N\ 8453.
Vrijdag O September.
A0. 1887.
Feuilleton.
CONSTANCE C0QRLEY.
PRIJS DEZER COURANT:
T*©r Leiden per 3 maanden1.10.
France per post1.46.
Afzonderlijke Nommers0.05.
t§eze fourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §_on- en feestdagen, uitgegeven.
PRIJB DEE, ADVERTENTIEN:
Tan 16 regels 1.05. Iedere regel meer/0.17$.
Grootere lettere naar plaaternimte. Voor het inoae-
aeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
id
Marmaduke was op het punt krankzinnig te wor
den van angst, toen op eenigen afstand een gefluit
zijn oor trof. Hy luisterde en hoorde weldra hoe
een vaste, krakende stap zich voortbewoog op do
maat van het vroolyke, opwekkende deuntje, dat ge
floten werd. Eindelijk vertoonde zich de gedaante
van een man, die iets droeg; hij kwam nader en
bleek een timmermansgezel te zijn, met eene ge-
reedschappenmand op den rug.
„Och! als 't u blieft, mijne zuster ligt hier
hier op den grond ziek."
„Uwe zuster! AVie zjjt gij? Hoe heet gij?"
„Marmaduke Chorley."
„Chorley! wat! do zoon van den boekhandelaar
te Lympton?"
„Ja."
„En dat is uwe zuster?" zeide de jonge mar. haastig,
terwijl h(j bukte en Constance optilde „het meisje,
dat uit den brand gerod werd."
„Ja.
„Geef my de mand aan gauw daar is mijne
theekruik, daar. Loop er mede dien kant uit, naar
de herberg 't is niet ver van hier en haal wat
water. Of wacht, ik kan harder loopen, en gij
mocht u in den weg vergissen. Als zij bijkomt, zeg
dan dat er hulp komt. Hij spoedde zich heen zonder
iets meer te zoggen.
Constance herleefde, en het was verwonderlijk
hoe spoedig al hare vermogens weder hun gewonen
dienst hervatten. Toen zy vernam wat er gebeurd
was, deed haar dit bitter leed.
Gemengd Nieuws.
De beide bataljons infanterie, al-
hier in garnizoen, rukten in vereeniging met de
artillerie en cavalerie gistermorgen om acht uren
uit, ten einde ten zuiden van het kanaal te Katwijk
aan Zee, tusschon de binnen- en buitensluizen te
worden opgesteld. Er was namelijk een vijand te
Noordwyk aan Zee geland, die zich van dat dorp
meester had gemaakt. Volgens ingewonnen berichten
rukte deze op in de richting van het kanaal te
Katwijk aan Zee. Onzen troepen werd derhalve
de last verstrekt, den vijand het voortdringen te
belotten. Daartoe werd dan ook in de richting van
Noordwyk opgerukt. Om halfelf kwam het in noord
westelijke richting van Voorhout tot een treffen.
Niettegenstaande het hevige vuur, door onze troepen
gegeven, en trots de goed gekozen stellingen, mocht
het den onzen niet gelukken den vijand tegen te
houden, en werden zy zelfs genoodzaakt terug te
trekkar. Daarna word er stelling genomen ten
zuiden van het kanaal. Hoewel de vijand daar
slechts twee overgangen had, welke door onze
troepen met wanhopigen moed werden verdedigd,
gelukte het hem toch wederom de onzen ook van
daar te verdrijven. Daarna werd er eene tweede
stelling genomen aan beide zijden van den straat
weg ter hoogte van den tol bij Katwijk binnen,'
terwijl een gedeelte der troepen den vijand bezig
hield. Na eenigen tijd van weerskanten hevig ge
vuurd te hebben, waaraan ook de artillerie een
werkzaam deel nam, werd omstreeks halftwee de
last verstrekt het vuren te staken. Hiermede waren
voor gisteren de vijandelijkheden afgoloopen. Na
eene kleine rust te Katwjjk-binnen genoten te
hebben, keerden de troepen doornat weder naar
hun garnizoen terug.
