fi:
Dit Hommer bestaat nit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
<§eze (Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
rw
8d36.
33oax<lei*clag; JLEp jDeeember
PEUS DEZER COURANT:
froor Leiden per 3 maanden»1.10.
Fraooo per poet1.40.
- |MtoxL&ssdtJke Nommeram 0.05.
Leiden, 14 December.
I lieden Is aan de universiteit alhier de heer
L. A. O. Kollmann, geb. te Soraag (resid.
Bantam), bovorderd tot doctor in de rechts
wetenschap, met academisch proefschrift, get.
„-Artikel 38, No. 2, K. O."
I Ter verkiezing van een lid voor den ge-
fcreen-turaad alhier (blauw stembiljet, vacature-
land, om in 1893 af te treden) waren uit-
gebra- ht 1017 stemmen, waarvan er door hot
ttembureel van onwaarde werden verklaard
^8, zoodat hot aantal geldige stemmen 939
en de volstrekte meerderheid 470 bedroeg.
Hiervan verkregen de heeron
C. C. Tieleman (Lib.). 580 stemmen.
T. H. Conner (Anti-rev.) 28G
Zoodat gekozen is de heer Tieleman.
Op verschillende personen waren nog 73
stemmen uitgebracht.
Ter vervulling van de vacature Krantz (ui!
stembiljet, om In 1889 af to treden) waren
uitgebracht 1017 stemmen, waarvan er 59
van onwaarde werden verklaard, zoodat hc-t
aantal geldige stommen 958 en do volstrekte
meerderheid 480 bedroeg.
Hiervan vorkregen de heeren
P. Zillesen (Lib.) 535 stemmen.
P. J. Van Hoeken (A.-R.) 3G2
Zoodat gekozen is de heer Zillesen.
_0p_ver?chiUende personen waren nog G1
stemmen uitgebracht.
Ter verkiezing van een lid der Tweede
Kamer voor het hoofdkiesdistrict Leidon ter
vervanging van wijlen baron Van Wassonaer,
waren in het geheel ingeloverd 2230 stem
biljetten, waarvan er door hot- stembureel van
onwaarde werdon verklaard 16, zoodat hot
aantal geldige stemmen 2214 en de volstrokto
meerderheid 1108 bedroeg.
Hiervan waren ultgobracht op:
Mr. J. P. Sraoole (Kath.) 817 st.
Mr. P. L. F. Blussé (Lib.) 695
Mr. Th. Heemskerk (Anti-rov.) 068
Mr. O. J. E. baron v. Wassenaer (idem) 29
Zoodat, als hebbende niemand de volstrekte
meerderheid verkregen, eene herstemming
hebben tusschon de hoeren Smeek
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regela 1.05. Iedoro regel meer/0.174.
Grootere lettors naar plaatsruimte, Voor het in-
cawseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
etsplaats
'7 ifssc.
Op verschillende personen waren nog 5
stemmen uitgebracht.
Benoemd is tot ondorwjjzeres te Koog
aan de Zaan mejuffrouw J. P. De Jongh, van
Leiden.
Heden z(jn to 's-flage geslaagd voor het
examen middelbaar onderwijs: geschiedenis,
mej. C. S. M. Kuenen en voor boekhouden,
huisakto, de heer P. Kriek, beiden te Leiden.
BJJ de gisteren overdag on '8 avonds
gehouden verkooping van manuscripten on
boekwerken in de Gehoorzaal, kwam in het
geheel voor ƒ8300 onder den hamer.
In de gisteravond door het Indisch Ge
nootschap to 's-Gravenhage gohouden verga
dering werd beraadslaagd over de mogelijk
heid eener kolonisatie van Nederlanders in
Oost-Indië.
De inleider, dr. C. Van den Burg, uit Leiden,
die herhaaldelijk over kolonisatie geschreven
heeft, achtte oene verplaatsing van Europe
anen in massa naar Indië physiologisch mo
gelijk, doch dan moeten het geschikte personen
zijn, dio naar de hoogo borgplateaux op Java,
Sumatra eu Borneo worden gezonden, om
tuinarbeid te verrichten en ambachten uit te
oefenon, onder voorwaarde dat zjj met lust
on geestkracht bezield zijn en er heengaan
om to blijven, de inlanders niet als meerderen
bobandelen en zich niet te buiten gaan. Uit
voerbaar achtto bij dit echter niet; daarom
gaf hij er de voorkeur aan do militairen, na
diensttijd, in Indië te houden on hun aan
elkaar grenzondo stukkon gronds in de berg-
plateaux ter bearbeiding te geven, met vrij
stelling van grondlasten.
