3.£o.aii«ia<r 1.4 November. A0. 1887. Dit nummer bestaat uit Vier Bladen. Van brieven en andere dingen. Leiden, 12 November. PKIJB DEZER COCJRAITT: L«1on f*r S ouiila..1.19. rr*nr* p»r port1.49. Afeondorl jke Kommer»0.06. §tze jouraat wxrdt dagelijks, mil aitzoadeiiag raa &oa- tn <$eestdagea, ultgegevta. PBIJB DER ADVERTENTTEN: T*b 16 regele 1.05. lader® regel m»r 0.174» Orootere lettere near plaatsruimte. Voor hei iaoM* •eeren buiten de etad wordt 0.10 berekend. Dezer dagen vonden wo in eone van de couranten het navolgende bericht: „Op 31 Oct. jl. is door Barnardus Lowes in do brievenbus te Blyham gestoken een brief, geadres seerd aan O. Medens, te Groningen, en inhoudende een bankbiljet van f 25, D. G. 1834, welke brief niet aan zijn adres is bezorgd. De officier van justitie te Winschoten verzoekt opsporing en bericht." Men behoeft niet eens tot do allergetrouwste courantlezers te bohooren, om to weten, dat soort gelijke bekendmakingen vrij geregeld voorkomen. Men zou er, do hodendaagsche mode huldigende, eene statistiek van kunnen opmaken. Het is zeer stellig ons voornemen niet, wanneer we aan dit geval een paar bescheiden opmerkingen verbinden, den verliezers van per post verzonden geldswaarden in het algemeen, den heer Lowes te Blyham in het bijzonder, iets minder aangenaams te zeggen. Hij, noch iemand anders, die vroeger in hetzelfde geval vorkeerde.^ehoeft er zich iets van aan te trekken. Niet op verleden, maar op toekomende dingen wenschen wij de aandacht to vestigen in het belang van iedereen. We achten dezen „aanloop" niet overbodig, daar zoo menigmaal kwade bedoe lingen worden gezocht als daarvan geene schaduw te vinden is. Maar ter zake. Hot zoo vaak verloren gaan van „brieven met wat er in", is een wonderlijk ver schijnsel. Schrijver dezer regelen heeft gedurende de laatste twintig jaren, uit verschillende oorden des lands, dagelijks gemiddeld twee brieven en bovendien een niet gering aantal drukwerken ver zonden. Nog nooit heeft bij over de vermissing van eene enkele postverzending te klagen gehad. Toen hy eens, in een oogonblik van afgetrokkenheid, een verkeerd adres had geschreven, kwam niettemin de brief terecht, dank zy het opsporings-talent, door de postadministratie als vrucht der praciyk verkregen. Hoe nu daarmede te rymen is dat brieven, tus- schon welke een bankbiljet is ingevouwen, zoo dik- wyis hunne bestemming misloopon, behoort tot do geheimen, voor welker oplossing wy don sleutel nyssen. Gesteld dat er-©mier de beambten enkele gevonden wordon-, die er studio van maken zulke epistels te verdonkeremanen, dan zou er toch aan die brieven een uitwendig toeken moeten zün, waaruit blijkt dat zy een begooriyko bult zynhoe zou men anders op de gedachte komen, juist die en geen an dere hunne bestemming te doen missen? Maar zulke kenteekenen zullen wel nooit aanwezig zynwie toch zal zoo dwaas wezen, op zjjne postverzendingen speciaal de aandacht van oneeriyke lieden te vestigen? Ten tweede. Het heeft ons altyd getroffen, dat de vorm van bedoelde bekendmakingen zoo stollig is, in onderscheiding van andore officiöele mede- deolingon. „Op den zooveelsten is in de brievenbus gestoken." Het bewys, dat die handeling inderdaad werd verricht, moet dan ook geleverd zyn; er mag geen twyfel meer bestaan dat byv. de persoon, aan wien zy werd opgedragen, den brief niet ver loren heeft. Waar dat bewys ontbreekt, zou men eigenlyk moeten lezen„By den commissaris van politie te X. is aangifte gedaan, dat op den enz. Ten derde. Van het resultaat der nasporingen vernemen we gewoonlijk niets. Meermalen is het