rviaasKlag' JL2 I>eceml>er.
'ze <€ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
©it Hommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Eerste Blad.
Weer een klager.
Leiden, 10 December.
n
Feuilleton.
HUNNE ZORG,
r a OEOQ
IV. OOoO.
i*t" t i
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leidón per 3 ma&nden1.10.
Franco per post1.40.
AfeonderUike Nommora0.05.
Heeft in den laatsten tijd do gohoole
Nederland sche pers mot warme belangstelling
do zaak der heoren Willink Ketjon on Smit
bepleit en zich partij gesteld, niet minder be
langstelling verdient de heer M. J. E. Kriens,
die het Nederlandsebo volk met nieuwe feiten
bekend maakt.
Ee hoer Kriens heeft eene brochure het
licht doen zien, waarin hij de natie in kennis
stelt met tal van foiten en bijzonderheden,
dié in den laatsten t yd by onze Marino plaats
hadden, hoe hy door vele Marine autoriteiten
op vreemde wyze werd behandeld en hom on
recht werd aangedaan.
Men herinnert zich nog levendig hoe in het
vorige jaar velen hunne verontwaardiging te
kennen gaven, toen de heer Kriens, destyds
in Oost Indië als konstabel-majoor op het
ramtorenschip „Prins Hendrik" diononde, in
een paar artikelen in de „Java Bodo" wolke
artikelen door alle Nedorlandsche bladen wer
den overgenomen en beoordeeld do verro
gaande janboel op 's lands oorlogsbodems en
do kruL'j Lucht verslapping, welke by onzo zee
macht heorschte, schetste.
Men herinnert zich nog dat de heer Kriens
wegens het publiekmaken van die feiten word
gestraft niet de grootste disciplinaire straf,
welke voor een onderofficier te bedenken is,
nl. 14 dagen streng provoost.
Maar men wist niot dat de heor K. op
allo mogeiyke wijzen by do marine word
tegengewerkt en hem het loven aan boord
onmogoiyk werd gemaakt, waardoor hij zyne
militaire loopbaan gebroken zag en een middel
vond om den zeedienst te verlaton.
In bovongonoomde brochure, getiteld„Krygs-
tucbtvorslapping by de Marine en mijn ont
slag uit 's lands zeedienst", wordt eerst het
bewuste artikel Uit de „Java-Bode" nog eens
overgedrukt en daarna vorhaalt de schryver
zjjn lezers, hoe hy na zyne provooststraf
nog tweemaal voor datzelfde artikel door den
commandant der zeemacht in Oost-Indië, don
schout-by-nacht J. W. Binkes, werd gestraft.
Kort na genoemdo provooststraf word de
heer K. door den Minister van Marine tot
zyn hoogsten rang, tot opper-konstabel, be
vorderd, maar genoemd besluit werd woder
naar Nederland opgezonden en zyne promotie
ingetrokken.
Als ware 't nog niet genoeg zond ge
noemdo vlagofficier den hoor Kriens, wien in-
tusschen te Batavia eene eervolle burger-
betrekking was aangobodon en die, volgens
zyn recht, als behoorondo tot hot vaste corps
(zonder diensttyd), zyn ontslag wilde nomen,
vóór zyn tyd naar Nederland, met het oor
logsschip „Emma" terug. Op genoemd oor
logsschip moest hy een ander zeeofficier ver
vangen, die reeds één jaar langer in Indiö
vertoefde dan hy, terwyi deze in zyne
plaats kwam.
Do heer K. beschrijft deze foiten met tal
van Regeeringsmissive's, waarby zelfs nom-
mers en datums duidelyk zijn opgetookond.
I-Iy toont verder het onraogelyke aan voor
oon militair dor zoemacht, om zich in O.-I.
voor een krygsraad te begeven en noomt dit
voor den klager eene foltering, een lydon, ja
zelfs een zedolijken dood.
