Dit Bumaier bestaat lit Twee Blades, feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, nitgegeven. Zij, die zich nu abonneeren op het Leidsch Dagblad, ontvangen de tot 1 Juli verschijnende nummers gratis."Vanhet kwartaal Juni, Juli en Aug. worden dan alleen de beide laatste maanden (ad 74 Cts. voor Abonné's binnen de stad en ad 94 Cents voor die buiten de stad woonachtig) in rekening gebracht. Leiden, 23 Juni. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Fnnoe per poet1.40. Aftonderlgke Kommer»0.05. PRIJS DER ADVERTENTTEN: Tan 16 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het inoae- eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. OlHoieele Konnl«4fovlngon. Kostelooze Inenting. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden bren gen ter algemeene kennis dat de ko-telooze inenting en berinentingen voortaan niet meer zullen plaats hebben in het lokaal der Stadswaag, maar in het Elisabethshof aan -de Oude Vest en wel rechtstreeks van het kalf. De eerste zitting zal daarvoor worden gehouden op DinS* dag den 28sten Juni a. s., tusschen twee en drie uren des namiddags, terwijl do volgende zittingen zullen plaats hebben op eiken Dinsdag der maand Juli, alzoo op den 5den, 12den, 19den en 20sten dier maand, mede tusschen twee en drie uren des namiddags. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 22 Juni 1887. E. KIST, Secretaris. De Burgemeester dor gemeente Leiden brengt ter alge meene kennis dat aan den ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld één kohier wegens het Patent recht, dienst 1887/88, executoir verklaard den 21sten Juni jl., en herinnert voorts den belanghebbenden aan hunne ver plichting om hunnen aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 22 Juni 1887. DE KANTER. De heer F. A. Stoett, doctorandus in de Neder- landsche taal en letterkunde te Leiden, is voor den t(jd van één jaar, in te gaan op 1 September a. s., benoomd tot leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands aan het gymnasium te Amsterdam. Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor respondentie naar Noord-Amerika, door middel van het stoomschip „Rotterdam", van Rotterdam ver trekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Zaterdag-morgen om 7.38 bezorgd zjjn. Bü de gehouden aanbesteding voor het bouwen van 3 burgerwoonhuizen aan den Zoeterwoudschen Singel waren ingekomen 13 biljetten van de vol gende hoeren, als: Van Renswou te Zoetorwoude 16,500, W. Splinter ƒ15,400, A. Verhoog Jz. ƒ15,075, J. J. Le Hair ƒ14,775, P. Hasselbach ƒ14,770, P. C. De Vrind ƒ14,687, C. C. Verhaaff ƒ14,461, P. Gestman ƒ14,400, C. J. De Nie 14,190, P. v. d. Horst te Zoeterwoude 14,005, M. Kapteyn den Bouwmeester ƒ13,887 en J. N. Van Tilburg te Zoeterwoude ƒ13,850. Zij, van wie de woonplaats niet werd opgegeven, zijn allen te Leiden woonachtig. In aansluiting aan een vorig bericht kunnen we thans molden dat de heer Vlaanderen, van het Groot-Badhotel te Katwijk aan Zee, van de directie der Hollandsehe IJzeren Spoorweg-maatschappij de toezegging heeft verkregen dat voor de voorgenomen concert-avonden retourkaarten worden afgegeven. Thans komt het er maar op aan, voldoende mede werking van de inteekenaren te krijgen. De concerten zullen door de kapel van den heer J. G. H. Mann gegeven worden. De juiste dagen zijn nog niet bepaald, maar denkelijk zullen de uitvoeringen plaats hebben op Vrijdag en enkelen op Woensdag. De gemeenteraad van Delft heeft op voorstel van B. en Ws. besloten zijn dank te betuigen aan dr. C. Snouck Hurgronje voor de waarneming dei- colleges in de godsdienstige wetten, volksinstellingen en gebruiken van Ned.