q nit p u o< T Tl vaft UfV i rOy^ J Leiden, 10 October. H .1... •r. o o Hi Ja,43 TTMt jA_u_^ :o; ;JL*. A°. 1887. %ÊfM- ï.^kjsr «f v'tS i-'l fhJffJUp* tn JP&IJS DEZI3B, COTJUAJNT: Y<" -v Leiden por 3 m&a»aduüX.i.0. I ïiüo per post1.40. ruderl^jite Nommcits.0.05. <§tee fèeuraat woidi dagelijks, ast altsoaistutg van fèos- ea geastiagsa, uitgsgerea. PRIJS DEB ADVEKTENTTEN: ▼an 1—P regels/!.06. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere lettere raar plaatsruimte. Voor het moae- seereu buiten de etad wordt 0.10 berekend. Olïlcieele Kennisgevingen. Kosteloozc Inenting. Burgemeester en "Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis dat op Dinsdag I October e. k. en de rol* geude Dinsdagen in de maand October, tusschen twee en drie uren des namiddags, wederom zitting zal worden gehouden in het Elisabethshof aan de Oude Vest, tot hot verrichten van kosteloozc inenting. Burgemeester en Wethouders voornoemd: Leiden, BOOL, Weth. loco Burgemeester. 29 Sept. 1387. E. KIST, Secretaris. NABEROUW. By <le bespreking der begrooting voor 1S88 der gemeente Amsterdam wjst het „Dbl. v. Ned." er op dat een fler voldongen feiten aldaar is de stichting dor gemeentelijke universiteit. Men heeft haar, ofschooq zj slechts door weinigen begeerd werd, can de Amsterdammers geschonken, en nu ik zij niet we Ar terug te geven. Zj is een cadeau, dat aan den bekenden olifant herinnert. Intus -chen zcu genoemd blad, indien er geener jks- universireiten bestaan hadden, Amsterdam toch als de aangewezen plaats beschouwd hebben voor eene r jkshoogeschodook zou het deze gaarne, z j het dan ook al als tone luxe van de verhevenste soort, aanvaard hebber, indien de finantiëele krachten der hoofdstad tegen het onderhoud van zulk een heer- Ijk kleinood ojgewasson waron. Doch geen van belden was het geval. Men heeft haar den Amster dammers toebeceeld als een buitenkansje, en als kostte zj bjna ^een gold, en gaf hun haar op n tijdstip, waarop bon bezig was voorgoed ik geval voor zeer hngen tjd de financiën aldaar te bederven. En nu is eene universiteit, die men niet uit weelde soudt, voor eene gemeente eene zeer la. 'ige zaak. Immers, zulk eene instelling heeft de eigenschap, da zj duurder wordt naarmate zj in bloei toeneemt. In 1881 stomen tegenover de uitgaven ad 261,000 de inkoiriten ad 103,875voor 1888 wor den de uitgaven egroot op ƒ341,000, tegen een bedrag aan inkomstn van 99,600. Van 1881 1888, dus in acht jaren jds, eene gestadige rjzing van uitgaven tot een gtamenl jk bedrag van 80,000. Deze cjfers gevtj echter nog volstrekt geen nauwkeurig beeld an hot verslindend karakter eener Hoogeschool. ïVat in den loop der jaron de inrichtingen en gebuwen gekost hebben, waarbij thans weder eene om van ƒ200,000 voor een chemisch laboratoriui zal gevoegd worden, hoeveel van do gasthuisrekoing op dlo der Universiteit geboekt had moeten worden, welk bedrag aan kapitaal en rente nc in anderen vorm door deze instelling werd vorterd, is niet gemakkeljk aan te wjzen. Moet mei nu reeds de rechtstreeksche en zjdelingsche kostn der Universiteit, na aftrek van de inkomsten, p zeker meer dan drie ton stellen en hoeft merfjp een gemiddelden aanwas van 10,000 per jar aan uitgaven te rekenen, dan zal weldra deze )em van Neerlands hoofdstad een te zwaar offer vn de burgerj vergen, vooral indien do finantiëele krachten dor hoofdstad bel trekkeljkerwjs eer 1- dan toenemen. En dit is 'geen gering gevaar, Us bij oene nieuwe kieswet .de gemeenteraad uit andere elementen zal zjn samengesteld. Tu'r Het „Dbl. v. Ned. wil hun, die indertjd de obervorming van het .msterdamsche Athenaeum Epypte^eene Universiteit lebben doorgedreven, niet Mexico, ïsvallen. Z j deden,(vat z j meenden in het wel- d'to iec9n beiang <jer emeente te moeten