N\ 8401.
De kiem van sociale beroeringen.
Maandag 3-1 JSYzIi.
A°. 1887.
PRUS DEZER COURANT:
Voor Lftlfon p«r 8 moandenI SO.
Franco per post
A&onderlgko Nommero0.06.
Onder dezen titel schrijft dr. G. "W. Bruinsmat»
Steenbergen in het „Sociaal Weekblad"hetvolgende
't Zjj rap vergund eene eenvoudige, van het begin
tot het einde ware geschiedenis to verhalen, die zich
op 't oogenblik onder mjjne oogen afspeelt, en die
een helder licht werpt op sommige agrarische toe
standen en verhoudingen in ons land. Moge zjj in
haar geheel nog als uitzondering moeten worden
aangemerkt, sommige der bijzonderheden zullen
ongetwijfeld ook buiten mijne omgeving hier en daar
zijn waar te nemen.
In het jaar 1879 pachtte eene jonge boer een hof
stede in het noordwesten van Noord-Brabant, 't Was
een gulle tyd geweest voor den landbouwer in deze
kleistreken, toen de meekrap-teelt, thans geheel te
niet gegaan, nog in vollen bloei was en zeer aan
zienlijke winsten afwierp, terwyl do suikerfabrieken
overal verrezen en de beetwortels van de boeren
kochten tegen prjjzen, waaraan thans niemand
meer denkt. Bovendien was de marktprijs der gra
nen geregeld een derde hooger dan tegenwoordig.
Ieder, die voor gdld of krediet slechts eene hoeve
kon machtig worden, was byna zeker van een
ruim bestaan, onverschillig of do pachtsom ook tot
het dubbele van vroegor, en hooger nog, werd op
gedreven.
Die tijd was toen reeds enkele jaren voorbij,
doch juist door de overwinst van vroeger werd het
nog weinig gevoeld. In allen gevalle bleef de her
innering nog voortleven niet alleen, maar ook do
hoop, dat men slechts te doen had met een over
gangstijdperk, dat de meekrap wol weer zou her
leven in den handel, en dat de pryzon van suikor
en tarwe stygen zouden tot eene hoogte als vroeger.
Met die vorwachtingen en eenige spaarpenningen
in kas, blevon do landbouwers nog altyd liooge
pachten betalen. Om deze roden moest do jonge
boer, van wien ik sprak, veel beloven, wilde hy de
hoeve krijgen. Er was nog eene omstandigheid
bovendien, die hem dwong den eigenaar eene som
aan te bieden, waardoor hy eenige zekerheid had
mededingers te zullen verslaan.
Hij was reeds gehuwd en had drie kinderen. Do
hofstedo in eene naburige gemeente, tot dien tijd
door hem bewoond, was door sterfgeval in andere
handen overgegaan, en de nieuwe eigenaar had
roeds by voorbaat aan een ander zyne hoeve toege
zegd na afloop van het loopende contract met den
toenmaligen huurder.
Wilde hij dus niet op straat staan mot zyn
huisgezin, zyne have en zyn vee, dan moest hy
tegen dien tyd iets anders hebben. Niettegenstaande
de, zelfs voor dien tyd, te hoogo pachtsom, waar
voor hy de hoeve betrok, stond hy er echter be
trekkelijk goed voor. Hy had zelf elders landeryen
in eigendom, welke eene waarde vertegenwoordig
den van ten minste ƒ15,000. Om zich bij zijne
eerste installatie vee, bouwgereedschap enz. aan te
schaffen, had liy daarop eene hypotheek genomen
van ƒ7000.
Welgemoed werd de nieuwe zaak dan ook aan
vaard. Doch helaas, de terugkeor der goede jaren,
waarop gehoopt en gerekend was, bleef achterwege
voor hem en voor allen.
Eerst kwam het reeds niet gunstige jaar 1879,
en daarop volgde spoedig 1881, toen byna geen
enkel landbouwer zyne pacht uit de opbrengst van
den oogst heeft kunnen betalen. Wat wonder, dat
ook de pachter, wiens ïydensgeschiedenis hiermede
een aanvang neemt, voor oen deel in gebreke bleef?
Wel gelukte het hem voor het vervolg eenigen
afslag te verkrijgen, doch onder beding dat hy de
achterstallige huurpenningen jaarlijks by gedeelten
x zou aflossen. De man beloofde het van ganscher
'an arte en hy deed wat hij kon.
