Een'jonge man, juist 2 3 jaar oud, heeft zich te 's-Hage ten huize van zyn patroon, by wien hy reeds 7 jaren werkzaam was, opge hangen. Naar men zegt, had de ongelukkige onge noegen met zijn meisje gehad. Gisteravond omstreeks kwart voor negenen ontstond te Rotterdam een uitslaande brand ten huize van den heer L., drogist, hoek Weste Wagenstraat en Fransche Water. De brand Rad een dreigend aanzien, werd spoedig bedwongen en was ontstaan in de kouken, vormoedolyk door het smelten van was. De rechtbank te Haarlem heeft gis. teren Van Geest te Haarlemmermeer, die by afwezig heid van zijn huurder was gedrongen in de door dezen van hem gehuurde woning en die leeggedragen had, veroordeeld tot de geëischte geldboete van f 5, subsidiair 2 dagen hechtenis. De kermis, onlangs in het Volkspa leis te Amsterdam ten behoeve der kinder-vacantie- kolonies gehouden, heeft opgebracht netto 37,000. Prov. schietwedstrijd te Amster dam. De prijs, eene zilveren medaille, voor don universiteits-wedstrijd, werd behaald doordeLeidsche Stud.-Schietvereeniging „Pro Patria", met 503 pun ten in 10 schoten; de Amstordamsche Studenten- Schietvoreeniging behaalde 498 punten. Den lsten prys, personeele baan, verwierf Th. A. Van Pelt, lid dor Amsterdamsclie Stud.-Schietvereeniging, met 58 punten. Te Amerongen kwam de stoomtram in aanraking met het rytuig, waarin zich dr. Giltay bevond. Deze brak daarbij den arm, terwijl het voertuig zwaar beschadigd werd. Vier weezen uit de weesinrichting te Neerbosch zullen naar Noord-Amerika vertrekken. In het bacteriologisch hospitaal te Odessa zyn thans in behandeling 5 Russische boeren, die door een dollen wolf waren gebeten. Eon daarvan, een oude man, had den wolf, toen hy werd aangevallen, de linkerhand in den muil geduwd on de tong gegrepen, terwijl hij met do rechter poogde het beest te worgen. Er volgde eene hevige worsteling; na 10 minuten begonnen den man de krachten te begeven en hy riep om hulp eenige boeren schoten toe en de wolf werd afge maakt. De slagtanden van den wolf waren door de linkerhand gedrongen en moesten mot eene vjjl worden doorgezaagd. In de laatste 12 maanden zijn te Odessa 512 monschen volgens Pasteurs methode behandeld. De brand <c Parijs. Toen de begrooting van Fraaie Kunsten in do Fransche Kamer behandeld word, kwam ook do toestand van de „Opéra Comique" ter sprake en werd door een der afgevaardigden, Steonackor, de wonsch uitgesproken om maatregelen to nemen tot voorkoming van brandgevaar en afzondering van het gebouw, in de betrekkelijk nauwe rue Favart. Haar do minister Dauphin stuurde den man met oen kluitje is hot riet door te wijzen op de kosten. Nu het kalf verdronken is, zal men aan het dempon van den put gaan denkon. Do brand in de „Opéra Comique" ontstond bij eene opvoering van „Mignon'' (die na „Le Chalet" werd gegeven). Het was even negen uren, toon het gordyn voor de 1ste acte opging. Men was nog in hot eerste bedrijf. Mile. Mor- guillier en de heeren Mouliérat en Taskin waren met een groot gedeolte van het corps figuranten op het tooneel en mllo. Simonnet kwam juist op, toon een deel van het boven-decoratief van „Lakmé", in de zoldoring opgeborgen, op de bovenste gas vlammen viel en natuurlijk dadelijk vuur vatte. De schrik was onmiddellijk algemeen; do artisten, die zich op het tooneel bevondon, gaven echter van grooto koelbloedigheid blijkde zanger Tasquin sprak het publiek toe om het gerust te stellen, en werkelijk had zijne koelbloedigheid eonigen invloed op de verschrikte menigte. De eerste seconden van het vertrek waren betrekkelijk kalm, maar toen viol het brandende decoratief op het tooneel en dit was genoeg om de menigte alle tegenwoordig heid van geest te doen verliezen. „Sauve qui peut!" Hoevelen zijn niet gerod? Het is onmogelijk dit thans nog juist te zeggen. Aan de politiepost n der wijk had men spoedig te zamen 18 lyken binnengebracht; maar in hot brandende gebouw lagon nog tal van lyken van personen, die, hetzij door den rook bedwelmd, hetzy onder den voet geraakt en er toen voorgoed gebleven zyn. De twaalf lyken aan een der politiebureelen binnengebracht, hadden geen enkele brandwond; de ongelukkigen waren of bedwelmd, öf