Over dit plan werden beschouwingen gevoerd
door de heeren P. J. Van Houten, Hijmans,
Van Wadenoyen, Wijnen, De Lange, Van der
Goes Van Dirxland en Cornells De Groot.
In den loop der discussio weos de heer Van
den Burg herhaaldelijk op do onrechtvaardige
achterstelling van in Indië gediplomeerde on
derwijzers, ambtenaren en officieren b(j hen,
die in Noderland oxamen dedon.
De Tweede Kamer heeft heden aange
nomen de overeenkomst omtrent de klooster
goedoren St.-Agatha.
Bij het voortgezet debat over het hoofdstuk
Binnenlandsche Zaken der Staatsbegrooting
verdedigde de minister de verordening te Wjjn-
britseradeel als niet strijdig met de wet of
het algemeen belang. De gemeentebesturen
zijn vrij om kindoren al dan niet boven de 12
jaar toe to laten.
Do heer Zaaijer constatoerde dat de minister
erkent dat kinderen boven de 12 jaar, die op
school gaan, er kunnen blijven.
De subsidie voor de restauratie van het slot
Teylingen word verworpen, doch toegestaan
de subsidie van ƒ2000 voor het stadhuis te
Franeker, daarentegen de subsldiën tot restau-
ratlo der torens te Delfl en te Groningen weer
verworpen met 36 togen 32 stemmen.
Het geheele Hoofdstuk Y is aangenomen.
Ds. J. Bolkestein, pred. te Ter-Aar, heeft,
tot blijdschap zijner gomeente, bedankt voor
het boroop naar Workum en naar Nijehaske,
maar is nu weder beroepen te Oudemirdum,
mede in Friesland.
's Rjjks middelen hebben gedurende de
maand November 11. opgebracht ƒ10,115,790
tegen 10,354,858 in November 1886, en ge
durende de eerste elf maanden van- 1887
ƒ100,264,734 tegen 100,114,032 ln hetzelfde
tijdvak van 1886. Hot der raming bedraagt
ƒ98,047,032.
Uit den thans verschenen Utrechtschen
Studenten-Almanak blytt dat aan de Univer
siteit te Utrecht studeoren: in de godgeleerd
heid 116, in de rechtsgeleerdheid 103, in de
wis- en natuurkunde 67, iD de letteren 25 en
in de geneeskunde 263 studenten. Van dit
gezamenlijke aantal, 574, zy* 476 lid of oud
lid en 98 niot-lid van het Studentoncorps. Eene
grooto photographie van prof. Lamers en
kleinere portretten van de drie dit jaar aftre
dende hoogleoraren, prof. Doodes, Donders en
Buys Ballot, luisteren het jaarboekje op.
In het geheel hebbon zich by den bur
gemeester van Devontor iugevolgo de tot hun
gerichto circulaire 39 jongelieden (aanstaande
lotolingen) aangemeld, om vooraf in de exer
citiën dor infanterie geoefend te worden.
Do luit. ter zee der 2de kl. A. J. Gooszen,
uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, is
op non-activiteit gestold.
De minister van financiën hoeft ter uit
voering van het Kon. besluit van 28Nov.jl.,
(de Kieswet), eenige voorschriften gegeven.
Dr. F. E. Daubanton, te Heemstede, heeft
bedankt voor het beroep by de Ned.-Herv.
gem. te Rotterdam (vacature-Do Geer). Ds.
Cl;. L. Laan, te Goes, heeft echter het andere
beroep (vacaturo-Lion Cachet) aangenomen.
Gisteren werd te Amsterdam in het
huis, waar E. Douwes Dekker werd geboren,
gelegen in de Korsjospoortsteog, oen gedenk
steen geplaatst, mot bet opschrift:
„E. Douwes Dekker (Multatuli) werd ln dit
huis geboren 3 Maart 1820."
