N°. 8525. £2 33eceiiil>ei* Dit noiumer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on~ en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 1 December. Femlleton. EENE ZATERDAGSCHE MARKT TE LEIDEN- 0 f QO-? 1" k li O u LEIDSCH PRIJS DEZER COURJLNT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. JUconderlgke Nommer»....9 0.06. OfHcieele Kcuuisgeviueen. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adree van P. M. VAN LIESHOUT, spekslager, -wonende alhier, houdende verzoek om vergunning tot het oprichten van eene elachtery en rookery in het perceel Korte Spilsteeg No. 5. Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95.) Geven hij deze kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Woensdag den 14den December aanst., 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders vobrnoemd. Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 30 Nov. 1887. E. KIST, Secretaris. Nog slechts weinige weken en geheel de Katholieke wereld zal met groot enthou siasme het gouden priesterfeest vieren van Paus Leo XIH. Overal, ook in ons vaderland, verneemt men van toebereidselen om dat feest waardig te herdenken. Zal Leiden alleen achterbleven? ie eene vraag, die in de laatste dagen bij menigeen opkwam; zoo ook bij eenige stad- genooten, die oen paar malen samenkwamen om eenige plannen te bespreken en zich nu per circulaire tot hunne Katholieke mede ingezetenen wenden. Op den voorgrond stond dat eene feest viering om den persoon, wion liet geldt, waardig en grootsch behoort te zjjn, maar, èn de korte tijd van voorbereiding, èn de groote kosten aan een schitterend feest verbonden, èn de moeilijkheid om het zóó in te richten, dat alle Katholieken konden deelnemen, maakten de kans van eene goede uitvoering zóó onzeker, dat men van dergelijk plan heeft afgezien. De vraag rees nu: zou het wellicht nog ftet meer in den geest van den Heiligen Vader liggen, wanneer in de dagen zjjner feest viering, door eene gave van allen, die daartoe ook maar eenigszins kunnen bijdragen, te zjjner eere en uit zijnen naam aan de be hoeftige geloofsgenooten een gelukkige dag word bereid? Dat denkbeeld vond by val en de onderteekenaren der circulaire vormden zich als commissie om bijdragen voor dat doel in te zamelen. Vindt hun denkbeeld ondersteuning, dan stellen zjj zich voor: lo. Aan de Vereenigingen van den „H. Vincentius a Paulo" en van de „H. Elisabeth" eene gift aan te bieden, door de Katholieken van Leiden ter eere van Zijne Heiligheid bijeen gebracht. En bjj ruime deelneming: 2o. aan al de behoeftige Roomsch-Katholieken, bohoorende tot de parochiën van Leiden, eene extra bedeeling in levensbehoeften te verschaffen; 3o. aan de behoeftige R.-K. kinderen een feest te bereiden. De H. Vader spoorde herhaaldelijk tot lief dadigheid aan. Men handelt dus, volgens de meening der commissie, geheel in zjjn geest, door zijn feest dienstbaar te maken aan de beoefening daarvan. De beide vereenigingen genieten de onverdeelde en algemeene sympathie van alle Katholieken, en geen wonder alzoo dat bjj de bestaande schaarschte haror geldmiddelen eene gave, bijeengebracht door alle Katholieken zonder uitzondering, een eigenaardig karakter verkrijgt, en zeer zeker de goedkeuring van Zjjne Heiligheid zal wegdragen. De bedoelde commissie bestaat uit de heeren: P. Driessen, yoorzitter, mr. J. A. F. Coebergb, onder-voorzitter, A. D. D. Schrotlen, secretaris, H. Van Wensen, penningmeester, Fel. Driessen, mr. L. M. J. H. Kerstens, dr. H. B. P. Kortmann, H. Noordman, W. H. Schmier, J. D. Speet en P. G. Timp. De R.