N-. 8494. 1 >oixclercIag 27 Octotoei*. A0. 1887. Feuilleton. CONSTANCE CHORLEY. LEIDSCÏÏ ff® MGBLAD. PRUS DEZER COUR ANT Yoor Leriden per 3 maandén1.19. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nomroers0.05. 33) Nauwelijks had Kris met de kar den terugtocht naar Ivershatn aangenomon, of Mary deed een zóó geduchten, schoon allerlieftalligsten aanval op Constance's openhartigheid, dat zy in een kwartier alles wist wat zy weten wilde. Want zy begreep er niets van, dat Kris alleen met eon paar wild vreemde kinderen kwam aanzetten en zooveel zorg voor hen droeg. Zij zou aan Kris zeiven wol ge vraagd hebben hoe do vork in den steel zat, maar deze had het zoo druk met den hit; bovendien be greep z(j dat van hem zooveel opholdei ing te wachten was als hij goedvond, terwijl zij uit de kinderen zooveel dacht te kunnen krijgen als zy zelve be geerde. Dat was ook zoo, want met behulp van eenige suikorzoete woordjes en een paar suikerzoete kaneelkoekjes wist Mary binnen eon half uur zooveel als noodig was om haar alle gewenschte verkla ringen to geven. Door dat vertrouwelijk gesprek met Mary geraakten onze zworvelingen dan ook recht op hun gemak, zoodat zij zich ten laatste to slapen legden met die kinderlijke gerustheid, welke niet grooter kon zyn als eene moeder by hunno legersteden de wacht had gehouden. „Nacht, lieveling!" zeide Constance, zelve half slapende, terwyl zy de deken nog even over den schouder van Duke trok. Maar Duko hoorde het niet meer hy sliep als eene roos. Kris had gelyk gehad; de hit had zyne kuren nog ni9t vergeten en op den terugweg naar Ivers- ham had Kris er zulk eene ongeloofelyke moeite mede, dat hy niet wist hoe hy de kar naar „Voer- lui's Rust" krygen zou en meer dan eens dacht, dat het dier alles ondersteboven zou gooien, Kris met gebroken arm of béen aan den weg laten liggen en zelf naar zyn stal galoppeeren. Eindelijk echter gelukte het hem het weder- spannige beest in zoover te bedwingen, dat hy er na lang tobben en sukkelen mede by zyn oom feze jouraat wordt dagelijks, mtt nitzondertng ras gon- an feestdagen, uitgegeven. raakte, maar al dadelijk te kennen gaf, voor geen geld van de wereld zijne ouders op de kar te zullen nemen, ten einde mot den hit naar huis te rijden. Groot vader on de viool zouden desnoods te Ivers- ham kunnen bly ven, maar zyne ouders en hot kind „'t Komt gek, dat het nu juist vanavond is," merkte Humphrey Standish aan„ik kan u niet holpon, zwager, want myne paarden zyn, zooals gij weet. het eene naar Lympton, nog wel tot morgenavond, en hot andere is zoo kreupel als Baby Epsom, die bij eiken stap links, rechts, hoen en weder ovevbuigt als eene pop, wien do lendenen gebroken zyn." „De hit zal nu wol bedaard zyn," meende Vailon „hy heeft den weg al driemaal afgelegd, en 't zal boter gaan dan ge denkt." „Zog dat niet", antwoordde Kris met vastheid „hot is om armen en beenen te doen. Ik heb het by ondervinding." Het schee» dat er opnieuw eene raadsvergadering op handen was, nu niet over Kris, want dat was afgehandeld, maar over het naar huis rijden. Ein- i delijk werd bosloton nog een paar uren te wachtenj kon men inmiddels oen paard te Ivorsliam bekomen, dat dan voor de kar te spannen, en zoo niet, dan zou, meenden de paardkundige heeren, de hit wel geheel bedaard zyn. Het was dus reeds zeer laat in den avond, toen Kris zelf meende dat het nu met den hit wel gaan zou. Juffrouw Standish begroep dat het met den nacht beter ware als hare zuster Eefje met het kind by haar bleef tot den volgendon dag. 