zyn opvolger het wolkom toe te roepen, is dit de heilwensch, welken wij onzen lezers wyden Moge het ons in hot nieuwe jaar steeds helder voor oogen staan, dat we plichten to vervullen hebben jegens de maatschappy, jegens het vaderland, jegens onze gomeente. Dat iedor onzer bereid bevonden worde, met opgewekten zin datgene te doen, wat Lot algemoon belang van hem vraagt. Laat ons, yverig strevende naar de toepassing der be ginselen, welke wy voor de verhooging van het peil onzer zedelyko en stolïeiyke welvaart onmisbaar achten, toch niet weigeren de hand te reikon aan hen, die, langs andoro dan do door ons gekozen wegen, hetzelfde doel trach ten nader te komen. Moge onze maatschappe- lyke arboid vruchten dragon in overvloed; mogen vrede on liefde wonen in onze huisge zinnen, mogo toewyding en eendracht by toeneming de kracht uitmaken van het Nedor- landsche Volk Naar aanleiding van 's Pausen gouden priesterfeest is hier ter stedo van do Roornsch- Katholieko inrichtingen en tal van particuliere woningen de vaderlandsche driekleur ontplooid, hetzy voorzien van den pauseiykon wimpel hetzy van het wapen van den jubilaris in de witte baan. Een adres, voorzien van vele handteekonin- gen van stadgenooton on bewonors der .1- liggende gemeenten, is aan Z. II. opgezoin waarin de onderteokenaars verklaren „op dei' huidigen dag, waarop do gobeelo christenheid het priesterjubilé van Zijne Heiligheid viert, zich gedrongon te gevoelen hunno stamelende klanken to huwen aan do uitbundigo jubel- tonon on geestdriftige uitingen van kinder- lyke liefde, welke uit alle deolen van den katholieken aagjbol opgaan, om samen te r jf Zy dacht oenige oogenblikken na en zeido toon haastig: „Weet gy wat; ik zal u een briefje schryven als ik n kan wachten." Juliötte maakte dat zy de deur uitkwam. Zy voelde haar hart kloppen. Als hare nicht haar toon had teruggeroepen en gevraagd wat zy te zoggen had, zou het arme meisjo toch don moed niet meer hebben gehad om ïaro boodschap te zeggen. Toon zy zich op straat bevond, draaide haar net hoofd, hare godachton werden verward on z,| vroesdo dat hare hersenen, nog ver zwakt door de doorgestane ziekte, opnieuw zoudon in de war raken. Intus3chon er moest iets gedaan worden, l.éne van hare leerlingen, wier moeder niet had geantwoord op haar verzoek om betaling, woonde niot ver van de straat waar zy was! Juüötto schelde er hovende aan en vroeg aan de dienstbode of mevrouw thuis was. 1 „.Ta antwoordde het roeisie. „Vlees zoo goed uil vraag hot eens." „Ik behoef het niet te vragen, want ik kom zoo uit hare kamer." „Vraag dan eens of zy voor my te sproken is." „Och, dat is zy zeker; waarom zou zjj het niet zyn?" „Ik vorzoek u hot to vragen," zeide Juliette met eenigen nadruk. Do meid ging en kwam na vry lang verwyi torug met een gezicht zoo rood als oen kal- koonscho haan en niet wetende hoe zy zich houdon zou. Zy stamelde zoo wat, dat zy meende dat zy dachtdat zy zich moest vergist hebben dat hare mevrouw misschien was uitgegaandat mevrouw uitgegaan moost zyn terwyi zy zelve zoo even open gedaan had „Zoo zal het ook wol zyn," Bprak Juliötte met nadruk, terwyl zy modelydon had met de vorlogonheid van het arme meisje. En, torwyl zy do deur in de hand had, hoorde zy movrou-w de meld met ongeduld roepen. Wat is toch de wereld! dacht Julitttevoer do eerste maal in haar leven. Waarom zou ik bang zyn my te vervoegen by één dergenen, die ongetwyfeld eeno gunstige uitzondering maken op het gros dier stecnen harten? M'sschion was het tot tempering van m'Jn trots noodig dat ik dien dienst van movrouw De Germont ontving, die hem mij zonder twijfel gaarne zal bewyzen. Terwyl zy zoo by zichzelven overlegde, sloeg zij don weg in naar de straat waar de ryke bankiersvrouw woonde. Daar was het gansch anders met de vraag of mevrouw te huis was. Het heette reeds aan de deur dat mevrouw wol last gegeven had om voor niemand thuis to zyn, maar dat dit voor Juliette eene uitzondering maakte. „Wat bon ik biyde u te zien, lieve Juliötte," sprak de beminneiyke dame. „Gy zytimmers nu geheel hersteld?" „Ik wel, mevrouw. Maar mjine arme moeder is nu ziek gewordon, en dat wel zeer org, veel erger dan ik geweest ben. Ilaar toestand baart rny veel kommer en veel verdriet." „En misschien heeft geldoiyko ongelogen- hoid daar eenlg doel aan?... Neom my niet kwalyk dat ik dit zoo vrijpostig vraagis het niet zoo, meidlief?" Kwaiyknomen, movrouw? Het ïykt er niot naar; gjj zyt zoo goed voor my on hebt altyd zoov-"i van my gehouden, dat ik aan u, meen:".myne ongelegenheid best kon mededeelen. Morgen moet onze kamerhuur betaald worden. De kosten der ziokto, eerst van m;j en nu van mjjno moedor, hebben al het gold verslondeD, dat daarvoor bestemd was, en onze huisheer wil r.ooit een woord van uitstel weten. „Wat doet my dat loedl" riep de goed hartige mevrouw De Germont. „Waarom zyt gy gisteren niet gekomen? Dezon morgen zyn er juist eenlge rekeningen van mode maaksters gekomen, wolke, om u do waarheid te zeggon, wel oen beotje hoog waren. Myn man was daarover zóó ontevreden, dat ik zeker weot, niets van hem te zullen loskrygeD. IIoovool hadt gy mooten hebben?" „Honderd frank, mevrouw." „Honderd frank eeno kloinigheid anders En u dan dien geringen dionst niot to kunnen bewyzen! En dat door mijne eigen scliuld, want als ik my eon nestigon dook of hoed niet had laton aanpraten, zou mijn man niet zoo boos geweest zyn over do hoogo rekoning, en dan had ik u kunnen holpen! Maar by iedere andoro gelegenheid kunt gy op mij rekenenwees daarvan verzokerd 1" Juliétte vond de verontschuldigingen zóó gegrond en het leedwezen zóó natuuriyk voorgedragen, dat zy zelfs moeite deed om haré begunstigster te troosten en een vor- trouwen te kennen gaf, dat zy echter niet bezat, op hot welslagen van poging by anderen. 7,y kende niemand meer tot wie zii zich kon wenden en zag zelfs af van verdere pogingen. Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1888 | | pagina 1