-Indië, aan de Indische instelling aldaar, waardoor hij aan de gemeente gewichtige diensten heeft bewezen. Ook heeft de Raad het voorstel van B. en Ws. 7 tot gedeeltelijke restauratie van den Stads Doelen (vergrooting dor concertzaal) met 10 tegen 9 stem men verworpen. Tweede Kamer. Inlichtingen op het adres van A. M. C. F. graaf De Hompesch te Stevens- weert en anderen, betreffende het gebeurde met de minderjarige Anna Gertrude Allié. De commissie gaat uitvoerig na de zes punten door den minister van justitie aangevoerd ten blyke dat adressanten in menig opzicht verkeerd waren ingelicht omtrent de feitelijke toedracht der zaak. Wat de beide eerste punten betreft, is werkelijk aan den kantonrechter te Gulpen, volgens diens verslag aan den officier van justitie, bij zijne komst aan het klooster St.-Pieter, waarin zich de min derjarige Anna Gertrude Allié in de maand Dec. 1885 bevond, door de overste van dat klooster niet te kennen gegeven dat het kind aan Meesen, die inmiddels zou ontboden zijn, was teruggegeven. Voor de bewering dat de kantonrechter vooraf aan het klooster kennis zou hebben doen geven van zijne komst, bestaat evenmin eenige grond. Wat het derde en vierde punt betreft, is ook de commissie wel met den minister van oordeel dat de overste van het klooster St.-Pieter niet schuldig verklaard had kunnen worden aan overtreding van art. 345 of eenig ander artikel van het destijds gel dende Wetboek van Strafrecht. Afgescheiden echter van de vraag of er een strafbaar feit is gepleegd, blijft de houding der overste naar de meening van de commissie bedenkelijk. De commissie wil gaarne aannemen dat de overste te goeder trouw heeft gemeend aldus te moeten handelen, maar zjj acht het toch bedenkelijk dat kinderen in kloosters of andere gestichten en par ticuliere woningen kunnen worden opgenomen zon der voldoend onderzoek naar de identiteit van het kind en de bevoegdheid van hem, die het ter opne ming aanbiedt. De tweede opname van het kind in het gesticht was h. i. in elk geval onverdedigbaar en zou onge twijfeld strafbaar zjjn krachtens de genoemde arti kelen van het tegenwoordige Wetb. van Strafrecht. Dat de pogingen om de ontvoerde tot hare be trekkingen te doen wederkeeren zoo weinig hebben gebaat, wil de commissie met den minister gaarne toeschrijven aan de omstandigheid dat het onder zoek der justitie zoozeer werd bemoeilijkt door zoogenaamde vertrouwelijke mededeelingen, welke zjj ontving en welke bij onderzoek bleken onjuist te zijn en waarschijnlijk alleen ten doel hadden de justitie op een dwaalspoor te brengen. Wat de pogingen der justitie betreft om de min derjarige aan de moeder terug te brengen, kan de commissie niet nalaten het goed vertrouwen door den kantonrechter te Gulpen in Meesen gesteld en het gebrek aan voorzorg tegen mogelijke kwade praktijken van dien persoon, te betreuren. Eén lid van de commissie is van meening, dat de handelwijze van den kantonrechter geen aan leiding kan geven tot eenigerlei opmerking, daar toch wel later is gebleken dat Meesen geen ver trouwen verdiende, maar dat, toen de kantonrech ter hem het terugbrengen van het kind opdroeg, er nog geen reden bestond om hem te wantrouwen. Wat overigens betreft de handeling van den officier van justitie te Maastricht, is de meerder heid der commissie van moening, dat die ambte naar, blijkens zijn verslag aan den procureur-gene raal, inderdaad al het mogelijke hoeft gedaan om de ontvoerde minderjarige tot hare betrekkingen te doen wederkeeren; dat er van geen strafbaar feit was gebleken en er alzoo geen aanleiding be stond om voorloopige information in te winnen; dat, toen later daarvoor aanleiding schoen te be staan, de uitkomst