N°. 8483. "VVij<la«; Octofoei*. A°. 1887. PRIJS DEZER COURANT: Voor Irfidon por 8 nundul.M. Franco per poot1.40. Afzonderlijke Nommero0.05. Gemengd Nieuws. Naar men verneemt, wordt ter zake van het lijk van den typhuslyder in het hospitaal te 's-Gravenhage, dat 5 dagen boven aarde heeft gestaan, van hooger hand een onderzoek ingesteld. Gisternacht is door de politie te Delft op heeterdaad betrapt zekere L. M., oud 62 jaar, metselaarsknecht, wonende aldaar, die zich door middel van een valschen sleutel toegang had verschaft tot de woning van den tapper v. d. H., in de Phoenixstraat, en uit die woning eene groote hoeveelheid jenever had ontvreemd. De aangehou dene is, na gehoord te zijn, ter beschikking der justitie naar 's-Gravenhage opgezonden. Uit Plymouth wordt, dd. 10 Oct., ge meld Het Engelsche stoomschip „Matthew Cay" groot 1355 tons, van Troon met ruw ijzer en steenkolen naar Genua bestemd, heeft bij Kaap Finisterre schipbreuk geleden. Het stoomschip ver trok 19 Sept. van Troon en was op 23 Sept. op de hoogte van Finisterre, alwaar de kapitein zich met het land in verbinding zou stellen en op de brug zjjne bevelen gaf aangaande het signaloeren. Ongeveer 2'/j mijl van land zijnde, werd algemeen aangenomen dat het schip vrij was yan het rif, dat een zeer groot eind van liet vaste land uit steekt. Dit scheen niet het geval, want, bezig zjjnde met signaleeren, stootte het schip met zulk eene kracht in 3 vadems water dat de bodem bijna van voren naar achteren sprong. Aan boord waren 4 booten, welke onmiddellijk op orders van den kapitein moesten worden neergelaten. Zeven man slaagden er in met eene boot vry van het schip te komen, doch alvorens men gereed was met eene tweede boot, haalde het schip over en zonk, met zich voerende den kapitein en 9 man, die allen verdronken. Twee man, de 1ste machinist en een stoker waren nog even te voren overboord ge sprongen, doch waren niet bij machte de eerste boot te bereikenze werden echter, na anderhalf uur met de golven te hebben gestreden, door eene Spaarsche visschersboot gered. De geredden, zijnde 9 in getal, landden dienzelfden nacht te Finisterre, zoodat van de equipage, groot 19 man, 10 man hun dood in de golven vonden. Drie dor geredden arriveerden te Plymouth met de veeboot „Elfrida" van Corunna. Aan boord van het stoomschip Thing- valla, van Nieuw York naar Kopenhagen, is op zee brand uitgebroken, nadat een gedeelte der lading te Christiania was gelost. Het schip liep te Go thenburg binnen om den brand te blusschen; 75 balen katoen zijn beschadigd door vuur en 41 door water. De kapitein vreest verdere schade aan de lading. Bij de oefeningen der troepen te Bern schoot oen soldaat een ander dood; een derde werd gewond. Het blijkt dat dit opzettelijk geschiedde. Do moordenaar is gearresteerd. Eene operette-zangeres te Arad, mej. Spanyi, heeft zich in hare kamer met eene revolver doodgeschoten. Volgens sommigen was hopelooze liefde, volgens anderen geldelijke zorg aanleiding tot den zelfmoord. Aan hetCharing-Cross-station van den onderaardschen spoorweg te Londen schoot een jongen van 18 jaar, Horne, met eene revolver op zjjn meisje en daarop schoot hij zich zelf dood. Het meisje is niet gevaarlijk gewond. Men houdt nog steeds Romanoff in het oog ter zake zijnor medeplichtigheid aan den moord in de rue Montaigne te Parijs. Op het oogen- blik dat lijj zijn intrek nam in het hotel in de avenue Lamotte-Piquet, aldaar, was Romanoff in het bezit van eene zekere hoeveelheid edelgesteenten, welke hij zorgvuldig verborgen hield. Eene