gomeento, draagt er roem op dat elk dezer boomen haar gewicht kan dragon zonder zelfs er onder te buigen. Gp kunt nu door het lage, openstaande venster d# breedo, gedaante zien heen en weder loopen, zorgende voor toebereidselen tot het ontbyt. Het is een zeer drukke ochtend voor juffrouw Standish de Zaterdag ochtend is dat altpd, want do extra-helpors, die Vrydags van Todnoss komen om de wagens mede op te laden, sla- pon en ontbyten daar. Rechts van de deur ziet gp hen mede door het venstor, zittende te ont byten rond eene hagelwitte tafel onder het bepraten der nieuwstydingen, die de een of ander van hen heeft opgezameld uit hot vette „Todness 'Weekblad" 't Was daar voor een paar dagen blpven liggen, nadat er een paar boterhammen met vleesch in waren gewikkeld geweest. De deur is open en gp kunt door het huis heen zien langs het roodsteenen pad naar den tuin achter het huis, waar het aardige Leentje Standish en de schilder van het uithang bord radysjes trekken onder de appelboomen. De oude Humphrey Standish zelf zit voor de deur op hot grasveld, met eene lei op zpne knieën, en rookt zyne morgenppp, onder het opmaken zyner reko- ningen, daarby af en toe zpne vrouw eens eene vraag toeroepende. Op don weg, een weinig terzpde van „Voerlui's Rust", staan twee reusachtige hagelaars, met zit plaatsen er om heen. Des morgens zpn die meestal het eigendom der kinderen als speelplaatsdes namiddags komen or de aankomende meisjes met haar naaiwerk en zitten er kouvelend bpeen, en des avonds laat men ze ter beschikking der dorps- veteranon, die daar vergaderen om onder eene vriend- schappelpke ppp het straatnieuws te bepraton. Haar op dozen bpzonderen ochtend strekken de hazelaars hunne schaduw uit over eene recht bonto en ge mengde vergadering, waarin drie geslachten ver tegenwoordigd zpn. De zitplaatsen zpn grootendeels ingenomen door de oude grootvaders en grootmoe ders, met do handen op stok of kruk geleundom hen heen staan de moeders met hare kinderen ge schaard en verscheidene knapen zpn in de boomen geklauterd om zoo uit de hoogte een beter gezicht to hebben op de gewichtige verrichtingen welko woldra zullen plaats grppen in „Voerlui's Rust." Do oude Humphrey zendt hun van tpd tot tpd goen bpstor vriendelpken blik toe. „Wat voert Kris uit?" vraagt hy zpne vrouw door het venster. „Hoe lang zal hy hier dat volk nog laten rondscharrelen? De drommel hale hem! Ik mocht lijden dat hp het ding nooit gemaakt had." Juffrouw Standish werpt brood en mes neder en dra zien wp haar langs het roodsteenen paadje voortstevenen als een schip in volle zeilenen nu het gezicht op den tuin geheel afsluitend, terwijl zp aan de achterdeur staat met de hand boven hare oogen, roept zp luidkeels „Kris, zeg Krisl je oom wil weten wanneer je eindelpk komt om je schilderstuk op te hangen. Weet je niet dat het heele dorp aan de deur staat om het te zien? Kom jongen, kom! En jij, Leentje, 't is of je vanmorgen je verstand in bed hebt gelaten met zóó je kosteiyken tpd te verbeuzelen, torwpl hier je deeg boven den pot uitryst, en ik alleen sta voor het ontbyt, alsof het niet hoorde dat ik op mpn leeftyd nergens naar had om te zien. Laat de radps maar blyven, hoor! ze komt nu toch te laat; Piet Bludget, die er naar vroeg, heeft al ontbeten en is heengegaan. Dat komt er van als men er twoo uitstuurt om gauw geholpen te worden, wanneer men het druk heeft. „Maar heusch, tante," hoort men Kris betuigen, terwpl hy haar nadert met een vry dun bosje radys, „we zpn niet lang weg geweest - kyk, hier is een bos zoo groot als het hoofd van Piet Bludget. Ik verzeker u dat Leentje de meesten getrokken heeft." „Wel, Kris," zegt zpne tante, terwpl zp lachend en met het hoofd schuddend de radps aanneemt, „je geeft dat meisje les in luiheid en in mooie praatjes, alsof de oude heer je eene goede belooning had toegezegd als je haar voor hem weet in te nemen. Daar, ga heen en haal je schilderp en ik zal Jaap de ladder laten halen. Toen Kris, haar voorbp, de gang inging, kwam Jaap uit het waschhuis te voorschpn met steil staande haren, terwijl op zpn gelaat de duidelpke bewpzen stonden van eone krachtige aanwending van pomp- water en handdoek. Hp