N°. 8331. Maandag X© April. A0. 1887. Bit nummer bestaat nit Drie Bladen. KIESRECHT. feze Qourant wordt dagelijks, met uitzondering raa fon- »a feestdagen, uitgegeven. Leiden, 16 April. LEIDSCH DAGBLAD. PRUS DEZER COURANT: Y*or Mtai p«r l miudtii.. Trasoo p«r poet AitamUTlgk* Ronmm..,.;.. 1.10. 1,40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regele 1.05. Iedere regel meer 0.171- Qrootere letten naar plaaternlmte. Voor het ineas- seeren buiten de atad wordt 0.10 berekend. Het is eene tamelijk verspreide meening, dat de mate van vrijheid, die een volk geniet, geëven- redigd; is aan en zelfs in' reöhtstreeksch verband staat 'met de meerdere of mindere uitbreiding van het kiesrecht voor leden'der vertegenwoordiging in den Staat, in het gewest, in de plaats der inwoning. Dat is ééne der redenen, waarom ver langd wordt de grenzen van dat recht zoo ver mogelijk uit te breiden, met overschrijding zelfs van de thans gestelde beperkingen van sexe en meerderjarigheid, om van de andere niet.te spreken. Ééne der redenen, niet-de eenige reden. Ook de quaestie der bijzondere belangen doet zich daarbij gelden. Men acht hunne behartiging niet verzekerd, indien men geen rèchtstrëeksch, merkbaar, in een cijfer uit te drukken aandeel heeft gehad in de benoeming der mannen, wien het mandaat wordt opgedragen in naam des ge- heelen Nederlandschen volks aan den wetgevenden arbeid deel te nemen. In de laatste redeneering ligt, naar het ons voor komt, -eenige waarheidde eerste achten we geheel onjuist. Om dat te betoogen kunnen we geen wis kunstig bewijs aanvoeren, noch ons beroepen op werkelijke ervaring. Wy weten niet hoe bjj ons te lande de vrijheid der burgers, individueel of in vereeniging, zou worden uitgebreid of besnoeid, ihdien de cirkel der kiesbevoegden vier, negen of zestienmaal zoo groot werd gemaakt als hij thans is. Maar wèl kunnen we zien hoe het in andere landen gaat, waar het kiesrecht nagenoeg allen is toegekend, en dan eene vergelijking maken, of hoe het daar vroeger, onder de werking van dat zelfde stelsel, gegaan is. In Frankrijk heeft het de optreding van het césarisme onder Napoleon III niet kunnen verhinderen, en evenmin de rampen kunnen voorkomen, die den val van het tweede keizerrijk voorafgingen en vergezelden. De telkens toenemende belastingdruk, ter bekostiging van leger- toerustingen voor het militair evenwicht hier en koloniale ondernemingen ginds, ze is onder het zoogenaamd algemeen stemrecht chronisch gewor- don. Wat de vrijheid betreft, het is niet mogelijk één onkel punt te noemen waarin die der Franschon de onze overtreft, ofschoon bij ons tot dusver de grenzen van het kiesrecht zeer eng zijn getrokken. Sterker nog spreekt het voorbeeld van Duitschland, waar, in weerwil van het bedoelde „stemrecht" eene pressie op de kiezers ten gunste van het Septennaat werd uitgeoefend, gelyk in ons land stellig niet geduld zou worden, waar zelfs een aantal personen in hunne belangen geschaad en in hunne vrije bewegingen belemmerd werden, omdat zij op anti-septennaats-candidaten hadden gestemd. De begrippen van vrijheid, die in een land worden gehuldigd en toegepast, zijn niet het uitvloeisel dei- wetgevingeer is het omgekeerde waar. Zy zyn met het volk opgegroeid, zij zijn het resultaat van de lotswisselingen, die het heeft ondergaan, van de omstandigheden, waarin het zich heeft bevonden, van al de invloeden van onderscheiden aard, waar aan het is blootgesteld geweest. Evenmin als het karakter van een mensch uitsluitend gevormd wordt door voorschriften en gedragsregelen, is dat van een volk alleen het product zijner wetgeving. De wetten vormen slechts één der factoren in dat product. De vraag, die in onze dagen zoovelen bezig houdt, moet eigenlijk