onder den voet geraakt, maar niet verbrand. IJselijk is de toestand der artisten geweest. Zy konden nergens uit en zochten zich langs het dak te redden. Terwijl uit de vensters het vroeselijke vuurlicht kwam, terwijl de ruiten braken, het hout kraakte en van alle kanten rookkolommen opstegen, zag men op hot hoogste punt van het dak de schaduwen van een aantal wanhopigen, aan wie de verbijsterd toeschouwende menigte geen hulp wist te bieden. Vjjf minuten lang wist niemand voor de ongelukkigen een anderen uitweg dan dien van zich naar omlaag te werpen. Gelukkig kwam toen de brandweer met hare ladders en heeft aldus de ruenschen kunnen redden. Eene vrouw werd gered door een brandweorman, juist op het oogenblik dat z(j het bewustzijn verloor en naar beneden zou zyn gestort. De muzikanten met een doel van het personeel, dat zich vóór het voetlicht bevond, poog den door eene onderaardsche gang weg te komen, doch vonden den uitgang gesloteneen geneesheer hoeft deze deur toen met een ijzer weten open te stooton. Een brandweerman verzekerde in eene der artistenloges vier danseuses te hebben gezien, ver brand en afschuwelijk verminkt. Van de gestikte danseuses waren er twee in baltoilet. Eene danseuse werd zwaar gewond, toen zij uit haar loge hare sieraden wilde wegnomen; eene ouvreuse sprong uit de 4de verdieping en viel dood. De ontzetting onder hen, die, buiten gekomen, een bloedverwant of vriend zochten, was ver schrikkelijk. Aldus meldt de correspondent van het „Hbl." Aan de Parysche bladen zijn nog de volgende bijzonderheden ontleend Nadat de eerste verschijnselen van brand waren waargenomen en een deel van het publiek de zaal had kunnen ontruimen, duurde het niet lang, of de vlammen verbreidden zich over het geheele too neel en maakte eene paniek zich van de aanwezi gen meestor. En geen wonder, want door de geheele zaal verspreidde zich een rosse gloed. Midde lerwijl was het scherm neergelaten om den lucht stroom af te snijdon. Allen trachtten te vluchten, doch, daar de gewone uitgangen verre van voldoende waren, hoorde men uit alle venstors geroep om hulp en wanhopige kreten. Het waren vooral de bezoekers op de bovenste galerijen, de figuranten, enz., die deze kreten slaakten. In een oogwenk hadden geheele monschenmassa's zich op het terrein des onheils verzameld, en al wat ambtshalve of wegens dienst zich er heen had te begeven, wachtte op de Place Favart op bevolen. Do prefect van politie, de heer Caubet, kwam het eerst tor plaatse aan. Weldra verschijnt ook de directeur, de heer Car - valho, en tracht met tranen in de oogen zyn personeel te redden. Half krankzinnig begeeft hy zich in de zaal en poogt verder te gaan, maar de vlammen beletton het hem; zij zyn reeds gestegen tot de bovenste galerijen, waar byna 200 personen zich in radeloozen angst worstelend verdringen. Een dikke damp maakt de door hot uitdraaien der gaskranen ontstane duisternis, welke slechts door het vuur verlicht wordt, nog angstwekkender, en zelfs de brandweer is tegen zulk een chaos van rook, gloed en dampen nauwelijks bestand. Zoo was de toestand, toen te 9 uren 20 min. de brandladders werden aangebracht, nadat reeds alle winkels en magazijnen in de buurt gesloten waren. De vlammen zyn nu gostegen tot twintig meters boven het dak. Boven op een nabijgelegen perceel op den boulevard ziet men de half naakte gestalte van een man zich tegen den rossen dampgloed afteekent. Do menigte beneden gilt om hulp voor don arme, die nog juist bijtyds door een brand weerman door middel van een touw wordt gered. Wonderen van dapperheid en doodsverachting ver richten ze, die bestrijders van het vernielend ele ment, maar het is een kampen tegen de overmacht, want de „Opéra Comique" stond sedert veertig minuten in lichterlaaie en nog altijd is geene enkele spuit aanwezig. Maar 't zijn niet alleen de weerbaren tegen het vuur, die zich moedig toonen en vaardig ter hulpe. Een loopjongen van een magazyn komt op den brand aansnellen; hy ziet het gevaar, dringt het gebouw binnen, enna weinige minuten keert hij terug, de moedige knaap, wiens naam Cottaux hier wel vermelding verdient, met een door hem geredden machinist op de schouders. Beneden