was een schraal, klein ventjehet eone been was korter dan hot andere lip was doof en stom en had toch in „Voerlui's Rust" den dienst gedaan van stal-en huisknecht al den tpd dat de oude Standish in de zaak was. Jaap was, als men hem liet begaan, een van de ijverigste, trouwste, standvastigste en stiptste dienst boden, die ooit oen herbergier het geluk had aan to treffenmaar, bracht men hem daar af dan was zyn geiyke in domheid en kwaadwilligheid niet te vinden onder het gansche ezelengeslacht. Do oudo Standish zelf bemoeide zich maar zelden met hem hy zag dat do man zyn werk deed en voor geringer loon dan ooit een ander dat doen zou en wat zou hp meer verlangon van een stalknecht. Maar tusschen Jaap en zpne gebiedster stond het niet altpd op zoo goeden voet. Byna eiken dag had er eene heftige -al was hot dan ook eene spra- keloozo rebellie plaats, in do achtergebouwen, welko Jaap beschouwdo als zpn grondgebied en welko zpne meesteres gedurig durfde gebruiken voor httishou- delpke zaken. (Wordt vervolgd.) INGKZONDEN. Waarde Redacteur, Mag ik u nogmaals on nu voor 't laatst ovor deze zaak lastig vallen om wat plaatsruimte. Ik kom op hot door den hoer P. J. C. in uw nummer van 15 September ingezonden stukje terug, bepaal- dolpk om de wpzo, waarop die heer optreedt. Ik heb met opzet eenlge dagen gewacht met myn antwoord om genoemden hoer ten volle de gelegen heid te laten om na zulk een stukje eens te toonon dat hy iets durfde, ook met open vizier. We hebben helaas zpn naam niet mogen vernemenholaas vooral voor den hoer P. J. C. zelf. Het stukje van dien heer heeft wellicht opgeld gedaan by lezers, die het lezen niet verstaan. Die goed leest zal wel hebben opgemerkt dat do schrp- vor van de zaak eene bpna uitsluitend persoon- 1 p k o quaestie maakte. En na zpn hart ten mpnen koste eens goed gelucht te hebben, zegt hp dat hp zich noemt uw' onpartpdigen dienaar. In eene bestuursvergadering van de Loidsche Zangvereeniging word indertyd de wenschelpkheid uitgesproken aan hot verhandelde in vergaderingen van die veroeniging geene openbaarheid te geven. Toch geeft een der bestuursleden van de laatste algemeeno vergadering een verslag, geplaatst in uw nummer van 9 September. Dat nu noemde ik on bescheiden. Ik hield my aan die afspraak wel en daarin vindt do heer P. J. C. aanleiding om als zpne meening uit te spreken „dat het geheel allen schpn hoeft van eene verontschuldiging te zpn van mp, als redacteur van do Leidscho Courant, dat ik verzuimde bedoeld verslag te plaatsen." Is zulk eene beschuldiging, door niets gostaafd en niet ondorteekend, nobel, waar mpne handen als redac teur gebonden waren door mpno belofte als president? Dat hot verslag onvolledig was, heb ik gozegd, en daardoor onjuist. In dat verslag lees ik hoe, nadat ik myn ontslag als president had genomen, de heer Francken eerst in mpne plaats werd ge kozen. Maar nergens lees ik dat het reeds te voren onze bedoeling was den heer Anton Van 't Hooft tot onzen president te kiezen en dat die heer ook by de allereerste stemming gekozen is. Eerst toen hp die betrekking ditmaal niet wenschte op zich te nomen, verkozen we den heer Francken. Eerst toen omdat we wisten dat do kans dat deze die betrekking zou aanvaarden al zeer gering was. We hebben toen gemeend, voorloopig voor één jaar, met onveranderd reglement, de betrekking van president-dirocteur te moeten creöeren en dio betrokking opgedragen aan den heer Van Iporon. Zooals 't in meergenoemd verslag voorkomt is 't niet zeor duidelpk hoe de directeur tevens tot pre sident kon worden benoemd. Gaan we nu naar den heer P. J. C. terug, waar hy meent te moeten ontkennen dat het verhan delde op de vergadering voor de buitenwereld on verschillig is. Hy ontkent dit ten sterkste „daar menigeen wel gaarne wil woton, welke personen het bestuur der veroeniging uitmaken." Een zwak argument om iets ten sterkste te ontkennen. Er wordt onkel en alleen do meaning mee uitge sproken dat menigeen wat nieuwsgierig is uitge vallen. Jammer dat aan die nieuwsgierigheid niet kan worden voldaan waar het betreft de zangver eeniging onder leiding van den hoer Daniël De Lange. Eenige bestuursleden van die