doen. alto gect Br.ziiiè, Loaig hen van konchtigheid, gebrek aan over- dito reelat van gemis p goede bedoelingen be- •coiumbi», <8en- Zij hebben iiwaald, omdat z j, alleen] jk Peru, 1970 ie op de buitengcoon goede kansen voor de dito 1671 gche facuiteit, venten hebben behoorljk te jrwegen of het Rjk 9l ooit behoefte zou kun- «pi non gevoelen de in de hoofdstad te stichten Uni versiteit voor zjne rekening te nemen. Want dat do stichters der Amsterdamsche Hoogeschool van den aanvang af, ieder hoofd voor hoofd en allen te zamen, haar alleen in 't aanz jn hebben geroepen met het vaste voornemen haar zoo spoedig mogel jk aan het Rjk over te doen, spreekt, volgens ge noemd blad, vanzelf. Welnu, bj eenig nadenken had men kunnen be- grjpon dat hierop in het geheel geen kans bestaat. Zeker zal het Rjk, onder den druk der jaarljk- sche tekorten op den staatsdienst, zich misschien reeds binnen korten tjd genoopt zien tot oene radicale hervorming van hot hooger onderw js over te gaan 1 maar zal het, terwijl het zint op bezuiniging, dan geneigd zjn eone zoo kostbare en voor een goed deel onnoodige Universiteit naast die van Leiden op eigen kosten te handhaven? Het „Dbl. v. Ned." gelooft het niet. En wol om de volgende redenen: Dat in een land, waar de natie tot in het onein dige verdeeld is over geloofsopvattingen, en de Staat dus volstrekt neutraal omtrent het godsdienston- derwjs behoort te zjn, deze 95,000 uitgeeft voor eene faculteit der godgeleerdheid en tot bezoldiging van synodale korkeljko leeraren, waarbj dan Am sterdam als stad nog 25,000 voegt, het kan bj eene wjziging dor partjverhouding in de Volks vertegenwoordiging onmogelijk bljvon bestaan. Het zal te eeniger tjd moeten komen tot eene scheiding van Kerk en Staat, ook bj het hooger onderwjs; de theologische faculteiten zullen vervallen. Bj het verdwjnen der theologische facultoiten zal er eeno reden te moer bestaan tot het opheffen der overtollige universiteiten. Leiden, het kan niet anders met het oog op de historie, is bestemd dt) Staats Universiteit te zjn. Men schjnt dat te ge? voelen: ze kost nu reeds bjna zooveel als de beide anderen te zamen. Maar indien dit zoo mocht worden, zal de Stjat dan behoefte gevoelen aan de letterkundige en de juridische faculteit der hoofdstad? Hj zal doodeen voudig beide faculteiten te Leiden hebben te ver sterken met enkele uitnemende krachten van de op te heffen Hoogescholen. Nu reeds legt het Rjk aan de faculteit der Letteren en Wjsbegoerte, te Leiden, 86,000 en aan de juridische 45,000 ten koste, terwjl Amsterdam daarvoor respectievoljk 50,000 en 30,000 besteedt. Het onderwijs in de letteren, wjsbegeerte en rechtsgeleerdheid kan, vol ledig, aan ééne universiteit gegeven worden; be hoefte aan deze faculteiten te Amsterdam bestaat er voor het Rjk, zelfs na de opheffing van de Hoogescholen te Groningen en Utrecht, niet. In 1885/86 telden de vier Nederlandscho Universitei ten niet meer dan 410 juristen en 192 literatoren, te zamen dus 602 studenten. Had men, zegt genoemd bl?j verder, dit over wogen, men zou te Amsterdam do theologische, literarische en juridische faculteiten niet hooger hebben bezet dan de wet en de prakt jk het eischten. Men had de theologische faculteit pro forma kunnen behouden, zonder kerkeljke hoogleeraren te be kostigen eene niet te vergeven zonde voor een liberaal stadsbestuur!het was met de hulp der kerkeljke seminariën alleszins mogel jk geweest; en ovenzoo had men zich met eene letterkundige en juridische faculteit moeten tevreden stellen, be antwoordende aan de eischen der wet en aan de behoeften van hen, die niet de middelen bezitten elders tor studie te gaan. Een ieder weet, dat iemand met gezonde hersenen in den tegenwoordigen tjd al bjzonder weinig docenten