-K. pastoors der drie parochiën van Leiden, de zeereerw. heeren J. Bots, J. C. H. Muré en W. J. A. Derks, juichen de denk beelden, in de circulaire vervat, ten zeerste toe en verzoeken den Roomsch-Katholieken van Leiden de plannen van de commissie wel te willen steunen. Bjj de Leidsche Spaarbank werd in de maand Nov. ingelegd f 47,4S3.265, terugbetaald f 49,725.06, terwijl zijn afgegeven 125 nieuwe en geheel zijn afgelost 84 boekjes. Op 30 Nov. bedroeg het gezamenlijk tegoed der 8274 inleggers f 1,590,650.22. De Staatscourant bevat een kon. besluit van 28 Nov., regelende de wijze waarop het kiesrecht wordt bepaald van hen, die, zonder in de personeele belasting te zijn aangeslagen, een gedeelte van eene woning in gebruik hebben van eene huurwaarde (ongemeubileerd) vallende onder de nieuwe regeling, of die mede-eigenaar zijn van onroerende goederen en voor hun aandeel ten minste f 10 grond belasting dragen. Art. 1 bepaalt dat voor de aangiften zoowel van hen, die ter zake van grondbelasting, als van hen, die wegens kamerhuur kiesgerech tigd zijn, modellen worden vastgesteld, die ter gemeente-secretarie kosteloos te verkrijgen zijn. Men zjj indachtig dat die aangifte vóór 21 December moet geschied zijn. De overige artikelen handelen over de per sonen, die met het schatten der huurwaarde worden belast en de wijze, waarop die schat ting plaats heeft. Onlangs is in een bericht der „Standaard" gemeld dat men om het kiesrecht te verkrij gen door middel der grondbelasting den aan slag daarin uiterlijk 30 November moest heb ben betaald. Dit was, naar het „N. v. d. D." opmerkt-, niet geheel juist. De betaling van den aanslag in 's Rijks directe belastingen kan ook nog na heden geschioden. "Voor het opmaken der kiezers lijsten is als termijn gesteld de 21ste dag na de afkondiging, dus in dit geval de 21ste December, en in eene circulaire van het minis terie aan de betrokken autoriteiten leest men „Zoo spoedig mogelijk na vermelde plechtige afkondiging, en uiterlijk den 20sten dag daarna, behoort de lijst door de ontvangers aan den burgemeester gezonden te worden, na voorafgaande bijwerkingten aanzien van aanslagen, die zijn aangezuiverd sedert de lijst is opgonaakt." Naar we in het hoofdartikel van gisteren reeds mededeelden, is het kiesrecht ook af hankelijk gesteld van de huurwaarde van het huis, waarin men woont. Daarmede wordt niet bedoeld de som, waarvoor men een huis heeft gehuurd, maar de huurwaarde, welke het Rjjk er aan toekent. Om nu te weten welke huurwaarde aan uwe woning is toegekend, behoeft ge maar te zien op uw aanslagbiljet voor de personeole belasting of ge daarop wegens de huurwaarde zjjt aangeslagen voor meer dan van het gisteren in het staatje vermelde bedrag, omdat de Staat 5 pet. belasting van de geschatte huurwaarde heft. De heer W. P. Wolters, uit Leiden, die gisteravond als spreker optrad voor de leden van het departement Rotterdam der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen, droeg een verhaal voor, waarvan de handeling, in de 16de eeuw voorvallende, grootendeels liep over den geloofsstrijd in die dagen, speciaal met be trekking tot de wederdoopers. Daar hetzelfde verhaal ook nog elders dienst moet doen, bepaalt 4e „N. R. C." er zich bij te vermelden, dat de spreker een aandachtig gehoor en toe juiching