naar het „Hol." vernoemt, veroorzaakt doordat uit liet venster eener avoning hoek Wagenaar- en Dapper straat eene roode vlag was gestoken. Als tegen- demonstratie heesch de benedenbewoner de natio nale vlag aan den stok voor zyne deur. Het publiek wilde de roode vlag weg hebben, waaraan de bovenbewoner niet voldeed. Eemgen tijd later wiston een paar mannen op het dak der naaste woning te komen, langs de goten werd de roode vlag bereikt en onder luid hoe zee doze ingehaald. De straatjeugd, die, volgens het „D. v. N.", de geheele zaak met welgevallen had gadegeslagen, maakte zich weldra van de vyandelyke vlag meester, waarop eene kleine schermutseling tusschen haar en eenige socialisten ontstond, welke echter eindigde toen twee mannen zich van het voorwerp van den twist meester maakten en dit naar den politiepost aan de Muiderpoort brachten. Eene groep kinderen met eene oranjevlag en nationale vlaggen getooid, doorkruiste nog langen tijd de straten van die buurt, onder het zingen van nationale en andere liederen. Het is opmerkelijk hoe bout de socialisten, nadat zy voor het eerst Domela Nieuwenhuis weer in hun midden hadden, in het Volkspark durfden spreken. Daar aangekomen, voerde het eerst het woord de heer Fortuyn, voorz. der afd. Amsterdam van den Sociaal-Domocratenbond, die den in het midden zjjner partygenooten weergekeerden strijder een hartelijk welkom toeriep, waarmede de vergadering met luide en langdurige juichkreten haro instem ming betoonde. „Zjjn wjj nu hier om een oogonblik ons over te geven aan feestvreugde, vergeet niet," zeide spr., „dat ons samenzijn ook bedoelt, onzen „vlook" te slingeren naar de hoofden der bourgeoisie, die, welke hem en ons allen heeft getracht te verpletteren. Laat ons nu ons verheugen in zyn terugkeer", ging hij voort, „om straks met vernieuw den moed den strijd weer aan te binden op de wijze zooals Nieuwenhuis ons altijd is voorgegaan. Hij is ons trouw gebleven en niets zou in hem veranderd zijn, al had men hem niet 7 maanden, maar 7 jaren in de gevangenis geduwd." Nadat een zangkoor een „Welkomstlied aan den vriend en voorganger F. D. Nieuwenhuis", op de wijze der aubade van de April feesten, had aange heven, waarvan hot refrein: „Hoezee, hoezee voor Nieuwenhuis, hoezee! Voor vrijheid en gerechtigheid, Strijde ieder met hem meel" door alle aanwezigen werd herhaald, werd het woord gegeven aan den heer Van der Stadt, die op de tegenstelling wees tusschen dit ware volksfeost, gelijk spr. zeide, en do April-pret. De juichtonen voor don Koning, van wien men niet straffeloos mag zeggen dat hy weinig werk van zyn baantje maakt, waren gekocht met geld en jenever, maar het welkom aan onzen „zakjesplakker" welde als vanzelf uit alle kelen. Spr. vroeg, of men ook nu nog van de sociaal democraten zou vergen, dat zy hunne vyanden zouden liefhebben, gelyk de Bybel het voorschrift. Ziet hem, die ons allen het liefste was, daar zitten onkenbaar geworden door de mishandelingen, welke men hem hoeft aangedaan. „Mpne vrienden", ging spr. voort, „zullen wy onze vyanden liefhebben of zullen wy hen haten met al de kracht, die in ons is?" (Stemmen uit hot publiek: haten, haten!) Welnu dan aldus de heer v. d. Stadt zweert allen, dat gy hom wreken zult, en als de ure der wrake daar is, laat het dan zyn oog om oog en tand om tand! Laat ons niets ontzien, noch vrouwen, noch mannen, gelyk de