maa Hiorop nam, onder plechtige stilte, de president der veroeniging, do heer J. M. Schoffer, het woord, heette allen van harte welkom en stelde in welgekozen woorden het doel der vereeniging in het licht, ter wijl hij tevens hun, die bijgedragen hadden om de vereeniging te steunen, een woord van dank wijdde. Daarop deelde dezelfde spreker mede, dat eene plechtigheid van bijzonderen aard de uitvoering zou voorafgaan, eene plechtigheid, die niet lang op zich liet wachten, want eensklaps vertoonde eene com missie van eenige dames zich voor het voetlicht. Eene der schoonen, de plaatsvervangster der presidente, die ziek was, sprak daarna op eene wjjze, die alle aanwezigen aangenaam aandeed,; den voorzitter van „Hercules" met toepasselijke wóórden aan en bood uit naam van velen der vereohiging een vaandel aan, dat voortaan de plaats zal innemen van de tot hiertoe gebruikte vlag. Twee kleine meisjes, gekleed in witte jurkjes met rootte sjerpen om en eveneens ro ode kousen en schoentjes aan (de klopren van „Hercules") deden op een ge geven oogenblik het doek van voor het vaandel vallen. Daar stond het, het prachtige wit-satijnen en rood fluwoelen vaandel, voorzien van gouden franje en gouden kwasten, het vaandel, waarop in gouden letters de naam, hot symbool en het jaar der op richting (1884) van de vereeniging schitteren en waarboven het Leidsche wapen bevestigd is, het vaandel, waarvan do vervaardigers, de heeren Gebrs. Van Oven te 's-Hage, alle eer hebben en dat de leden van „Hercules" wel in hooge eere zullen houden. Ook werd der vereeniging een album geschonken, dat, uitwendig eenvoudig, in zeer fraaie letters de namen der gevers van het vaandel geeft te aan schouwen en waaronder zich ook die van onzen burge meester, de wethouders en den gemeente-secretaris bevinden. In het bijzonder munt uit het titel blad om de sierlijkheid en kunstige bewerking der daaropvoorkomende opdracht, uitgevoerd in smaak volle rangschikking der kleuren en attributen door den heer H. J. Valk. Na dankbetuiging van den heer Scheffer en een opwekkend woord, gericht tot zjjne medeturners na fanfares der muziek en applaus van Herculanen en introducés, werd het vaandel op het tooneel nedergezet en woldra getooid met twee fraaie kran sen, aangeboden namens hunne vereenigingen door de voorzitters van „Sparta" en „Thor" uit Leiden. Nu nam het werken onder leiding van den heer De Vries een aanvang en zoowel de vooroefeningen als de toeren aan de werktuigen en het schermen met langen en korten stok, voldeden uitstekend, getuige de davorende toejuichingen, waarvan de zaal dreunde. Het werken der adspiranten was van dien aard, dat men tot het resultaat kwam, dat zij in de toekomst zeer veel voor „Hercules" beloven; terwjjl de leden der hoofdafdeeling èn zich zeiven èn hunnen directeur met roem over dekten. Vooral het marcheeren der adspiranten met de halve hoepels vond bjjval. En, toen de standen de kroon zetten op deze uitstekend vol brachte uitvoering, konden de turners gaan uit rusten met de gedachte, dat de toejuichingen ten volle door hen verdiend waren. Aan het bal, dat daarop volgde, werd door velen deelgenomen en het duurde totdat de gulden.stralen, welke de zon door de ramen wierp, het gaslicht deden verbleekon en dit eindelijk geheel overbodig maakten. „Hercules" heeft door deze uitvoering getoond eene waardige plaats in te nemen niet alleen onder de Leidsche, maar ook onder andere zusterver- eenigingen, van wie vele vertegenwoordigers waren opgekomen om getuige te zijn van het groote succes. Naar wjj vernemen, zullen de der vereeniging aangeboden geschenken (banier, album en ledenlijst) in den loop dezer week ter bezichtiging worden gesteld. Do opbrengst van het personen vervoer der Noord-Zuid-Hollandsche Stoomtramweg-Maat schappij (Haarlem Leiden) bedroeg in de maand Maart 4080.30, het goederenvervoer 360.86 en aan diversen ƒ412.19, zjjnde over het totaal 5.59 jper dagkiloraeter, tegen ƒ5.10 in Maart 1886. De voorstelling in den Stadsschouw- burg te Amsterdam werd Zaterdag-avond vereerd mot de tegenwoordigheid van den Koning en de Koningin. De zaal zag er keurig gestoffeerd uit mot de uniformen en de feesttoiletten der dames. H. M. droeg oen oranje-satijnen kleed met veeren schouder- en haartooi, diadeem en rivière van