Dit miamer bestaat uit Drie Bladen. Genootschap „M. S. G." feze jouraat wordt dagelijksmet uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. 8337. April. Al 1887. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per jiost1.40. Afjzonderlijlio Nommers8.65. In de bovenzaal der Stadszaal alhier had gister avond wederom de jaarlyksche uitreiking plaats van medailles en eervolle vermeldingen aan eenige leer lingen van „Mathesis Scientiarum Genitrix". De zaal bevatte, behalve het bestuur en de leden der Vereeniging, ook vele belangstellenden, die door den voorzitter, dr. H. A. Lorentz, werdon welkom ge- heeten.Reeds dadel jjk werd met de uitreiking der prij zen een aanvang gemaakt, nadat eerst do leerlingen van „Mathesis" door den voorzitter waren toege sproken. Deze zeide het volgende„Leerlingen der school „M. S. G.", wanneer ik by deze jaarlyksche samenkomst tot u in de eerste plaats het woord richt, is het, omdat hetgeen wy te verrichten heb ben, voor u van meer beteekenis is dan voor iemand anders. Straks zullen wy uwe teekeningen en werk stukken aan onze stadgenooten ter bezichtiging en, naar ik hoop, voor een deel ook ter bewondering aanbieden. Vooraf moet ik, ten aanhoore van allen, die gij hier vereenigd ziot, verslag doen over het geen door u in het afgeloopen jaar gedaan is." Spreker zou dat verslag niet uitbrengen in lange ryen van getallen, want gelukkig had hy een ander en beter middel om te toonen, dat het de school goed gaat. Meer dan cijfers toch spraken de onderschei dingen van lageren en hoogeren rang, welke hij onder de leerlingen kon uitreiken. Spr. zou met de laagsten daarvan beginnen, evenwel vertrouwende, dat die de voorboden mochten zjjn van latere hoogere onderscheidingen. Hot bestuur heeft besloten aan de volgende 120 leerlingen Eervolle Vermeldingen te verleenen wegens ijver, goed gedrag en vorderingen, nl. in de 1ste klasse AA. Crama, H. J. Fles, H. Ilazelhorst, H. Kettenis, C. R. Lau, A. F. Marsteller, A. Stafleu, L. D. J. Van Vugt, A. P. A. De Vrind en J. Van Rossum; lste klasse B: M. Carton, A. J. Bey, P. G. Van der Burg, L. P. Van der Drift, M. J. La Feber, J. Houthoff, J. De Nie, H. E. Schouten, J. J. Slie- ker, P. Willemsen en J. E. Slot 2de klasse AJ. Ph. Van den Bosch, B. M. Evers, A. J. Gerritsen, J. Van Iterson, A. Kasteelen, J. Koene en J. Tasseron; 2de Klasse BJ. Van Brussel, H. Van Borselen, P. Brittyn, P. J. Bonnet, C. Van der Bly, P. De Bruin, J. Van Gelder, H. W. Do Graaff, C. Van Heusden, H. Van Leeuwen, J. G. Meerburg, C. F. J. Sypesteyn, H. J. De Vos, A. Warburg en P. J. Verhoog. 3de klasse A: J. A. Van de Geer, P. H. Kouw, M. H. M. Van Noort, J. Van der Wiel, J. J. Hassel- bach, J. Van der Linden en P. Van Amersfoort; 3de Klasse BH. P. Boom, J. B. Van der Burg, W. Dupon, H. L. G. A. Heinrich, W. L. Harmsen, J. Mjjs, P. Ressenaar, J. Verver en N. Vallentgoed 4de klasseJ. A. Brittyn, A. P. Brittyn, M. Coronel, A. W. De Graaff, M. W. Haalebos, C. C. P. Huyg J. C. Marks, R. Van Oosten, N. C. Van der Zalm, J. F. Goddijn, G. Kouw, G. J. C. Metselaar, J. Vyl- brief en J. Valk 5de klasse AC. J. De Nie, P. Schröder, P. Ver- schragen en C. M. L. Kouw; 5de klasse B: M. Van den Brande, J.W. Broek huizen, J. H. L. Brummelkamp, J. J. Van der Bly, P. W. P. Dikshoorn, J. Fles, C. Goddijn, A. J. Van Nouhuys, H. D. Sala, P. J. Lancel, J. W. Schwenck en W. H. N. Van der Steen; 6de klasseF, T. J. Christiaanse, C. H. Van der Drift. P. H. Faes, J. A. Hageman, A. Van der Lee, II. .J. J. Maas, J. Noest, T. L. Th. Van Oosten, J. Ossevoort, J. S. I. Van Ryn, J. H. Teeuwen, H. H. Verhulst, L. Vooys, C. D. De Wilde en F. A. Wempe. Voorts nog: G. F. Van