vond. De paardenarts der 3de kl. P. Brouwer, van de 2de afdeeling van het 2do regiment veld-artillerie te Leiden, wordt op morgen PRIJS DER ADVERTENTIEN: Y»n 1—6 regel» 1.05. Iedere regel meer 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in- casetcren buiten de etad wordt f 0.10 berekend. gedetacheerd bij het remonte-depót te Milligen. De bij het 4de reg. nieuw benoemde 2de luit. E. W. Klop is ingedeeld bjj de 3de comp. van het 4de bataljon, in garnizoen te Delft. De minister van oorlog heeft benoemd tot adjudant van den inspecteur der cavalerie, den ritmeester R. F. L. baron Bentinck, van het 3de reg. huzaren, die, in verband daar mede, onder eervolle ontheffing uit zijne be trekking van regimentsadjudant in zjjn rang is overgeplaatst bij den staf der cavalerie; bij het corps den ritmeester C. M. Sprenger, van het 3de reg. huz., alsmede den eersten luitenant A. L. De "Wolf, van het 4de reg. inf.; eervol ontheven, op zjjn verzoek, uit de betrekking van adj. bjj het corps, den eersten luitenant C. Hemmes, van het 6de reg. inf., die tevens in zijn rang is overgeplaatst bij het 4de rog.; bestemd tot off. voor spec, diensten bjj het corps, de kapts. J. J. L. Bruinier, van het 4de reg. inf., en W. J. C. B. Droog- leever Fortuyn. Verder heeft de minister medegedeeld dat zjjn overgeplaatst door den inspecteur der cavalerie bij het 3de reg. huz. do eerste luits. L. G. baron Van Boetzelaer en H. J. M. C. -Schreuder Van de Coolwjjk, van het 2de reg. huzaren, en gedetacheerd de tweede luits. A. W. Den Beer Poortugael, van het lsto, en F. De Man van het 2de by het 2de reg. veld artillerie; by het 3de reg. veld-artillerie, den eersten luit. M. Q. Buys Ballot, van het 2de reg.. Verder h6eft de minister van oorlog ter kennis van de landmacht gebracht dat aan de volgende officieren, te rekenen van 6 Dec. a. s., machtiging wordt verleend om, overeen komstig het bepaalde by koninkl. besluit van 19 Nov. 1844, No. 46, het cyfer in het daarbij bedoeld aan hen uitgereikt onderscheidings- teeken, te doen verwisselen, als: van XXX in XXXV, bij het wapen der inf., aan den kol. H. F. Alings, thans op non-activiteit; staf: aan den gen.-maj. J. C. C. Den Beer Poortugael, comm. der 3de divisiedat van XXV in XXX by het 3de reg. huzaren aan den kol. jhr. L. J. H. Teding Van Berkhout, comm. van het corps en aan den majoor B. J. Couvée; dat van XX in XXV, by het wapen der inf., aan den kap. H. J. F. Dommers, ged. by het leger in Ned.-Indië, by het 3de rog. huz. aan den ritm. jhr. A. W. Van der Wyck, by het 2de reg. veld artillerie, aan den kap. C. E. Van Stryen; dat van XV in XX, by het wapen der inf., aan den kap. 1'. L. H. Mansvelt, thans op non-activiteit; by het y 1) DOOR Mr. CLOVIS. Ze levert een aardig schouwspel, de Zater- dagsche markt te Leiden met hare honderden bezoekers, die daar door elkander dwarrelen, en in welk eene verscheidenheidMen treft er handelaren en koopers aan, men ziet er deftige stedelingen met de traditioneeie schoor- steenpypen op het hoofd, studenten met ge ruite wyde broeken en kleine hoedjes, buitenlui met kaalgeschoren gezichten, platte petten op één oor, ringetjes in beide ooren en over den eebouder een groenen zak, aan de uiteinden versierd met twee roode kwastjesmen werpt eerr wei'«revalligen blik op die vlugge, élégante dienstmeisjes met helderwitte mutsjes, lage schoentjes en nauwsluitende japonnetjes, en op die ryk jnet vederen en goud beladen