§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van d£on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 16 December.
Femlleton.
N». £538.
TEiaeei-dass 'IT !OeoeaaaI>ei''.
i A **w--
iOu i
DAGBLA
PRUS DEZER COURANT:
Voor Léidon per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommera..O.Oö.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
casaceren buiten de stad wordt f 0.10 berekend.
Aan de universdoit alhier is met goed ge
ldig afgelegd het doctoraal examen in de
rechtswetenschap door de heeren A. F. C.
Ben dor Èlst, A. Nysingh en W. F. Yan der
Vaodoledat in de staatswetenschap door den
Bey C. G. 't Hooft.
4- In ons vorig nommer werd medegedeeld
ikt zich tot dusverre slechts oen twaalftal
leerlingen èn van do hoogoro burgerschool
►D van het gymnasium had opgegeven om
O den wapenhandel te worden geoefend. Dat
iericlit is onjuist. Immors, alléén de directeur
der hoogere burgerschool heeft zRne pogingen,
.gedaan ;n verband met de gunstige beschik
king van den minister van oorlog, met gun-
stigen uitslag bekroond gezienwant enkel
van zyne school hebben zich veertien jon
gelingen voor genoemd doel aangemeldeen
getal, dat, met het oog op den 17-jarigen
leoftyJ, wolken ze moeten bereikt hebben, vol
strekt niet verwerpelijk is.
Van don rector van het gymnasium ontvin
gen we de mededeeling dat van zijne inrich
ting luch goen enkole leerling beeft aan-
geniet althans: „gisteren was nog geen onkel
gymnasiast zich bewust tot het genoemd
■getal te behooron en ik zelf", zoo schrijft
ens dr. Van der Moy, „draag op het oogonblik
nog geen kennis van hetgeen de berichtgover
aangaande het gymnasium meent te weten."
Dat de oefeningen der zich reeds opgogevon
hebbende jongoliedon eerst na Kerstmis aan
vangen, spreekt vanzelf, want de termijn tot
aahmViümg loopt van 1 tot 31 December,
zoodat van een begin vóór laatstgenoemden
datum geen sprake kan wezen. Eerst moet
dé voledige inschrijving bekend zjjn.
W(j herinneren nogmaals allen meerdor-
jarigei mannelijkon ingezetenen, die op kamers
wonen, waarvan de huurwaarde hier ter stodo
ongestoffeerd vermoedelijk f 70 bedraagt, dat
zij kivzers kunnen worden, als het huis (óf
boven- óf benodonhuis) waarin z(j wonen, voor
liet dubbele van dat bedrag in het personeel
is aangeslagen.
Zij moeten daartoe vóór 21 Dec. a. s. het
kiesrecht aanvragen, waarvoor kosteloos for
mulieren aan de Secretarie verkrijgbaar zjjn.
Evenzoo kunnen op aanvraag kiozer worden
mannelijke meerderjarige ingezetenen van Lei
den, die in 18S6 elders woonachtig en daar
n *t personeel aangeslagen waren zonder
remissie. Zy moeten by hunne aanvraag (vóór
-21 Dec.) hun voor voldaan geteekend aan
slagbiljet over 1886/87 overloggon.
Eindeiyk kunnen op aanvraag kiezer worden
die mannoiyke meerderjarige ingezetenen, lo.
die over het loopende jaar hetzy in eono
andere gemeente, hetzij in verschillende ge-
meonton te zamen, in do grondbelasting,
hoofdsom en rijksopcenten, voor 10 zyn aan
geslagen 2o. dia niet porsooniyk in do grond
belasting zyn aangeslagen, maar als mode
eigenaren in onverdeeld good aan hoofdsom
en ryksopcenten 10 betalen.
Do eersten hebben over te leggen de voor
voldaan getookende aanslagbiljetten do twee
den bovendion de beschoiden, waardoor de
hoegrootheid van hun aandool kan worden be
wezen, alles vóór 21 Dec. Do aanslag der
echtgenoote on der minderjarige kinderen we
gens de goederon, waarvan men vruchtgenot
heeft, telt mee.
