Pit nummer bestaat git Twee BladeB. F*rij s raadsel. S320. ^ates°cle April. A0. 1887. paus DEZER COURANT: <§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering ran fen- en feestdagen, nitgegeren. Leiden, 1 April. \mi Leiden per S maanden.....1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Kommen0.05. PRIJS DER ADVERTENTTBN: Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17|. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het inoas- eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. In ons nomucr van aanstaanden Zaterdag avond zal weder een prysraadsel worden opgegeven. De toe te kennen Pryzen en Premiën zullen alsdan tevens worden medegedeeld. De antwoorden moeten ulteriyk den daaropvolgenden Maandag-morgen om II uren zyn ingezonden. Offloieele Soaalngerlngen. Tweede zitting van den Militieraad. Burgemeester en Wethoudors van Leiden; Gezien art. 92 der Wet van 19 Augustus 1861, betrek kelijk de nationale militie (Staatsblad No. 72); Gelet op de missive van den Kolonel, Militie-Commissaris ia het 3de district d«r provincie Zuid-Holland Doen te wetendat de tweede zitting van den Militieraad voor deze gemeente wordt gehouden in een der vertrekken van het Baadhuis, op Dinsdag den 12den en Woensdag den 13den April 1887, op eerstgemelden dag des middags te twaalf uren, tot het doen van uitspraak omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zaken, op laatstgemelden dag des voormiddags te elf uren, tot het doen van uitspraak omtrent hen, die als plaatsvervanger of als nummerverwisselaar verlangen op te treden; voorts, dat tot het opmaken der daartoe vereischte bewijsstukken, van heden af, ter Secretarie dezer gemeente, van des voormiddags negen tot des namiddags vier uren, Zon- en feestdagen uitge zonderd, wordt gevaceerd; welke gelegenheid de belang hebbenden worden vermaand zich ten nutte te maken, daar aan den loteling, die reeds bjj de militie is ingelijfd, over eenkomstig het bepaalde bij art. 70 der bovenaangehaalde Wet, door den Koning niet dan in bijzondere gevallen het stellen van een plaatsvervanger kan worden vergund. Eindeljjk wordt, ter voorkoming van misverstand, nog opgemerkt dat de loteling, omtrent wien de Militieraad in zijne eerste zitting reeds uitspraak heeft gedaan, niet in de tweede zitting behoeft te verschijnen, ten ware hij daarin een plaatsvervanger of een nummer- verwisselaar mocht willen voorstellen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTEB, Burgemeester. 1 April 1887. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van Leiden herinneren bij deze den belanghebbenden, dat, ingovolge de verordening van den 9den Januari 1868 (Gemeenteblad No. 1), de Beestenmarkt en de Kaasmarkt, in plaats van op Vrijdag den 8sten April a. s., zal worden gehouden op Woensdag, den 6den te voren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTEB, Burgemeester. 31 Maart 1887. E. KIST, Secretaris. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden Gezien art. 8, 1ste alinea, der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen op heden vergunning is verleend aan J. J. L. WEE en recht verkrijgenden tot het plaatsen van een veevoederketel tot het vervaardigen van zoogenaamde verpakking, in het per ceel Hooigracht No. 53. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTEB, Burgemeester. 