Omtrent de regeling der werkzaamheden
van do Tweede Kamer vernam de residentie-
briefscliry ver van het „Z. D.", dat vele leden
zoo spoedig mogelyk naar huis willen, om
dan ln Februari to komon tot afdoening o. a.
der bankwot. Tegen dat donkbeeld, hetwelk
op den weg dor regeering ligt, moeten echter
zeer vele leden gekant wezen. Er is dus een
belangrijke atrjjd ovor de regeling van den
parlomontairon arbeid te wachten. Onmogelijk
is het niet, dat de Kamer niet meer bij
eenkomt.
Hoewel de voorgenomen groote gamizoens-
verwisselingen niet zullen doorgaan, zijn de
plannen van garnizoensveranderingon voor
onderdeelen van corpsen echter niet opge
geven.
Het stoomschip „Voorwaarts", van
Batavia naar Amsterdam, passeerde Perim
13 Dec.; de „Zeeland", van Java naar Rot
terdam, is 12 Dec. te Suez aangekomen; de
„Conrad", van Batavia naar Amsterdam,
arriveerde te Marseille 14 Dec.; de „Prins
Frederik", van Batavia naar Amsterdam,
vertrok van Padang 13 Dec.de „Semarang",
van Rotterdam naar Java, is 13 Dec. van
Suez vertrokken.
De gewone audiüntiën van don minister
van financiën op 15, en van de ministers van
marine en van koloniën op 16 dezer, zullen
niet plaats hebben.
Z. M. heeft verleend de volgende pen
sioenen, als aanA. J. Van Lierde, commies
lsto kl. by 's Ryks belastingen, 442; L. Bui
tenhuis, id. 4de kl. 280; S. S. H. Sichter-
man, douairière H. A. D. I. baron Van Haer-
solte, ontvanger dor directe belastingen en
accynzon, ƒ883; H. Do Bosson, id. 1594;
A. L. Van der Niepoort, id., ƒ2969; J. M.
Smits, hypotheekbewaarder, ƒ2154; W. J.
Van Rietschoten, commies 1ste kl. by 's ryks
belastingen, 498; G. Van Hall, id., 568;
C. Peterson, id., 562; J. G. Erensperger,
zich ook schryvende Eereusperger, id., 496-;
J. Roolant, id. 2de kl., 346, J. A. Nouyen,
hoofdcommies lsto categorie by 's Rijks be
lastingen, 664met ingang van 1 Jan.
1888, benoemdtot Rykscommissaris by de
Maatschappy tot Exploitatie van Staatsspoor-
wogen, nar. W. A. baron Van Vorscliuer,
raad adviseur by het departement van w., li.
en n.; tot adjunet-Rykscommissaris by de
Maatschappy tot Exploitatie van Staatsspoor
wegen, J. P. Breodveld, hoofdcommies by hot
departement van w., h. en n.; aan P. graaf
Van Hogendorp, op zyn verzoek, eorvol ontsla?
verleend als betaalmeester te Breda, behoudens
aanspraak op pensioenaan J. J. Voerman,
ontvanger der invoerrechten en accynzen en
van den waarborg en de belasting op de gouden
cn zilveren worken te Utrecht, eervol ontslag
uit 's Ryks dienst verleend, behoudens aan
spraak op pensioen.
TTaar laatste wil.
1)
„Wees welkom in uwe en myno woning",
zegt de man met de ernstige, donkere oogen,
terwyl hy zyn arm om zyne jonge vrouw
slaat, die voor weinige weken met hem ge
huwd is, en die nu voor de eerste maal op
■den drempel van hare eigene woning staat,
nadat de huwelyksreis het paar langer buiten
lands gehouden heeft dan het oorspronkelyk
ran plan was.
Do lieftallige, blonde vrouw legt zacht het
hoofd tegen zyn schouder en ziet met eene
innige uitdrukking tot hem op.
„Uwe en myne woning", herhaalt zy zacht.
„Hot is my altijd nog als oen droom, Karei.
Voor weinige maanden nog had ik niemand,
die zich om mij bekommerde, en thans is
het, als wilde het geluk zyn ganschen rijk
dom over my uitstorten. Dat heb ik alleen
aan te danken, Karei!"