andersom gesteld worden dan men gemeenlijk doet. Zij moet luiden: Hoe behoort het kiesrecht te zjjn geregeld, opdat de voordeelen, die de individuën aan de staatsgemeenschap ontleenen, behouden on geleidelijk vermeerderd kunnen worden? Men spreekt hier te lande zonder onderscheid van kies- en van stemrecht, alsof dat hetzelfde ware; zelfs in de parlementaire beraadslagingen kwam die woordverwarring voor. Daar heldere be grippen juiste woorden noodig hebben als vertolkers, zou het wenschelijk zijn meer op het verschil te letten. Er bestaat eene Vereeniging voor „algemeen Kies- en Stemrecht": de leden toonen door dien naam, de zaak te begrijpen. Zy verlangen niet slechts uit breiding der kiesbevoegdheid, maar bovendien onder werping van de wetten aan eene volksstemming. Dat stelsel heeft men, zoover ons bekend is, alleen in Zwitserland. Wanneer eene wet, voor het geheele land geldende, in de beide Kamers der Bondsver gadering de meerderheid heeft verkregen en alzoo, om van kracht te zijn, nog slechts door het uit voerend gezag (den Bondsraad) behoeft te worden uitgevaardigd, dan kan vooraf nog de onderwerping aan eene volksstemming (referendum) worden ge- eischt, indien minstens 80000 burgers of 3 cantons zulks verlangen. De mindere politieke beteekenis .van Zwitserland is ongetwijfeld oorzaak, dat het maken en beoor- deelon van watten daar gemakkelijker is dan elders voor Nederland, met zijne uitgebreide betrekkingen tot andere mogendheden, is zulk een stelsel niet mogelijk. Het is dan ook buiten twijfel, dat zjj, die over „Stemrecht" spreken, slechts zelden denken aan de eigenlijke en letterlijke beteekenis van het woord. Maar daarom is hot niet overbodig, op het gebruik van het meer juiste aan te dringen. Niet het kiesrecht bepaalt de Staatkundige vrij heid maar dan is het ook minder nauwkeurig, dit te noemen een recht, eiken burger van den Staat toekomende door het feit alleen dat hy binnen de landpalen woont of als ingezetene wordt beschouwd. Niet zeker recht van het individu, maar het belang van den Staat, en dat alleen, bepaalt de grenzen der kiesbevoegdheid. Indien het staats gezag voor het algemeen welzyn noodig oordeelt my niet aan eene verkiezing te doen deelnemen, dan kan ik de gronden, waarop die uitspraak rust, als waar erkennen of als valsch verwerpenik kan zeggen dat de wet, waarin die uitsluiting is uitgedrukt, niet uitgaat van juiste waarneming en appreciatie van feiten, maar ik kan niet zeggen dat my eenig recht is ontnomen of dat een mynor belangen is geschaad. Het staatsbelang, en dat alleen, maakt uit wie kiezer is. Nu eischt ook tevens dat belang, den kring zóó ver uit te breiden als mogeiyk is, zonder het vermoeden te doen ontstaan dat aan datzelfde belang nadeel zal worden toegebracht. Het is noodzakeiyk dat het grootst mogeiyk aantal bur gers met den gang van zaken tevreden zyn; dat geeft opgewektheid en offervaardigheid, en doet de staatsgemeenschap meest aan haar doel beant woorden. Is men niet tevreden, dan wordt de schuld van hetgeen misnoegen wekt niet in de eerste plaats geworpen op dingen en toestanden, maar terecht of ten onrechte, daar vraagt men niet naar, op personen. Heeft men zelf bygedragen tot de keuze dier personen, en bestaat de gelegen heid om by hun aftreden uit te maken of zij wederom met een mandaat bekleed zullen wordon, dan beeft het misnoegen, - we laten natuurlijk geheel in het midden of het grond heeft of niet, - een afleider, en kan niet overslaan tot wrevel en revolutiegeest. Al wordt in Nederland het kiesrecht ver uitgebreid, we gelooven niet dat zulks veel verandering zal brengen in de samenstelling der Volksvertegenwoordiging zelve. Maar er zyn een groot aantal ontwikkelde personen van onderschei den