DE NACHT VAN BE INBRAAK, feuilleton. N». 8347. Vrijdag; e Mei. A°. 1887. ASTER. feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. L EI D S C H DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.06. 3) (naar het Engelsch) door Op een paar uren afstands van Clifton lag eene mooie villa, dicht by de stad Rottingdean. Ze werd bewoond door Mr. en Miss Denbigh, broeder en zuster, oude en intieme vrienden van de Puitons. ■In zijno verslagenheid ging Mr. Fulton naar hen toe en kwamen zy overeen, dat Cateau een langen tijd by hen zou komen doorbrengen. Ik mag niet vergeten te zeggen, dat in naam aan 't hoofd van hot gezin, hunne moeder, Mrs. Denbigh stond. Zy was oud en zeer ziekelijk, en kwam nooit uit haar kamer. De Denbighs waren verrukt van de gedachte een bezoek van Cateau te krygen. Maar ik denk niet, dat zy zelf er zoo mede ingenomen was. Toen haar vader haar vertelde, dat Miss Denbigh haar eenige weken by zich verzocht te komen, weigerde zy dit niet, maar voegde er vroolijk bij „ik zal die uitnoodiging aannemen, papa, als ze Madelaine Stuart ook vragen, anders niet." „Dat is gemakkelijk klaar te spelen," hernam haar vader, blyde dat dit plannetje zoo gauw werd goedgekeurd. „Ik bon zeker, dat gy er u best zult kunnen schikken en het er aangenaam vinden." „Dat doet myn vogeltje ook in zyn kooi, papa," zeide Cateau, „vooral op mooie dagen, als het de zon door de boomen ziet schjjnen en niet kan wegvliegen." Mr. Fulton deed heel verstandig en zeide niets meer. Hy begon mot Cateau te zeggen, dat, als ze soms meer kleeren noodig had, zij die dan moost laten maken, waarop het eigenzinnige meisje niets antwoordde. Myn vader was geheel verdiept in een nieuwe uitgave van Terentius, gaf volmondig zyne toestem ming, en op een mooien lentemorgen gingen Cateau en ik, onder geleide van Mr. Fulton, naar Ken- dal Villa. Hoofdstuk II. „Ik geloof, Madelaine", zeide Cateau op den mor gen na onze aankomst bij de familie Derbigh, „dat ik hier zoowat in eene fatsoenlijke gevangenis ben. Myn vader zag er zoo schuldig uit, toen hy my voorstelde hierheen te gaan, dat ik stellig geloof, dat hij mij weggezonden heeft om Raymond niet zoo dikwijls te ontmoeten." „Ik geloof dat gy het bij het rechte eind hebt", liet ik er op volgen. „Nu", vervolgde Cateau, die juist niet bijzonder geduldig was, „ik weet niet hoe lang ik het zal uithouden. Ik vind het onrechtvaardig. Omdat die trotsche lady Carloton het nu in haar hoofd heeft gezet, my geene goede party voor haar zoon te vinden, word ik uit myn prettig tehuis verbannen. Doch één ding is zeker, noch tegenkanting, noch verbanning, noch gevangenschap, noch wat ook do hoofden der beide families voor my mogen uit denken, niets zal de minste verandering brengen tusschen Raymond en mjj Midden in hare redoneering liep Cateau weg en twee minuten later hoorde ik haar zingen: „Trouw als de sterren ben ik aan u, myn vriend." Ik twyfeldo geen oogenblik of Cateau zou haar minnaar getrouw blyven, wat er ook gebeuren mocht, zelfs al zag ze hem nooit weer. Zy was eene dier vrouwen die zich geheel geven, die PRIJS DER ADVERTENTIEN: ▼an 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet Ineaa- seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. maar eens liefhebben en wier liefde haar geheele leven duurt. Smart, afwezigheid, beproevingen, niets zou haar vertrouwen, haar geloof aan het wankelen brengen. Zy was, zooals het lied zegt: „trouw als de sterren." De