vereeniging verzekerden mp dat zp, hoewel daartoe aangezocht, evenmin als wp, oponbaarheid wenschten van het verhandelde in hunne ledenvergaderingen. De heer P. J. C. schrikt erg van het door mp gebezigde woord aureool; nu, hp zal van die dingen dan ook wel weinig last hebben. Ik zou, toen ik ovor die aureolon schreef, bittor gestem 1 zpn go- woest. Daarvoor was immers geen reden waar in negen rogels, ten opzichto van de Leidscho Zang vereeniging mijn naam driemalen met lof werd genoemd. Men behoeft toch niet altpd bitter te zp» om eene handelwpze af te keuren. Hot stukje van den hoer C. noemde il: indertpd eone hopbittor reclame. Eene hopbitter-reclame aoem ik 't, wanneer eone gewono zaak ongewoon en in 't oogloopend wordt opgehemeld. Do hes] P. J. C. gaf daarvan zelf in zpn stukje een voorbeeld door een niet handig ophemelen van het Leidsch Dag blad juist tegenover mp. Ik gevoel volkomen, waarde Redacteur, met welk een tegonzin u dat hebt opgenomen. Ik blpf, tegen do verwachting van den heer P. J. C. in, zeer weinig ingenomen met dergelpko aanbevelingen als dio van den heer C. Wil hp dan van dat woord hopbitter-reclame af zpn welnu, ik m n 't dan „marktgeschreeuw". Waarom zou mei alleen lid moeten worden van de Leidscho Zangvereeniging en niet van de Zangvereeniging dor Muttschappp tot bevordering van Toonkunst? Er is plaats voor beide vereenigingen in Leiden; twee goedo ver- eenigingen, en.goede wpn behoeft geen krans. Ik kom nogmaals op tegen de aansporing gericht aan „ieder die maar eenigszins zingen ka vooral waar de heer P. J. C. 't toelicht met ,,rlus met andere woorden, ieder die iets van de mgkunst weet, hetzp theoretisch of practi oh." Op iedere zangvereeniging hier ter stede bomt men terecht ook zonder theoretisch iets van de zang kunst te weten„weet men er practisch n iets van" dan laat men zich inschrpven als loerling oener zangschool, niet als lid eener zangvereeniging. De heer P. J. C. schynt theoretisch o! practisch van de zangkunst niets te weten. Hp is ten minste geen lid van de zangvoreeniging. En finantiéel schpnt hp er, niettegenstaande zpne aan hovelingen, „niets van te willen weten." De Leidsche Zang vereeniging telt onder haro kunstlievende leden geen mpnheer P. J. C. Korzeligheid lag er voor een lozer, op do hoogte van de zaak, in mpn stukje niet; dn- is er in gezocht. Nu zal ik mp er wel voor wachten te zeggen dat ik het stukje van den heer P. J. C.eb geëxa mineerd. Ik heb slechts getracht te weerleggen of wellicht onduidolpko plaatson in mpn stukje toe te lichten. Ik kan echter niet nalaton nieven do laatste zin van het stukje van den her P. J, C. in 't daglicht te brengen, om nogmaals t doen zien hoo bescheiden, hoe onpartydig en hoe weinig bitter gestemd die inzender was. Hp schreef nl. „Na dit „examen", dat het stuk van den heer G., zeker iemand die niet slechts „eenigszins", maar „volkomen" op de hoogte der edelo zangkunst is, heeft ondergaan, noem ik mp, Mpnheer Je Redac- tour, geen werkend lid der Loidsche Zangvereeni ging, maar eenvoudig uw onpartpdigen dienaar P. J. C." Zooals boven gozegd, waarde Redacteur, dit is over die zaak in elk geval mpn laatste woord, ook al komt die man met zyne eeuwige drie letters nog eens terug. Heb ik wat al te veel ruimte van u gevraagd ik ben er u des te meer dankbaar en dienstwillig om. Ik heb bp u zóóveel gastvrpheid genoten bp het afscheid dus mpn erkentelpken handdruk. Uw dienstw. Dienaar, Leiden, 20 Sept. 1887. J. A. M. A. Grondhout. [Plaatsgebrek noopte ons bovenstaand stuk tot boden te laten liggen. Red.] CORRESPONDENTIE. - Een abonné! - Eerst daags zult ge per advertentie aan uw verlangen gevolg zien gegeven worden. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek WEEK van 11 tot 17 Sept. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 11 September. 6.45 8.15 7 17.7 12 6.45 8.30 8 17.5 13 6.45 8.30 7 17.7 14 6.45 8.30 8 17.5 15 6.45 8.15 7 17.4 16 6.45 8.30 8 17.4 17 6 45 8.30 8 17.5 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London- Argand-Standard burner No. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelyk staat met 17.7, 17.5 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 10