N°. 8321.
l^itaLaxiclag»* -4 April.
A0. 1887.
ENE BRUG OVER DEN OCEAAN
feze <Qourant wordt dagelijks, att attzondering
van <%3ii- ea feestdagen, ait ge geven.
EIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PEIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 meenden.1.10.
Frenco per poet1.40.
Atoonderlflke Nommere0.88.
PRIJS DEB ADVERTENTIEN:
▼en 1regels 1.05. Iedere regel meer 0.174.
Grootere letten neer plaatsruimte. Voor het inca«-
•eeren buiten de sted wordt 0.10 berekend.
OP
IVIJF ZEEEN "DOORKLIEFD.
(Ingezonden.)
Tegen 5 uren n. m. floot onze stoomfluit tot
irtrek, waarop wij spoedig weder zeewaarts
ivenden; eene kleine opmerking moet ik hierby
1 de passagiers, die eene reis met de mail doen,
ken; het uur van afvaart was aangekondigd,
;h niettegenstaande die aankondiging vertrokken
een half uur te vroeg, waardoor twee passagiers
ihterblevenmen kan zich voorstellen wat een
oei die beide menschen ondervonden, toen zy
,r aan den steiger komende, zagen dat hun
;hip was vertrokkenin een totaal vreemde plaats,
en van beiden kende de taal, misschien zonder
ld, alleen hun pakje aan; slechts de consul van
natie, waartoe zulke lieden behooren, moet hier
,ad schaffen en zorgen dat ze weder in hun land
irugkomen. Hoe het zü, ik zou iedereen raden
liever een half uur vóór de aangegeven tyd
boord te zjjn dan wat later; verbeeldt u zoo'n
val voor vrouwen of meisjes, 't was voor haar
van schrik bijna waanzinnig te worden.
oedig waren wjj in zee No. 3, of de Middelland -
;he Zee, welke voor eerste kennismaking knapjes
stuimig waswy lieten den vuurtoren van Alexan-
links van ons liggen, zagen nog verschillende
ren en voorwaarts ging het naar Europa's kust
en had, meer naderend, grooter verlangen.
30. Weder goed en vrij hooge zeewij zjja weer
het ruime sop en er valt op heden niets bij-
mders te vermelden; het gewone geregelde leven
zee, precies op de uren afgepast, gaat weer
nen gangontegenzeglijk is juist die regelmaat bij
tstek geschikt om de eentonigheid, welke nood-
keljjk uit eenen voortdurenden blik op lucht en
ater moet voortspruiten, te verminderen.
1 Dec. De laatste maand van het jaar en wij hopen
len daarin het Vaderland terug te zullen zien.
'oorzeker eene genotvolle gedachte, vooral voor hen
jaren lang tusschen de keerkringen vertoefden
a na volbrachten arbeid de welverdiende rust op
Bn dierbaren geboortegrond mogen gaan genieten,
u drie uren en wjj kunnen Creta's of Candia's
lust in de verte waarnemen; wij zullen erop vrij
tooten afstand langs stoomen en er valt dus voor
ijj niets van te vermelden. Overigens is het vrij
oud in de Middellandsche Zee en is de tempera-
ïur niet evenredig aan het idéé, dat weitn Zuidelijk
uropa zijn gekomen. Reeds hooren wy verleidelijke
mgen van Messina's heerlijke straat vertelleneen
hietgebedje om prachtig weder, of minstens wat
Jnneschjjn stijgt opwaarts.
2. Dec. Op heden eene sterke bries, zou de zee-
an zeggende zee is daardoor onstuimig en hebben
ij weder dat vervelende stompen. Overigens is het
oed weer en staan alle zeilen bij, nl. zooveel als
Bn stoomschip kan bijzetten, want bijzonder veel
dat nu niethet gaat dus met snelheid naar het
esten, overigens blijft het een gewoon zeetafereel
onder iets opmerkelijks.
