I
N°. 8507. 11 IVovember. A". 1887.
Bit nummer bestaat uit Twee Bladen.
Leiden, 10 November.
LEIDSOH llll DAGBLAD:
PRUS DBZEB COURANT:
Voor Leiden per 3 mauidtnl.M*
Franco per postHO.
Afzonderlijke Nommen0.05.
Naar wy van betrouwbare z(]de vernemen, heeft
de kerkeraad der "Waalsche gemeente alhier geoor
deeld dat het in het belang van het reeds zeer
nuttig gebleken „höpital wallon" zou zijn, het be
stuur daarvan aan een bijzonder regentschap op te
dragen. Dit zou dan uit minder leden dan het col
lege van diakenen bestaan en rechtstreeks door
den kerkeraad worden benoemd, met dien verstande,
dat minstens één regent tevens diaken moet zjjn.
Na do goedkeuring van de Waalsche commissie
verkregen te hebben op zjjn tot dit doel gewijzigd
reglement, is gisteren de kerkeraad overgegaan tc t
de benoeming van regenten, en wel in de personen
der heeren W. F. Van Wijk Thz. en N. F. Reyst,
diakenen, en M. E. Chavannes, ouderling. De over
dracht zal eerstdaags geschieden, zoodat voortaan
het belanghebbend publiek zich met die heeren en
de directrice in betrekking zal moeten stellen.
Eet „höpital wallon", ofschoon slechts sedert
korten tjjd in werking, heeft reeds groote diensten
bewezen. Deze stichting doot alle eer aan het initia
tief van de heeren diakenen der Waalsche ge
meente, die het voorstol daartoe by den kerkeraad
hebben gedaan en met groote offers van tjjd en
moeite de zieken-inrichting in den tegenwoordigen
toestand hebben gebracht. Deze voorziet in eene
groote behoefte te dezer stede. Moge zij onder hare
regenten in bloei gestadig toenemenMaar daartoe
heeft zij ook den steun van weidenkenden noodig,
den zedeltjken en den stoffelyken steun. Men be
denke toch dat de Waalsche diakonio eene enorme
som, ƒ50,000, aan deze stichting besteed heeft,
waarvan zy hoegenaamd geene renten trekt noch
trekken kan, terwijl deze som, hoe groot ook
op zich zelve, klein is met hot oog op do behoeften.
Zij is daarvoor ternauwernood voldoende, en toch
Is van de diakonio niet meer te vorderen. Giften
zullen dus daar wol besteed zijn. Wanneer deze
ruim toevloeien, dan eerst zal het mogelijk worden
den liartelyken wensch te vervullen van de stich
ters dier nuttige instelling, namelijk ook eenige
bodden kosteloos beschikbaar te stellen.
De Nederlandsche mail met berichten uit Indië
wordt 11 dezer alhier verwacht.
Vestigden we in een vorig nommer de aandacht
op do onbillijkheid van den maatregel om in België
het port voor drukwerken naar Ned.-Indië te ver-
hoogen tot hetzelfde bedrag als dat in Nederland ge
heven wordt, in stede dat hot Nederlandsche port
vorlaagd wierd om dus met dat van het vroegere
Belgische gelijk te staan, thans wordt van andere
zyde ook de aandacht gevestigd op het te hooge
port tusschen beide landen onderling. Do „Ned.
Journalistenkring" heeft nl. e9n adres gericht aan
den minister van waterstaat onz., waarin do Kring
den minister verzoekt „do noodige maatregelen te
nemen ten einde te komen tot eene overeenkomst
met België, waarbij hot port voor gedrukte stukken
belangrijk verlaagd wordt; in dier voege, dat het
internationale tarief althans niet hooger zy dan de
som van de binnenlandsche tarieven der beide
landen."
Ook de „Amst. Crt." klaagt over het te hooge
port en zegt: Noord en Zuid zijn één, naar stam
en naar taal. De Belgen spreken Fransch of Noder-
landsch. Eene eigen taal hebben zij niet.
