LANDHUUR. V f"~- V t 7" v., Do „Agence Havas" maakt eehe nota openbaar -ran den volgenden inhoud: Een rapport van den procureur-generaal te Nancy, over de inhechtenis neming van den heer Schnaebele, den commissaris der Fransche grenspolitie te Pagny, is door den minister van justitie ontvangen. Gisterochtend werd door den minister president eone conferentie gehou den met de ministers van buitenlandscha zaken en justitie. Een onderzoek, ingesteld door den procureur- generaal te Metz, in vereeniging met Duitsche ge tuigen, komt tot de slotsom dat de aanhouding van den heer Schnaebele heeft plaats gehad op Duitsch grondgebied. Evenwel blijkt uit'een onder zoek, door de Fransche overheden gedaan, en uit de verklaringen van andere getuigen dat de aan houding werkelijk op Fransch grondgebied is geschied. De heer Schnaebele protesteerde, bjj zyne aan houding to Metz, ten krachtigste tegen de schen ding van grondgebied en verklaarde de aanleiding tot zijne inhechtenisneming niet te kennen. De Fransche ministerraad zal heden een besluit nemen ten opzichte van den diplomatieken vorm, welke aan dit incident moet gegeven worden. Duitschlaud. Do suppletoire-begrooting is bjj den Rijksdag in gediend. De regeering vraagt 176,085,950 M. en wel voor gewone jaarljjksche uitgaven 19,408,019 welke bestreden moeten worden uit de bijdragen der Bondstaten en 156,677,931 mark aan buitengewone uitgaven, welke slechts eenmaal voorkomen. Tot deze laatste behooren 36,314,000 M. tot voltooiing van het spoorwegnet. Behalve het aanleggen van dubbel spoor in den Elzas en Lotharingen, Beieren, Baden, Wurtemberg en Hessen, zal eene spoorweg verbinding tusschen den Boven-Elzas en het achter land der Zuid-Duitsche Staten tot stand worden ge bracht, welke het Zwitsersche grondgebied niet raakt. Tot versterking der vestingen is bestemd 29,500,000 M. en tot vermeerdering der slagvaardigheid van het leger wordt gevraagd voor Pruisen 45,613,190, voor Saksen 3,017,457 en voor Wurtemberg 45,613,190 M. Deze som is bestemd tot het aanbrengen der noodzakelijke verbeteringen en aanvullingen van het oorlogsmateriëel, waarvoor de beschikbare mid delen tot dusver niet toereikend waren. Bjj de voortzetting der beraadslagingen in het Huis van Afgevaardigden over het ontwerp dei- kerkelijke wet, bestreed prins Yon Bismarck, her haaldelijk het woord nemend, de uiteenzettingen der loden Hammerstein en Brül, die de verhouding der Evangelische kerk tot het ontwerp ter sprake brachten. Prins Von Bismarck voerde tegen hen aan, dat die verhoudingen niets met de thans hangende quaestie te maken hebben. Vooral trok prins Von Bismarck heftig te velde tegen Brül en diens Welfische, voor het rijk vijandige bedoelingen, die belang hebben bij de voortzetting van den cul tuurstrijd. Hij (prins Von Bismarck) beschouwde de Mei- wetten steeds als strydwetten. Hij was steeds bereid vrede te sluiten en hoopt nu op duurzamen vrede. Als wij, zeide spr., bjj het sluiten van den vrede te Frankfort overtuigd geweest waren dat de vrede eeuwig zou kunnen behouden blijven, dan hadden wy toen den stryd niet mogen eindigen. In den kerkelyk-politieken strijd was het niet te doen om versterking van de staatsmacht, maar om bescherming tegen een aianval van richtingen, die vijandelijk tegenover den Staat staan zooals de Welfen. Spr. is in deze quaestie evenals a'ltijd in het strijd perk getreden voor de eer en de .zelfstandigheid van Pruisen en het Duitsche rijk. De hoer Stöcker sprak, in den geest van'den heer Hammerstein, tegen het ontwerp en de hei "*r Jagd- zewski verklaarde uit naam der Polen, zk"h er voor, met het oog op de Pauselijke kennisgeving Ten slotto verwierp het Huis m^ •nn-eraeend' stemmen, behalve die der naf' 0 ïonaal liberalen, het voorstel om het osxtwerp naar eene commissie te verzenden, en werd tot de verdere behandeling in openbare zitting besloten. <£-*■»«»*- Ti «Ml s» i «A Parnell is naar Dublin gegaan om den schrijver op te sporen van den brief, welke zooveel sen satie verwekt. Russell, die den brief in het Lagerhuis had moe- ten voorlezen, verzekerde aan een Iersch Parle mentslid dat hjj den brief