Eene plotselinge ingeving volgend, grijpt
zy zyne hand en drukt die aan hare lippon.
Maar hy trekt ze haastig terug.
„Neen, Dora neen!"
„Waarom niet?" Zy glimlacht. „Als het
my goed doet, u te mogen danken voor hot
vele, dat gy mij geeft?"
„Ik verdien het niet", zegt hy bynaheftig
en eene schaduw strykt over zijn gelaat.
„Wondorlyke man!" Zy kan het toch niet
laten, zijne hand ten minsto aan hare wang
te drukken, en daarby innerlijk te lachon.
Dat bevalt haar nTi weer, dat hy geenen
dank wil. Zwygend gaan zy naast olkander
door de reoks élégant en tevens huiselijk
ingerichte vertrekken. Waar het oog ziet,
overal ontmoet het de duidelijkste sporen
van zorgeloozen welstand.
In oene dor Laatste kamers staan zy stil.
„Dat is zy, Dora", zegt de man, terwyl
hy den arm onwillekeurig vaster om de
blauwoogige jonge vrouw legt.
Haar oog volgt het zyne, dat hy langzaam
en ernstig op een portret gericht heeft, dat
aan den muur hangt. Zy legt het hoofd een
weinig vaster tegen zyn schouder, en eene
byna angstige uitdrukking vertoont zich op
haar lief gezicht, als zy hot portret nauw
keurig beschouwt.
Hot is het fijne, heldere, voorname gezicht
van eene zeer jonge vrouw, dat op haar noer-
ziet- met eene eigenaardige stille uitdrukking
om den liefelyken mond en de zachte oogen.
Die lippen moesten lachen en toch zyn zy
rustig gesloten, alsof zy zich ongaarne tot
spreken openden, precies als wisten zy oone
lange, ernstige geschiedenis te vertellen, als
men haar maar vragen wilde.
Hoe komt het dat de jonge, gelukkige
vrouw een govool van medelyden bevangt
met die stille oogen tegenover haar?
„Was zy zeer schoon?" vraagt zij eindolyk
zacht.
„Men zeide het."
„En zy spreekt nog zachter on lang
zamer „fiemindot gy haar zeer, Karei?"
Hy antwoordt niet, maar buigt zich en
kust haar op het voorhoofd.
„Wilde God wilde God, dat ik hot gedaan
had!" zegt hij eindelijk diep ademhalend.
Zyn gezicht is bleek geworden. Dien pyn-
lyken trek om den mond kent zy niet bij hem.
„Gy zyt niet gelukkfg geweest?" Zij
aarzelt het te vragen.
„Neen", zegt hy kort.
„Was zy niet goed, Karei? Zy ziet er uit
aLs moest zy het wèl geweest zijn."
„Zy was zeer good."
„En beminneiyk?"
„Zy was waard, bemind te zyn." In zyne
stem ligt iets pyniyks. De jonge vrouw vraagt
niet verder, maar ook zy is ernstig geworden.
Zy is voor dit portret getreden met eene
vlaag van jaloerschhoid, zy wendt zich af
met een zucht, half van verlichting, half van
medelyden.
Het is een nazomeravond. Reeds daalt de
schemering vroeg en de avondlucht is koel
genoeg om een haardvuur aan te loggen.
Helder flikkert het, terwyl het zyn vertrouwe
lijk licht in fantastische vormen over den
dorikeron vloer uitstraalt en de kamer juist
genoeg verlicht, om haar behagelyk te maken
voor de twee menschen, die om het haardvuur
plaats hebben genomen.
Het is stil tusschen hen geworden. De jongo
vrouw ziet droomend in do langzaam ver
terende kolen, zonderlinge beelden daarin
lezend, wolko voortdurend veranderen.
„Dora."
Karei heeft heur kleine hand in de zyne
gehouden en drukt haar vaster, terwyl hy
spreekt.
„Ja, Karei?"
„Zal ik u nu van Agatha vertellen?"
„Als het u niet hindert."
„Het hindert my, maar gy hebt gomoend
mij te moeten danken. Misschien weet gjj
beter, wie gy dankbaar rnoet zyn, als gy my
gehoord hebt.
(Wordt vervolgd.)