Het is een wederzjjdsch, maar by uitstek Neder -
landsch belang om ons kleine taalgebied zoo groot
te maken als mogolyk is. Feiteiyk kunnen wy het
taalgebied niet vergrooten, maar wanneer, als nu,
middon door dat gebied een onoverkomelyko slag
boom het port voor drukwerk is opgesteld, dan
$ue doaiaat vrozit iageltjks, nut uitzondering
ran &t>B- en feestdagen, uitgegeven.
is het verdeeld in twee deelen, die elk hunne kracht
moeten zoeken in hun isolement.
Jaren lang reeds werkte men om dien slagboom
te doen vallen, waardoor het gebied der Neder
landsche letterkunde aanzienlyk zou aangroeien.
Doch alle pogingen zyn afgestuit op den onwil der
Nederlandsche regeering.
Met een enkel voorbeeld licht de „Amst. Crt."
toe waarom het port voor drukwerk naar België
ons taalgebied in tweeën deelt. Een Nederlandsch
dagblad, dat b. v. 6 kost, is voor België een
onmogeiyk genot. Te Antwerpen geleverd kost dat
blad 6 aan inteekengeld en voor port moet nog
7.80 in rekening worden gebracht, indien alle
nummers beneden 50 gram wegen. En dat in een
buurland waar men dezelfde taal spreekt!!
De werking van dat posttarief kan de Neder
landsche minister het best beoordeelen, wanneer
hy dat port beschouwt als een „uitvoerrecht van
meer dan 100 pet. der waarde."
Men moet het beschouwen als invoerrecht, wan
neer België aan ons zjjno boekon of couranten toe
zendt en het betaalde recht op ons verhaalt.
Het buitensporig hooge port werkt als verbods
bepaling.
De Regeering heeft afgewezen het vorzoek
van dr. J. M. Smit to Apeldoorn om het raadsbesluit,
waarby hy als leeraar der H. B.-School ontslagen
werd, nietig te verklaren.
Ter bevordering van vrywillige oefeningen in
den wapenhandel ten bate van hen, die den militie-
plicht persooniyk willen vervullen, en tot aan
moediging van leerlingen aan inrichtingen van
onderwys om zich in den wapenhandel te bekwamen,
heeft de minister van oorlog voorloopig o. a. het
volgende bepaald
In infanterie- en vesting-artiilerie-garnizoenen
kunnen jongelingen van 17 jaren tot aan den
militieplichtigen leeftyd kosteloos onderwys ont
vangen in den wapenhandel of deelnemen aan een
theorotischen cursus tot voorbereiding voor den
korporaals- of ondorofficiersgraad, welk onderwys
ook op scholen kan gegeven worden.
Getuigschriften worden, na deelneming aan den
practischen en theoretisclien cursus met voldoenden
uitslag, uitgereikt.
Het stoomschip „Koningin Emma", van Ba
tavia naar Amsterdam, arriveerde te Suez 9 Nov.;
do „Prins Frederik", van Amsterdam naar Batavia,
arriveerde te Padang 9 Nov.de „Noord-Holland",
van Batavia naar Rotterdam, is 9 Nov. te Marseille
aangekomen.
Z: M. heeft aan P. A. Derks, met ingang van
10 November 1887, op zyn verzoek, eervol ontslag
verleend als burgemeester van Havelio; aan
P. H. Hoynen, met ingang van 1 Januari 1888, op
zgn vorzoek, eervol ontslag verleend als leeraar
aan de Ryks hoogere burgerschool te 's-Hertogen-
boschbenoemd by het wapen der cavalerie, bij
het 2de regiment huzaren, tot luit.-kolonel, den
majoor G. De Bas, van het corps.
Gemengd Nieuws.
De heer Sondormann, de bekende
handelaar in vogels, is weder hior ter stede aan
gekomen en heeft opnieuw zyn intrek genomen in
het logemont Dingjan in do Mandenmakerssteeg.
Voor liefhebsters en liefhebbers van vogels kan
dit een verbl jdend bericht genoemd worden, daal
de heer Sondermann, steeds ruim voorzien van hunne
gevederde vrienden, ook ditmaal eene prachtige
collectie dier beestjes, fraai wegens hunne schoone,
schitterende lichaamsbedekking, aangenaam door de
hun door moeder Natuur toebedeelde zangersgaven,
medebrengt. Ook treft men er vogels by aan, welke
den beroemden waterrol- en nachtegaalsslag doen
hooren.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
VaB 18 regels 1.05. Iedere regel meer 0,174.