ge komen zijgt hy neer met zyn nog levenden last en wordt half bezwijmd door eene bewonderende en hulpbiedende menigte omringd. Eindelijk komen te kwartier voor elven do brand spuiten opdagen, de politie dringt met moeite de menschenmassa terug tot bij het oude opera-ge bouw, maar weldra wordt ruimte gemaakt door een sterkeren drang, die der felle hitte, welke de huizen verschroeit, de muren tot op twintig meter afstand verzengt en de menschen tot op nog verderen afstand doet wyken. Nog stoeds neemt de brand in hevig heid toe en te midden van een vonkenregen, die op den verstikkendon rook noerdaalt, stort de koepel van het brandende gebouw te elf uren met don derend gekraak naar beneden. Thans resten er van de „Opéra Comique" nog slechts rookende puinende door den heer Steen- acker De Ritter in de Kamer uitgesproken profetie is vervuld; het ballot „Mignon", dat in het derde bedryf moest eindigen met een tooneelbrand, is be sloten met een brand op het tooneel, die het ge heele gebouw deed verkeeren in asch en puin. Het mag als een geluk beschouwd worden, dat do kas door den secretaris, den heer Noël, en verscheidene artisten door hun moedig gedrag behouden zyn. Met weedom in 't hart verneemt men, dat het getal dooden wordt geschat op niet minder dan honderd. Tot gistermiddag 4 uren waren veertig verkoolde lyken onder de puinhoopen gevonden. Een groot aantal personen is ten gevolge van de ramp gekwetst. De „Opéra Comique" word gebouwd in 1837, kon 1500 toeschouwers bevatten en behoorde tot de- voornaamste, door den Staat ondersteunde schouw burgen. [Zie verder de telegrammen.] Ï5 U a TT tl M 3b, jx. r»ï IX 1> uitsclil a.Tict. De „Reichsanzeigor" meldt dat by de behandeling van den Kroonprins, in overleg met de gewone geneesheeren, ook geraadpleegd is prof. Morell Mackenzie, een specialiteit in ongesteldheden als die waaraan de Kroonprins lijdt. Na herhaald on derzoek verklaarde hy dat do toestand van den Kroonprins niet zoo zorgwekkend was,, om niet te hopen door eene doelmatige behandeling, de kwaal in een niet te lang tijdsverloop te kunnen bedwingen. Prins Von Bismarck heeft plotseling weder een aanval te verduren van zyne oude kwaal: rheumatische pijnen in de spieren. De ongesteld heid is zeer pijnlyk, maar zonder govaar. Officieus wordt bekend gemaakt dat er eene conventie gesloten is, volgens welke voortaan het gizamenlijkepostverkeer tusschen noordelijk Duitsch- land en Engeland over Vlissingen zal gaan. De postpakketten tusschen het overige Duitschland en Engeland blyven over Ostendo loopen. Op bevel van het parket is de verkoop van wapenen te Seraing verboden. In het bekken van Seraing is eene kleine ver mindering in den omvang der werkstaking te be speuren en men hoopt heden op eene groote ver betering in den toestand. Het aantal werklieden, die het werk hervatten, neemt toe. Hedenochtend zag het er zeer rustig uit. Te La Louvière hebben nog twee dynamietaan- slagen op woningen van myn-eigenaars plaats gehad, maar zonder ernstige gevolgen. Te Brussel zijn gisteren verscheidene anarchisten in hechtenis genomen. Zy worden verdacht van het smeden van een komplot, waaraan binnenkort uitvoering zou gegeven worden. Een groot aantal papieren is in beslag genomen. Andere inhech tenisnemingen worden verwacht. De bekende Alfred Defuisseaux wien men te Parys met eene uitzetting uit Frankryk gedreigd moet hebben, als hy zich weder in de grensdepar- tementen waagde, - heeft, volgens de „Progrcsdu Nord", een manifest doen verspreiden, waarin hjj in zeer gezwollen taal zyne „broeders" oproept om op Pinkster-Maandag, als niet vóór dien tijd de Kamers ontbonden zijn, de Constitutie afgeschaft en eene Constitueerende Vergadering bijeengeroepen is, naar Brussel te trekken, ten einde „brood en vrijheid te veroveren, te overwinnen of te sterven.'' De politie heeft hem verboden artikelen te schrijven in de „Combat." Defuisseaux verklaarde -dat over 14 dagen de Republiek in België zou zijn uitgeroepen. Van 1871 tot 1887 werd in België niet minder dan 93,740,000 fr. besteed voor het onder houd, het maken en den aankoop van artillerie- materieel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 2