eerste week van ons verblijf op Kendal Villa ging vrjj kalm voorbjj. De Denbighs waren buitengewoon vriendelijk voor ons. Haar eigen familie kon niet meer houden van Cateau dan zy. Cateau zelf gedroeg zich aller liefst. Twee- of driemaal sprak zij eenigszins bitter tegen my over het gebabbel te Clifton. „Madelaine", vroeg zy eens, „weet gü waarom de mensschen my „lichtzinnig" noemen?" „Dat kan ik niet juist zoggen", was mijn voor zichtig antwoord. „Zeker omdat ik in ieders bijzijn vrij mijne meening durf zeggen en de afwezigen verdedig? Is 't niet?" vroeg zy. „Neen, dat denk ik niet, Cateau", hernam ik. „Is hot", vervolgde zy meer opgewonden, „omdat ik in plaats van kalm en saai te zyn, myn leven en alles wat er in voorvalt geniet?" Cateau werd warm by de gedachte aan het onrecht dat men haar aandeed. „Kom, geef me een antwoord Made laine!" zeide zy. „Gy weet dat ik zoo lang niet wachton kan." „Ik weet wezenlijk niet wat ik zeggen zal Cateau. Ik houd van je en zie geene gebreken in je." „Gy weet toch evengoed dat alle oude juffrouwen te Clifton zich veroorloven mjj lichtzinnig te noemen", zeide Cateau. „Ik weet dat zy dat doen", hernam ik, „maar ik denk dat de reden hiervan is dat gy zoo geheel anders zyt dan zy, toen zy jong waren." „Waarin ben ik anders?" vroeg Cateau. „Omdat ik Saladin berijden kan, zonder gevaar te loopen van myn hals te breken?" (Wordt vervolgd.) KOLONIËN. BATAVIA, 2-6 April. Aan het verslag van den resident van Sumatra's Oostkust over Februari is het volgende ontleend: In de afdeoling Bengkalis werden, waarschijnlijk door lieden van Indragiri, eenige roofpartijen met moord gepleegd. In het begin dor maand werd eene visschers- prauw in de Straat Padang door de booswichten overvallen, bjj welke gelegenheid een der opvaren den gedood en twoe min of meer zwaar gewond werden. De overige opvarenden, die zich flink verweerden, wisten te ontkomen. Een tweetal weken later werd eene Cliineesche vestiging op het eiland Padang, op ongeveer 3/4 uur afstand van een houtaankap, door een Euro peaan beheerd, gedurende den nacht overvallen. Al de bewoners: 6 mannen, 2 vrouwen en 5 kin deren, werden op gruwelijke wyze vormoord en al het geld en de geldswaardige voorwerpen geroofd. Den controleur van Bengkalis, die zich onmiddellijk naar de plaats van het misdrijf begaf, mocht het niet gelukken een der roovers in handen te krygen. Uit hot gehouden onderzoek moet echter gebleken zijn wie de daders zijn geweest. Volgens de jongste berichten uit Palembang duurt de aschregen uit den vulkaan Kaba voort. Om den grooten krater schijnen drie nieuwe te zyn ontslaan, waaruit rook en vuur opstijgen. In den 1 nacht van 28 op 29 Maart werden zware slagen j gehoord, waardoor huizen en grond trilden. Te i Tebing Tinggi werden zware, langdurige horizontale aardschokken gevoeld. Aan een van Atjeh ontvangen brief ontleent het „Bat. Hbl." de mededeeling, dat prof. Pekel haring de besmetting van dat gewest door de berri- berri al heel zwaar inziet, en weinig heil verwacht van de maatregelen tot tegengang dier ziekte. De bodem, do kazernes, enz. schijnen zóó besmet te zyn, dat, zoolang er troepen derwaarts worden ge zonden, deze al heel voel kans zullen hebben te worden aangetast. Verder leest men in den brief o. a. het vol gende „Zooals van algemeens bekendheid is, werd in den laatsten tyd de post Kota Pohama nogal vry hevig beschoton en dat wel uit een stuk geschut, want de projectielen, die in de