3 Dec. Het is ongunstig en guur weer: wy loopen
iet onze overjassen aan. Bij gebrek aan datklee-
ingstuk loopt een van de passagiers met eene reis-
Bken om het lijf, daaronder eene slaapbroek en een
»ar sloffen; dat vrij zonderlinge kostuum wekt
atuurljjk den lach- en spotlust op der medereizigers,
'aar de man zich natuurlijk weinig aan stoort
[ouwens, hij behoort niet tot de opgeruimde lui
an boordzijne gezondheid is niet al te best, eri.dk
flcof niet (lat Pluto erg veel met hem heeft op
gehad in het warme land, alzoo twee minder opwek
kende zaken. Wy stoomen nu door de straat van
Messina; wat een heerlijk panorama spreidt zich
nu voor ons uithoe overschoon ligt daar de stad
aan de zool der Italiaansche laars, met zyne buur
vrouw aan de overzijde op Cecilië. Wat zoude het
effect wel geweest zijn, indien de zon dat alles had
verlicht en de zee kalm ware geweestHet was nu al
zoo prachtig om te aanschouwendaar moeten wij
ons echter in getroosten. Eenige uren later varen wij
den rookenden Stromboli voorbijhet maanlicht laat
zijn zacht geheimzinnig schijnsel op den berg en zijne
rookwolken vallenhet is stil geworden in de natuur.
Als ik eenen roman schreef zou ik zeggende geesten
hebben dezen nacht gekozen om te beraadslagen
op deze plek. Ook ik en anderen staan te kijken
en te mijmerenwelke gedachten hebben wij allen
toch wel? Wat mij betreft, ik gevoel iets onbeschrij
felijks, iets liefelijks en vreedzaams, en onwillekeurig
roep ik met den Italiaan uit: „Zie hier een gedeelte
van mijn vaderland, dat van den hemel op aarde
is gevallen."
4 Dec. Na een rustigen nacht onder den indruk
van het genotene, begroet ons de morgen, met echt
Hollandsch Maarts weer, guur, winderig, regen en
mistig. Bah, roepen wij uit en kruipen spoedig
weer omlaagik dacht zoo bij mij zeivenwaar
kijken wq allen toch zoo naar? Eindelijk heb ik het
begrepen, 't is naar eene kachel, naar vuur en dat
wordt op de Suez-booten niet verstrekt; bjj den kok
zou nog een beetje troost zjjn te zoeken, doch de
kombuis is zoo klein en daarbij is hie man zoo
druk, dat er van verwarming bij hem geen sprake
kan wezen. Wjj redden ons dus zoo goed mogelijk
met onze kleederen, terwijl sommigen in hunne
hutten verdwenen. Zoo is het 9 uren in den avond
geworden en op het dek komende is de wind zoo
toegenomen, dat men op het dek bijna niet kan
blijven staannu is het dan ook stormweer en
giert en huilt de wind schrikbarend door want en
touwwerk. Wij gaan maar spoedig kooiwaarts, ei»
laten aan onze zeelieden de zorgen maar over,
daar wij toch aan niets helpen kunnen.
5. Dec. Het begin van den dag op dit kinder
feest is echter niet feestelijk, want de lucht is
grauw en de zee hoog met harden windhot is nu
9 uur v.m. en ligt de straat Bonifacius voor ons.
Tegen 2 uur gaat de wind liggen, breekt het zon
netje door en wordt het bijzonder fraai weer, wat
mjj genoegen doet voor het kleine volkje aan boord,
aan wie straks eenige verrassingen bereid zijnde
bakker zal ten minste den heiligen man voorstellen
en een paar Javanen zijn bijzonder geschikt voor
diens zwarte knechts. De maan is intusschen heerlijk
opgekomen, muziek doet zich hooren en aan het
gejoel en gelach bemerkt men, dat het feest in vollen
gang is, want ik zie nog al wat van die peuzels
present. Veel plezier mijne vrooljjke gasten, van harte
hoop ik dat „Neptunus" je niet zal storen in je
onschuldig vermaak, waar wij allen in deelen! Bij
het maanlicht kunnen wjj Sardinië en Corsica goed
onderscheiden; het is zeer bergachtig. Wie denkt
niet bij het gezicht op het laatstgenoemde eiland
aan den grooten woreldveroveraar in het begin dezer
eeuw; zal het einde dier eeuw wederom grootege
beurtenissen in het leven roepen? Terwijl ik dit
ter nederschryf, zoude ik haast zeggen er bestaat
veel kans op, want de gemoederen zijn alles be
halve rustig. Wie zal het ons zeggen?