dienst- feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering ran gen- en feestdagen, uttgegeren. bode, Bertha L., die den nacht van den 2den op den 3den Augustus ten huize van Romanoff had doorgebracht, en die deze kostbaarheden gezien had, had een ring aan den vinger gestoken. Romanoff had dit nauwelijks bespeurd of hy ging haar zoeken en zeido: „Ongelukkige, geef mij dien ring gauw weder; gij weet niet hoe gjj het u zoudt beklagen zoo men u daarmede zagl" BUITENLAND. Frankrjjk. Nog steeds worden allerlei geruchten verspreid over de personen, die betrokken zjjn bij het chantage- werk van generaal Caffarel. Verschillende personen haasten zich hun onschuld te betuigen. Generaal Boulanger verklaart dat het mobilisatie plan nooit in Caffarels handen is geweest en protes teert tevens tegen de bewering, dat hy generaal Peaucellier ontslagen en Caffarel in zjjne plaats als onderchef van den generalen staf zou hebben aan gesteld, ten einde een williger modewerker te hebben. Bovendien verklaart generaal Boulanger in de „Naldin" hoe hy met mad. Limouzin in aanraking kwam. De dame vroeg hein een onderhoud, daar zij hem een geheim komplot wilde vertellen, maar praatte over alles, behalve dit, zoodat de generaal haar terstond wegzond. Hoe generaal Thibaudin met mevrouw Limouzin in kennis kwam, wordt aldus verklaard: In 1870 werd kolonel Thibaudin door de Duitschers govangen genomon. Hjj ontvluchtte en bleef gedurende den wapenstilstand te Fontonay-sous-Bois by de familie Poulain verscholen, waar de vrouw van den heer Poulain (later mevrouw Limouzin) hom dikwijls ge zelschap hield. Later ontving de generaal een com mando in Algiers en daarna werd hjj minister van oorlog. Mevrouw Limouzin, wier man inmiddels was overleden, spoedde zich terstond naar het minis terie, ten einde den minister de bewezen diensten te herinnoren. Sedert dien tijd kwam mevrouw Limouzin geregeld in het ministerie van oorlog. Van de andere gevatte personen is mevr. Ratazzi de meest bekende. Zy maakte de lijsten op der „gens décorablos" en bewees het gezelschap nog andere diensten. De andere dame, mevr. De Cour- teuil kende Caffarel niet, maar zjj wordt beschuldigd bjj generaal d'Andlau dezelfde rol te bobben gespeeld al3 Limouzin bjj Caffarel. Deze generaal echtor houdt vol dat hy het slachtoffer is van schandelyken laster. Het onderzoek wordt nog steeds voortgezet. De krygsraad, waarvoor generaal Caffarel zal terechtstaan, is samengesteld uit generaal Saussier, den commandant van Parjjs, voorzitter, en de gene raals De Launay, Deffis, Gervais en Boquet. Ver moedelijk zal het wel eenige dagen duren, vóórdat de krijgsraad zyn voorloopig onderzoek heeft ge ëindigd. De sultan van Marokko schynt inderdaad beter te wordenalthans, naar men uit Tanger meldt, heeft hy bevolen eene schadeloosstelling van 100,000 fr. aan Frankryk uit te betalen wegens het ver moorden van den Franschen officier Schmidt door de Kabylen. Naar men verder uit Tanger verneemt, hobben de gezanten van vreemde mogendheden Dinsdag avond van den vizier te Mequinez eene mededeeling ontvangen, inhoudende het bericht dat in den ge zondheidstoestand van den sultan steeds vooruit gang is waar te nemen. De sultan verlaat dage- ïyks gedurende korten tyd zyne vertrekken om de ministers te ontmoeten. Groot-Brltannlë. Gisteren kwamen in Trafalgar Square, te Londen, ongeveer duizend werklieden byeen, die van arbeid zyn verstoken. De byeenkomst strekte tot vervolg PRIJS DER ADVERTENTIEN: V»n 1—6 reg«ls 1.05. Iedere regel meer 0.174- Grootere lettere