Beukeringh, N. Dekker, E. Gerritsen, J. P. Van der Geest, M. D. N. Van Hest, J. Hengeveld, G, Van den Heuvel, D. Komen, D. Kloots, H. C. De Nie, P. M. J. Van Oerle, A. A. Schreuder, L. Couvée, C. J. Broers, W. C. La Feber en W. Van der Kaay. Eindexamen. Aan het schriftelijk wis- en natuur kundig eindexamen hebben deelgenomen 17 leer lingen, waarvan zich na het schriftelijk werk 7 terugtrokken. By het mondelinge examen werd 1 leerling afgewezen, zoodat slechts aan 9 leerlingen een diploma werd toegekend. Naar de behaalde cyfers komen de geslaagden in dezo volgorde voor J. H. L. Brummelkamp, M. Van den Brandé, A. J. Van Nouhuys, P. W. P. Dikshoorn, P. Verschragen, H. D. Sala, C. J. De Nie, P. Schröder en J. W. Broekhuizen. Diploma. Na een voldoend schriftelijk en mon deling examen werd aan al de 11 leerlingen, die zich daartoe aanmeldden, een diploma veor beschrij vende meetkunde en perspectief toegekend. De geslaagden waren naar volgordeA. Van der Lee, F. L. T. Van Oosten, E. K. Gerritsen, L. Vooys, J. H. Teeuwen, H. H. Verhulst, F. T. J. Christi aanse, H. J. J. Maas, J. Ossevoort, C. H. Van dei- Drift en C. D. De Wilde. Bekroonde prijsvragen. Bouwkundig teeke- nen.Voor het opmeten en in teekening brengen van de Morschpoort was uitgeloofd als eerste prijs de kleine zilveren, als tweede de groote bronzen medaille. Zes mededingers hebben hor werk ter hand geno men, maar door de eigenaardige moeielykheden, die het opmeten van het gebouw met zich bracht, kwamen slechts twee er mede gereed, n. 1. M. N. Van Hest en C. D. De Wilde. Het werk van beiden was zóó goed, dat het niet mogelijk was een onder scheid tusschen hen te maken en daarom is niet geaarzeld, ze beiden een eersten prijs toe te kennen. Van drie uit de vyf mededingers kwam een ontwerp in voor een drinkhal in een park. J. Hen- geveld behaalde de kleine zilveren medaille en D. Komen de groote bronzen medaille. Wat de derde bouwkunstige prijsvraag betreft, het ontwerpen van een voordeurkozijn met deur voor een deftig woonhuis, kon het bestuur tot zijn leedwezen slechts één der uitgeloofde prijzen toe kennen. Er bestond geen twijfel aan dat aan A. Van der Lee de eerste prijs, de groote bronzen medaille, toekwam. De tweede zou zeker aan een der drie andere inzenders zijn toegekend, indien hy, wiens werk er voor in aanmerking kwam, niet te ver was afgeweken van de oorspronkelijk door hem gemaakte schets. Bouwkundige werkstukken. - Er waren voor twee werkstukken prijzen uitgeloofd, ten eerste voor het vervaardigen van een gedeelte eener En- gelsche trap op de helft der ware grootte, ten tweede voor het maken op dezelfde schaal van een gedeelte eener spiltrap. Alleen J. P. Van der Geest is met de Engelsche trap gereedgekomen en heeft zulk voortreffelijk werk geleverd dat ook deze ééno trap voldoende was om luister by te zetten aan de tentoonstelling. Hem werd de eerste pry's, de kleine zilveren medaille, toegekend. Spiltrappen werden ontvangen ten getale van vijf. Al deze stukken hebben vele verdiensten. De eerste prijs, de groote bronzen medaille, werd toegekend aan J. S. I. Van Rijn; de tweede, de kleine bronzen medaille, aan H. J. J. Maas. Ornament teekenen. Ook het werk van de mededingers naar de voor ornamentteekenen en boet- seeren uitgeloofde prijzen gaf veel stof tot tevreden heid, zoodat ook voor een dezer prijsvragen iets meer kon verleend worden dan werd uitgeloofd. Het be trof het nateekenen van eene friesversiering in PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regela 1.05. Iedere regel meer 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het incaa- seeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. den