In de brochure wordt vorder door hem ver
haald lioo hy op do vloot voor den schryver
van tal van dagbladartikelen word gehouden,
waarin verschiliendo vreemde handelingen,
welke by de zeemacht plaats hadden, werden
blootgelegd en hoe meu hem stelselmatig
tegenwerkte, zoodat hy in afkeuring voorden
zeedienst een middel vond om met penstoen
den dionst te verlaten. Wegens byziendlioid
afgekeurd, gaf men hem, die 21 jaron
waarby nog 10 in do koloniën -1- 31 worden
gerekend den lande trouw gediend had, in
plaats van het hom toekomende gehoelo
pensioen, slechts de helft daarvan. Hjj, die
na nauwkeurige kouring, zonder gebreken, als
kind in dionst was gekomen en thans ge
brekkig werd ontslagen, werd goponsionneerd
met de bij de militairen geykten term: in,
doch niot door den dienst ontstane gobreken.
Ook dit wordt door don heor K. als oon
nieuw schandaal, rnogeiyk bij onze militairo
wetten, gebrandmerkt.
Een request aan den ministor van marine
mocht niet batenby was toen van plan zich
tot de Tweede Kamer te wondon, maar toon
hy den afloop der adresson van "Willink Ivetjen,
Sol en De Sturlor, Salomons, Eiumink en tal
van anderen door die Volksvertegenwoordigers
zag afgewezen met eon„do Kamer zegt den
minister dank voor do verkregen Inlichtingen
on gaat over tot do orde van den dag", be
sloot hj| zyn adres maar In de snippermand
te werpen.
De beer K. zegt verder in zyne brochure
dat hy do schryver Is, die steeds in do „Java.
Bodo" zyn marine-artikelen onder't pseudoniem
„Si anoe", „Aristarch" on „Neptunus" schroef,
en is er, daar thans do marino met hem
afgerekend heeft, trbtsch op, dat openiyk te
verklaren.
Aan het slot zjjnor brochure scbryft hy
„Thans heeft men my voorgoed gedood en ik
heb my voor myne overtuiging moeten op
offeren. Dat neemt echter niet weg dat ik
thans als vrfcj en van de marino onafhanke
lijk men3cb, voor diezelfde overtuiging zal
blijven strjjdcn, zal arbeiden tot aan mjln dood.
„Oewapond met oene veeljarigo ondervin
ding, wil en Zal ik op de hoogte van alle
Marinezakon blyvon, on telkens wanneer het
my lust, zal ik de pen opvatten om die zaken
in hot oen of ander dagblad ook voor de natie
toogankelyk te maken, om haar daardoor in
de gelegonheid te stellen critiek of beschou
wingen over onze treurige marinotoostanden
te leveren. Dit zij van af hedon mijne taak."
Het zijn slechts enkele feiten, dlo hier uit
hot, opstol des hoeren K. zyn overgenomen.
Naar wy vernemen, belooft hot volgende
concert der Leidscho Maatschappy voor Toon
kunst, den Oden Januari a. s.in de Stadszaal
to goven, van hyzonder gewicht te zullen zyn
en, al behoort het tot do drio „gewone" coii-
corten, mot recht op don naam van „buiten
gewoon" aanspraak te mogen maken.
Immers, op dat concert zal zich doen hooren
hot reeds van olders als beroemd bekend
gewordon „Heckmann Quartett" waaromtrent
vu hot eon on ander in voorname buiten-
landscho bladen lezen.
Daaruit blykt dat dit gezelschap is oene
voreoniging van talentvollo muzikale krachten,
wier lodon zich tot olkandor aangetrokken
hebben gevoeld door hunne geiykhoid van op
vatting on eensgezindheid van streven.
Dit feit alleen kan de eenhoid en de won
derbaarlyke overeenstemming verklaren van het
gevoel on do uitdrukking, waardoor alles zich
kenmorkt, dat door hot viertal wordt ton ge-
hoore gebracht en daaraan een geheel byzonder
karakter verleent.
Juist doze overeenstemming, gepaard gaande
met eene in groote mate ontwikkelde techniek
vati de vior musici, heeft den heer Heckmann
en zyne medoworkers als oen degeiyk, wel
licht als het grootste quartott door het publiek
doon schatten.
Dit beroemde, zoo mogelUk dat van Boeker
overtreffende quartett bestaat uit de heeren
Robert Heckmann, Otto Torberg, Theodor
PRIJS DER ADVERTENT^EN:
Y»n 18 regel, 1.05. Iodero regel raeorƒ0.174-
Grootere letten na»r pUeUnrimte. Voor het in-
caeseeren bulten do stad wordt 0.10 berekend.
