N3. 8304.
TMxi&sdai?
A0. 1887.
Dit nummer bestaat sit Twee Bladen,
■feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van fpn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 14 Maart.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden..1.10.
Franco per post1.40.
Afzenderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER AD VERTENTTEN
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17|.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incas-
eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Door den gemeenteraad werd in het laatst van
liet vorig jaar in behandeling genomen het voor
stel van B. en Ws. om een hardsteenen gedenk -
teeken op te richten op de plaats van de ramp
van 1807 in den wal aan de zjjde van het Steen-
schuur vóór de Langebrug, waarvan de kosten wer
den geraamd op ongeveer 100.
Aangezien echter door den heer Du Rieu het
denkbeeld werd geopperd om in plaats van een
gedenksteen liever eene kleine gedenknaald in het
Park op te richten, werd de zaak aangehouden en
met 16 tegen 6 stemmen besloten het college van
B. en Ws. uit te noodigen daaromtrent een nader
onderzoek in te stellen.
De commissie van fabricage heeft daarop eenige
plannen doen ontwerpen voor de uitvoering van
het geopperd denkbeeld, blijkens de nu aan den
gemeenteraad overgelegde schetsteekening. De daarin
ontworpen drie gedenknaalden zijn gedacht op eene
hoogte van ongeveer drie meter en worden be
groot No. 1 op 375 en No. 2 en No. 3 elk op ƒ425.
Hierbij valt op te merken dat eene hoogte van
minstens ongeveer drie meter bepaaldelijk wordt
vereischt, daar het anders al te onbeduidend zoude
worden, doch tevens rijst de vraag of in de nabij
heid van het groote gedenkteeken van Leiden's
ontzet een dergelijke naald wel op haar plaats
zal wezen.
In de tweede plaats zijn op de schetsteekening
afgebeeld twee monumentale bloemvazen, waaraan
evenzeer een opschrift ter herinnering aan de ramp
kan worden aangebracht, waarvan de kosten zijn
geraamd van No. 4 op ƒ450 en van No. 5 op 500.
Hierdoor zoude, volgens B. en Ws., aan het be
zwaar van het onbeduidende van een gedenknaald
in verhouding tot het gedenkteeken van Leiden's
ontzet, worden te gemoet gekomen, terwijl de plaat-
siDg van een bloemvaas, een fontein of iets der
gelijks ter herinnering aan een of ander belangrijk
feit overigens zeer gebruikelijk is.
In de derde plaats is op de schetsteekening ont
worpen een gedenksteen ter plaatsing in den wal-
muur, waarvan de kosten thans zijn geraamd op
ƒ150, terwijl al de ontwerpen zijn gedacht in
Oberkirchner zandsteen.
B. en Ws. geven aan de plaatsing van een gei
deaksteen de voorkeur, daar de bezwaren verbonden
aan de plaatsing van een gedenknaald boven aan
gevoerd hun inderdaad overwegend voorkomen en
zij mede een uitgave van 450 a 500 voor de
oprichting van eene monumentale vaas in het Park
niet wel gerechtvaardigd achten.
Dat ter herinnering aan de ramp eenig uiterlijk
kenteeken worde aangebracht komt hun wenscheiyk
voor, doch onder voorwaarde dat daaraan slechts
een luttel bedrag behoeft te worden ten koste
gelegd, zooals met de plaatsing van een gedenk
teeken het geval is, terwijl hun het oorspronkelijke
plan, waaraan eene uitgave van ƒ100 verbonden
was, voor dit doel voldoende schijnt.
B. en Ws. geven mitsdien in overweging hen
tot de plaatsing van laatstbedoelden gedenksteen
te machtigen en het daarvoor benoodigd krediet
van ƒ100 te verleenen.
