YlTJTt N\ 8475. "TV© engelss gj 45 October. A0. 1887. Dit Eiiimmer bestaat uit Twee Bladen. BerictLt. PRIJS DEZjER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.J. 10. ~Fï*nco per potsi1.40. AlzonderUjke Nommer»0.05. By dit nommer wordt onzen Abonné's door den Uitgevor wederom de IVlnterdlenstregeling der van Leiden vertrekkende spoortreinen en stoomtrams gratis aangeboden. Aan Abonné's buiten de stad wordt zü ook gratis toegez inden, wanneer zü door toezending van hun naamkaartje of op eenige andere wijze daartoe hun verlangen te kennen geven. De 3-October-vlerlng. Vervolg.) "VVaren gisterochtend de straten onzer met vlag gen getooide stad reeds druk bezocht, tegen half- twaal bewoog zich door de verschillende wijken eene nog grootere menschenmassa, welke gaandeweg steeds aangroeide toen ook verschillende middelen van verkeer eenige vreemdelingen aanbrachten. Tegon halféén stroomde de bonte en gedecoreerde schare naar buiten de voorm. Koepoort en den Vliet om getuige te zyn van de toebereidselen of den intocht der heil aanbrengende, kloeke Water geuzen. Evenals véór 313 jaren, hoewel thans niet uitgehongerd, verdrong men zich in de nabijheid der versiorde schuiten, welke platboomde vaartuigen moesten voorstellen, ja, zelfs sprong daar toen een persoi n te water om de voorstelling meer over eenkomstig de historie te doen zijn. Ook later sprongen nog enkele personen in den Vliet en in het Sceenschuur, en één ook in den Ouden Rijn, met oen stuk brood in do hand. Hij moest even wel door twee in een schuitje aanwezige politie agenten bijgestaan worden om niet ter plaatse om te komen. Na lang wachten, na veel geroep van „daar komen ze!" hoorde men eindelijk iets wat don Watergeuzen zeer vreemd in de ooren moest klin ken, nl. het fluitje van het kleine pleizierbootje, dat len waterstoet voorafging, hot toekon van afvaart. Juist toen de vloot do Neksluis zou binnengaan, word van het geheel eene photographic genomen door eon photograaf, die op het dak van een huis had post, gevat. Behoedzaam voortgesleept door de boot, waarop het bestuur der 3-October-Vereeniging plaats had gonomen, naderde de eerste afdeeling van zes schuiten met de gekostumeerde helden aan boord terwjil de muzikanten der d.d. Schutterij, mode in eene schuit gezeten, krachtige tonen aan hunne instrumenten ontlokten, krachtiger hoorbaar althans dan dos morgens op de Korenbeurs. De twoede afdeeling, uit even zooveel schuiten bestaande en opgevroolijkt door het muziekcorps van hot 4de reg. infanterie en ook getrokken door eene sleepboot, waarop leden der 3 October-Ver- eeniging, die zich des morgens bij de uitdeeling hadden verdienstelijk gemaakt, bestond slechts uit deputatiën van 22 verschillende Leidsche Veree- nigingeu en Inrichtingen met hunne voor hit meerendeel schitterende banieren, ofschoon er in <je vaartuigen nog plaats genoeg overbleef. Eene eigenaardige hulde, bestaande in het lossen van saluutschoten, werd den stoet bij het uitkomen van den Vliet bewezen door de met vlaggen versierde boeiors, welke in het Rapenburg naast elkander geschaard lagen. Hierna werd de tocht soms onder toejuichingen der menigte en ondor het spelen van het „Wil helmus" en hot blazon van fanfaros langzaam en statig voortgezet langs het bekranste beeld van Var.