Dit nummer bestaat uit Twee Bladen. Leiden, 19 October. geze jouraat wordt danltjks, met attzcndiriag van £on- ea feestdagen, aitgegerta. N3. 8488. X>orailei*dLSig>* SO October. A°. 1887. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon por 8 maanden1.10. Franco por pout\.i0. Afzonderlijke Nommers0.08. Zij, die zich nu abonneeren op het Leidsch Dagblad, ontvangen de tot 1 Nov. verschijnende nummers gratis. Van het kwartaal Sept., Oct. en Nov. wordt dan alleen de laatste maand (ad 37 Cts. voor Abonné's binnen de stad en ad 47 Cents voor die buiten de stad woonachtig) in rekening gebracht. Olïlcieele Kennisgevingen. Plaatselijke «llrcctc belasting. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden bren gen ter algemeene kennis dat hij hen op lieden ran een onbekende is ontvangen een bedrag van twee honderd acht. gulden en zestig cents (f208.60) wegens te weinig betaalde plaatselijke directe belasting. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 10 Oct. 18S7. E. KIST, Secretaris. De officier van gezondheid der 1ste klasse by de zeemacht dr. J. M. Korver, gedetacheerd to Leiden, wordt met 1 November a. s. op non-acti- viteit gesteld en vervangen door den officier van gezondheid der 1ste klasse by de zeemacht dr. C. J. De Bruyn Kops, terwijl met geiyken datum de officier van gezondheid der 1ste klasse by de zeemacht W. Meyboom geplaatst wordt aan boord van Zr. Ms. instructieschip „Nautilus." Omtrent het nieuwe tooneelstuk van W. N. Peypers, getiteld „De Burgemeestersvrouw", naar den roman van George Ebers, laten de bladen der hoofdstad, waar de eerste opvoeringen er van door hot Nederlandsch Tooneelgozelschap hebben plaats gohad, zich niet gunstig uit, evenmin als de „N. R. C." en do „Haarl. Crt." Zelfs het beste tafereel (het 7de), waarin de te Leiden heerschende hon gersnood wordt geschilderd, maakte slechts een zeer matig effect. Wat al het gebrekkige in het stuk dos te scherper deed uitkomen, was de ver tooning, welke deed denken aan eeno vóórlaatste repetitie. Het stuk behoort trouwens niet tot de tooneol- speien, welke den toeschouwer tegen wil en dank vasthouden en boeien. De handeling wordt te dik- wyis onderbroken door verhalen, welke den toe schouwer noch interesseeren, noch duidelijk worden. De acteurs voelden die leemten klaarblykelyk. Hun spel was onzeker; sommigen der medespelenden •deden daarbij de woorden zijó rollen, dat zy onver staanbaar werden. Aan onwaarschijniykhedon was bovendien geen gebrek. De heer De Boer b. v., ais spion Leiden "binnensluipend, deed dat in de uniform van Spaansch krijgsknecht met zqn musket in do hand, en kwam zóó in de woning van den burgemeester om het laatste stuk brood te stelen. Wy achten het niet overbodig in herinnering te brengen dat aanmelding tot deelneming aan de nationale tentoonstelling van oude en nieuwe kunst- nyverheid, van Mei tot Oct. 1888 te 's-Gravenhage te houden, vóór 1 November a. s. moet geschieden. De Fransche mail, met berichten uit Batavia tot 20 September, wordt 20 dezer alhier verwacht. Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor respondentie naar Noord-Amerika, door middel van het stoomschip „Edam", van Amsterdam vertrek kende. Ten postkantore alhier .moeten de brieven enz. uiteriyk Vrydagnacht om 12 uren bezorgd zijn. Men schryft uit Leiden aan de „N. R. C.": Het was Maandag 1.1. een blyde dag voor do candidaten in de geneeskunde. De klinische oefeningen, met medio Mei ge staakt, werden hervat. Do byna halfjaarlyksche rust, waarin de toekom stige arts niets of zeer weinig gezien heeft van ongelukkige zieken, voor wier genezing, tot het verleenen van hulp aan wie hjj later verantwoor- deiyk is, is gelukkig ten einde! Moge de Regeering trachten, door afdoende maatregelen eene verandering te brengen in dien ongeoorloofden toestand. Zij zal daardoor niet alleen der sludeerende jongelingschap, maar ook aan ieder weldonkenden staatsburger eon grooten dienst bewyzen. By de aanbesteding van de werkon van de vierde stokerij aan de gemeente gasfabriek te Rot terdam waren vijf inschryvers; hoogste de Nederl. Stoomboot-Maatschappyte Rotterdam, voor f 31,620 laagste de hoeren W. A. Seret en W. Barnovcld te Leiden, voor f 22,975. Directeuren der Vrye Universiteit te Amster dam hebben aan dr. Hoedoinaker, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend tegen lo. Januari 1888, als hoogleeraar, onder dankbetuiging voor bewezen diensten. Morgen, Donderdag, worden de lessen aan die universiteit geopend met de overdracht van liet rectoraat door prof. De Savornin Lohman, die als redenaar optreedt, aan prof. Kuyper. De lieer Adalberth de Bourbon, pretendent naar de Fransche Kroon, kapitein der infanterie, te Borgen-op-Zoom in garnizoen, is gisternacht aldaar overleden. Do heer Adalberth de Bourbon was een jongere zoon van den onder den naam van Naundorff be kenden persoon, die zich hetzy dan terecht of ten onrechte uitgaf voor den uit den Temple ontvluchton zoon van Lodewyk XVI en jarenlang te Breda heeft gewoond. Zijn oudere broeder Char les deed in het jaar 1883 ten zynen behoeve af stand van al zyne rechten. Adalberth de Bourbon was gehuwd met eene freule Duquesne en laat drie kinderen na, waarvan de twee oudsten, Louis en Henri, cadet zyn aan de K. M. Academie te Breda. Het Leidsch Toonccl. Wy zullen ons ditmaal onthouden van het geven van een beknopt overzicht van do gisteravond hier ten tooneele gevoerde tragedie „Fairst." De algemeene bekendheid, welke dit in alle Euro- peesche talen overgezet werk, in alle landen en bij alle volkeren goniet, maakt dit ten eenenmale over bodig; evenmin zullen wy het wagen in eenigo be schouwingen te treden omtrent het werk zelf; de duizenden beoordeel in gen, in lyvige boekdoelen vervat, het talloos aantal commentaren, allen aan Goethe's Faust gewyd, stelten ons in de onmoge lijkheid, zelfs al waren wy daartoe in staat, eene zóó vluchtige en oppervlakkige critiek te leveren, als wij by andere tooneeluitvoeringen gewoon zyn te geven. Behoudens eene enkele uitzondering zyn alle commentatoren van oordeel, dat dit verhevon ge wrocht, waaraan Goethe zyn goheelo leven heeft gewyd, bot diepzinnigst, hot bekoorlijkst en tevens het meest treffend werk dezer eeuw mag heeten. Het is niet onkel Duitsch, niet alleen nationaal, het is cosmopolietisch. Meer dan eenig ander werk stolt de twijfel, h9t eeuwigdurend zooken naar hot onbe- grypelyke, naar het voor den menschel yken geest onbevattelyke, den hardnekkigen strijd tusschen bet geloof en het ongeloof, tusschen het deïsmus en het atheismus, dat overal heerscht, in een helder dagdicht. Dit alles heeft Goethe verpersoonlykt in den geleerden Faust, een der moderne Titans, wel ken lry, evenals diens voorvaderen, laat beproeven door te dringen in het onbereikbare hemelenryk. Zooals wij vermoedden, is de proloog in den Hemel, de weddingschap tusschen God en Duivel FRIJS DEB ADVERTENTIEN V»n 1—8 regel* 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere lettere neer plaatsruimte. Yoor bet inoev- eeereo buiten de eled wordt 0.10 berekend. achterwege gelatenwy houden ons verzekerd dat eik en oen iegelyk, welke zyne overtuiging ook zyn moge, hieraan zyne goedkeuring zal hechten. Evenmin zal het iemand verdroten hebben, dat de Walpurgisnaeht en Walpurgisnachtstraum, de satyre op tooneelspolers, uitgevors en schryvers van Goethe's tijd ons niet te aanschouwen zyn gegeven. Ttians wat het spel aangaat of liever wat Pos- sart botreft. Hier staan wij voor eene buitengewoon groots moeielykheid, voor het „embarras du choix." In welk tooneel, in welke scène wekte dat talent „hors ligne" het meest aller bewondering? Was het de vcrschrikkeiyke, giftige ironie van den in eon ernstigon professor gometamorphoseerden duivel tegenover den argoloozen, onschuldigen knaap? Was liet die mime, die ongeloofelyke verandering, welke Possart zijnen trekken wist te geven, of wel was het die bittere hoon, dat pynigend sarcasme, togenover do oude Martha? Voorwaar, moeielijk te beant woorden vragen. Overal en steeds werd liy met luide toejuichin gen, met de meest ondubbelzinnige blyken van waardeering en bewondering vereerd. En terecht. Alles wat Possart geoft, is volmaaktals hy spreekt is zijne stem vol kracht, als hy zingt is zy wel luidend; elke blik, elke oogopslag, elke beweging is eene handeling, welke wy begrypen, welke vrij verstaan, welke ons ton eenenmale duidelyk is. Beter dan wy hadden durven verwachten werd hy gisteren gesecondeerd door Fraul. Bertens en- Frau Muller. Beiden hadden werkelyk zeer goede oogenbbk- kon. Het Meine Ruh' ist hin, Mein Herz ist schwer, Ich finde sie nimmer Und nimmermehr, alsook hot verhaal harer liefde, harer toewijding voor het kleine, onschuldige wicht, geboren na den dood van zyn vader, word door de eerste met gevoel, warmte en innigheid voorgedragenook de bopaald moeityke, zware scène in den kerker bracht zy volkomen tot haar recht. Te betreuren was het diarom dat hare uitspraak der Duitsche taal, vooral der woorden „aus" en „haus", zooveel te wenschen overliet. Do laatste gaf ons de ydele, verleidolyke Martha zeer bevredigend weer. De trialoog tusschen deze beide vrouwenfiguren en den Mephistopheles vormde dan ook als geheel, ongetwyfeld het glanspunt van den avond. De heer Eergman als Faust had slechts een enkel goed oogenblik, en wel by het vers: „Da steh' ich nun, ich armer Thor." Dat was natuur, dat was werkelykheid, dat was volkomen waarheid; toen was het niet Faust, die doze woorden verkondigde, maar het was de heor Bergman in eigen persoonhot overige gesprokene en uitgegalmde was gelyk eene van een berg rol lende sneeuwlawine, welke alle moeite, alle kracht inspant om slechts zoo spoedig mogelyk haar eind doel te bereiken. De mise-en scène liet dikwyls veel te wenschen over; eene straatlantaarn ter linkerzyde, enkele huizen tor rechterzyde, eene gevangenispoort aan den achterkant en daartusschen een drietal houten struiken leggen te zware eischen aan de verbeel dingskracht op, om daarin een tuin te aanschou wen ook dood het verlaten van één enkel persoon uit eene kerk, ons geen bepaald hoog denkbeeld koesteren omtrent de redenaars talenten van den daar gepreekt hebbenden zielenherder. De vrees voor brandgevaar schynt gelukkig onze ingezetenen niet al te org te verontrustende zaal toch was gisteravond by uitstek goed bezet. Leiden, 19 Oct. 1887. Mr L.. H. LEIDSCH tüfê DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1