- By den boekhandelaar den heer S. C. Yan Does-
burgh alhier ligt het volgende, tot den Koning gerichte
adres ter teekening:
„SireGeven aan Uwe Majesteit met den diepsten
eerbied te kennen
de ondergeteekenden, allen Nederlanders, die leven
dig belang stellen in de welvaarten den bloei onzer
koloniën
dat zy met groote belangstelling kennis genomen
hebben van het verzoekschrift op 3 Maart 1887
tot Uwe Majesteit gericht door een aantal hunner
medeburgers van verschillenden rang en stand;
dat zy, zonder zich voor den verderen inhoud
van gemeld verzoekschrift aansprakelyk te stollen,
toch volkomen instemmen met deconclusie, waar
toe genoemde adressanten gekomen zyn;
dat zy zich daarom wenden tot Uwe Majesteit
met eerbiedige, doch dringende bede, dat het haar
behage, zoodanige maatregelen te nemen ter ver
sterking van personeel en materiëel bij leger en
vloot in Nederlandsch-Indië, als noodig zullen biyken
om beiden in staat te stellen de Nederlandsche
heerschappy aldaar behoorlpk te handhaven."
Het zal zeker wel overbodig zyn onze in deze
zaak belangstellende stadgenooten tot eene ruime
teekening op te wekken. Hoe algemeener de deel
neming zy, des te meer klem en gewicht verkrygt
de in het adres uitgesproken wensch, waarvan
zeker niemand de groote beteekenis zal willen of
durven ontkennen.
Zelfs zou het o. i. zeer doeltreffend zyn, indien
in andere steden het hier gegeven voorbeeld navol
ging vond.
Wy verwpzen voorts naar eene in dit nommer
voorkomende advertentie.
Op de Roomsch-Katholieke begraafplaats aan
de Zylpoort werd hedenmorgen, na de godsdien
stige ïykplechtigheden in de kapel, aan den schoot
der aarde toevertrouwd het stofïeiyk overschot van
wylen den heer G. Rietbergen, dezer dagen na een
smarteiyk ïyden op ruim 57-jarigen leeftyd over
leden.
Tal zyner vrienden en vereerders hadden zich
reeds vroegtydig op den doodenakker vereenigd,
waaronder we opmerkten den directeur, onder-direc
teur, opper-, brand-en adjunct-brandmeesters, leden
der Yereeniging „Bouwkunst en Vriendschap", die
van de „H. Vincentius-vereeniging", het college
collectanten der parochie waartoe hy behoorde en
waarin de overledene, evenals in de andere colleges,
tot of tot kort voor zyn verscheiden zitting bad.
Was hij in zyn leven eenvoudig, ook de hem
gebrachte laatste hulde was daarmede in overeen
stemming. Er werd dan ook niet aan zyn graf go-
sproken, maar de drie fraaie kransen, welke de
kist bedekten, en de zoo talryke aan den dag ge
legde belangstelling waren er niettemin de duidelyke
en ongekunstelde biyken van, hoe zeer de overle
dene als mensch door allen werd gewaardeerd en
hooggeacht.
By de heden gehouden openbare verkooping
van cokes in partyen van 100, 50, 10 en 5
hectoliters, waren de hoogste pry zen 35, ƒ19,
ƒ3.80 en 1.90de laagste 35, 18, 3.70 en 1.85.
De Nederlandsche Floralisten-bond heeft hare
eerste buitengewone vergadering met dames ge
houden, waarin als spreker optrad de heer W.
Lefebre, uit 's-Hage, die tot onderwerp gekozen had
„Reuzen en dwergen." Spr. behandelde eenige zware,
in hun vaderland groeiende boomen en haalde aan
de kolossale wouden in Californië van de Welling-
tonia gigantea, die van 100 tot 140 meter hoog
zyn en die geschat worden op een gemiddelden
ouderdom van 1200 a 1500 jaren.
Naast deze noemde spr. de Arancaria's uit Chili 5
Brazilië, de Norfolks-eilanden en Indië, die in hun
vaderland van 50 tot 80 meters hoog wordenwyders
eenige palmsoorten, zooals de Mauritia (wynpalm),
de colomus, de ceroxyion enz. enz., die van 70 tot
100 meter hoog worden enz. Ook de Ficus benja
mins en de Ficus religiosa werden door spr. her
innerd, waaronder keizer Alexander de Groote mot
zyn geheele leger overnachtte. Yan zulke reuzen-
boomen kan men zich hier in Nederland geen
denkbeeld geven.
