A0. 1S37.
Dit nrnnmer bestaat nit Twee Bladen.
NJ. 8502.
^atei'clïA*»- No v em oer.
Qnnut wtH iagtü}ka, out sttzmóuUg
rtu ju- M gnttdapu, attgtgtrêu.
Leiden, 4 November.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DH2ER C0TTRA2Ï*:
Tooi I^Uen per I minlwt.M.
Pnneo per poet.1.40.
AStondeiljJke Nommen.0.48.
PSXJB DER ADVERTJtN TURN
Trb l6 reg«ls 1.9ft. Iedere regel meer 0.1T4.
Oiue*tre lettere neer pleetervinxte. Voor het iao—
eeeren bniten de eted werdt 0.10 berekend.
Ofllcieele Keanisgeyingen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter
algemeene kennis dat, ingevolge art. 11 van het Koninklijk
Besluit van 9 November 1851 (Staatsblad No. 142), in ver
band met Zijner Majesteit-s besluit van 11 Augustus 1859
(Staatsblad No. 8 op Gen 3den December a. e., des middags
te twaalf uren, op het Raadhuis eene vergadering van
kiesgerechtigden zal worden gehouden ter verkiezing van
twee leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken,
in de plaats van de Heeren PETIiUS ISAiiCUS DE FRE-
MERY, die in 1888 had moeten aftreden, doch ontslag
heeft genomen, en HERMAN CONELIS HARTEYELT, die
in 1890 had moeten aftreden, doch overleden is, en dat de
inlevering der stembriefjes op bovengenoemden dag geschiedt
van 12 tot 2 nren, waarna de bus onmiddellijk geledigd
wordt en de stemopneming plaats heeft.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
4 Nov. 1887. E. KIST, Secretaris.
Aan de universiteit alhier is het doctoraal examen
in de rechtswetenschap met goed govolg afgelegd
door de hoeren H. Lenshoek en J. "W. J. Pompe
Van Meerdervoort.
Het Leidsche Studententooneel zal den 17den
dezer hier eene uitvoering geven.
De heer P. A. Francken is uit de studenten tot
schouwburg-commissaris gekozen.
Door de geneeskundige staats-commissie alhier
is heden tot arts bevorderd de heer A. J. Van
Walsem, terwijl zyn toegelaten tot het eerste ge
deelte de heeren K. A. E. Seipgens en J. P. A.
Noordwjjn.
Ter verkiezing van twee leden voor de Kamer
van Koophandel en Fabrieken zal den 3den Decem
ber a. s. op hot Raadhuis alhier eene vergadering
van kiesgerechtigden worden gehouden.
Naar men verneemt, zullen er 25 milicien
korporaals van het 4de regiment infanterie tot
den graad van milicien sergeant worden opgeleid.
Blijkens aanschrijving van het departement van
oorlog is aan den heer H. Van Veen de levering
gegund van fourages voor de paarden in dit garni
zoen en van dat te Haarlem en wel tegen den prijs
van: hooi 0.46, stroo 0.24 en haver 0.70 per
10 kilogram.
Voor de vacante betrekking van directrice der
bewaarschool te Uitgeest is het volgende alpha-
betische drietal opgemaakt: mej. M. E. Van Hartrop
uit Leiden, me.i. J. Kil.jan uit Hoorn en mej. C. Van
Walraven uit Dordrecht.
Bij beschikking van den minister van binnenl.
zaken is bepaald dat de commissie tot het exami-
neeren van hen, die eene akte van bekwaamheid
wenschen te verkrijgen tot het geven van middel
baar onderwijs in de Nederlandsche taal- en letter
kunde, geschiedenis, aardrijkskunde, staathuishoud
kunde en statistiek, staatsinrichting en schoonschrij
ven, voor het jaar 1887 zitting zal houden te 's-Hage
en »ijn benoemd tot lid en voorz. dier commissie
dr. W. B. J. Van Eyk, inspecteur van het M. O.,
te '«-Gravenhagetot leden: dr. H. E. Moltzor,
boogl. aan de Rijksuniversiteit te Utrecht; dr. J.
Verdam, hoogl. aan de gemeentelijke universiteit
te Amsterdamdr. P. I,. M tier, hoogl. aan de
Rijks-universiteit te Leiden dr. C. M. Kan, hoogl.
aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam;
dr. Th. P. H. Van Aalst, leeraar aan het gymna
sium te 's-Hage; mr. C. M. J. Willeumier, oud-hoogl.
aan het voormalig Athenaeum Iilustre te Amster
dam J. IJzerman, leeraar aan de Handelsschool te
Amsterdam.