31 Maart 1887. E. KIST, Secretaris. Aan de universiteit alhier is met gunstigen uitslag afgelegd het candidaats-examen in de rechts wetenschap door den heer J. W. Van der Poel, en liet doctoraal examen in de rechtswetenschap door den heer A. Van Gennep. De redactie voor den volgenden Leidschen studenten-almanak is samengesteld ui de volgende heerenD. W. K. De Roo De la Faille, praeses; II. L. Oort, abactis; H. Matthes, vice praesesA. A. Cnopius, vice-abactis, en G. Vissering. Tot eereleden van het Leidsche studentencorps zijn in de jongste corpsvergadering benoemd de heeren Van Wijngaarden, Bussemaker en Engel- brecht. Eerstgenoemde, afgetreden praeses van hot corps, heeft tevens gehoor gegeven aan het verzoek van het nieuwgekozen Collegium om ook voor dit jaar weder zitting te nemen in het bestuur der 3-October- vereeniging als vertegenwoordiger van het Leidsch studentencorps. Hedenmorgen werd in het familiegraf op den doodenakker te Katwijk aan Zee ter aarde besteld het stoffelijk overschot van wijlen onzen stadgenoot dr. Jb. Baert. Nadat de lijkstaatsie, bestaande uit den rouwwagen en twee volgkoetsen, omstreeks tien uren het sterfhuis had verlaten, kwam men om over halftwaalf aan de laatste rustplaats der afgestorvenen aan. Toen de met twee kransen be dekte kist in de groeve was neergelaten, werden den overledene eenige woorden van waardeering gewijd door ds. R. Koopmans Van Boekeren, die ongeveer aldus sprak: Zoo hebben wij dan het stoffelijk overschot van onzen algemeen geachten en beminden Dokter Baert aan den schoot der aarde toevertrouwd. Stoffelijk overschot ieder weet wat wij met dat toevoegsel bedoelen. Vergunt mij, mijne vrien den 1 dat ik 't onder woorden breng, wat wij daarbij gevoelen. Is niet dit onze meening dat er van onze vrome afgestorvenen nog iets anders overblijft dan alleen het stof, dat in het graf geborgen wordt? Voorzeker, van onzen waardigen geneesheer Baert blijven ons schoone en lieflijke herinneringen bij de herinnering aan een wel besteed onnuttig leven, 's Mans levan was werken, zijn werk een werk dor liefde. Overal en altijd en aan iedereen wilde hij zijne hulp biedenvoor armen zoowel als voor rijken was hij de vriendelijke raadsman, en wie zich ooit op zijn werk liet voorstaan of mocht roemen op de vrucht van zijn arbeid, onze nederige Baert deed dit nooit. Om al deze redenen laat de waardige grijsaard voor u, zijne zonen en verdere betrekkingen, een geestelijke nalatenschap achter, bestaande in een goed voorbeeld en een stichtelijk aandenken. Stichtelijk, ja, want Baert was niet slechts een goed, hij was ook een godsdienstig man. Waar zoodanige gunstige getuigenis bij de geopende groeve onzer vrienden kan afgelegd worden, daar is het spreken wol een aandoenlijk, maar niet een moei lijk werk, en daar bevelen wij, na het stof bezorgd te hebben, den geest vol blijde hoop in de handen des Hemelschen Vaders! Met aandoening betuigde daarop de oudste zoon des overledenen den geachten spreker en hun, die door hunne tegenwoordigheid van hunne deelneming blijk hadden gegeven, hartelijken dank, ook namens zijne medefamilieleden. Op verlangen van het bestuur der afdeeling Leiden en Omstreken, van de Maatschappij tot be vordering der Bouwkunst zal het verslag der gis teravond gehouden buitengewone vergadering eerst later en wel in ons nummer van Maandag-avond geplaatst worden. Hedenmorgen werden 134 jongens van de Kweekschool voor Zeevaart alhier overgeplaatst en wel 67 naar elk der opleidingsschepen te Amsterdam en Rotterdam. De jongens vertrokken onder bevel van de luito- nants ter zee 2de klasse H. A. Schoonhoven en G. J. Van der Hout, welke officieren eveneens aan boord dier opleidingsschepen zijn geplaatst, terwijl zij hier vervangen zjjn door de luitenants ter zee 2de kl. W. Houwing en C. Beels. De zomercursus neemt thans een aanvang met een getal van 85 jongens. Bjj de Leidsche Spaarbank word in de drie eerste maanden van dit jaar ingelegd f 165,974.161 terugbetaald f 181,651.26'/2, afgegeven 379 nieuwe boekjes en geheel afgelost 334. Op 31 Maart bedroeg het gezamenlijk tegoed der 8101 inleggers f 1,555,053.40. Op de voordracht voor leeraar in de wis- en werktuigkunde aan de H. B.