Hierna behandelde spr. de dwergen in het plan-
tenryk. Heeft de mensch voor de eersten een zeer
hoogen eerbied, voor de laatste zooals zwammen,
wassen, champignons enz. is juist het tegenover
gestelde het gevaldeze worden door hem als het
ware niet gezien, ja worden zelfs vertrapt.
Deze lezing werd opgeluisterd door een aantal
gravures, welke door den geachten spreker wel
willend werden afgestaan om onder de aanwezigen
te worden verloot, hetgeen met een daverend applaus
werd begroet. Ook werden in de pauze nog een
paar fraaie kamerplanten verloot. d. m.
Met ingang van 1 April a. s. wordt de paarden
arts 3de kl. P. Brouwer, van het 1ste reg. veld
artillerie te Utrecht, gedetacheerd by het 2de reg.
veld-artillerie te Leiden, terwyl de tot paardenarts
3de kl. by het 2de reg. veld-artillerie benoemde
veearts M. E. Bentinck op bovengenoemden datum
gedetacheerd wordt by het 1ste reg. veld-artillerie
te Utrecht.
Ds. Pyzel, te Eist, die beroepen is te Leiderdorp,
en eerst voornemens was, zooals gemeld is, den 17den
April a. s. zy'ne afscheidsprediking te Eist te hou
den, zal dit nu niet kunnen doen vóór in het laatst
van Mei, omdat eerst tegen dien tyd het proces in
zake de kerkelyke quaestie te Leiderdorp zal kun
nen zyn geëindigd.
In de 11. Vrydag gehouden vergadering der
Vereeniging tot Volksontwikkeling te Boskoop trad
als spreker op het bekende Kamerlid, de heer
Heldt, met eene rede over de sociale quaestie.
Nadat de spreker geëindigd had, werd gelegenheid
gegeven tot gedachtenwisseling en het vragen van
inlichtingen- Hiervan maakte een der aanwezigen
gebruik om twy'fel te opperen over de wensche-
iykheid om reeds nu algemeen stemrecht in te
voeren, hetwelk door den spreker onder meer als
een middel tot verbetering van maatschappeiyke
toestanden was aangeprezen. Laatstgenoemde beriep
zich op de eenstemmigheid, welke by alle partijen
en richtingen bestaat, om zoo al niet tot algemeen
stemrecht, dan toch tot uitbreiding van kiesbe
voegdheid en daardoor tot eene betere Volksver
tegenwoordiging te geraken, tevens in herinnering
brengende het indertyd omtrent dit punt door prof.
Buys gegeven advies. Het kwam dan louter neer
op de quaestie van meer of minder, maar over de
wenschelykheid bestond geen verschil meer. Met
een woord van dank aan den spreker voor zijne
betoonde belangstelling in volksbelangen, sloot de
voorzitter de vergadering.
Te Zwolle is in den ouderdom van 78 jaren
overleden de heer G. J. G. De Vidal de St.-Germain,
oud-burgemeester van Heino.
Do „Midd. Crt." van 14 dezer meldt: Men
doet ons heden mededeeling van het feit dat do
„Rott. Lloyd" het voornemen heeft een nieuw groot
stoomschip aan te bouwen en dat daarvoor met
de Koninkiyke Maatsehappü „De Schelde" onder
handelingen zyn aangeknoopt.
Zou zulk eene gebeurtenis voor de Nederlandsche
nyverheid in het algemeen zeer merkwaardig zijn,
vooral zou dit van veel belang wezen voor de
provincie Zeeland, en voornamelijk Middelburg en
Vlissingen, omdat dan een groot aantal werklieden
een gunstig jaar te gemoet gaat.
De gewone audiëntie van den minister van
justitie zal 15 dezer niet plaats hebben.
In antwoord op het ook door ons medegedeelde
artikel van den heer J. Spanjaard in de „Delftsche Crt"
van 6 dezer zond dr. C. Snouck Hurgronje onder
staand stuk dd. 10 Maart, aan genoemde courant:
„Mynheer de Redacteur! In het eerste blad uwer
courant van Zondag 6 Maart komt een schryven
van prof. Spanjaard voor, dat my eerst gisteren,
na mynen terugkeer van eene buitenlandsche reis,
onder de oogen kwam. In dat schryven worden