gebeurd dat de schuld van het niet terechtkomen van een brief bij afzender of geadresseerde was te zoeken, cn niet altyd wordt ook deze omstandig heid aan het publiek medegedeeld. Hot is mogelijk W daarvan melding wordt gemaakt in het Politie blad, maar, dan zou het toch, ter wegneming van ongerustheid, wenschelyk zyn dat ook de ge wone couranten met het feit dor terugvinding in kennis werden gesteld. Eveneens! indien de politie den pleger der ontvreemding ep het spoor was gekomen, zouden wy gaarne zien dat daarvan gewag werd gemaakt. Op hetgeen wij verder over dit onderworp te zeggen hebbon, is reeds meermalen de aandacht gevestigdde feiten bewyzen echter dat het gansch niet ovorbodig is, zulks by herhaling te doen. Ver zonding van geldswaarde met gewone brieven moest eigenlyk verboden zyn, maar een zoodanig verbod zou onmogelijk gehandhaafd kunnen worden. Het brievengebeim is by ons te lande heilig en veilig, en geen bestuursmaatregel kan op dat beginsel inbreuk maken. Doch het correspondeerend publiek moest verstandig genoeg zyn om de brieven met geldswaardo steeds te doen aantoekenen. Raken zy dan weg, de officiëelo opgavon der posteryen doen zien, dat. het tot de groote zeldzaamheden behoort, dan heeft men verhaal op de adminis tratie. Het bedrag van het aanteekengeld is eene soort van assurantie-premie tegen verlies van den brief. Het tarief van dit recht is waarlyk niet te hoog; zoo men mocht meonen, dat het wèl zoo is, welnu, dat men dan aandringe op verlaging, maar niet trachto door een verzuim, dat eigenlyk als een ontduiking van porto mag aangemerkt worden, liet doel van dien maatregel te vorydelen. De hoofdadministratio der posteryen heeft door allerlei bepalingen, by' Koninklyk Besluit vastgesteld, de moeielykheden pogen weg te nemen, voorheen aan de verzending en ontvangst van aangoteekende brieven vorbonden. Zoo moest vroeger zulk een brief altyd door den geadresseerde in persoon wor den afgehaald, hetgeen voor hen, die wat ver van een kantoor woonden, inzonderheid ten platten lande, woleens een bezwaar was. Thans kan men het ontvangbewys ook aan den besteller in handen geven, en by een volgenden rondgang van hom den brief bekomen. Men heeft echter gewezen op den omslag, aan de verzending van zulke brieven verbonden; voor namelijk had men daarby het oog op den oisch, ze mot vyf of drie lakken te verzegelen. Inderdaad is het ons nooit recht duidoiyk geweest, waartoe deze bepaling dienstig is. Wanneer wy ons ook mochten verheugen in het bezit eenor klasse van industriëelen, gelijk Mexico zo onder zyne burgers tolt, die van het berooven van postwaggons een geregeld handwerk maken, dan zou juist de ver siering mot al die lakjes oen middel z(in om hun de uitoefening van dat bedryf te vergemnkkeiykenhet uitzoeken gaat op die manier veel gauwer, en ook voor roovers geldt hot spreekwoord: „time is money." Is de gewone sluiting in eene gegomde enveloppe niet voldoende? Ja, men kan die gemakkeiyk opre nen; maar wie zal dat doen als de brieven uit sluitend door de handen der postambtenaren gaan Voor het overige zou men op hot postkantoor de aangeteekende brieven van een lak met kantoor stempel kunnen voorzien, als eene byzondere wyze van siuiting noodzakeiyk wordt geacht. Of ook, indien men het noodig rekent dien arbeid den af zender op te dragen, is dan één lak niet vol doende? Heeft inen die lakdecoratie soms noodig om op het eerste gezicht de aangeteekende brieven van de gewone te onderscheiden? Zeker niet, want op het adres wordt door de administratie altyd een rood strookje geplakt met do letter R. (Régistré) en