Men schryft aan de „N. It. C." uit Leidon
Met do nieuwe Grondwet is do politiek de
studentenwereld binnengetreden. De student-
kiezer kan er een nieuw type worden. Men
zij echter voor tooneelen van verzet en oproer
tegen de gestelde machten, geiyk warmbloo-
diger muzenzonen van over de grenzen ons
somtyds te zien geven, niet bevreesd. Onze
nuchtere aard is waarborg tegen dergelyko
buitensporigheden. Het kan alvast geen kwaad
dat de kweokelingen onzer hoogescholen hunne
strydlustigheid aan ernstiger zaken botvieren,
dan haar in do kleine kibbelaryen binnon hun
eigen maatschappytjo te toonon. Of de ver
schillende corpsen zich in groepen van be
paalde politieke kleur zullen splitsen, valt zeer
te betwyfolen. Ton slotte zal eene verkiezing
voor den Senaat of het bestuur der Sociëtoit
de hoofden warmer maken dan do kansen van
dezen of genon candidaat voor Tweede Kamer
of Gemeenteraad.
Hot is reeds gebloken dat het nieuwe artikel
voor do kiesbevoegdheid volo quaesliën doet
ontstaan. Het studentenweekblad „Minerva"
weos in een artikel op eigenaardige moeilyk-
heden, dio by de toopassing der kieswet op do
studentenwereld veri-yzen. Hot komt daar toch
niet zelden voor dat b. v. twee studenten
samen éóne kamer bewonen. Is nu slechts
één van dezen kiezer? Of zyn zy het beiden,
wanneer olk hunner aan huur eene som be
taalt, welke geiyk staat aan de helft der huur-
waardo van het gansche huis? Daar zy echter
in den regel wel 1 of 2 slaapkamers zullen
hebben, kan één van beiden als huurder van
die slaapkamer(s) optreden.
Is het ook billyk, vraagt „Minerva", dat,
waar studenten zoo vaak verhuizen, zy tel
kens hun kiesrecht niet kunnen uitoefenen,
wanneer bij eene verkiezing zy nog geen 9
maanden op hunne kamers hebben gowoond?
Men zou de quaostie nog anders kunnen
stollen en de uitsluiting van het kiesrecht
zou er ongerymd door wordon. Het gebeurt
dikwyis dat een student binnen hetzelfde huis
van kamera verandert. Stel het geval dat hy
op de tweede verdieping woont, 250 huur
betaalt en kiezer is. Nu daalt hy eene ver
dieping af, verwoont nu, laat het zyn 300
en hy is vooreerst kiezer-af!
Wie er lust in heeft kan met eonige moeito
moer van dergelijke vraagpunten opwerpen.
Belangstellenden vinden de zaak in de „M."
van 1 December uitvoeriger behandeld.
Intusschen heeft do liberale kiesvoreeniging
„Algemeen Belang" alhior zich reeds met
studenten in verbinding gestold. In een twy-
feiachtig district als het Leidsche kunnen de
stommen der studenten wol eenig gewicht
hebben. Men zal het vuur echtor wel warm
mogen stokon, wil het wat uitrichten. De
studenten zyn het zeker niet die het meest
liet niouw geschonken kiesrecht op pry's stellen.
By het gisteren to Utrecht gehouden
examen ter vorkrijging van de akte voor
Engolsch (M. O.) is voor de akte B geslaagd
mej. G. Th. Goudsmit, van Leiden.
Tweede Kamer. In de avondzitting van
Donderdag stolde de heer Rooseboom een
amendement voor tot vermindering van den
po3t voor de actlovo zeemacht mot ƒ38,000,
ton einde de oefeningen buitengaats op dezelfde
schaal te doen plaats hebben ais in het loo
pende jaar.
De minister van marine bestreed dit om
dat do oefeningen voor een groot deel verband
houden mot de noodzakelyko aflossingen van
personeel en materiëel in Oost- en West-Indië.
Over het amendement staakten de stemmen
(26 tegen 26). Heden, in don aanvang der
zitting, moet er dus opnieuw over gestemd
worden.
Nog word uitvoerig beraadslaagd bij den
post verlichting van den Boneden-Ems over
de verklaring met Pruisen, waarvan do bo-
grootingspost oen uitvloeisel was. Do heer
Levy kwam op tegen den vorm dezer ver
klaring, welke wol degeiyk wettelyko be
krachtiging had vereischt.