Beschikkende op het ingediend verzoekschrift
van Maximiliaan Willem De Kat, wonende te Hil-
iegom, is de koninklijke bewilliging verleend op
het ontwerp der akte van oprichting van de naam-
looze vennootschap: ^Maatschappij voor sen Gym
nastieklokaal te Hiilegom", te vestigen te Hillegom,
met een kapitaal van ƒ1700, in 17 aandeelen van
ƒ100, waarvoor door de verschillende deelnemers
wordt ingebracht de opstal van een door hen ge
sticht gymnastieklokaal, met werktuigen of meu-
balen, welke opstal die waarde vertegenwoordigt.
Bestuursleden zjjn de heeren M. W. De Kat, J. G
Van Waveren en Th. Van Waveren.
De in de plaats van Mgr. Spolverini be
noemde vertegenwoordiger van den Pauseiijken
Stoel bij ons Hof, Monseigneur RiDaldini, is gister
avond, na eenigen tyd te Brussel vertoefd te hebben,
te 's-Hage aangekomen.
De secretaris van de Pauselijke legatie, de abt
A. Baroncini, was den heer Rinaldini tot Rotterdam
te gemoet gereisd.
De gemeenteraad van Keulen besloot in zyne
zitting van gisteren dat de stad als zoodanig deel
zal nemen aan de aanstaande feestviering ter eere
van Vondel en wel door eene plechtige begroeting
der uit Nederland naar Keulen komende geleerden
en schouwburg directqyj-s, door het kosteloos be
schikbaarstellen van het „Giirzenich" voor de door
mevr. Lina Schneider georganiseerde viering en
door vrijen toegang tot dat voor concerten en groote
feesten bestemde gebouw, tot het museum en
het raadhuis voor de leden der daar ter stede
komende besturen en verdere afgevaardigden.
Het stoomschip „Leerdam", van Nieuw-York
naar Amsterdam, is 4 Nov. Prawlepoint gepasseerd
de „Prinses Wiihelmina," van Amsterdam naar
Batavia, vertrok van Suez 3 November.
Het btoomscliip „Koningin Emma", van Batavia
naar Amsterdam, vertrok van Perim 3 Nov.de
„Utrecht", van Rotterdam naar Java, vertrok 3
Nov. van Marseille.
Grondwetsherziening.
Het eindverslag der commissie van rapporteurs uit
de Eerste Kamer over de ontwerpen van wet, hou
dende veranderingen in de Grondwet, is verschenen.
Van verschillende zijden gaf men te kennen in
het tegenwoordig stadium van dezen belangrijken
wetgevonden arbeid geene critiek moer te willen
uitoefenen, maar zich te willen bepalen tot moti-
veering, zoo noodig, der uit te brengen stem. Daarbij
verklaarden onderscheidene leden zich uitdrukkelijk
bereid om over verschillende bezwaren heen te stap
pen, niet omdat zij die bezwaren volledig achtten
opgelost, maar omdat zij het tot stand komen der
Grondwetsherziening in de gegeven omstandigheden
wenschelijk oordeelden in het belang des lands.
De medodeeling der Regeering in de zitting dei-
Tweede Kamer van 11 October 11. omtrent het
onmiddellijk verband, dat voor haar bestaat tus-
schen al de ontwerpen, gelijk die in eerste lezing
zijn aangenomen, maakte op een aantal leden een
onaangenamen indruk. Velen dezer leden zagen
daarin eene pressie van de zijde der Regeering;
anderen verklaarden dat zij vóór alle wetsontwerpen
stemmende, dit zouden doen- omdat zy zei ven de
aanneming gewenscht achtten, geenszins omdat zy
daartoe werden bewogen door hetgeen zij mueiiyk
anders dan eene soort van bedreiging der Regeering
konden noemen.
Een aantal andere leden vereenigde zich met
deze afkeurende zienswyze niet. Zy erkenden dat
er inderdaad een nauw technisch, niet politiek ver
band tusschen de groote meerderheid dezer wets
ontwerpen bestaat. Van het standpunt der Regeo-
ring was eemge aandrang gewettigd, niet ton einde
het vrye oordeel van de Volksvertegenwoordiging
eenigermate te belemmeren, maar ten einde vooraf
te kennen te geven, of zy aan eene haars inziens
verminkte herziening verder zou kunnen medewerken.