nooit heeft gezien en dus ook niet aan de „Times" afgestaan. De „Pali Mali" is erg boos en wil den hoofd redacteur van de „Times" in de gevangenis van het Lagerhuis laten opsluiten. Churchill zeide dat Parnell de zaak vervolgen moet, om de onechtheid van den brief te bewijzen. Lord Salisbury, de president-minister, voerde over het geschil het woord in eene vereeniging van conservatieven en betoogde eveneens dat op Par nell nu de plicht rustte de „Times" voor den rechter te dagen. Het is nog niet zeker of Parnell zelf tot het instellen dier vervolging zal overgaan, maar een zijner partygenooten, Joseph Biggar, do afgevaar digde voor Cavan, heeft in ieder geval besloten der „Times" een proces aan te doen, tot het ver krijgen van schadevergoeding, daar ook zijn naam door het City-blad is genoemd. Het Hoogerhuis vereenigde zich gisteren bij tweede lezing en zonder stemming met de Iersche landwet, na een tweedaagsch debat. In den loop der beraadslaging verklaarde lord Salisbury, dat de regeering de aanneming der landwet en der wet tot beteugeling der misdaden in Ierland, van over wegend belang beschouwde en wanneer daarvoor geene meerderderheid zou te verkrijgen zijn, zou de regeering dit als een votum van wantrouwen beschouwen. Men kondigt aan dat koningin Victoria 17 Mei a. s. in Buckingham-palace te Londen een groot hofbal geven zal ter gelegenheid van haar 50 jarig regeeringsjubilé. Dit zal het eerste feest van dien aard zijn dat na den dood van den prins-gemaal gegeven wordt. Victoria is thans reeds bijna 26 jaar weduwe. De Londensche correspondent van de „Bir mingham Gazette" meent te weten dat de heer Parnell er, wegens verschil van gevoelen met de Amerikaansche leiders, ernstig over denkt om als leider der Iersche partij af te treden. In het eerste kwartaal van 1887 werden in Ierland 1008 gezinnen (5042 personen) uit hun wo ningen gezet t»pai\jO. Het Spaansche gezantschap naar den sultan van Marokko heeft zijn vertrek tot de eerste dagen van Mei uitgesteld. Een betreurenswaardig feit heeft te Bourgas plaats gehad. Twee soldaten hebben den heer Richard, vice-consul van Engeland, dien zjj voor een spion aanzagen, aangehouden. De prefect en de militaire commandant van Bourgas hebben bevel ontvangen, zich naar den vice-consul te begeven, om hem officieel verontschuldigingen te maken. Volgens telegrammen uit Madrid toont de meerderheid in de commissie uit de Kamer ge neigdheid tot aanneming van het voorstel tot be lasting der binnenlandsche schuldcoupons met 1 pet. Uit St.-Petersburg is bericht ontvangen, dat de czaar, die voornemens was verscheidene weken aldaar door te brengen, weder naar Gatschina is vertrokken, wjjl gedurende Paschen op deNewski- prospect eenige personen waren gearresteerd die opnieuw een aanslag op zyn leven beraamd hadden. De Russische kroonprins is geheel hersteld van den aanval van bronchitis. Men zegt dat de czaar tydens zjjn verbiyf in de Krim opnieuw het van stapel loopen van een nieuw gepantserd schip voor de Zwarte Zee-vloot zal bywonen. De minister van marine Schestakoff is reeds naar het zuiden vertrokken, om vooraf alles te inspecteeren. Een gerucht meldt, dat de czaar en .zjjn gezin de reis naar de Krim over zee maken «n dus om geheel Europa stoomen zullen, daar de geneesheeren de keizerin eene eenigs- zins langdurige zeereis hebben aangeraden voor haar zenuwgestel en zy zoodoende misschien niet naar Venetië behoeft te gaan, waarvan eerst sprake geweest is. Vereenigde Staten# De qu''mor6"i liet schiP dat met eene lading dynamiet van' Amerik* op weg zou zyn naar Ier land, is het eige1.',dom van een Fenian> die te Nieuw' Orleans woont. De Engelsche consul in die stad stolde onlangs de uitklJ™^ van het schiP uit, wyl de scheepspapieren niet in' or(ie waren. Den lsten April is het met bestemming naar Ruatan uitge zeild, alleen met eene som gold's agn boord om daar voor eene lading bananen te koopcil-. Dg bewering dat er dynamiet aan boord zou zijn, beschouwt men als een praatje. Het is van algemeene bekendheid, dat er meer huurders dan eigenaren zijn onder den landbou wenden stand. De laatsten hadden öf een eigen