politieke richting, die van meening zyn dat een aantal dingen niet goed gaan; het eenig middel dat de constitutioneele Staat aanbiedt om invloed te hebben op den gang der zaken, messen zy, en daarom worden zy eerst wrevelig, later onverschillig, welk laatste wy de bedenkeiykste eigenschap van den burger achten, den dood .voor het politiek leven. Het is om deze reden dat eene. belangryke uit breiding der kiesbevoegdheid de eerste schrede moet zyn op den weg der staatkundige hervormingen. Die uitbreiding zy zoo ruim mogeiyk, doch over- schryde niet de grens, waar een sterk vermoeden bestaat dat gebrekkige ontwikkeling het landsbelang van weinig beteekenis zal achten en misbruiken van allerlei aard de eerlyke toepassing van het kiesstelsel zullen belemmeren. "Welke verschillende dingen ook de voorstanders van hetgeen zy „alge meen kiesrecht" heeten, onder dien naam begrypen, niets van dat alles is voor het oogenblik voor toe. passing vatbaar. Doch die grenzen moeten ook geen Chineesche muren zyn, opgetrokken voor een eerbiedwaardig aantal eeuwen. Niemand is gerechtigd zulke afschei dingen te bouwen, want-voor het nageslacht behoeft hy niets te regelen. Ieder behooriyk ontwikkeld staatsburger moet binnen den kring der bevoegden opgenomen kunnen wordende gestelde grens moet de voortgaande versterking van het burgerschaps- gevoel, milde bron van toewyding aan het algemeen belang, kunnen volgen. Op die wyze kan de kieswet een middel tot volks opvoeding woTden. Volgens achterstaande advertentie zal by 'de firma E. J. Brill alhier de reeks der plaats gehad hebbende boekverkoopingen voor het winterseizoen wederom besloten worden met eene belangrijke verkooping van boeken over byna alle vakken van geleerdheid, nagelaten door wylen de heeren mrs. C. W. O. en -J. A. Van Dorsser, beiden advocaat en administrateur te Dordrecht, en den heer O. J. Schreuders, oud-directeur der kostschool te Noord- wyk-binnen. By het met eenige aandacht door bladeren van den catalogus ziet men dat de rechts- en staatswetenschappen vertegenwoordigd zyn door een--548 nommers, waarbij een prachtig exemplaar van Dalloz Répertoire on andere Fransche rechts geleerden, uitmuntende en niet alledaags voorko mende schry vers over Romeinsch- en kerkrecht, eene nette verzameling over oud-Hollandsch, land- en 9tederechton en andere gezochte werken van den nieuweren tyd. Onder de geschiedenis en aardrijks- beschryving munt vooral uit die van ons vaderland,, waarby eenige zeldzaamheden voorkomen, vooral met betrekking tot den waterstaat en de hoog heemraadschappen en eene groote verzameling pboto- grafische afbeeldingen van waterwerken. Onder de boeken over godsdienstleer, godsdienstgeschiedenis en wysbegeerte treft men verschillende zeer ge zochte werken aan. Voorts eenige bruikbare boeken, over wis- en sterrenkunde, natuurkunde en natuur- ïyke geschiedenis, waarby gevoegd is eene nette verzameling landbouwkundige werken. De afdee- lingen genees- en heelkunde, alsmede de artseny en scheikunde bevatten een 400 Nos., waaronder eenige uitmuntende boeken. Verder werken over opvoeding, gymnastiek en onderwys, muziek en. schoone kunsten. De afdeeling oudere en nieuwere- letterkunde is ryk vertegenwoordigd; by de Griek - sche en Latynsche schryvers vindt men verschil lende zeldzame uitgaven, terwyi onder de vador- land3che en buitenlandscbe letterkunde heel wat belangryks voorkomt en wel den lust kan opwekken hiervan het een of ander te mogen bezitten. Ein delijk is er ruime gelegenheid om zich te voorzien van nette boekenkasten, een schryfbureau met cylinder, eenige schilderijen, een fraaien astronomi- schen kijker, eenige instrumenten en verdere varia.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1