Romaanschen stijl. Zeven leerlingen beproefden daaraan hunne krachten en slechts één kwam niet gereed. J. A. Hageman behaalde den eersten prijs, do kleine zilveren medaille, en J. Noest de groote bronzen medaille. Maar ook het werk van do ande ren had veel goeds, van 2 mededingers zelfs in die mate, dat het bestuur besloot, hun als derden prys do kleine bronzen medaille te verleenen. Het waren G. Van den Heuvel en A. Van der Lee, welken laatste de voorzitter thans voor de derde maal, onder gejuich, tot zich riep om het eereblyk in ontvangst te nemen. Boetseeren. Eindelijk zyn niet minder dan 9 boetseerwerken ingeleverdpaneelvullingen in Renaissance-stjjl volgens eene schetsteekening. De beoordeelaars, die over het ingezondene zeer tevre den waren, kenden den eersten prjjs, de kleine zilveren medaille, toe aan F. A. Wempe en den tweeden prijs, de groote bronzen medaille, aan J. A. Hageman. Het bestuur zou nog gaarne eenige diploma's voor de bouwkunde hebben uitgereikt, doch, hoe wel het werk bewees dat er voor het examen hard gewerkt was, was het niot van dien aard dat men het een diploma, dat men in eere wenschte te houden, waardig keurde. Na het noemen der bekroonden wenschte de voorzitter hen geluk met de verworven onderschei dingen, en wees daarbij op de voldoening die do leerlingen later in de maatschappij zullen onder vinden in welgeslaagden arbeid, al is die voldoening dan niet meer in den vorm van medailles of diploma's. Spreker sprak vervolgens de wenschelijkheid uit, dat de leerlingen ook na het afleggen van het eindexamen in de theoretische vakken, de school blijven bezoeken om zich verder to bekwamen in de practyk. Reeds kan het bestuur op een aantal leerlingen wijzen die „Mathesis" blijven bezoeken al zyn zij in het bezit van een diploma. Een warm woord van hulde werd deze keur bende van leerlingen voor hare volharding gebracht, terwijl de mogelijkheid werd uitgesproken, dat die leerlingen later, wanneer een beroep op hunne diensten gedaan wordt, ruim kunnen vergoeden wat zij thans aan de school te danken hebben. Onwillekeurig richtten zich by deze vermelding de gedachten des voorzitters op lang vervlogen jaren, toen het Genootschap slechts tot bloei ge bracht kon worden door de toewijding van edele mannen, die met hunne talenten konden vergoeden, wat aan stoffelijke hulpmiddelen ontbrak. Onder die mannen miste men thans vooral en voor de eerste maal den heer Schaap. Het is dus verklaar baar dat het bestuur behoefte gevoelde aan de nagedachtenis van dien verdienstelijken man een woord van hulde te wijden. De voorzitter kweet zich op de volgende wyze van die taak „Zaf ik u verhalen hoe Jan Willem Schaap ge durende byna een menschenleven voor onze school heeft geleefd en gewerkt, hoe hy in vele vakken als onderwijzer optrad en de ziel is geweest van de bouwkundige school, waarvan de tegenwoordige inrichting voor een groot deel aan hem is te danken? Zal ik u wijzen op de leerlingen, die hij vormde, die thans zyne voetstappen drukken en op wio het Genootschap met hem trotsch was? Of zal ik gewagen van den uitgebreiden en nuttigen werk kring, dien hy buiten de school vervulde, van de belangrijke gebouwen, waarmede hy onze stad verrijkte, van zyn „troetelkind", zooals hij 't noemde de Plantage, waardoor de oude veste in een nieuw en vriendelijk kleed werd gestoken? Ik behoef dit alles slechts kort aan te stippen, wel overtuigd, dat gij allen, mijne hoorders, het uit uwe herinnering zult aanvullen. „Wy hadden het voorrecht dat ons nog bij zyn leven de gelegenheid werd geschonken, hem onzen LEIDSCH tÉll DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1