voldoend kapitaal om de hofstede, waarop zy wonen, te koopen, öf wel ze moesten voor het ontbrekende hypotheek nemen op het land, dat zy kochten. Voor zoover deze eigenaren zwaar belast zyn, is hun toestand verre van benydenswaardig, gelyk op te maken is uit het feit, dat sommigen hunner, die de rente gedurende meer dan één jaar niet konden aanzuiveren, eindelyk verplicht werden hunne landeryen onder den hamer te brengen, wat ten gevolge had, dat de hypotheekhouder niet zelden een deel van zyn voorgeschoten kapitaal verloor en de eigenaar in naam, wat hy eertyds bezat, geheel kwyt was. Hoe dit mogeiyk was? Dergelyke eigenaren kochten land, toen het eene hooge waarde had. Sedert de zuivelproducten daalden, onderging het land ook eene daling in prys. Het valt dan ook gemakkelijk te verklaren, dat de zwaar gehypothekeerde eigenaren niet by machte waren de rente aan te zuiveren. Van afbetaling van het voorgeschoten kapitaal kon daarby onmo- gelyk sprake zyn. Waren de zuivelproducten in prys nog gestegen of wel even hoog van prys gebleven, dan zou alles zich wel geregeld hebben. Zulke gevolgen heeft voor de eigenaren, die eene hooge hypotheek op hunne landeryen hadden, de daling der zuivelproducten en ten gevolge daarvan die der landerijen na zich gesleept, terwyi ook de geldschieters een soms niet onaanzienlyk deel hun ner penningen er by inschoten. De landbouwers, die van de graanteelt leefden, hebben eene gelyke ervaring als genen opgedaan, voor zooverre ook hunne gronden zwaar gehypo thekeerd waren. Het middel, door protectionisten aanbevolen, om by invoer van granen een hoog invoerrecht te heffen, zou blyken niet in staat te zyn om hen, onder zulke nadeelige omstandigheden verkeerende, staande te houden, daar de invoerrechten dan enorm hoog zouden moeten zyn, terwyl het eigeniyke volk duur brood zou moeten eten. De verdiensten van hen} die van en door den landbouw hun bestaan vinden, zouden niet veel grooter worden, want de eige naren, voor wie dergelyke hulp zou moeten dienen, konden evenmin aan aflossing en rente van 't kapi taal op den duur voldoen. Dergelyk middel zou blyken ook niet in staat te zyn de landeryen op dien prijs te brengen, dien ze in de jaren hadden, toen die eigenaren ze kochten, welke nu onder de daling der graan- en zuivelpryzen gebukt gaan. De eigonaren, niet in naam, maar inderdaad, be hoeven in geen enkel opzicht nog eenige krimp te lijden. Zy zyn er wel niet op vooruitgegaan, want hunne vaste goederen vertegenwoordigen eene veel geringere waarde dan in den tyd dat ze nog hooge pryzen golden, maar zy kunnen zich nog goed roeren. Alleen by versterf krygen hunne erfgenamen zoovee! minder, daar het kapitaal, in vast goed belegd, ge slonken is. Dat, by eene dergelyke waardevermindering der landeryen, de pacht niet op die hoogte kan blyven, die in de vette jaren moest opgebracht worden, zal, na al het vorenstaande, geen verdere argumenten behoeven. Terecht hebben vele landheeron ingezien, dat zy by het weder verhuren van hunne lande ryen met dien veranderden toestand rekening moes ten houden. Sommigen zyn zelfs zoo edelmoedig geweest, voor die huurjaren, waarin nog eene hooge pacht moest en kon opgebracht worden, omdat de landman voor zyne producten een hoogen prys ont ving, by de daling hiervan eene belangryke reductie op de pacht toe te staan. Zy hadden recht op de volle som, maar inziende dat het den landman niet mogeiyk was aan zyne verplichting te voldoen, oefenden zy billykheid voor recht. Anderen lieten de pachters op hunne landerijen, toen zy een deel van de pachtpenningen schuldig bleven, ja gingen er zelfs toe over de schuld geheel of grootendeels kwyt te schelden. Deze roemen niet minder de goedheid van hun landheeren. Dat deze heeren, bij wederinhuring der landeryen, nu de beste jaren achter den rug zijn, de pacht aanzienlyk hebben verminderd, ten einde het „leven en laten leven" te betrachten, daarvan zijn de pachters zelve overtuigd. Ondanks die pachtver- laging is het voor velen dier landlieden een moei lijke tijd. Kwam er maar een vleugje in de zuivel-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 6