-der-Werf en had die menigte ruimschoots do gologenheid er zich over to verwondoren dat „die (§ize ($ourant wordt dagelijks, ast uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. Watorgouzon er toen zóó uitzagen en dat „onze mannolyke voorouders zidke pluimen droegen." Het meest werd Boisot bewonderd, die fier in de eerste schuit stond. Het Van-der-Werf park was voor hot publiek gesloten, doch toen de water-optocht hot voorby- rok, stonden eenige kleine weezen dien van daar gade te slaan. Toen de vloot nabij het standbeeld van Van der Werf, den wakkeren burgemeester uit het beleg, gekomen was, naderde een roeibootje met don praeses en a'o-actis en den pedel van het Stu dentencorps de bestuursboot om namens het corps onder eene korte toespraak der commissie een praeh- tigen krans aan te bieden, welke onmiddellijk aan den steven der boot werd gehecht. De aanbieders namen daarna bjj de commissie op de boot plaats. In goede orde ging het nu verder voorwaarts: het bestuur een Van der-Werf-pjjpje rookende, de Watergeuzen onnatuurlijk deftig en als in zichzelvon gekeerd bewegingloos in de schuiten staande, met eene 19de-oeuwsche sigaar in den mond, de menigte vrjj stil, zeker denkende aan de ellende vóór ruim drie eeuwen goleden. Niets bijzon ders kenmerkte den gesleept wordenden stoet tot in den Ouden Rjjn, waar in don tuin van het Inva liden-huis do metalen-kruis-ridders naast do invaliden geschaard stonden om met hunne banieren en met ongedekten hoofde den voorbytrekkonden de noodige eer te bewyzen. Dit biyk van hulde werd beant woord met buigingon van de commissie, met een „Wilhelmus" van de schutterü, met fanfares van het 4de en met gejuich van de als herlevende helden. Den voortgotrokkenen wachtte nu nog een vry raoeilyk oogenblik by de bocht aan de Hoogstraat, om van den Ouden- in den Nieuwen Ryn te komen, doch met vereende kracht en almachtig veel geduld gelukto hot oindolyk. Wat op dit punt veel genoe gen aan de omstanders verschafte was dat de commissie, op eigen kosten, eens iets ging gebruiken. Over het algemeen werd deze maatregel nogal verstandig goacht en vooral het feit dat die heen n zich zoo weinig „geneerden" vond veel byval. Inmiddels hadden ook de kloeke gekostumeerden f een glaasje bier verorberd. Zeer prozaïsch kwamen hier, in den Nieuwen Ryn, bovendien een paar bloemkool-schuiten den overgang aanvullen tusschen de eerste en de tweede afdeeling van don tocht. Hoewel men zich biykbaar als leuze had gesteld hot gulden „zachtjes aan, dan breekt hot lyntje niet", brak het lijntje of liever het kabeltouw tóch, in de Heerengracht nl., dadr, waar men de Oude Yest indraaide. Een deel van het lange geheel stoomde vol majesteit met de nu dansende Water geuzen voort, niet bespeurende dat eenige losge raakte schuiten vruchteloos poogden op gang te komen. Toch ontdekte men dit eindelyk en kon men na eenig oponthoud en weder aan elkander vast gesjord den nog korten weg vervolgen, waarvan het einddoel de Kweekschool voor Zeevaart was. Daar was op de kanonneerboot eono groote menigte landkrabben gezeten, die de waterrotten van hun element als verdreven hadden. Ook de boeiers „Roeloffine" en „Charlotte" uit Amsterdam, „Maria", „Cornelia" en „Mums" uit Leiden, „Blondine" uit Leiderdorp, „Adriana" uit Zoeterwoude en „Je doe maar" uit Oegstgeest, welke den tocht tusschen- beide hadden meegemaakt, hadden daar post gevat en deden de luchtlagen ook daar weder gedurig trillen toen de sloet er voorbygleed. De jeugdige Janmaats begroetten in het want de geuzen. Zoo was do tocht dan geëindigd, begunstigd door good weder, eene enkele maal verrast door een buitje, maar ook meestal beschenen door gou den zonnestralen, welke het menigen toeschouwer PRIJS DER ADVERTENTIE» 7tn 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.174- Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het InccS- eeoren buiten de stad wordt 0.10 berekend. zelfs nog lastig schenen te maken. De tocht was