Tegen het tweede hoofdstuk (Troonsopvolging)
hadden enkele leden ook nu nog overwegend be
zwaar, daar de ontworpen wyziglngen geene af
doende verbeteringen aanbrengen. De regeling,
welke thans wordt voorgedragen, hoe men er
overigens over oordeele, is niet de uitwerking van
een bepaald stelsel. Enkele andere leden volhard
den by de verklaring nimmer te kunnen mede
werken tot eene regeling, welke door het huwelijk
eener prinses den overgang van het regeerend
Stamhuis in een ander Huis mogeiyk maakte
zonder medewerking der Staten-Generaal. Vele
andere leden waren bereid dit wetsontwerp aan te
nemen. Eenigen hunner hadden liever gezien dat
deze afdeeling dor Grondwet onveranderd ware go-
bleven, maar, na al hetgeen daarover is voorge
vallen, rokenden zy de aanneming in het algemeen
belang wenschelyk. Anderen wilden uitdrukkelijk
verklaren dat zy zich met dit ontwerp konden
vereenigen, omdat het geen nieuw recht schept,
maar het bestaande verduidelykt.
Ten aanzien van het achtste hoofdstuk (Defensie)
waren eenige leden, die in eerste lezing tegen dit
ontwerp hadden gestemd, door do later aango-
voerde rodonen niet overtuigd dat hunne beden
kingen ongegrond waren, sommigen hunner in hun
gevoelen meer en meer bevestigd.
Zy meenden dat door de wegneming van byna
alle beperkende bepalingen uit de Grondwet een»
regeling onzer strydkrachten te duchten waB, welke-
overmatige offers in personen en geld zou eischen-
en, afgescheiden van de nadoelen, hieraan verhonden,,
konden enkelen daarin zelfs geen hechten waarborg
voor ons Volksbestaan gelegen achten, daar, hoe
storkor onze weerbaarheid is, het by buitenland-
sche verwikkelingen te moeilyker zal blyken, geene
party te kiezen.
De voorstanders van dit ontwerp bleven niet
in gebreke de aangevoerde bezwaren te bestrijder).
Op het laatsteiyk aangevoerde antwoordden zij.
al dadelyk met nadruk, dat, hoe beter wy in staat
zyn onze neutraliteit te verdedigen en te handhaven,
deze des te beter gewaarborgd zal zyn.
Evenmin oordeelden zy de andere bedenkingen-
juist. Huns inziens waarborgt de tegenwoordige
Grondwet geenszins eene vermyding van buitenspo
rige uitgaven ten behoeve der defensie. Dat onder
hare werking ook uitbreiding van dienst- en oefe-
ningstyd mogelyk is, heeft nog de afgeloopen zomer
bewezen. Feiteiyk zou ook thans de algemeene
dienstplicht kunnen worden ingevoerd.
De vrees dat voortaan te veel zou worden geëischt.
van het Nederlandsche Volk in persoonlijke en gel
delijke offers kwam hun daarenboven reeds daarom
ongewettigd voor, omdat de Volksvertegenwoordi
ging zelve, die voortaan nog meer dan tot dusver op
democratischon grondslag zal zyn gevestigd, daar
over zal hebben te beslissen. Trouwens, de wets
ontwerpen tot uitvoering der bestaande Grondwet-
ingediend (men woes in het byzonder op die van
den heer Reuther), zouden juist zeer groote offers
hebben gevorderd in personen en geld.
Enkele leden, die tegen dit wetsontwerp gekant
waren, helden er niettemin toe over er ditmaal
hunne stom aan te geven. Zy waren toch niet over
tuigd dat in den tegenwoordigen politieke» toestand
de nadeelen eener verwerping van dit hoofdstuk,
do nadeelon der aanneming niet zouden overtreffen.
Zy namen vervolgens in aanmerking, dat zy, door
togen te biy ven stemmen in eene zaak, welke niet
bet beginsel der landsverdediging, maar slechts de
aan wy zing der daartoe aan te wyzen middelen
r lakt, feitelyk met eene dubbele stem zich zouden
verzetten tegen hetgeen de groote meerderheid der
Vertegenwoordiging in het belang van het land raad
zaam en noodzakelyk had gekeurd.
By de additioneele artikelen werd aangedrongen
om de techniek der verkiezingen aldus in te richten,
dat de deelnemiig daaraan zoo gemakkelijk mogelyk