De minister van buitonlandsche zaken be
riep er zich op dat de eerste termyn reeds
ten vorigen jaro door de Kamer was good-
gekeurd en deze overigens niet door do verkla
ring gobonden was. De heer Lobman bestreed
de staatsrechterlijke bozwaron van den heer
Levy. Do minister verzekerdo aan de hoeren
Beelaerts en Do Geer dat voortaan voor alia
overeonkomsten, waarby geldeiyke verplich
tingen werden opgelegd, wetteiyke bekrach
tiging zou worden gevraagd.
De eindstemming zou hedenmorgen om elf
uren volgen.
Door het uitvoerend comité voor do na
tionale tentoonstelling van oude en nieuwe
kunetnyverheid, in 1888 te 's-Gravenhage to-
houden, is de heer J. Yan der Keilen, con
servator aan het Oude Kunstnyverhoids-Mu-
seum te Rotterdam, uitgenoodigd zich ta
willen belasten met de opstelling van de af-
deeiing: Oude Kunstnyverheid in het ten
toonstellingsgebouw.
De heer Yan der Keilen heeft zich daartoe
bereid verklaard. Hot feit dat juist deze heer,
eene specialiteit iii die afdeeling, deze taak
op zicli hoeft genomen, zal ongetwyfeld vela
bezitters van voorwerpen van oude kunst be
wegen, voor zoover zij hunne modewerking
niet reeds aan het comité hebben tosgezegd,
die alsnog af te staan voor deze nationale on
derneming en alzoo den heer Van der Keilen
in de gelegenheid te stollen met succès werk
zaam te zyn.
In de plaats van wijlen baron Van
Wassenaor Van Catwyck is door Z. M. den
Koning benoemd tot Hoogstdeszelfs Opper
stalmeester mr. J. E. H. baron Van Nagelt
van Ampsen, lid van Ged. Staten van Gel
derland.
Den vice-president van den Raad van-
Stato, jhr. Van Reenen, zullen de leden van
dat Staatscollege aanstaanden Zaterdag oen
diner aanbieden, naar aanleiding zyner be
noeming tot ridder-grootkruis in de orde van.
den Noderlandschen Leeuw.
Naar wordt medegedeeld, zyn door Ge
deputeerde Staten van Zuid-Holland aan ver-
schillendo gemeentebesturen do gemeente-
begrootingen voor 1888 teruggezonden omdat
by het opmaken daarvan geene rekening ge
houden was met de voorgeschreven uitbrei
ding van het onderwyzend personeol.
Als leden der redactie van het „Dagblad
van Zuid-Holland en 's-Gravenhage" zullen
optreden de heeren: mr. H. H. A. Neys,
tydeiyk workzaam geweest by het Rijks archief
te 's-Gravenhage, en Beelen, sedert eenigen
tyd aan gemeld blad verbonden.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft Gedeputeerde Staten dor provinciën uit
genoodigd hun gevoelen te willen kenbaar
maken omtrent de noodig geworden nieuwe
aanwyzing der onderkiesdistricten in de ver
schillende provinciën en verzocht den gemeerite-
Tïaar laatste wil.
Slechts één ding kon ik nooit: haar met
eene directe lougen zeggen, dat ik haar be
minde. Want, ofschoon ik een egoïstisch en
hoogmoedig mensch was, liegen kon ik nooit
in myn leven. Zooging bet my destyds en ik
was nog bovendien trotsch op mijne eerlijkheid.
Overigens verliep die tyd zóó snol, dat
Agatha nauweiyks tyd vond om zich aan
twyfel over te geven. Ook de eersto weken
van ons huwelyk verliepen zeer bevredigend.
AYy waren van onze huwelyksreis terugge
keerd en deden op een schoonen stillen zomer
avond eene wandeling door het boscli achter
de stad. Agatha praatto vrooiyk. Zy had eene
aardige, kinder! yko manier van praten, die
mij wel beviel. Voor ons uit gingon twee
ionge meisjes, eveneens in een levendig ge
sprek gewikkeld, en wij waren juist dicht
genoeg by haar om nu en dan geheele zinnen
te kunnen verstaan.
De eene, eene aardige blondine, vertelde aan
■de andere hare verlovingsgeschiedenis, en
onbescheiden genoeg staakten wy onseigen
gesprek om te luisteren.