Groetere lettere nasr plaatsruimte. Voor het incae-
eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Men late de gelegenheid om, tegen billykon prijs,
zgne kooi te vullen met sieraad- of zangvogels in
den waren zin des woords, dus niet ongebruikt!
Hedenmorgen werd, onder behooriyk
geleide, van hier naar Amsterdam overgebracht een
huzaar, aldaar in garnizoen, die zich zonder verlof
van zyn corps had vorwyderd en alhier is gear
resteerd.
Voor het kantongerecht alhier is
eene zaak beslecht, eigenaardig of belangryk genoeg
om hier eenigszins uitvoerig te worden medegedeeld.
Als eischer trad er in op de Leidsche gepaten
teerde koopman J. A. Karstens tegen de byzondore
maatschappy, genaamd de „Vereeniging van Leid
sche notarissen", onderneemster van publieke ver-
koopingen, gedaagde.
Uit het verhoor der partijen bleek dat de eischer
by de publieke veiling op 2 Juni 1887, ten ver
zoeke van do gedaagde en ten overstaan van
den notari3 mr. L. M. J. H. Kerstens, in het
Notarishuis aan de Langebrug gehouden, heeft ge-,
kocht twaalf messen met hechten voor een koopprys
van twaajf gulden, en twaalf dito voor veertien
gulden, met verhooging van 10 pet. van den koopprys
voor verkoopkosten, alzoo voor 28.60. De gedaagde
hoeft, volgens den eischer, die messen verkocht
als bostaande de hechten er van uit zi 1 ver en dat
wel door do uitdrukkelyko mededeeling van den
verkoopmeester aan het aanwezige publiek bij het
ter tafel brengen dier messen, terwyl deze zelfs
nog zeide d at de messen der tweed 3 party zwaarder
wogen dan die der eerste.
Toen de eischer voor genoemde som kooper was
geworden van de .messen, vertrouwende op gezegde
mededeeling, bleek hem na ontvangst en betaling
er van, dat de hechten, in plaats van uit zilver te-
bestaan, geheel met kop e r gevuld waren, zoodat de
gedane opgave op eene dwaling berustte.
De eischer leed dus door die dwaling en de on
juiste opgave van gedaagde eene schade van 22.60,
welke zy verplicht was hem te vergoeden, doch
dit niet deed na minneiyke aanmaningen en eene
sommatie by exploit van dagvaarding, zoodat zy
in verzuim van betaling werd gesteld. De eischer
verklaarde zich bereid de gestelde feiten, in geval
zy mochten ontkend worden, door alle middelen
rechtens, spociaal door getuigen te bewyzen en
eischte dat de gedaagde zou veroordeeld worden
om hem, tegen behoorlyke kwyting, te betalen
22.60 als schadevergoeding of zooveel minder als
de kantonrechter in goede justitie zou meenen te
behooren en zulks met de renten daarvan sedert
den dag der dagvaarding tot de volle voldoening
en met veroordeeling van do gedaagde in de kosten
van het rechtsgeding.
De gedaagde erkende do juistheid omtrent den
datum van den verkoop en omtrent de voor de
messen besteede koopsom, doch ontkende dat de
verkoopmeester de hechten als zynde van zilver had
aangekondigd, de mogelijkheid niet ontkennende dat
door hem do tweede party als zwaarder zou zyn aan
geboden. Tevens beweerde gedaagde dat wel in de ver
koopvoorwaarden van do door baar gehouden vei
lingen is opgenomen dat noch voor de hoedanigheid
noch voor do hoeveelheid der te verkoopen goederen
wordt ingestaan, maar dat deze worden vorkoebt
zonder eenige garantie, doch dat zy zich op deze
bepaling tegenover den eischer in deze zaak niet
wilde beroepen, maar alleen concludeerde tot ont
zegging van den eisch op grond dat des eischers
bewering omtrent de verklaring dat de hechten
der mossen van z ilve r waren, door haar wordt ont
kend en niot is bewezen.
Tevens werden in deze zaak tien getuigen ge
hoord, wat betreft do woorden van den verkoopmees
ter bij het ter tafel brengen der messen, nl. ten ver
zoeke van don eischer zqven en ten verzoeke van