Allekotte en R. Bellmann en bevindt zich
thans in Schotland, waar het zeer veel roem
inoogat. Do Edinburgsche bladen toonen zich
hoogolyk ingenomen met hetgeen dezo heoren
ten gehooro brengen.
Ook do koningin van Engeland hoordo met
het meosto genoegen de voordracht van het
quartott en vooral hot solo-spel van don heer
Heckmann, aan wien door den prins van Bat-
tenberg word medegedeeld dat H. M. hom,
don directeur, persoonlyk hare ingenomenheid
wenschte to betuigen.
Dit had dan ook in de Duitscho taal plaats,
waarna prinses Frederike van Hannover, die
het quartett roods vroeger te Berlyn en te
Weenen gehoord had, tevens den directeur
dank zeide.
De leden van Toonkunst alhier zullen dus
zeker ook wel met grooto belangstelling do vol
gende uitvoering to gemoot zien.
Hoden verschoon de Almanak van het
Leidscho Studentencorps. Tegenover den titel
pvykt oon portret van den rector-magnificus
profossor dr. S. S. (Rosenstoin, uitstokond van
golykonis en uitvoering beide. Verderop by
zyne levensbeschrijving door professor dr. T.
Zaayer vindt men een wolgeslaagd portret
van wylen prof. dr. Simon Thomas. Do almanak
bovat als naar gewoonte alles wat mon in
oen boek van die strekking vinden kan, boven
dien allerlei medodoolingen, verslagen en op
gaven mot betrekking op academie en studen
tencorps on mengelwerk. Ook behoort er eene
plaat by.
Het aantal studenten wordt hier opgegeven
als 951, tegen 959 in het vorige jaar.
De volgende tabel geeft een duidelyk
overzicht
corps
leden
oud-
corpsleder
nlet-
corpaleden
Tszamen
Lett, en Wysb. 26
23
18
67
Wis- en natuurk. 22
7
30
59
Godgeleerdheid 29
4
16
49
Recbtsgeleerdb. 353
42
10
410
Geneeskunde .206
39
116
361
Oost-Ind. inricht, 7
1
3
«k
648
116
193
957
De studenten aan de Oost-Indische inrich
ting, tevens loden van het corps, zyn mede
by eene der 5 faculteiten ingeschreven. In het
afgoloopon almanakjaar (15 November—15-
November) haddon er 65 promotiën plaats, te
weten 1 in de literarische, 49 inde juridisch»
(44 in do rechts- en 5 in do staatswetenschap),
11 in de medische en 4 in de philosophische
ficultoit (2 in de wis- en natuurkunde, 1 in
plant- en dierkunde en 1 in scheikunde).
2) VAN
EJ11L PKSCHKAIL
„Waarom oen jongen en twee meisjes
is óók mooi," merkte hy dan aarzelend op,
waarop zy steeds antwoordde: „Maar, man
lief, waar denkt gij aan? Hoe kunt gy zoo
lichtzinnig zijn! Denk eens aan al dio
kleeren! En wat kosten kinderen niet aan
schoenen! En als er daD eens ziekten by
komen! En den jongen moeten wij toch
laten studeeren, niet waar? Nu, dat kost nog
al ietsDaar tegenover staat voor do meisjes
weer eene bruidsgift; anders komt er toch
geen man om haar. Gy weet hoe hot tegen
woordig gaat; het is my altyd nog eon
ergernis als ik bedenk, hoo weinig ik zelve
ten huweiyk heb medegebracht. Neen, man
lief, een jongen en een meisje, die kunnen
wy met Gods hulp bohoorlyk grootbrengen.
Maar dan nog één moisjo? In de omstandig
heden, waarin wij verkeeren, zouden wy aan
onze beide oudsten te kort doen!" In ge
dachten verdiept roerde de heer Mottig zyne
thee en zuchtte. Daarop keek hij zijne vrouw
aan en zeido op droofgoostigen toon„Maar
als er dan toch nog oen.s oen dorde komt!"
Mevrouw sloeg de oogon neder on bloosde.
Eerst na oenigo oogonblikken antwoordde zy
zacht„Spreek zóó niet. Mottig. Wy verlangen
maar twee KI,na en Herman, niot waar?