;§tzt Qoaraat wordt degelijks, met aitzoRdii-icg
ran JTcs- ts feestdagen, aitgegsrea.
Men heeft er de kleiboeren een verwjjt van ge
maakt dat zy te ryk en te groot hebben geleefd
in de vette jaren, en bij het keore.n van het getjj
niet spoedig genoog deze levenswijze hebben laten
varen, of dat zy aan eenvoudiger behoeften ontwend
waren, 't Moge voor oen deel waar zyn, doch onze
pachter heeft daaraan niet meegedaan. Goed ont
wikkeld, muntte hy in gezond verstand en alge-
moeno konnis uit boven velenhoewel vreemdeling
in do gemeente, waar hy zich was komen vesti
gen, was hy woldra geacht by allen, en zou hij
een werkzaam aandeel hebben kunnen nemen in
velerlei zaken, voor polder, kerk en gemeente van
belang. Hy trok zich echter terug uit alle gezel
schappen en bijeenkomsten, omdat hy wist'dat
uitgaan kem niet paste.
Hy deed wat hij kon, zeide ik maar 't was hem
moeilijk in 't eerst, en weldra onmogelijk aan zyne
beloften te voldoen. Alles, wat hij by zyne zeor een
voudige levenswyze kon overhouden van de op
brengst van het land, werd naar den eigenaar ge
bracht; maar 't was, alsof het ongeluk hem ver
volgde. Kwam er ziekte in zyn stal, 't was altijd
zyn beste paard of de meest melkgevende koe, die
werd weggerukt. Trok er eene hagelbui over het
veld, 't was altijd zijne tarwe, die werd platgeslagen
en het jaar, dat hy toevallig veel aardappelen of
veel vlas had verbouwd, was de marktprijs dezer
artikelen laag.
Do achterstallige schuld drukte loodzwaar op alles,
al gelukte het ook de verminderde pacht trou
wens in verhouding tot de kwaliteit van den grond
nog steeds te hoog telken jare by elkaar te
brengen. Door het dalen der waarde van don grond
waren zyne eigen landeryen ingekrompen tot de
waarde dor opgonomen hypotheektoch borgde
iemand hem nog in goed vertrouwen een paar malen
duizend guldon, opdat hij zyn pachtheer zou kunnen
betalen. Eeno erfenis van eenige honderden guldens
viel hem ten deel; zy werd onmiddellijk aan zyn
heer afgestaan. Voorschot op -Ion volgenden oogst
werd somwijlen genomen om de verschenen pacht
aan te zuiveren, on zoo sukkelde de man voort,
altyd onder zorgen gebukt, altyd met de toekomst
in het verschiet, dat hij by het verstrijken van den
termijn niet weer zou kunnen inhuren, omdat waar
schijnlijk niet alles zou zyn afbetaald.
Intusschen groeide zijn huisgezin aanhet aantal
kinderen vermeerderde byna elk jaar. Zyne bedaarde,
zuinige en energieke vrouw hiold echter hot hoofd
dapper omhoog. Waar eene andere voor een stoet
van kleine kinderen, voor do melkbeesten en de
boterkarn ik weet niet hoeveel hulp zou eischen,
deed zij, om geld te sparen, alles mot ééno meid
alleen af, en werkte zy zelve voor twee.
Nu juist een jaar geleden bracht zij haar elfde
kind ter wereld; twee waren op jeugdigen leeftijd
overleden. Alles liep, zooals gewoonlijk, voorspoedig
af, en na enkele weken slechts stond zij weer aan
het hoofd van alles, evenais voorheen.
Was zy ditmaal eerder aan hare bezigheden ge
gaan dan vroeger, was haar gestel niet meer zoo
kloek als voorheen, of oefendon de finantioele be
slommeringen, welke ook in die dagen niet uitbleven,
thans een byzonderen invloed op haar uit? 't Is
niet uit te maken; waarschijnlijk echter werkten
de gedurige inspanning reeds zooveel jaren lang
en de overprikkeling van hot zenuwleven, daardoor
veroorzaakt, gepaard aan totaal gemis van rust
voor lichaam en geest, samen en wierpen de
eens zoo krachtige vrouw op het ziekbed, kort
nadat zjj op de been was. Na enkele weken Ijjdens
stierf zy, haar man achterlatende met negen kin
deren, waarvan het oudste juist veertien jaren telde.
Het toppunt van ongeluk voor den armen pachter
was bereikt!