6. Dec. Wjj naderen dan met sneller vaart ons
laatste stationde stad Marseille. De dag gaat zonder
stoornis voorbij en zien wjj heden te 61/, uur de
Fransche oorlogshaven Toulon op een afstand liggen,
dat wil zeggen de lichten der stad. Tegen 8 uur
wordt er gestopt en met de stoomfluit kennis van
onze tegenwoordigheid gegeven en tevens om eenen
loods verzocht. Na vrij lang wachten arriveert de
man en stoomen wij Marseille's haven in. Aan onze
linkerzijde zien wij de quarantaine-haven, voor ons
gelukkig onnoodig. Zoover ik zeggen mag als minder
bevoegd beoordeelaar, komt het mij toch voor, dat
een vijandelijk vaartuig hier onmogelijk binnen kan
komen, zoo grimmig liggen de beide forten, in en
op de rotsen geplaatst, je aan te gluren; ik moet
zeggen dat mij de haven zoo fraai en prachtig
mogelijk voorkomt en daar zeker geen tonnen gouds
aan gespaard zijn. Het is hier overvol met allerlei
maritieme voorwerpen in alle vormen en afmetingen.
Tegen 9 uur liggen wij aan den steiger voor een
groot gebouw of entrepót met kronen etc. Een Hol
landsch hoorngeschal geeft ons kennis dat er nog eene
boot der natie aanwezig is, hetgeen later ook blijkt
zoo te zijn. Het is koud, maar stil en waarlijk
zien wij, dat er zich kleine ijskristallen op het dek
vormen. Na het gebruik van iets verwarmends liggen
wij spoedig in Morpheus' armen.
Dec. 7. Goede morgen Marseille, wat ziet ge er
recht prettig en vroolijk uithoe heerlijk is het in
de zon, wat blinkt en glinstert alles in uwe prach
tige stralen, wat een leven, wat een gejoel, wat
eene werkzaamheidde natuur heeft een allervrien
delijkst aangezicht en de menschenkinderen genieten
en zjjn geloof ik dankbaar voor dat genot, ten
minste zoo zien ze er uit. Ofschoon de witte rijm
nog hier en daar is op te merken, rust het oog
mot welgevallen op groene gewassen en boomen.
De kade vult zich allengs met kooplieden, voorzien
van Fransche artikelen in elk genre. Orgels, liedjes-
zangsters, danseressen met de onontbeerlijke costig-
netten, dat alles geeft eene vroolijkheid, die ongemeen
aangenaam aandoet als men uit zee komt. Eene
knappe Frangaise, met een meisje van een jaar of
6 onthaalt de militairen op haar niet onaardig har
monicaspel, en een van de land verdedigers wordt
zoo gecharmeerd, dat een paar fraaie met gouddraad
geborduurde muiltjes het loon zijn voor hare ver
leidelijke Fransche lonkjes, die dan ook komen uit
een paar schoone oogen.
Na eenigen tijd in Marseille vertoefd en de merk
waardige Cathedraal St-Barbara, hoog op eene rots,
bezichtigd te hebben, keer ik weer naar mijn schip
torug. Er is reeds genoeg van die stad geschreven
om er nog wat bijzonders van te kunnen vertellen;
doch hoogst prettige uurtjes bracht ik er door, en
het was eene prachtige versterking voor de nog
voor den boeg liggende 14 dagen. „O die akelige
golf van Biscaia, dat kerkhof der schepen," zegt
de een tegen den ander; „waartoe anders is het
toch in de wereld dienstig dan om elkaar vrees
aan te jagenhet leidt tot niets." Daarbij komt
dat het volstrekt geen Evangelie is, dat het daar
altijd stormt; onzin; lieve lezeressen, hoort toch
niet naar die onruststokers, draait ze den rug toe
en loopt weg. Verscheidene passagiers verlieten
hier de brug, en verkozen liever wat spoediger
thuis te zijn, waarin ik hun geen ongelijk kon
geven, daar de nog restende 14 dagen voorzeker
een ieder door een ongekend verlangen naar huis-
gewis wat lang zullen duren. Om 6 uren lichten
wy het anker, roepen wij Marseille een hartelijk
vaarwel toe, en voorwaarts, den steven naar het
Iberische schiereiland, dat wy geheel moeten
omvaren.
Dec. 8. Harde wind en koudoverigens best weer.
Do Spaansche kust vertoont zich in het verschiet.
Of wy de Balearische eilandengroep nog zullen zien
Tot heden onbekend. Zooals hierboven gezegd is,
harde wind en bovendien nog regen; in 't kort:
akelig weer. Eenigen zijn al jaloersch op de lui,
die nu in een trein zitten, net alsof die ook niets
kon overkomen, adres aan onze spoorwegkronieken,
't Is wel wat zwartgallig van mij; maar goed,
wie blijft nu ook kalm onder al dat gepruttel on
gezanik? (Wordt vervolgd.)