zeer rustig afgeloopen, maar had Leidens inwoners als het ware bezield met eene zekere vaarwoede, getuige de families, die in schuitjes den tocht mede- maakten on zich liefst als vastklampten aan d e vaartuigen, waarin zich familieleden van hen be vonden. Dat varen kostte nog menigeen, vooral hun, die misschien te veel aan Bacchus geofferd hadden, een nat pak, o. a. aan een paar personen, die in de Oude Vest „spelevaarden" en waarvan één in het water terechtkwam en er eerst maar niet uit wilde, maar er toch uit moest. Des avonds richtte de stroom zich deels naar het afgesloten terrein van het Schuttersveld, dat door de drie ingangen nu zeer gemakkeiyk te bereiken was en waar ook goed gezorgd was voor zitplaateen en tafeltjes, deels naar het voor bet publiek bestemde gedeelte. De singel, welke naar het laatstgenoemde leidt, was door sterren van vetglaasjes, aan de boomen aangebracht, verlicht en voor een gedeelte waren planken van boom tot boom gespykerd om de menigte de gelegenheid te benemen van in het water te vallen. De illuminatie der muziektenten, op het groote veld geplaatst, kon niet schitterend genoemd worden, terwyi het electrisch licht alles behalve het karakter van waar electrisch licht droeg. De muziek was ditmaal niet zoozeer het onderwerp der verwachting, maar wel de chassi- netten, dingen, voor menige tong zoo lastig te noemen vanwege de vele sisklanken en welke gezegde chassinetten als „reusachtig" waren te boek gesteld. Eindelyk verscheen zoo'n niet-reusaebtig gevaarte, vervaardigd van dun, geolied linnen en de beeltenis vertoonende van den grooten Zwyger. Toen de bongaalscho verlichting aan de achtorzydo er van reeds lang van wit in rood was veranderd, begon eindelyk de schuttery kapel het „Wilhelmus" te spelen. Do militaire kapel bleef toehoorderes. Later kwamen nog voorstellingen van Van der Werf en Van der Does, wien daardoor mede hulde gebracht werd. Omtrent de gelijkenis en het voorkomen der helden liepen de gevoelens zeer uiteen. Droog was de feestviering op hot .Schuttersveld overigens niet te noemendaar zorgde de rogen nog voortdurend voor en daar had hy reeds vroeger voor gezorgd. Pantalons werden met modder bedekt en japonnetjes afgezet met gryze grondstof, om van baggerlaarzen en lijno schoeisels niet te spreken. De toon, welke op het veld heerschte, was uit nemend: men danste en sprong, b'.oef vastzitten in de klei en gleed naar hartelust, en toen de groote taptoe werd geblazen en geslagen en eenige muziekstukken met koraal door beide corpsen to gelijk werden gespeeld, toen werd mon nog vrooiyker en men zag by het licht der bengaalscho zonnen de aangenaamste blikken gericht naar de drie chas sinetten, nu geiyktydig verlicht. Op het Schuttersveld had nog eene aardige schermutseling plaats tusschen twee in een bekend uniform gestoken personen, dio aldaar de orde moesten handhaven en het hierover maar niet eens konden worden. De worsteling eindigde hiermede dat beiden in de klei terechtkwamen, zeker om daarin hot zegel van hun gansche wezen af te drukken. Een lid der feestcommissie had tever geefs getracht deze buiteling te voorkomen en de vechtenden te scheiden. Daar begonnen de zonnen te tanen en het feest op het Schuttersveld was ten eindede parapluies van de zittende paartjes, welke steeds de hoofden verborgen haddon gehouden, ook wanneer hot niot regende, stelden zich in beweging en velen gingen straatwaarts. waar het „Leve Willem lil 1" onaf gebroken werd uitgegalmd en de herinnoring aan den tocht naar de Maliebaan on wat daarbij be hoort, werd verlevendigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1