's Maan dags rood dokter Swyham strijk en zot dien weg uit, en hy zat altyd alleen; hy had Eefje en ook Margaretha wel honderdmaal medegenomenmen vertrouwde dat hy het nu voor den honderdeersten keer ook wel zou doen. Toon do hit goed was uitgerust, scheen hy geheel en al bedaard, zoodat ons drietal manspersonen, grootvader, Yallon en Kris, op de kar plaats namen en na de vrienden goede nachtrust te hebben ge- wenscht, waartegen zy eene„goede reis 1" inruilden, werd de deur van „Yoerlui'a Rust" gesloten en de kar rolde over den straatweg. PRIJS DKR AD YERTEHTIEN: Va» 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.174. Grootere lettere naar plaatsruimte. Voer het ineae- eeereu buiten de etad wordt 0.10 beroltond. Evonals Kris bij hot terugryden naar Iversham had gedaan wegens hot. opgekomen water, zoo ook nu hielt men den „anderen weg," welke echter vry wat om was. Die weg liep door een klein gedeelte over eene heide, welke wel niet groot was misschien slechts een groot kwar tier gaans maar waarin toch de sporen elkan der zóó kruislen, dat het tien tegen één was, of men in den donker het rochte wel hield. Veel was er niet aan verbeurd, want aan het einde der kleine heide kon men zich gomakkeiyk verkennen. Vailon, die do teugels zolf hield, begreep dat het 't best was, de zaak aan den hit over te laten, vooral omdat hy oordeelde dat hoe minder het dier toom en zweep voelde, het des te beter in zijn pas her nomen goed humeur biyven zou. Dat humeur was nu wel goed, maar, 't zij de hit nog verdiept was in nadenken over zyne booze bui, 't zy de haver bij Humphrey zyn reukorgaan wat in do war geholpen had, genoeg: het beest nam inderdaad oen verkoerd heidespoor, zonder dat iemand van het drietal het merkte, eer de kar in do nabyheid kwam eener boerenwoning aan het einde dor heide, waar zooals men wist slechts een dertig voetstappen links te doen waren om op den rechten weg te komen. Maar wat men niet wist, was dat in die kleine ruimte van dertig stappen een klein verlaat was opgogravon. Pof! daar lag ineens do kar omver on onze rei zigers viélen, heol zacht in het rulle zand, maar toch, zij lagen er. Daar de wyze waarop zy overeind kwamen, hun onbezoerde toestand, het breken van een wiel der kar, en hunne gedwongene nachtwandeling naar huis daar dit alles niets tot de geschiedenis van Constance Chorley afdoet, vermelden wjj het slechts met één woord. Het was door dit, een en ander diep in den nacht geworden eer zy thuiskwamen; zóó diep dat het morgen zou hebben mogen heeten als het om „morgen" te zyn niet althans half en half licht moest zyn, en dat was het in 't begin van April nog niet. (Wordt vervolgd.) Gemengd Nieuwi. Naar men verneemt, heeft P. Van Driel, te 's-Hage, eene klacht ingediend by den officier van justitie, tegen D. Wartena te Amster dam, wegens laster in een gedrukt en verspreid geschrift, en zulks naar aanloiding van een inge zonden stuk, voorkomende in het byblad „Avicul- tura", No. 36 van het weok'olad „Floralia." Gisternamiddag is te Scheve nin- gen, even voorby den tienden paal, ten [ooston van het „Oranje-Hotel", een lyk aangespoeld, hetwelk herkend is als dat van een dor opvarenden van de schuit „N "W 20", reedcr L. v. d. Deyl, schipper E. Van Roon, te Noordwyk, welke schuit, zooals men weet, vóór 14 dagen in de branding 3 harer manschappen verloor. Te Anna-Paulowna brak