Dit schijnt zoo, waarde lezer. En toch, tot schande
PHIJ3 DEB AI) VERTENTTEÏf
Van 1G rogels 1.G5. Ititre regel meer 0.17V
Grouure letters nier plsiteriuznte. Vcur hei incsa-
eeereo buiten de etsd wordt 0.10 berekend.
der menschheid moet ik mijne geschiedenis verder
vertellen en aantoonen dat dit niet het geval was.
De bewoner van eene gewone bouwhoeve in do
kleistreken is altyd bezitter van een vry aanzienlijk
kapitaal. Het groot en klein vee, de werkpaarden
en het bouwgereedschap, wagens, karren, eggen,
ploegen, enz., enz., welke hij voor zyn bedrijf noo-
dig heeft, vertegenwoordigen een niet onbeduidend
bedrag; de waarde van zijn mestvoorraad en van
den nog te veld staanden of reeds in de schuur
geborgen oogst daarbij gerekend, zal zyn bezit in
de meeste gevallen niet ver blijven beneden de
som van 10,000. Onverschillig welke andere
schuldeischers er zyn, heeft de eigenaar van den
grond het recht, dit alles te allen tijde in beslag
te nemen ter voldoening van achterstallige huur
penningen. Wanneer hij er dus maar op let dat
het bedrag dezer laatste de vermoedelijke waarde
der genoemde bezittingen niet overschrijdt, loopt
do eigenaar nimmer eenig noemenswaardig risico.
De waarde dezer bezittingen op zichzelve is niet
moeilijk te schatten en blijft, het eene jaar door
hot andere genomen, ongeveer dezelfde, zoolang de
landbouwer goed boert en zyne zaken niet ver
waarloost. Geschiedt echter dit laatste, dan breekt
do kans aan van mogelijk verlies voor den eigenaar,
door waardevermindering van den veestapel, van
den te veld staanden oogst en van den grond zelf.
Dat vee moet dagelijks bewaakt, die oogst met
zorg nagezien en de grond zuiver gehouden worden.
Juist op tjjd moet er worden geploegd en geslecht,
gewied, geplukt en gerooid, of schade is onver
mijdelijk.
Het oog van den meester maakt het paard vet,
en de kleiboer behoeft niet zelf den skrepel of de
spade te hanteeren, maar moet van 's morgens
vroeg tot 's avonds het dikwijls vry talrijke werk
volk nagaan, dat hjj in dienst heeft.
Aan het ziekbed zijner vrouw vergat de onge
lukkige pachter deze taak naar behooren te ver
vullen, en toen de dood hem daarvan wegriep, was
hjj half versuft en onbekwaam do dagelijksche
werkzaamheden naar eisch te regelen. De gevolgen,
bleven niet uit; 't was in den moeilijksten tyd van
het wiedon van den oogst, en slechts enkele weken
van onvoldoende zorg hadden het onkruid hier en
daar doen opschieten en het duidelijk gemaakt
voor elk, dat aan het werk niet de hand werd
gehouden.
De bouwhoeven, misschien wel de meeste en
althans de beste in Zeeland en in dit gedeelte van
Noord-Brabant, behooren aan Belgische of Fransche
eigenaars, die door dezen of genen notaris of zaak
waarnemer in de buurt hunne zaken laten boheeren.
Dit beheeren heeft ten gevolge, dat er gewoonlijk
hoegenaamd geen band bestaat tusschen eigenaar
en pachter. Alles berust op finantioele berekenin
gen; de pachter, die de soliedste waarborgen kan
leveren, is altijd de beste, en het streven is, van
zulk een pachter den hoogsten prijs te bedingen.
Bij verzoeken of klachten verschuift de admi
nistrateur zich achter beweerden onwil van zijn
lastgever, en de eigenaar zelf is ontoegankelijk.
In ons geval woont de eigenaar in Frankrijk;
hy is schatrijk, bezit tal van eigendommen in deze
streken en uitgestrekte goederen in zyn vaderland
de administrateur is echter in de nabijheid.
't Kon niet uitblijven, of de toestand, waarin de
bouwhoeve begon te verkeeren, moest dezen ter
oore komen, en hy begreep, dat het tyd werd maat
regelen te nemen om zyn lastgever, en daardoor
zichzelven tevens, voor schade te behoeden. By
voorbaat reeds knoopte hij onderhandelingen aan
met een nieuwen pachter.
Doch ook de buren en vrienden van den trooste-
loozen weduwnaar zagen in, dat hy op deze wijze
een zeker verderf te gemoet ging. Zooals ik reeds