Als scheidsrechter by de heden gehouden wor-
„Hij kent ons hij zal ons vasthouden. O Duke,
beste Duke, doe nu uw best om vlug te loopen!
"Wjj moeten ons weg maken vóór hy terugkomt.
Daar achter ons is nog een weg, welke rechtsaf loopt,
en ik weet door myne kaart, dat er een of twee
mijlen verder een dorp ligt. Kom, beste Duke, kom!"
Toen do jonge man terugkeerde vond hy niemand
meer. In de grootste onrust liep hy terug, meenende
dat zy hem te gemoet hadden willen komen en
de herberg waren voorbijgegaan. Maar hij zag geen
spoor van hen.
„Wel, dat heet ik iemand ondankbaar behandolen
pruttelde hy bjj zichzelven, terwijl hy de mand
weer opnam. „Ondankbare, kleine heks! Waar zou
zij nu zyn, had ik haar niet door dat venster ge
haald? Brr! dat was een nacht!" En nadenkend
keek hy naar eene groote brandwond op zy'ne rech
terhand; en om wat reden dan ook, hy dacht niet
meer aan fluiten bij het vervolgen van zijn weg.
IX.
Steeds woester en kouder werden de Maartsche
vlagen, steeds grauwer de avond; hoewel het nog
nauwelijks negen uren was, zag men haast geen
enkel licht in het dorp dan dat, hetwelk heen-
straalde door het roodo venstergordijn van ,,'s Krijgs-
mans welvaren." De eenzame schildwacht, die voor
de kazernen op en af ging, zag liet, en uitte een
vloek by de gedachte hoe genoegelyk zijne kamera
don daar achter bjjeen zaten.
Do oude Simon Druslej- zag het, toon h(j zijne
smidso op den hoek der straat sloot, en beredeneorde
met zichzelven hot vraagstuk' hoe men wol het
prettigst een ledig uur zou doorbrengen aan zyn
eigen haard tegenover eene knorrige vrouw of
wel by het gulle gezelschap, dat onder praatjes van
dende manoeuvre zal voor het bataljon optreden
de luitenant-kolonel W. C. D. Van Rijen, van het
4de reg. infanterie.
Men meent het getal manschappen, die morgen-
namiddag uit do garnizoenen van Leiden, Delft en
Haarlem, na de manoeuvres, tusschen twee en vyf
uren op het Schuttersvold zullen worden geïnspec
teerd, met inbegrip der artillerie en cavalerie, op
ongeveer '2000 te kunnen schatten.
Sedert langen t ij d b e s t a a t e r e e n e
veete tusschen de bewoners van Dilbeek (België) en
de jachtopzieners, verbonden aan do gemeente eigen
dommen. Zondag was daar een feest, gegeven door
den baron Van Viron, die eonige weken geleden
in het huwelijk getreden was. Alles ging goed tot
dat er in eene herberg twist ontstond tusschen
een paar boeren en jachtopzieners, welke twist
echter werd bijgelegd. De opzieners waren zonder
bedreiging vertrokken. Eén der dorpelingen moest
evenwel het kerkhof over en daar werd hy over
vallen en werden hem dolksteken toegebracht. Een
onderzoek wei$ ingesteld en nu bleek dat een der
jachtopzieners de schuldige was; deze werd ge
arresteerd en is, na verder onderzoek, naar de ge
vangenis gebracht. De gewonde, wiens toestand
gevaarlijk is, weet niet dat hy ooit den dader iots
in den weg heeft gelegd.
De ongelukkige dorpeling is nu na de hevigste
pijnen bezweken.
Tevens kan nog medegedeeld worden dat het
parket nog een anderefc jachtopziener te dier plaatse
heeft laten aanhouden, wjjl die beschuldigd wordt
zyn collega een geweer geleend te hebben, daar hy
wist wat die in het schild voerde.
By de stierengevechten te Dax gin
gen do toreadors en bandarillos zóó onhandig to
werk, dat zy een grooten stier niet dooden kondon,
doch herhaalde malen wondden. Hot arme dier
den dag hem ginder wachtte, by het vuur van
„Krijgmans welvaren."