tegonparty tegenover hem en ons ook niets onbeproefd laat en geen enkel middel ontziet om ons ten onder te brengen. „Laten wy elkander in haat oefenen, opdat de slagen met succes nederkomen op de koppen der vyanden. Als de haat ons aanvoert, zyn wy zeker van de overwinning en", aldus eindigde hy, „over winnen willen wy. Levo het socialisme, leve Domela Nieuwenhuis!" en de geheele vergadering stemde mede in dien kreet, die weerklank vond in de twee andere zalen daarnaast. De heer Nieuwenhuis, het woord nemende, dankte voor de bèwyzen van sympathie, hem zoo aller wegen ten' deel gevallen. Hy bracht een woord van hulde aau den heer Croll, aan de beeren Van der Stadt en Fortuyn, en aan de leden van den Centralen Raad, voor hetgeen zij in zyne afwezig heid hadden ged;ton. „Ik verdien," z.ajde hy, „noch nwe overdreven vereering, noch de veTpntty-iardigjjig, waarmede een gecfeolte der pers, De heer Croll: „de hoole vuile pers!" „waarmede de pers my begroet. Indien men soms hoop mocht koesteren dat ik verbeterd in hun oogen terugkom, dan bedriegen zij zich. Neen, waar men steeds bezig was de verbittering te zaaien, daar kan hot niemand verwonderen dat ik verbitterd uit myne cel terugkeerde. „Ik herneem myne plaats in de rangen der on- verzoenlyken, zoolang geen recht gedaan is aan het volk dat heer moot zyn in plaats van knecht Ik herneem myne plaats in de gelederon van het strydend proletariaat!" Terwyl thans de heer N. zich naar de beide andere zalen begaf om ook de daar verzamelde schare toe te spreken, hield de heer Croll eene hef tige rede, waarin hy opkwam tegen den lof, hem door den heer Nieuwenhuis toegezwaaid. „Neen, ik heb niet genoeg gedaan, omdat ik niet genoeg heb gehaatriep hy uit„en ik heb niet genoeg ge haat, omdat ik geen zoon ben van de arbeidende klasse, omdat ik geen honger heb geleden, zooals gij. "Ware dit toch zoo, ik had niet naar eene pen om „Recht voor Allen" te redigeeren, maar veeleer geloof ik, naar een dolk gegrepen. (Daverend applaus). ■•„Zij hebben Domela Nieuwenhuis gratie verleend," aldus ging hy voort, „op den verjaardag van een kind, dat wy niet kennen, en diezelfde regeering heeft hem in een boevenpak achter tralies vertoond aan zyne eigen kinderen. „Zullen wy dus liefde toonen aan dat kind?" Stemmen: „nooit! nooit!" En zoo ging het verder. De vergadering werd te 2 uren gesloten met een verzoek om kalm uiteen te gaan. Hieraan word langzaam voldaan; vóór het Volks park had den geheelen middag eene talryke menigte post gevat, die later met de uit het park komen den vergroot werd. Tot halfvier 'oleef men wachten, terwyl onderwyl onder de menigte geducht propa ganda voor hot socialisme gemaakt werd, door de lieden tegen de Regeering op te ruien. KOLONIËN. BATAVIA, 30 Juli-6 Aug. Volgons van den gouverneur van Sumatra's "Westkust ontvangen telegraphische berichten, wor den de Toba landen door benden kwaadwilligen onder aanvoeringen van Si Sarboet en Perloepoe (broeder van den Singa Mangaradja) verontrust, blykbaar met het doel om de bevolking in oproer te brengen. Den 29sten Juli jl. werd Pager Batoe, in het Silindongsche, door hen bezet, terwyl zij in den nacht van den 30sten d. a. v. het woonhuis van den zendeling Mohri verbrandden. De noodige maatregelen worden genomen om de benden te verdrijven. Een van de leden der firma J. Daendels Co. heeft tor griffie van don Raad van Justitie