diamanten. Z. M. was in admiraals uniform. Uit handen van freule Roëll nam do Koningin een ruiker aan van het gemeentebestuur, uit handen van den heer Browne Van Streefkerk een bouquet van den Raad van beheer van „Het Nederlandsch Tooneel", mede door de heeren Schimmel en Van Sorgen vertegenwoordigd. Voorts waren ter be groeting aanwezig de commissarissen van den schouwburg en uit de zaal kon men zien, hoe Z. M. den heer De Buil herhaaldelijk warm de hand drukte. Hot schouwburgpiket van de brandweer en jon gens van de kweekschool ljjnden den ingang tot de trap. Bjj het binnentreden in de zaal op de gewone plechtige wjjze ontvangen, weerklonk de melodie van het ^Wilhelmus" na de begroeting ophieuw, want de heer J. J. Rogmans stemde met !zjjn schoon geluid een welkomstgroet aan. Het publiek hoorde staande het lied aan, een „Leve de Koning" weerklonk door de zaal, HH. MM. bedankten en de voorstelling begon. Zjj duurde tot ruim kwartier vóór tienen en werd tot het einde door HH. MM. bijgewoond. Toen bij het heengaan het orkest het Wilhel mus" speelde, klonk een „hoezee!" uit volle borst. In het kleine salon achter de loge, werd de heer Rogmans aan HH. MM. voorgesteld. Hij mocht van den Koning vleiende woorden voor zjjne voor dracht vernemen. Was het diezelfde avond de laatste van de feest- week, het was zeker niet de minste. Erheerschte in de stad nog eene opgewektheid, een geestdrift, welke niet zou doen vermoeden dat men reeds een geheele week feest had gevierd. De vreugde werd bovendien verhoogd doordien men in vele straten met de illuminatie, om het zoo eens te noemen, een napret hield van de verlichting van Woensdag avond. Ze zjn te veel om ze allen te noemen, maar in alle deelen der stad was 't hetzelfde. Toen HH. MM. naar en van den schouwburg reden kon de Koning een blik werpen op een deel van het geïllumineerde Amsterdam en de fraaie galjoot, wier glinsterende Ijjnen tegen den donkeren achtergrond phantastisch uitkwamen. Ook de grootsche tempel in den Buiten-Amstel, welke tot dusverre nog niet in den glans der lichten kon schitteren, was Zaterdag-avond verlicht en werd door den wind gespaard. Het „Hotel Rembrandt" op het Rembrandtplein zag er ook phantastisch uit. Evenals de vorige avonden werd er onvermoeid gezongen, gedanst en gehost. Optochten trokken de stad door en daarbjj was er een, van Willem- straters en van bewoners der Valkenburgerstraat, die, één in nationaliteitsgevoel en liefde voor Oranje, thans vereenigd een wandeltocht maakten met muziek, vaandels, vlaggen, mannen en vrouwen te paard, heeren in 't zwart met Oranjelinten versierd in open rijtuigen en te viervoet. Deze groote en al bijzonder luidruchtige optocht hield voor het paleis stil en maakte er muziek. Bals werden weder op vele plaatsen in de stad in de open lucht gegeven en duurden tot vroeg in den morgen. Do Eerste Rozendwarsstraat o. a. was als in eene balzaal herschapen. Men had er eene tribune met muzikanten, door de Transvaalsche club aangebo den aan de feestcommissie. Onder de dansers zag men vele soldaten van alle wapens der landmacht, een paar brievenbestellers, een omnibusconducteur en eenige politie-agenten, die al dansende meer als ceremoniemeesters dan als handhavers der orde hadden op te treden, want de geest was zoo prettig en gezellig mogelijk. De Koning en de Koningin hebben gistermorgen de godsdienstoefening bijgewoond in de Nieuwe Kerk onder het gehoor van ds. Adriani, die tot tekst had gekozen Joh. 20, de laatste regels van vers 19, luidende: „Kwam Jezus en stond in hun middon en zeide tot henYrede zij ulieden." Naar aanleiding van dezen tekst schetste de leeraar de waarde des vredes voor het individu zoowel als voor de gemeenschap, en aan het slot zjjner rede sprak hij den Koning toe en zeide o. a.