Schuin over den weg blies de scherpe Maartsche
wind, en hy had dien bij het huiswaarts gaan
vlak in 't gezicht. Een steenworp ver naar den
anderen kant glansde dat lokkende gordijn.
Nu had dat gordijn over Simon Drusloy eene
macht, waaraan hy juist niet zoo geheel wilde
toegeven, en welke hy ook niet zonder schaamte
zou erkend hebben. Menig goed voornemen had hij
op dat punt in stilte roeds genomen en ook in
stilte weder laten varen, maar dit kostte hem
immers berouw en verwijten, al was zulks niet
krachtig genoeg om hom den weg naar „Krygs-
mans welvaren" te versperren, toch benam het
hem, als hy daar was, een goed deel van zyn ge
noegen. Simon wist zeer goed dat, als hij 's avonds
bjj het sluiten zijner smidse het oog ook maar
even heenwendde naar dat roode gordijn, dit hem
zeker de verdienste kostte van den ganschen dagt
hij mocht dan tnet of zonder zucht hebben toege^
geven aan do verleiding.
Dien avond echter, terwijl hy hot schootsvel
oprolde om de heupen, stond Simon stil, en krabde
zich het hoofd en hield een kort gesprok mot den
verzoeker, dat wil zeggen, liy begon daarmede;
maar weldra luisterde hy schijnbaar lijdelijk en
onpartijdig naar de beslissing, welke hy zou hooren
van twee stommen, waarvan ééne scheen te komen
van het gordijn en de andere die was van den
woesten wind, welke een oogenblik op zyn tocht ge
poosd had om raad te houden met zjjne huisvrouw.
„Kom", zegt het gordijn, gewapend met zyn
heldersten glans, „hier is zulk een lokker vuur,
en Hinchley die gulle, oude Tom, staat rond te
dienen warm en zoet en krachtig."
(Wordt vervolgd.)
stond telkens opeindelijk maakte men het af. Het
publiek gaf luide zijne afkeuring over eene dergelijke
daad te kennen: flesschen en andere projectielen
werden in het circus don onhandigen stierenveoh
ters naar het hoofd geslingerd; oindelyk volgden
zelfs stoolon en banken en 't werd tijd, dat de
toreadors hun heil in eene haastige vlucht zochten,
anders ware het slecht met hen afgeloopcn.
Een electricus in Amerika heeft
eene nieuwe rattenval bedacht. Hy bevestigt een
stuk vleesch aan de eone pool van eene dynamo
machine, maar zóó, dat de rat er niet by kan komen
of zy moet op de plaat staan, welke met de andere
pool is verbonden. Het verhaal luidt dat nog geen
enkele rat het vleesch machtig is geworden, of
schoon velen het beproefd hebben, zooals blijkt uit
de groote verzameling doode ratten, waarmee de
uitvinder voor zyn vernuft beloond is.
Uit Napels wordt dd. 5 dezor ge
mold dat sinds den lsten Sept. 160 personen aan
de cholera zyn overleden. In de omliggende plaatsen
komen eiken dag een paar gevallon voor. Te Gaeta
is de ziekte aan het afnemen. Het totaal aantal
der gevallen aldaar is 82, waarvan 58 met doode-
lyken afloop. Het laatste bulletin uit Palermo spreekt
vari 21 gevallen en H dooden.
Ook te Rome is nu d? gevreesde ziekte u[fg-Q;
broken. Van de vyf aangetaste personen stiervet!
er reeds twee.
Drie zonderlinge passagiors zjjnte
Nieuw-York aangekomen mot de stoomboot dor
Duitsche Lloyd. Het zyn drie kleine kinderen van
negen, acht en vyf jaren, die don overtocht geheel
alleen deden. Hunne ouders hadden hen vergezeld
tot Bremen en hen daarna toevertrouwd aan de
zorgen der scheepsequipage. Eveneens alleon zijn
zy naar Michigan vertrokken, waar zy naar eene
tante gaan.