te Batavia aangifte gedaan dat zyne firma heeft op gehouden te betalen. Ue Raad heeft haar echter nog niet failliet verklaard, maar zyne beslissing opgeschort op verzoek van één der vennooten, te Soerabaia gevestigd, totdat deze te Batavia zal zyn aangekomen. De voorloopige aanhouding van den 'derden vennoot is geschied op bevelschrift van den officier van justitie, dat binnen zes dagen dooi den Raad moet worden bekrachtigd, zai het zyne kracht blyven behouden. In een ander nommer van de „Java-Bode" wordt medegedeeld dat een algemeen bekend en gaarne gezien man, buiten zyn kantoor om, doch gebruik makende van den naam zyner firma, getracht heeft winst te behalen met het doen van allerlei buiten zyn vak liggende zaken. Dit is hem niet gelukt, en zoo heeft hy zich zelvon en zyne mede-vennooten in het ongeluk gestort. In de afdeeling Modjokerto van de residentie Soerabaia bestaat een fabriekskampong, dieParys heet. Daar verbrandden op 23 Juli 102 buizen tot eene waarde van f 2500. Door don gouverneur-generaal van Nod.-IncUê zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel Departement. Benoemd: Tot algemeen secretaris van het gouvernement van Ned.-Indië, de 1ste secretaris van het gouvernement "VV.O. Gallois; tot 1 sten secretaris van het gouvernement van Ned.-Indië, de gouvernements-secrc- taris E. C. baron Swecrta De Landas Wjjborgh; tot voor zitter van de ilandraden te Tegal en Pcmalang, mr. Cli. Samuels. m ff' Verleend: Een 2-jarig verlof naar Europamet ingang van G Augustus 1887, wegens meer dan 12 jaren onafge broken dienst in deze gewesten, aan de hulponderwijzeres lste klasse bij het openbaar lager onderwijs voor Europe anen en met dezen gelijkgestelden C. H. Verwohlt met in gang van 7 Augustus 1887, wegens meer <lau 15 jaren PD afgebroken dienst in deze gewesten, aan den opzichter lste klasse bij den waterstaat en 's Lands Burgerlijke Open bare "Werken W. A. Van Sliedregt. Departement van Oorlog. Verle end: Een jaar verlof naar Europa, buiten bezwaar van den lande en met stil stand mitsdien van alle inkomsten ten laste van den lande, aan den laten luit. der inf. L. P. F. Scuimpf. Ontslagen: Op verzoek, eervol uit Zr. Ms. mil. dienst, wegens volbrachten diensttijd, met behoud van recht op pensioen, de kapt. der inf. "W. H. M. De Biel. Vergund: Aan den van het leger in Nederland bij dat in Ned.-Indië gedetachccrden kapt. der inf. E. D. H. Mac Leod, wegens ziekte, naar Nederland terug te leeeren. Geplaatst: Bij het 6de bat. inf., de lste luit. P. A. Le Maire, onlangs uit Nederland teruggekeerdbij het aubsistenton-kader te Soerabaia, de kapt. J. W. J. Hofman, onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerd; bij den gewestelijken cn plaatselijken geneeskundigen dienst in d& 3de mil. afdeeling op Java (hospitaal to Soerabaia), de off. van gez. lste kl. M. M. Bleekrode, onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerd. Overgeplaatst: Infanterie: Bij het 5de bat., de lste luit. L. N. O. Wetlimar, van het 8ste bataljon; bij het 8ste bat., de lste luit. J. Koose van het 5de bat.; bij het 9de bat-, de kapt. L. Van der Hout, van het garni- zoens-bat. van Sumatra's Oostkust; hij het 10de bat., de lste luit. C. J. D. Van der Star, van het garnizoens-bat. van de "Wester-afdeeling van Borneo. Bij de 17de comp. (7 Je comp. vesting-artillerie) te Tjilatjap, de 2de luit. A. A. Hosang, van