na&r pleaternimte. Voor het incfcs- eeeron buiten de stad wordt 0.10 berekend. op eene minder talryke van denzelfdon aard, welke den vorigen dag aldaar gehouden werd. Eene deputatie begaf zich naar den rechter van het hof van politie in Bowstreet, om brood of werk te vragen. Deze verwees hen naar den openbaren onderstand (Werkhuis), doch de werklieden wei gerden dezen steun en verklaarden dat zy geene liefdadigheid, maar recht begeer Jen. Dreigende socialistische redevoeringen werden vervolgens in Trafalgar Square gehouden. Ten slotte begaf men zich met een zwart vaandel, waarop de woorden brood of werk, in optocht tot aan de City. De lieden werden van nabjj door een groot aantal politie agenten gevolgd, doch de orde is niet ge stoord. Het onderzoek aangaande den dood van drie personen by de jongste onlusten te Mitchelstown, is afgeloopen. De jury verklaarde dat een plaat- selyke chef der politie en vyf constables, die op de volksmenigte vuurden, zich aan doodslag met voorbedachton rade hebben schuldig gemaakt. By de schietoefeningen op de „Ajax", de kruiser, welke als wachtschip in de Clyde gebruikt wordt, sprong een kanon, waardoor drie personen, een officier en twee machinisten, verwond werden. Uit Teheran wordt aan de „Standard" gemeld dat de Porzisc-he overheden Ajoeb Khans broeder hebben gevangengenomen. Hy vertelde dat Ajoeb- Klian, na vele omzwervingen en ontberingen, aan zyne wonden zou overleden zyn. Znid-^Vfx-ilta. Eene buitengewone zitting van den Volksraad van don Oranje-Vrystaat is geopend, ton einde te beraadslagen over de spoorwegquaestie. President Brand betoogde de noodzakelykheid van een spoorwegiyn door den Oranje-Vrystaat, welke do lyn „Praetoria - Delagoabaai met de Kaap- sche lijnen verbindt. De heer Brand pleitte voor eene conferentie der onafhankoiyke Staten en de koloniën in Zuid-Afrika, ten einde deze aangelegen heid te bespreken. De zitting werd bygewoond door president Krüger en de Transvaalsche commissie, welke sedert eeni- gen tyd te Bloemfontein vortoeft. Uit Durban verneemt de „Times" dat er met Krüger is overeengekomen alleen den Vrystaat- schen Trunkspoorweg toe te laten. Het i3 onwaar dat opperrechter Kotzee naar het presidentschap der Republiek dingt. IINGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur l By de laatste feestviering op den 3den October is opnieuw gebleken dat de toestand op hot Kort- Rapenburg inderdaad onhoudbaar is. De passage is daar zóó druk, en vooral by feestelykheden springt zulks in 't oog, dat het verwondering baart, dat daar geene ongelukken plaats hebben. Er is moeiiyk eene meer ongeschikte plaats voor een tramwissel denkbaar dan juist op het Kort-Rapenburg. De niet genoog te pryzen voorzichtigheid der tram-koetsiers heeft ons tot heden voor ongelukken behoed, maar mogen wy daarop biyven rekenen om dien toestand te bestendigen? Nu door de verlaging der Noordeinds- brug het Rapenburg daar alleen voor kleine bootjes bevaarbaar is, kan er geene reden bestaan om het overwulven van 't Kort Rapenburg langer uit te stellen. De begrooting komt weldra in behandeling; is dit geene schoone gelegenheid om dit punt ter sprake te brengen? Ook de Paardensteeg is als toegangsweg tot het centrum der stad veel te nauw, maar de prachtige verbetering, die daar aan te brengen zou zyn door het afbreken der westelyke ry huizen is te kost baar om daar vooreerst aan te denken. Met dankbetuiging voor de plaatsing, noem ik my, M. de R., Een getrouw lener LEID SCHdÈSfe DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5