En die zullen wij innig llofhebbon en naar
ons beste weten grootbrengen, is het niet
zoo?" Zij sloeg do oogon weder op on keek
hem tccder aan, waarop hy haar hoofd aan
zyne borst vleide en een kus op hare zachte,
blonde lokken drukto.
„Zooals gjj wilt, Johanna," fluisterde hy.
En dan dronk hy zyn kopje ledig en ging
aan het werk. Om buiten zyn salaris nog oon
paar guldon te verdienen, verrichtte hy zelf
namelyk allerlei schrijfwerk, waarvoor anders
liulp noodig ware geweest. In de plaats van
zich na zijno dagolyksche bezigheden rust te
gunnen, zat hy dikwyls nog tot laat in den
nacht, over zyne schrijftafel gebukt, te werken.
Als hy dan, wat meermalen plaats had, ten
laatste pyn in den rug kreeg, stond hy voor
een oogenblik op, begaf zich in het aangren
zende vertrek er. wierp eon blik op zijno sla
pende vrouw. Hare lieve, zachte trokken
wakkerden den lust tot werken weder by
hem aan. Hij streek met de hand over zyne
vermoeide oogon, drukte een zachton kus op
liaro hand en zeide: „Voor u on uwe kinde
ren!" Dan begaf hy zich weder aan het werk
en schreef nog langen tijd ijverig door.
Wat de heer Mottig mot werken verdiende,
zocht zjjne vrouw zooveel mogelijk byeen te
houden. Zy wist altyd nauwkeurig waar op
ruiming tegori vorminderde pryzen werd go-
houden, en zoo zij een enkelen keer iets noodig
had in een tyd, dat er geen uitverkoop was,
liep zy allo winkels af om te zien waar zy
het voordeoligst hare inkoopon zou kunnen
doen. Het lovon en biodon was haar langza
merhand zóó eigen goworden, dat zy op do
markt om een onkelen cent dikwyls een
kwartier kon staan dingen. Haar echtgenoot
bezat dezo eigenschap niet, en daarom verge
zelde zy hem altyd als hy voor zichzelf in
koopon moest doen. Dit was ook de reden,
waarom zij verzocht had hare veijarings- on
kerstgeschenken in gold te mogen ontvangen,
daar liet haar altyd eene ergernis was, als
hy, volgens haar oordeel, te duur had gekocht.
Dat zjj voor dit geld alleen „nutSige" dingen
voor de huishouding kocht, laat zich licht
begrjjpenlyfsiojaden waren eoiv gruwel in
haar oog. „Al die kostbaarheden,placht zy
te zoggen, „zyn maar dood kapitaalzy brengen
geene rente op." Niot minder spaarzaam was
zy in de keuken, Zy hield er geen dienst
meisje op na, en redde zich met oene vrouw,
die dagolyks een uurtje hot ruwste werk
kwam doen. En dan het koken! De groente
moest toch vooral niot te vet, de koffie niet
te sterk en liet gebak niet te zwaar zjjn!
Met vleesch had zij het al byzonder goed ge
troffen. Op zekeren dag was zy op het ver
nuftig denkbeeld gekomen, dat het vleesch
toch voel goedkooper zou zyn, als men het
van hot platteland liet komen. Na veel moeite
gelukte het haar een dorpsslager op te sporen,
dio dagelyks vleesch naar do stad zond, dat
aanmerkolyk goedkooper was. In hunno eerste
blijdschap hiorover vonden zy het vleesch
smakelijker, dan wat zij ooit in do stad had
don gekocht. Langzamerhand kreeg do heer
Met tig echter oen eigenaardigen tegenzin in
al wat vleesch was en at er maar zelden
meer van. Zyno vrouw veronderstelde dat
vleesch, zoo direct van het platteland aange
voerd, voedzamer was dan dat wat in do stad
verkocht werd, want ook haro behoefte er
aan word voortdurend minder. „Het is heel
natuuriyk," voegde zy or dan hy, want op
liet land krijgen do koeien altyd malscli en
vet gras te eten," on met hot oog ook op
deze before voeding en hunne mindere be
hoefte aan vleesch, bestelde zy voortaan maar
half zooveel als vroeger. (Wordt vervolgd).