do 13de comp. vesting artillerie te Batavia. Ingetrokken: De overplaatsing bij de 17de comp. (7de comp. vesting-artillerie) te Tjilatjap van den 2don luit. J. C. Van de Velde. Benoemd: Tot 2den lult. bij het wapen der inf., de sergeanten van dat wapen C. Van Eelking, D. II. W. O. Mecke, M. P. Munnich, B. Bangert, E. G. E. Lutje, C. Noltenius Van Elsbroek. F. H. Vroom, P. H. Mathijsen, W. P. Broekman, F. 11. C. Butin Bik. Bevorderd: Bij hot wapen der inf.tot kapt., de lste luits. J. Beets en J. C. R. Schenck; tot lstc-n luit., de 2do luits. H. J. Laarhuis en M. Van den Berg. Bij de militaire administratie: tot majoor-intendant, de kapt. C. J. Borel; tot kapt.-kwartiermeoster, de lste luit.- kwartiermeester A. D. Cheriex; tot lsten luit.-kwartiè'r- meester, de 2de luits.-kwartiermeesters C. J. Spclti en F. G. Jese. BUITENLAND. Frankr|jk. Het vervoer der artillerie over de spoorwegen duurt ook heden te Toulouse voort. De manoeuvres dor regimenten beginnen Woensdag aan de con centratie-punten. 75 militaire treinen kwamen gis teren door Toulouse. Het geheele plan der mobi liseering is gewijzigd. Carcassonne, dat 15,000 man zou opnemen, zal slechts een klein getal troepen verkrijgen. Het Parijsche Eden-theater zal einde October nogmaals worden ingezet en dan voor 3 millioen fr. Vroeger was het op G millioen ingezet. Het gerucht loopt, dat het rapport over den brand van de Opéra Comique eindelijk gereed is en dat het zóó ongunstig is voor Carvalho, dat dezo zelfs niet voorloopig directeur zou kunnen blijven. Duitschland. Naar aanleiding van de berichten in de dagbladen over de bijeenkomst, welko de keizers van Duitsch- land en Rusland voornemens zouden zijn te Stettin te houden, deelt de „Norddeutsche Allg. Zeitung" thans mede, dat in wèl onderrichte kringen van zulk eene bijeenkomst niets bekend iSy Het geheele bericht berust eenvoudig op onder stellingen. Er bestaat geen enkele grond om het te gelooven. Dat de keizer van Rusland van plan zou zijn Stettin te bezoeken is eenvoudig eene onder stelling. Wanneer enkele bladen van eene vernieu wing van het Duitsch-Russisch verdrag, dat in September geëindigd zou zijn, spreken, zoo zij er op gewozon, dat zulk een verdrag zelfs niet bestaat. Terwyl alzoo het bericht der bijeenkomst van beide keizers wordt tegengesproken, wordt daaren tegen door de „Post" en de „Kreuzzeitung" gemeld dat de samenkomst wèl waarschijnlijk is, en dat de czaar vermoedelijk het keizerlijke paar aan staanden Maandag ontmoeten zal. Telegrammen. EXETER, 5 September. Hedenavond ontstond in den schouwburg alhier gedurende de voorstelling een brand, waardoor het gebouw geheel is vernield. Tot dusver zijn 60 lijken van onder depuinhoopen te voorschijn gehaald. Twintig gekwetsten zijn naar het gasthuis overgebracht. LONDEN, 6 September. Het Lagerhuis nam by derde lezing de wet aan betreffende het koopen van kleine stukken grond door boeren in Schot land. Met 117 tegen 42 stemmen werd besloten, dat de wet niet van toepassing zal zijn op Ierland. Volgens de laatste berichten uit Exeter zijn bij den schouwburgbrand meer m6nschen omge komen dan aanvankelijk werd gemeld. Nu reeds zijn 130 lijken opgedolven. De slachtoffers behooren moest tot de toeschouwers, die op de galerijen zaten en zich niet bijtijds konden redden, daar er slechts één uitgang was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 2