Juist vertelde de gelukkige bruid; „Entoen
zeide hijAnna, ik heb u liever dan alles op
aaide. Ik heb slechts óéncn wonsch ach
neen, dat kan men zoo niet navortellon, Grotha
Woet gy, het klinkt geheel anders dan hy
het zelde. En dan, woet ge, dat is nog hot
allorbesle, dat ik or zeker van ben, dat hy
my alloon om my zelve heeft gowild. Zio, als
ik nu ryk ware of myn vadqr had eene zeer
invloedryke betrekking, dan zou ik altyd moe
ten denken dat hij my om geld of een ander
voordeel gonomon hoeft, en dat, geloof ik,
zou ik niet kunnen verdragen. Het ware te
vernederend, zoo verkocht te zyn. Maar niets
van diat allesHy neemt my slecht en recht,
zooals ik ben, alleen, omdat hy my goed is;
dat maakt mij zoo trotsch en gelukkig, dat
ik u hot in 't geheel niet zeggen kan."
Zóó ongeveer had de kleine blonde gespro
ken en wilde het nu het to&val of had zy
onze voetstappen gehoord, genoeg, zij zag
"om, bemerkte ons, werd zeer rood en trok
hare vriendin sneller met zich voort, om ter
stond daarna in oen zypad te verdwynen.
„Dat was allerliefstzeide Agatha, terwijl
zy hare hand een weinig vertrouweiyker door
myn arm schoof en glimlachend tot my
opzag. „Maar or is my daarbij iets opge
vallen. Weet gij wel, Karei, dat gy nog nooit,
noch voor, noch na do bruiloft, gezegd hebt,
dat gy my liefhobt, zonderlinge man?"
Of ik het wist?
De avondschaduw lag over het woud.
Agatiia's heldere, zachte oogen zagen my zoo
vertrouweiyk aan, en niemand bohalve zij
zou my gehoord on gezien hebben, als ik haar
nu woorden van liefdo en teederheid toege
sproken had. Maar ik was trotsch op myno
waarheidsliofdo en oprechtheid, en hot woord,
dat eene directe onwaarheid zou geweest zyn,
wilde mij niet over de lippen.
Zy lachte nog en zag my aan. Zelfs geen
zweem van argwaan schoen haai' te bezielen.
„Het is maar oen gril van mij, Karei," ging
zy half lachend voort, terwijl zy myn oog
trachtte te ontmoeten, „slechts een plotselinge,
kindorachtige inval, maar ik zou toch gaamo
eens een enkele maal hooren, dat gy my lief-
hebt en my niet om myn geld getrouwd
hebt."
Dora, Dora, had ik dit enkele maal kunnen
liegen, liad ik dat enkele, kleine, teedere on
ware woord over myno lippen kunnen brongen
Zy zou my geloofd hebben on gelukkig ge
bleven zyn. Ik kon liet niet zeggen, kon het
allorminst niet als 't ware op bevel doen.
„Karei!" nu was alle vroolykheid uit de
stem gewoken, en een plotselinge angst was
hoorbaar. „Karei, is dat zoo verschrikkelijk
moeiiyk te zeggen?"
„Agatha," sprak ik, „gy kwelt my. Vraag
niet zoo kinderachtig."
Zy liet myn arm los, stond stil en zag
mij, bleek geworden, met groote verschrikte
oogen aan.
„Karei, om Godswil, ik weet dat ik
dwaas en kinderachtig ben, ik weet dat ik
u beloodig, maar een zonderlinge angst be
vangt my. Lieve Karei, zeg my dat gij my
lief hobt, zooals ik u, zooals een man eene
vrouw liefhobben moot voor God, en ik wil
u vergiffenis vragen, dat ik daaraan ooit
twijfelen kon!"
O Dora, ik wilde liegen uit medelyden
en erbarming, maar ik kon het niet onder
haren blik!
„Gy kwelt my, Agatha", sprak ik woder,
„ik kan het niet zeggen, ik kan het niet."
„Dus was het om het geld O, zeg, dat
het niet zoo was was het om het gold,
Karei?"
„Ja."
Had werkeiyk ik, ik zelf hot wroede,
onbarmhartige woord gesproken, of was het
eene vreemde stem geweest? Maar het was
gesproken.
Slot volgt.)