noodig heeft om zich in theoretische vakken te bekwamen! Bj zulk eene organisatie zou het aantal studenten bj die drie faculteiten maar weinig minder hebben bedragen dan thans. Doch nog beter ware het geweest, dat de hoofd stad in het geheel de Universiteit niet had be geerd, en al het mogeljke aangewend om, in plaats van het Athenaeum, eene inrichting voor medisch onderwjs te verkrjgen, die jaarl jks een aanzienljk getal adspirant-artsen zou hebben getrokken, en waarvoor de Staat, in zjn eigen belang, eene groote subsidie had kunnen geveneene school, die b j eene werkeljke hervorming van het Hooger Onderwjs, misschien zou groeien tot eene medische- en eene wis- en natuurkundige faculteit. Want voor de geneeskundige on de daarmee zoo nauw verbonden natuurkundige faculteit is Amster dam inderdaad onmisbaar. Het Rjk kan in dit op zicht, zolfs bj zjne drie Hoogescholen, de hulp der hoofdstad niet ontberen. Had Amsterdam niet de onhandigheid begaan zelf eene volledige, met het Rjk concurreerende universiteit op te richten, het Rjk zou wel gedwongen geweest zjn haar hulp aan te bieden tot stichting van eone instelling voor medisch onderwjs. Nu echter heeft de Staat geen haast. Het werk is hem uit de handen genomen. En wj Amster dammers, roept het „Dbl. v. N." uit, zjn de dupe. Hoe komen we van onze stedeljke universiteit af om eene Rjks-universiteit daarvoor .in de plaats te krj- gen? Zoo luidt de vraag en niemand weet wat te antwoorden. De toeschouwers lachen de Amster dammers uit en do Regeering denktAmsterdam, ga zoo maar voort! En dat is heel treurig, want de olifant worde lastig. Hj kost op den duur te voel. Men kan ter beantwoording van deze eenvou- djge waarheid gewagen van do extraordinaire ver kleefdheid van Amstels Raad aan de geleerdheid, veelal wetenschap genoemd, van de offervaar digheid der burgerj, van de fierheid der handels mannen en wat daar al meer te zeggen is, ten einde voor de burgerj de pil oen beetje te ver gulden; dit neemt niet weg, dat de overgroote meerderheid haar allesbehalve met welgevallen slikt. Dit overwegende, bj den benardon toestand der Amsterdamsche geldmiddelen, schjnt aan het „Dbl. v. N." de begrooting voor 1888, met hare sombere profetieën voor de toekomst, tweeërlei van den gemeenteraad der hoofdstad te vorderen lo. dat hj voor de godgeleerde, letterkundige en juridische faculteiten groote zuinigheid betrachte, opdat de uitgaven voor deze op den duur terugge bracht worden tot eon c jfor, niet hooger dan noodig is om aan de eischen der wet te voldoen; 2o. dat h j voor de medische en natuurkundige faculteiten, die aan het Rjk zeer belangrjko, door den Staat niet te ontberen diensten bewjzen, eene rijkssubsidie aanvrage. In 1886/1887 waren b j deze faculteiten te Amsterdam ruim 500 studenten in geschreven. Al mochten Regeering en Volksver tegenwoordiging niet bereid gevonden worden dade lijk zulk eene bede in te willigen, staatshulp in deze te verleenen is te zeer gerechtvaardigd, dan dat zij, naar genoemd blad meent, langen tjd kan wor den geweigerd. Inmiddels moet al het mogeljke worden gedaan om te komen tot eene radicale hervorming van het Hooger Onderwjs aldaar, waarbj op de opleiding voor de prakt jk, op de belangen der wetenschap en op den voor stad en land zoo dringendon eisch tot bespa ring zooveel doenljk worde gelet. Tot zoo lang toch zal de Staat jaarl jks een half millioen onnut uitgeven en behoudt de hoofdstad eene van hare krachten te veel eischende Universiteit. Aan de universiteit alhier is het candidaats- examen in do roneeskunde met goed gevolg afge legd door den Loer J. D. Doorman. Tot dusverre zjn voor de gemeenteljke In richting tot opleiding van Oost-Indische ambtenaren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1