benting terecht kwamen, waren te groot voor lila-kogels. „De plaats, waarvan uit dit vijandelijk stuk ge schut wordt gevuurd, is gelegen aan de overzijde der lagune en met het gewapend oog waarneem baar. Tevens werden de transporten tusschen Kota Pohama en Pakan Kroeng Tjoet onophoudelijk verontrust, Om nu de gemeenschap tusschen beide posten veiliger te maken, wordt er in den Kraton een blokhuis in elkaar gezet, dat nabij Kota Pohama zal geplaatst worden. Meer dan waarschijnlijk is het, dat de vjjand die oprichting niet zoo geleide lijk zal laten uitvoeren als die te Pagani. Ook ver neem ik, dat Kota Pohama dan zal bewapend wor den met een 12 cent. achterland. „Als nieuws, dat te Batavia fiog niet algemeen bekend is, kan ik melden, dat gepasseerde week de Atjehors van de spoorbaan naby Longbattah een vijftiental laschplaten en schroefbouten hebben opgebroken en medegenomengelukkig werd zulks 's morgens door den koelie, die de lyn inspecteerde, vóórdat de eerste trein vertrekt, opgemerkt en ge rapporteerd, waardoor ongelukken voorkomen wer den; tevens waren van den telefoondraad eenigo honderden meters gestolen. Dat wy er ditmaal goed zyn afgekomen is waar, maar steeds zal de grootste omzichtigheid betracht moeten worden; het bewijs is nu geleverd, dat de lui, die de spoorbaan getracht hebben op te breken, in het bezit zijn van schroef- sleutels, want anders is het onmogelijk die dingen los te krygen; trouwens, tijd er voor hebben zjj meer dan genoeg." Door don gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de Volgende beschikkingen genomen Civiel Departement. Ontslagen: Eervol uit 'slands dienst, w. volbrachten diensttijd, de zoutverkooppakhuis- meesters te Cheribon en te Panaroekan P. J. Tant en H. C. S. Van der Loeff. Verleend: Een jaar verlof n. Europa, buiten bezwaar van den lande, met ingang van 11 Juni 1887, aan den voorz. van den landraad te Neira (Banda), mr. G. J. A, Van Berckel. Benoemd: Tot resident der Preanger Kegentschappen, J. Heijting. Bij den waterstaat en 's lands burg. op. werken: tot hoofdingenieur 2de kl., F. J. Th. N. Beukman Van dor Wjjck; tot ing. lsto kl., L. M. Blinkers; tot ing. 2de kl., H. Ypes; tot opz. 2de kl., H. J. E. G. F. Hofmeijer; tot opz. 3de kl., J. A. Schiotling. Tot directeur van ond., eered. en nijv., W. P. Groenoveldt. Met ingang van 11 Juni 1887 tot voorzittor: van den landraad te Neira, mr. M. C. Snellen Van Vollenhoven; van de landraden te Balangnipa, Kadjang, Bikeroe, Boeloe- komba en Saleijer, mr. J. Dumon. Met ingang van 30 April 1887tot voorzitter van den landraad te Bangkallan (Madura), mr. P. Dijekmeestsr; tot subst.-offie. van justitie bij den raad van justitie te Makas- ser, mr. L. J. P. J. Jeekel. Tot 2den geneesheer bij het krankzinnigengesticht te Buitenzorg, dr. S. Lijkles. B e 1 a 81Met de waarneming der betrekking van onder wijzer 2de kl. bij het openbaar lager onderwijs voor Euro peanen en met dezen gelijkgeateldon, A. H. Nijland. Departement van Oorlog. Verleend: Een 2-jarig verlof n. Europa, w. ziekte, aan den laten luit. der inf., H. Van Wicheren. Ontslagen: Op verzoek, eervol uit Zr. Ms. mil. dienst, w. volbrachten diensttijd, met behoud van recht op pensioen, de 1ste luit.-kwartmr. bij de mil. adm. J. Van der Plank; eervol uit Zr. Ms. mil. dienst, w. overgang in 's lands burg, dienst, de ofl'. van gez. 2de kl. bij den mil. geneesk. dienst, dr. S. Lijkles.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5