reg. vosting-art., op non activiteit gesteld, in af
wachting dat omtrent hom nader zal worden be
schikt.
Gemeng-d Nieuws.
Na de stortregens der laatste dagen
doet zich nu ook de koude in dit najaar in hevige
mate govoolen en ook de bewijzen waren heden-
morgon buiten duidelijk te aanschouwen dat do
stedelingen het zich maar niet enkel verbeelden.
Hij of zij, die in den vroegen ochtend buiten op
het pad was, kon de eerste zichtbare teekenen
van de vorst gadeslaan op bruggen en andere aan
de lucht blootgestelde voorwerpen en tevens op
merken dat de plassen bevroren waren.
Een ieder grjjpe dus naar wapenen om zich
tegen de vroege koude te beschutten
Do door het 4de bataljon infanteri'e
alhier, te houden oorlogsmarsch zal bij gunstig weder
der morgen plaats hebben.
In de infante rio-kazerne alhier
kreeg gisteravond een militair eene hevige bloed
spuwing, zoodat hij per brancard naar het militair
hospitaal moest worden vervoerd.
De spuit der gereformeerde wees-
burgers doorkruiste gisteravond in vliegende vaart
Leidens straten. Niemand wist echter waar de brand
was. Natuurlijk! Het was slechts oen loos alarm,
dat velen had op de been gebracht.
Hedennacht, omstreeks halftwoe,
ontstond een fel uitslaande brand in een blok huizen
aan de Zoutkeetlaan te Oegstgeest, in eigendom toebe-
hoorende aan den heer Sauter, bierhandelaar alhier,
en wel in een onbewoond porceel, zijnde pakhuis.
Do brandspuit No. 1. dor gemeente was spoodig
op de plaats des onbeils aanwezig, evenals de
burgemeester, de oudste wethouder en het noodige
personeel der brandweer benevens de veldwachters
der gomeente.
Met orde en ijver verrichtte ieder onder het be
stuur van den burgemeester, daar de commandant
der brandweer afwezig was, de hom opgedragene
betrekking, zoodat om halfdrie de brand was ge-
bluscht.
Het huis, bewoond door den heer Sauter, in 1885
gebouwd, en het daaraan grenzende pakhuis, wer
den behouden, ovenals de beide arbeiderswoningen
aan het andere einde van hot blok gelegen.
Een woord van lof mag den geaffecteerden en
den trompvoerders Schoonoveld en Vlotter niet
worden onthouden.
Naar men verneemt, is do postbode
S., van Winschoten naar Nieuwe-Pokela, wegens
onregelmatigheden in zijne betrekking tijdelijk ge
schorst. Ook de justitie moet zich de zaak hebben
aangetrokken.
Te Tessel loopen gorucliten dat in
de Noordzee een vaartuig onderstboven drijvonde is.
Men meldt uit KampenDe Drker postschipper
ontving bericht dat op do Noordzee eene Urker
visschuit door het stormachtige weder was omge
slagen, waarbij de drie opvarenden in de golven
zjjn omgekomen.
Naar men van andere zijde verneemt, zouden
gisternacht twee Urker visschuiten voor den Nieu
wen Waterweg z(jn vergaan.
Des middags vertrokken vijf schuiten naar zee,
waarvan er slechts drie binnenkwamen.
Uit Zandvoort wordt aan de „Haarl. Crt." ge
meld: Gistornacht landde te ongeveer twee uren
de geheelo visschorsvloot onder vliegend weer. Ge
lukkig zijn er geene menschenlevens te betreuren,
alhoewel er eenige ongelukken hebben plaats ge
vonden. De stuurman van de bomschuit „Jeanne
Maria" werd overboord geslagen, doch gelukkig
gered. Een matroos van do schuit „Moeder Nel
letje" heeft eene rib gebroken en een matroos van
de schuit „Volharding en Vertrouwen" brak een
arm. Do schuiten bokwamen weinig of geene schade.
Alleen verdient vermelding dat het naambord van
de schuit „Joanne Maria" werd weggeslagen.
Van Terschelling wordt nader, dd. 11 October,
gemeldIn den morgen van heden strandde, by het
strand van Formerum, de Engelsche vlschkotter
„Louise" No. 551 Yarmouth, kapt. James Jacman.
Daar volgens het verhaal van den kapitein het
schip gebroken was en het volk, zynde vjjf man,
zich in hot want hadden vastgebonden, sprong hy
met eene reddingsboei overboord, om zwemmende
het strand te bereiken en zoodoende hulp voor de
overgeblevenen te gaan zoeken. Die stoute tocht
gelukte hem, en toen het gerucht zich verbreidde
dat er een schip gestrand was, begaf de reddings
boot van hot station Midsland zich naar het strand.
Dicht daarby gekomen, werd men geen schip moor
gewaar en moest de reddingsboot onvorrrichtor zake
terugkeoron.