-School te Schiedam zijn geplaatst de heeren: J. E. Couvée te Leiden en G. Bakker te Amersfoort. Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor respondentie naar Noord-Amerika, door middel van het stoomschip „Rotterdam", van Rotterdam ver trekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk hedenavond om 10.23 bezorgd zijn. Zondag a. s. treedt in de Ned.-Herv. kerk te Leiderdorp op de heer W. Zegers, predikant te Gorkum. Tot lid van den gemeenteraad te Katwijk is gekozen de heer E. Kraay, met 127 stemmen. De heer J. Lange verkreeg 30 stemmen. Haagsche bladen ontvingen gisteren ter inzage het volgende uit Batavia naar Den Haag gezonden tele gram: „De berri-berri heerscht vreeselijk op Atjeh Barisan terug. Er zijn ernstige onlusten op Celebes uitgebroken." Naar aanleiding van bovengenoemd particuliere telegram van Batavia, is dan ook, naar men ons heden uit Den Haag meldt, telegraphische inlichting aan den gouverneur-generaal van Nederlandsch- Indië gevraagd. Een heden aan het departement van koloniën ontvangen telegram van dien landvoogd luidt als volgt: „Werkelijk is de berri-berri vrij hevig onder de barisan van Madura in Atjeh uitgebroken en mach tiging verleend om de beide compagnieën terstond terug te zenden. De gouverneur van Atjeh ver klaart in de eerste maand geen aanvulling van troepen noodig te hebben. „Van onlusten op Celebes is niets bekendalleen is Loewoe onwillig om een nieuw contract te sluiten en zal wellicht eene maritieme demonstratie voor ons prestige noodig zijn." Uit het voorloopig verslag der Tweede Kamer omtrent het wetsontwerp tot uitstel der periodieke (Juli)-verkiezingen blijkt in hoofdzaak (want be schouwingen over de noodzakelijkheid van dit ontwerp na de schorsing der debatten over de Grondwetsherziening hebben haar waarde verloren na de beslissing Woensdag genomen) dat eenige leden liever met de Grondwetsherziening wilden voortgaan tot tegen het tijdstip der gewone perio dieke verkiezing, desnoods met vcortgaande behan deling van eenig bijzonder urgent geacht hoofdstuk, bijvoorbeeld het achtste, en op bedoeld tijdstip, ook al mocht de geheele herziening dan nog niet zijn afgeloopen, tot ontbinding der Kamer over te gaan. Deze leden brachten dien wensch in verband met een ander denkbeeld. Zy zouden de Grondwet willen herzien, telkens naar gelang de behoefte daaraan op eenig bepaald punt bleek, zooals ge schied is met art. 198. Treedt volgens de ontworpen bepalingen eener gewijzigde Grondwet, de geheele Kamer om de vier jaren af, dan zou men in dat vierjarig tijdvak telken male kunnen nagaan, welke wijzigingen in de Grondwet werden vereischt. Hiertegen werd aangevoerd dat het volgen van eerstbedoelden weg zou zijn een terugkomen op de motie van den heer De Geer Van Jutfaas, welke door de Kamer is verworpen. En wat het tweede denkbeeld betreft, dit scheen geheel in strijd met het karakter van stabiliteit, dat toch wel het hoofdkenmerk van elke Grondwet behoort te wezen. De vraag werd gedaan, of het tijdstip der ver kiezingen voor de Eerste Kamer der Staten- Generaal niet eveneens behoorde te worden ver schoven. Voorts werd door zeer vele leden in plaats van aan den tweeden Dinsdag van Augustus in het eenig artikel, de voorkeur gegeven aan den laatsten Dinsdag dier maand. Ook dan toch zouden de verkiezingen nog vóór den derden Maandag in Septembèv kunnen zijn afgeloopen. Volgens som-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1