de juistheid dezer opvatting heeft bevestigd. De minderheid der commissie wenscht zich van elke oordeelvelling over de bemoeiingen der justitie te onthouden; zjj erkent dat het mislukken harer pogingen te wijten is aan de schier algemeene tegenwerking welke deze ondervonden. De commissie stelt voor den minister van justitie dank te zeggen voor de verstrekte inlichtingen en die inlichtingen voor kennisgeving aan te nemen. Behalve voorstellen tot meerdere beveiliging tegen brandgevaar in den schouwburg te 's-Hage, wordt ook eene reorganisatie van de brandweer voorbereid op kleiner schaal dan die onlangs door den gemeenteraad is afgestemd. Daarbjj zou het verspreide stelsel meer op den voorgrond staan, doch het denkbeeld tot invoering der brandweertelegraaf zjjn vastgehouden. De kosten zullen natuurlijk lager zijn, maar of het verschil met de vorige raming zeer aanzienlijk is, zal later blijken. Het Gemeente-Museum op het Raadhuis te Haarlem viert 30 Juni zijn 25-jarig bestaan. De gemeenteraad aldaar heeft ƒ500 als feestgave op dien dag ter beschikking van de commissie gesteld, ten einde die som ten nutte van het Museum aan te wenden. Op dien dag zal in de lokalen van het Museum eene tentoonstelling gehouden worden van etsen en photographieën naar schilderijen van Frans Hals. Bedoeld Museum werd het jaar na de nijver heidstentoonstelling aldaar op initiatief van mr. A. J. Enschedé, die thans voorzitter der commissie is, en door de krachtige medewerking van den toen- maligen burgemeester, mr. C. Fock, gesticht in de lokalen, die destijds ten behoeve van die tentoon stelling in het Raadhuis waren gebouwd. De Amsterdamsclie studentenfeesten zjjn gis teren voortgezet met eene matinée in „Artis," door de schutterij-muziek te Utrecht, onder leiding van den heer C. Coenen. De tuinen van het genootschap waren welwillend door het Genootschap voor de studenten en hunne gasten opengesteld, en talrijk was de opkomst. Als den vorigen dag voor het Volkspaleis maakten gisteren voor „Artis" de rij tuigen der Senaten met de gegalonneerde lakeien en keurige jockeys eene echte feestvertooning. Voorts bood de Senaat aan de vertegenwoor digers der bevriende studentencorpsen een diner aan in Restaurant Riclie. Het groote waterfeest, gisteravond op het IJ vóór de stad gegeven, is voortreffelijk geslaagd. Een vijfentwintigtal verlichte stoombooten, waarop de gasten der feestvierende jongelingschap waren ver- eenigd, namen aan het spelevaren deel, en toen zij alle in de vaart waren, was de aanblik in één woord verrukkelijk. Alle booten waren met trossen van Chineesche lantarens verlicht. Langzaam en statig trokken zjj voort, terwijl vaartuigen en vaartuigjes van allerlei soort en op even verschil lende wijze verlicht, 't zij door vetglaasjes, 't zij door lampions, 't zij door lantarens, in bevallige bochten zich om hen heen slingerden en op het zacht kabbelende water spelemeiden. Die duizenden en nog eens duizenden lichtjes werden door het water opgevangen en in breede stralen teruggege ven en als daarbij dan hier, dan daar Bengaalsch vuur werd ontstoken, zoo diep, zoo helder, geleken de vlammen „kolken louter lichts", zooals Tollens zou zeggen. Het was een eenig schoon schouwspel dat te dieper indruk maakte door het groote getal booten en scheepjes, welke aan het feest deelna men. Onnoodig is het te zeggen dat er aan, boord der schepen een vroolijko toon heerschte. Het was een recht genoeglijk feest, dat on danks het gure noorder briesje, warm genoeg AYerd gevierd. Over het vuurwerk aan de overzydq van het IJ, bij hot Tolhuis, was slechts één ïoep. Het was zeldzaam schoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1