Eenigen tyd daarna werden aan het strand ge
vonden twee ïyken van schepelingen, die aan eene
ra waren vastgebonden. Beide ïyken, die naar het
Surieper lykenhuis werden gevoerd om daar ge
schouwd te worden, werden door den kapitein
herkend als hot lyk van zyn gewezen stuurman
en van één der bemanning. De kotter is zeer
waarschynlijk weg en dan zyn er nog drie man
meer in de golven omgokomen, waaronder ook de
broeder van den kapitein.
Op het strand by Oostorend ligt een stuk wrak,
gemerkt Y. H. 146.
Het stoomschip „Spahis", te Fourmique de Bour-
mes gestrand, was bestemd van Nicenaar Marseille;
86 passagiers zyn gered en 22 worden vermist.
Zekere Bruheau, notaris te Béthune
(Frankryk) hoeft zich uit de voeten gomaakt, een
passief achterlatende van meer dan een millioen
fr., grootondeels ten nadeele van kleine winkeliers
en werklieden.
Tolegramraen.
(Zie de Buitcnlandsche berichten in het 2de Blad.)
PARIJS, 12 October. Een artikel in de „Répu-
blique franeaise", met het opschrift „Een nieuw
schandaal", valt generaal Boulanger zeer scherp
aan over zijn onderhoud met den berichtgever der
„Nation". Ten eerste vindt het blad Boulanger's
verklaring als zou de zaak-Caffarel alleen te berde
gebracht zyn om hem te benadeelen, zeer gewaagd
vervolgens wyst het blad hem op zyne aanvallen,
gericht tegen den minister van oorlog betreffende
de weder-invoering van het nieuwe Lebel-gewesr.
Aan het slot heet het: „Dit nieuwe schandaal zal
zeer zeker don minister van oorlog de gelegenheid
aanbieden opnieuw blyk te geven van zyne stand
vastigheid en vastberadenheid. Wanneer een officier
zich ongestraft het recht aanmatigt in stryd met
de voorschriften onthullingen te doen, dan is de
tucht uit het leger geweken; dit zou de schande-
lykste soort van wetteloosheid en militaire anarchie
zyn. Boulanger verbeeldt zich wel dat hy in dienst
is van eene der Spaansch-Amorikaansche republie
ken; doch het is hoog tyd hem de werkelykheid
onder het oog te brengen.
Verdere inhechtenisnemingen duiden met vry
groote zekerheid aan dat mon de hand gelegd
heeft op twoe afzonderlyk handelonde ridderordon-
agentschappen, waarvan de eeno begunstigd werd
door generaal Cafiarol en de andere door generaal
en senator baron d'Andlau. De laatste, die gevangen
genomen moest worden, wordt sedert 36 uren
vermist; men zegt thans dat hy zich naar Brussel
heeft begeven, doch eon roods vermelde zelfmoord
zou ook niet geheel vreemd zyn.
Behalve dat h;i Wilson in bedekte termen be
schuldigt, houdt Boulanger staande dat Ferron in
een persoonlyk gesprek verklaard heeft hem tot
iederon prijs in dit voorval te willen mengen en
beklaagt er zich over dat zyne depeches aange
houdon en zyne brieven aan de post opengebroken
worden.
Wilson maakt in de avondbladen een schryven
openbaar, waarin hy de beschuldiging als zou
Kreittmayr een brief, betrekking hebbende op handel
in ordeteekenen, aan mad. Limouzin gericht hebben,
voor uit de lucht gegrepon verklaart en deze ten
sterkste logenstraft.
De „Liberté" schryft: „In het ministerie wordt
generaal Caffarel zeer beklaagd. Er schynt een
omkeer ton zijnen gunste plaats te zullen vinden.
Men is overtuigd dat hy de minst aansprakeiyko
is." Die overtuiging Is echter van hoogst rela
tieven aard.
LONDEN, 12 October. Eene depeche van Rsuter
uit Kaboel meldt dat driehonderd Russische onder
danen onder Olyed Yakub Ali te Herat zyn bin
nengekomen. Zy beweerden kooplieden te zyn. De
gouverneur van Herat zond daaromtrent den emir
tyding, waarvan deze bericht zond aan den Russi-
schen gouverneur van Murghab. Het antwoord van
dezen is nog niet ingekomen.
PARIJS, 13 October. Tot nu toe weet men nog
niets van het verblyf van generaal d'Andlau.
President Grévy wordt hier heden terugver
wacht.
PARIJS, 13 October. In den ministerraad deelde
generaal Ferron mede, dat hy generaal Boulanger
per telegram had gevraagd of het waar is, dat hij
zich over de zaak-Limouzin heeft uitgelaten gelijk
eenige bladen beweren.
In dit geval gelastte de minister Boulanger maat
regelen te nomen om onmiddellyk naar Parys terug
te koeren.
Boulanger antwoordde, dat hy niet in het bezit
was dor bladen, welke de minister bedoelde, en hem
daarom verzocht ze hem te zenden.
G emeontcraad.