boerinnetjes met rood-blauwe koontjes. Het oog geniet derhalve op alle mogelyke wyzen, maar ook het oor vindt stof in over vloed. Ten bewyze daarvan wil ik den. lezers van het Leidsch Dagblad eens vertellen wat ik op zoo'n Zaterdag-morgen al gehoord heb. Vooreerst plaatste ik my naast een ouden boer met een kort stuk eindje pyp, een zoo- genaamden neuswarmer, in den mond, die, begeleid door zijn zoon, die, naar zyne kleeding te oordeelen, by den een of anderen onzer Croesussen het baantje van palfrenier be kleedde, de nette, ryke winkels op de Boter markt in oogenschouw nam. „Zeg 'reis Jan, wat is dat voor 'n ding hier?" vraagt de oude eensklaps en hy wyst op een heel mooi dames-keurslyf. „Da vader! dat dóar meen je?" „Ja, dat ding met al die goatjes!" „O dat! dat gebruiken de dames hier in stad as ze uit d'r eigen zeivers niet dik genog bifine," antwoordt de zoon terwijl hy den ouden even met den elleboog aanstoot en deze beweging tevens met een knipoogje verzeld doet gaan. „Zóó, zóó," geeft deze verbaasd te kennen, „nou, dan bin ik moar wat blaai, dat ik je zus Hanna niet mee noar stad hep enomme, anders had die ook nog zoo'n dingsigheid motte hebbel En dat, jong, die mnizeval, al die ronde yzeron droadjes, woarvoor dient dat nou?" „O, dat is een kedeperie, vader." „Een kedeprie, wa's dat voor malligheid?" „Ja vader, dat gebruiken de dames hier zoo voor de sjiek van achteren." De oude kykt zyn zoon verstomd aan, doet eenige hevige trekken aan zyn neuswarmer en mompelt daarna: ,/t Is toch warempel of ze van alles prakkezeere om do vrouwlui nog gekker te make as ze al binne. Kom jong, loat ons moar wijer goan; ik vind dat hier een vervelend spul." Vlak tegenover dezen winkel is een groot aantal voorwerpen van aardewerk op den grond geschaard, alsschotels, borden, deksels, kom metjes, kopjes van allerlei grootte, van aller lei vorm en kleur, witte met randjes, met bloemetjes, blauwe, groene, roode, paarse, sommigen met al deze kleuren tegelykertijd versierd. Twee vrouwen, volgens hunne kleeding be- hoorende tot de arbeiders-klasse, staan daar voor in eon druk gesprek gewikkeld. „"Wel Mie," zegt de ééne, hoe zou je nou daize twaalef wel vinde?" en ze neemt een wit kopje met groen en rood randje ter hand. „Ja Ka, ik vin die met de gele blommetjes d'rop vail mooier, da kan ze nog met pronke „Dat wil ik graag gelauve, maar ze binne ook drie cinte duurder het stuk 1" „Nou, maar der mot je nou niet zoo op kaike als je meid gaat trouwe; je mot toch altyd denkeze trouwt maar eens in d er leve." „Nou, maar dat heb ie ook niet op een briefte staan; jouw vader heit et wel drio kair gedaan." „Wat gedaan?" „"Wel getrouwd, mins!" „Ja, maar zoo main ik dat nou niet, ik wou nou maar es eigelyk zeceo zoovail as dat ze maar eens in d'er leve voor do eerste kair trouwt." „Dér hep ie gelyk an, Mie; dus je zouw denke dat ik die met de gaile blommetjes mot kaupe? 't Is anders vail geld hoor, zalven cent stuk." „Och kom, voor zoo'n enkele kair, en 'tis toch ook een ferm stuk mijt, die Griet van jou; laat je toch nie kenne voor 'n paar cintjes!" „Nou, dan, in gossiesnaam, maar as m'n man je kaasjewail es vraagt hoevail datte ze koste, dan zeg je maar vaif cinte hoor, want da's toch zoo'n allemachesie gierige vrek, hy gunt 'n mins nog niet eens 'n slokkie." „Nou, daar weet ik nou es net alles van: daar hep ie me niks van te vertell9." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1