gister mor gen een felle brand uit op eene boerenplaats van den heer D. Geerlings, bewoond dqor A. Koppel. Jn korten tyd werd alles eene prooi der vlammen; byna niets kon men redden. Ook nog eenig vee kwam in de vlammen om. Naar men verneemt, was byna alles verzekerd. Te Richtorieh (Sim pel veld) zijn twee arbeiders, die te zamen ééno kamer bewoonden, door kolendamp gestikt. De justitie te Roermond heeft zich naar Maasheeze begeven, ten einde een onderzoek in te stellen naar do oorzaak van den dood van j den landbouwer V., die, ten gevolge van hot over matig gebruik van sterken drank, zou zyn overleden. Op den spoorweg der 3de Avenue te Nieuw-York worden tegenwoordig proeven geno men met het stoken van locomotieven door middel van petroleum. De proeven zyn tot nu *oe goed gelukt. Vrydag-avond vroeg zekere Charles Pons te Bezier aan zijne moeder geld. Zy weigerdo hom dit te gevon en er ontstond een twist. Toon de vader, dio reeds to bed lag, opstond om daaraan een einde te maken, nam de zoon een stuk ijzer op en sloeg er den vader mee op het hoofd, met het gevolg dat deze levenloos ter aarde stortte. Charles Pons schijnt echter gekrenkte geestver mogens te hebben, althans by het lijk gebracht zeide hy: „Dit is de portier van ons huis; ik heb hem uit. den weg geruimd, omdat zijn baard mij fliet aanstond." By do voortzetting der ontgravin gen te Pompeji heeft men dezer dagen eene zeer merkwaardige ontdekking gedaan. Er is eene houten kist uit de aschlaag te voorschyn gebracht, gevuld met heelkundige instrumenten. Vele daarvan wyken zoer weinig af van de werktuigen, nog heden ten dage in gebruik by heelkundigen. Van den rykdom en den kunstzin der voormalige bewoners dier be dolven stad zyn tevens nieuwe bewyzen aan het i licht gebracht gedurohde de jongstverloopen dagen. Behalve een aantal gouden lyfsieraden zyn gevon den, naar do mededeeiing der „Frankf. Zeitung", vier groote zilveren urnen, acht wyd geopende vazen en vier schalen, allen van zilver, ryk versierd met lofwerk en figuren van dieren, benevens een marmeren beeldhouwwerk, voorstellende Jupiter ge zeten op zyn troon, 't welk wegens de voortreffelyke bewerking hoog vordient te worden geroemd. Verleden week gaf de dierentemmer Dolmonico te Liverpool oen bewys van zyne on verschrokkenheid. Er waren vyf nieuwe Afrikaan- sche leeuwen in één hok met drie andere geplaatst en er was eon vorschrikkelyk gevecht ontstaan, waarby een dor oude leeuwen reeds vorscheurd was en een der nieuwe dreigde verscheurd te wor den. Dolmonico ging het hok binnen en wist de in woede ontstoken dieren te scheidon. Op Pöre Lachaise te Parys heeft men de eerste proef genomen met de aldaar gebouwde ovens voor lijkenverbranding. In twee uren was oen lyk verbrand en verteerd tot vier kilogram asch. Op één dag te Tam pa, in Florida, 12 gevallen, 3 sterfgevallen aan gele koorts. Bodegrave^ 25 October. Op de weekmarkt alhier werden heden aangevoerd: 131 wagens Kaas, te zamen 7641 stuks, wegende -^r 37994 kilo; prijs lste soort Goudsche ƒ27a 30 2de soort 24 a 264/2» zwaardere 32V9 hieronder 4 wagens Derbykaas, prijs lste soort 24a 20Vs 5 2de soort 21 a 234/2 i 15 wagens Edammerkaas, prijs lste soort 30 a ƒ32*/.; 2do soort 26 a 29. wagen Leidsche kaas prijs 1 et -chippond. Handel vlug. Boter aan gevoerd Fg. booiboter, per Kg.Paard, prys r Kalf prijs a Schapen, prijs a Yarkens, prijs a 10 Biggen, prijs a

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5