„Wat uw volk ook moge verdoelen, in eerbied en liefde voor u en uw koninklijk huis is 't steeds één", daarbjj herinnerende hoe 19 Februari jl. geheel het volk ter kerke was opgegaan om God to danken dat het leven des Konings tot nu was gespaard. Met den wensch dat God nog lang den Koning en zjjn gezin mocht sparen, en 'tHH. MM. gegeven mocht zjjn hun telg, de lust en vreugde van het Nederlandsche volk, te zien groeien tot eene deugdenrijke Yorstin, eindigde de leerrede. De kerk was, zoo mogeljjk, voller dan ooit bij een bezoek des Konings. Geruimen tjjd vóór het uitgaan der kerk stond het Prinsesje aan het raam van het ziibalkon de terugkomst van vader en moeder af te wachten. Te halftwee reden de Koningin en de Prinses met vierspan en jockey's langs de Heerengracht en de Amstelstraat naar „Artis." Het bestuur van „Artis," bijgestaan door 20 ceremoniemeesters, begeleidde H. M. en de Prinses door den tuin, nadat zij in de rjjk met bloemen getooide koningszaal waren ontvangen. Het bezoek duurde ruim een uur, en zoowel in de tuinen als in de Plantage, was ',t zwart van de menschen. Van „Artis" reden-H. M. en prinses Wilhelmina dÖör de Middellaan, langs Oranje-Nassau, waar de militairen de koninklijke eerbewijzen brachten, naar de Oosten-, Witten en Kattenburgergracht, waar aan eiken hoek der dwarsstraten de feestcommissiën met vlaggen en vaandels stonden geschaard. De stoet ging stapvoets voort en wekte overal geestdrift. Aan den Korten Singel, bjj de eerepoort door de brood-, koek- en banketbakkers opgericht, hield de stoet stil; er werd H. M. door den heer L. B. Siemens, voorzitter van den Bakkersbond, eene feest- oorkonde overhandigd, door de Koningin in dank aanvaard, met de toezegging de fraaie penteekening onder de oogen des Konings te zullen brengen. Onder de viaduct door, langs het Westerhoofd, en terug onder de volgende viaduct, bereikte H. M. de Prinsengracht, welke werd afgelegd tot de Eland straat, zoodat de Koningin nu een gedeelte van den Jordaan bezocht, waarin zij de versieringen nog niet in oogenschouw had genomen, 't Liep storm uit alle dwarsstraten en aan het gejuich scheen geen einde te komen. In de Elandstraat, waar men met het vierspan niet gemakkelijk inkwam, bezocht de Koningin in het gebouw der „Vereeniging tot verbreiding der waarheid" de Zondagsschool, ook die der doofstom men, welke er wordt gehouden. De groote zaal was met bloemen gesierd. De heer T. M. Looman complimenteerde H. M. en de Prinses namens het bestuur, nadat de kleine Jacoba Brouwer en Johanna Donkel ruikers hadden mogen aanbieden. De heer G. P. Fruyt Jr., agent der Nederlandsche Zondagschool-vereeniging, sprak eenige door hem vervaardigde dichtregelen. De kinderen hieven op de wjjze van het Wien Neêrlandsch bloed een jubelliod aan. De talrjjke aanwezigen zongen met de kinderen het laatste vers van Psalm 134„Dat 's Heeren ze- gon op u daal'!" terwjjl H.M. en H.K.H. de zaal verlieten. Door de Elandstraat, waar men over de hoofden kon loopen, de Marnixstraat, de Leidscliestraat, den Heiligenweg, de Kalverstraat tot aan het Spui en Rokin ging de weg naar hot paleis terug. Gisteren was er diner ten hove, waarbjj o. a. aanzaten de hertog van Saksen-Meiningen en ds. Adriani. Met eene schitterende verlichting in het hartje der stad, de illuminatie met vetglaasjes van al de Ijjnen der monumentale versiering van het monu ment op den Dam (eene royale daad der Damcom- missie) is de feestweek besloten. Op het Frederiks- plein straalden opnieuw de fraaie obelisk en het grasveld er om heen in eene zee van licht. Optoch ten trokken weder door de stad, waaronder een van de St.-Jözefsgezellen, die hunnen rector, den heer Van Nispen, eene serenade brachten ter gelegen heid zijnor benoeming tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Noode scheen men afscheid te nemen van het op zoo voorbeeldige wjjze gevierde Oranjefeest. Toen HH. MM. en de Prinsos voor het venster versche nen om de illuminatie te zien, klonk één juichkreet over den Dam, als 't ware een afscheidsgroet voer dit jubeljaar van de Amsterdamscbo burgerjj aan Neêrlands vorstelijk gezin. De Koning, de Koningin en de Prinses vertrok ken heden te 9.45 van het Centraalstation naar het Loo. De Koning was in burgerkleeding. De schutters muziek speelde voor hot Paleis het „Wilhelmus." In een open rjjtuig werd de afstand naar het station afgelegd te midden eener dichte volksmenigte. De Koning wuifde haast voortdurend met den hoed tot afscheid. Aan het station onderhielden HH. MM. zich met generaal Van der Heyden, die in de wachtkamer in uniform aanwezig was. Daar bevonden zich ook de directeuren van den Hollandschen Spoorweg. Zooals gebruikelijk, begeleidde de burgemeester de koninklijke familie niet naar het station.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 2