een nummer. Dat is het officieêle kentoeken, en mag wel als voldoende worden beschouwd. Dat we het gewaagd hebben voor deze opmer kingen de aandacht van den lezer te verzoeken, had een dubbel doel. Vooreerst: de afzenders van brieven met geldswaarde nogmaals ernstig op het hart to drukken, niet op te zien tegen de ge ringe kosten en moeite van het aanteekenen. Ten tweede, de yvorige administratie van het post wezen in eerbiedige overweging te geven, of er niet nog het een of ander te doen is om de op zichzelf weinig drukkende bezwaren, aan dien voor zorgsmaatregel verbonden, tot een minimum te herleiden. Onze postoryen mogen nog geene volmaakte in stelling zyn, wat ter wereld zal niet immer vatbaar blyven voor verbetering? toch mogen we met dankbaarheid erkennen, dat zy een hoogen trap van volkomenheid bereikt hebben. Het is in ons aller belang het daarheen te richten dat degenen, die met de zorg voor dien gewichtigen tak van openbaren dienst zyn belast, niet noodeloos in do vervulling hunner taak bemoeiiykt worden. Ge vallen, als die het onderwerp van dit schryven uitmaken, doen zulks in niet geringe mate, en brongen bovendien schade aan den goeden naam van het dienstvak. Daarvoor moeten we gezamen- lyk waken. Heden is aan de universiteit alhier de heer H. M. B. Ter Haar Romeni, geb. te Haarlem, be vorderd tot doctor in de klassieke letteren, mot academisch proefschrift, get.„De auctoro tragoe- diarum quae sur senecao nomine ferunfur, vergilii imitatore." Van de door den heer S. Van Groningen bly- kens vroegere aankondiging alhior te geven zes plano- soirées zal de eorste plaats hebben op Dinsdag a. s. Wy vestigen de aandacht op de voorwaarden en op het programma, in dit nommer voorkomende. Door het provinciaal korkbostuur van Over- ysel is de heer Clarus Gerard Martinus Quack, candidaat in de godgeleerdheid aan do universiteit te Leiden, na afgelegd examen, als candidaat tot den H. Dienst toegelaten. De toestand van den hoer O. baron van Was- senaer Van Catwyck is, naar de „Standaard" vernam, iets beter. De heer H. J. Modderman, te Amsterdam overleden, heeft aan de gemeente Katwyk gelega teerd de portretten in olieverf van Caroius Bas- tiaanse Boers, geb. in 1679, ih leven secretaris der boido gemeenten Katwyk en 't Zand, en van diens echtgonoote Sara Soeie, geb. 1683. Naar mey, vernoemt, is de door de „Vereeni- ging tot het verschaffen van woningen aan min vermogenden te 's-Gravenhage", uitgeschreven 4'/, pets. geldleening, groot f 125,000, volkomen geslaagd. Het bedrag der inschrijvingen overtrof verre dat der gevraagde gelden. Do Vondolfeesten, ter viering der 300ste ver jaring van den geboortedag des dichters, werden gis teravond in den Stadsschouwburg te Amsterdam geopend door de voorstelling, waartoe de redery- kerskamer „Joost Van den Vondel" het initiatief nam. Deze feestavond gaf veel verdienstelijks te ge nieten. Do voorstelling werd bygowoond door een publiek, dat meer uitmuntte door qualiteit dan quan- titeit; de burgemeester woonde oen deel dor voor stelling by. By koninklyk besluit is de kroonprins van Italiö benoemd lot ridder-grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw. Do Koning heeft op 10 dezer de geloofsbrie ven ontvangen van monsignor A. Uinaldini, als Pauseiyk Internuntius. [St. Crt.) De kapitein-luitenant ter zee A. Van Hengel, uit Oost lndié in Nederland teruggekeerd, i non activiteit gesteld. Mr. J. G. H. B. Ketjen, kantonrechter Zutfen, heeft wegens zijne wankele gezond1 "X ontslag uit zyne betrekking aangevsaagd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1