In de hedennamiddag gehouden gemeenteraads
zitting waren tegenwoordig alle loden, behalve
den heor Verster Van Wulverhorst, die kennis had
gegeven dat hij wegens ziekte de vergadering niet
kon bywonen.
Van den hoer Land was schrifcelyko mededeeling
ontvangon dat hy, wegens zyne benoeming tot
hoogleeraar to Groningen, de gemeente metter
woon heeft verlaten en dus ophoudt lid van den
Raad te zyn.
Ingekomen was ook een-schrijven van het bestuur
der Leidsche afdeeling van do Noderlandsche Maat-
schappy voor Tuinbouw en Plantenkunde omtrent het
onvoldoende onderhoud van het Van-der-Werf-park.
Aan de orde kwamen de volgende onderwerpen van
behandeling, waaromtrent de uitgebrachte adviezen
bereids door ons zyn medegedeeld
1°. BenoeniiDg Tan eeno tweede onderwijzeres aan de
Mcisjosscbool 2de klasse. (195).
2°. Suppletoirs staat van begrooting, dienst 1887, van bet
H. G.- of Arme Wees- en Kinderhuis. (196J.
3°. Verzoek van J. J. Claaeeen, wed. H. N. Tetterode, om
terugbetaling van schoolgeld. (197).
4°. Idem van J. H. Zitman, om continuatie van de levering
van echoolbooken enz. (198).
5°. Voorstel tot wijziging van de Verordening op do heffing
van schoolgeld, lager onderwijs. (199).
6°. Idem tot verlenging van de ovoreenkomst inzake de
armenvorpleging in het Ziekenhuis. (200).
7°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting (her
stellingen aan do woning van den Directeur der Bank
van Leoning.) (202).
8". Verzoek van J. Buys Jr., om oen duiker te hebben
door den Zijldjjk. (150 en 203).
99. Idem van J. Bots, om eene loosing te leggen in de
Vostestraat. (204).
10°. Idem van A. J. Beek, om twee bruggen te leggen over
de ITeerensingelsloot. (204).
11°. Idem van M. Vissor, om eene stoep te leggon aan het
Levendaal. (205)
12°. Idem als voren van P. Fontein Jr., aan de Haven. (205)
13\ Vooi-stel van de heeren dr. M. J. De Goeje, rnr. II.
Van der Hoeven, A. J. Krantz en mr. F. Was, omtrent
het meer in rekening brengen aan uiet-ingezetenen dan
aan ingezetenen voor do voordcelen, wolke do gomeente
aanbiedt; welk vooretel is aangehouden in de raadszit
ting van 26 Mei jl. (62, 69, 102 en 124 van 1886 en
51, 72 en 187 van 1887.)
Tot tweede onderwyzeres aan do meisjesschool
2de klasse werd benoemd mej. C. B. Renaud met
22 steramen. Twee biljetten waren in blanco.
De overige punten, van 2 tot 12, werden zonder
hoofdelyke stemming goedgekeurd of vastgesteld.
Ten aanzien van punt 13 voerde allereerst de
heer Do Goeje het woord, om, na al hetgeen er
reeds over dit voorstel is gezegd en geschreven,
dat voorstel nader te verdedigen, dat tevens strekt
om de uitbreiding der grenzen van de gemeente
voor te bereiden. De uitvoerige rede des voorzit
ters, indertyd uitgesproken, zullen de voorstellers
niet in byzonderheden beantwoordenalleen by dö
onderdooien van het voorstel zal daarop worden
teruggekomen. In die onderdeelon wordon door
spreker, namens zijne mede voorstellers, enkele
wyzigingen voorgesteld, wat betreft het rayon om
de gemeente on do voor het lager onderwys te
betalen vergoeding. Verder hoopt spr. dat de be
raadslagingen zoo kort mogelyk zullon zyn, ten einde
des te spoediger tot een resultaat te komon.
De heer Fockema Andre® hoopte dit ook, juichte
toe dat het rayon eenigszins was gewyzigd en
geloofde ook dat men zich door aanneming van
het voorstel geene vyandon zal scheppenimmers.,
tot eeno gemeente behooren die doelen van het
platteland, welke met die gemeente gelyke belan
gen en gelyke behoeften hebben. Do wenschelykheid
van al of niet annexatie kan dus buiten sprake
blyven.
De heer Nykamp plaatst zich op een andor
standpunt dan de voorstellers en vraagt welk nadeol
de gemeente zal lyden als de tegenwoordige toe
stand bestendigd wordt. En als hy dan het voorstel
uit verschillende oogpunten beschouwt, dan komt
hy tot de conclusie dat handhaving van den huidigen
toestand gewenscht is. Z. i. zal verandering tot
groote kosten aanleiding geven, welke niet opwe
gen tegen do eventueele voordooien. Daarom stel
de liy eene motie voor om te besluiten dat er in
den toestand geene verandering kome, totdat eene
definitieve regeling der grenzen hebbe plaats gehad.
Deze motie werd wel voldoende ondersteund,