FAMILIE SNATERS. N°. 8301. Vrijdag 11 Maart. A0. 1887, Feuilleton. EEN DAG UIT HET LETEN EENE SCHETS P. J. ANDRIESSEN. LEIDSCH DAGBLAD PBIJS DEZER COURANT Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Aüonderlgke Hommers0.05. 1,1 8,1,11 Slot.) VAN DE (§tze jouraat wordt dagelijksmet uitzondering ran fon- en feestdagen, uitgegeven, PRI.T3 DER ADYEKTENTIEN: Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Greotere lettere naar plaatsruimte. Voor het incae- Beoren buiten de etad wordt 0.10 berekend. DOOR „Te verzoeken!" riep mijnheer Snaters uit. „En je wist nog niet eens, dat de zaak zou doorgaan!" Alsof ik niet overtuigd was, dat ik een juweel van een man had, die om zijn fatsoen, om zijn vrouw en om zijn kinderen, mij deze kleinigheid niet zou weigeren. Kom, laat me u nog eens in schenken. Er is nog een restje in de flesch; net genoeg voor jou." „Zoo, dank je," zeide mijnheer Snaters; terwijl hp met de hand wenkte, 't geen even goed kon beteekenen: ,,'t is genoeg," als: „schenk maar toe." „En," vervolgde hij, „als 't nu eens niet doorgegaan was, wat zou je dan tegen tante Dientje gezegd hebben?" „Wel, dat er wat in den weg gekomen was, of zoo iets," zeide mevrouw. „Tante Dientje is veel te goed, om het kwalijk te nemen." „Te goed!" zeide mijnheer Snaters. „Dan mocht ze haar armen neef wel van tjjd tot tijd wat tege moet komen!" „•Ja, maar tante heeft het hare ook wel noodig," zeide mevrouw. „Weet je wat? ze hoort tot de conservatieve partij," hernam mijnheer Snaters. „Ja, of ze tot de conservatieve partij behoort, weet ik niet," hernam mevrouw. „Maar je-kunt haar toch niet kwalijk nemen, dat ze zich niet uitkleedt, vóór ze naar bed gaat." „Wel, waarom gaat ze dan maar niet naar bed hernam mijnheer, ,,'t Zou voor ons een groote uit redding zijn!" Dit punt was nu juist geen punt van aanraking tusschen de twee echtgenooten, want ofschoon hun gevoelens daaromtrent twee tegenovergestelde polen waren en in de natuurkunde twee tegenoverge stelde polen de eigenschap hebben, elkander aan te trekken en twee gelijke, elkaar af te stooten; in de zedelijke wereld heeft juist het tegenover gestelde plaats 'en stooten verschillende meeningen elkander af. Mevrouw Snaters begreep, dat ze de zaak niet moest gaan bedorven, door over 't al of niet wen- scheljjke van „tante Dfentje's naar bedgaan" met haar man te gaan twisten. Daarom zeide zij „We krijgen van tante Dientje het fijne damas ten tafellaken met de daarbij behoorende servetten en 't noodige tafelzilver ter leen. Dat heeft uw oudste dochter zoo bedisseld!" „Die drommelsche meid," riep mijnheer Snaters uit. „Die kan bij tante Dien alles gedaan krijgen. Nu, nekje, als tante Dien eens haar nachtmuts opzet, dan zul je wel voor een goed legaat in haar testament staan en dan loopen de vrijers den stoep plat en we hebben een vaatje zuur bier minder in huis." Mijnheer Snaters was aardig, aardig op zijn ma nier misschien ten gevolge van de punch. Moe der en dochters echter begrepen, hem in een goede luim te moeten houden, want de dubbeltjes zaten nog in den zak en er was nog een klein staartje aan de muis, of liever aan den hond en over dat staartje moest papa ook komen. „Zouden we nu niet eens even een klein overslag over de kosten maken, manlief?" vroeg mevrouw. „Ja, dat is wel noodig," antwoordde mijnheer Snaters. „Ik dien toch ten naastenbij te weten, wat het kosten zal." „Hier is papier, papa," zeide Clementine. „En hier een potlood," voegde Emma er bij; terwijl ze haar papa dat ingrediënt overreikte. We zullen u niet vermoeien met de verschillende opgaven, waarbij natuurlijk de wijn, de sigaren en de kaarten niet werden opgeschreven. De dames zouden er anders wel uit merken, dat elke post wat te hoog werd opgegeven; b.v. 8 pond kalfs- vleesch, waar 7 zouden besteld worden, 5 ons rook- vleesch, waar men met 3 ons toekon de jonge dames moesten ook nog ieder een boordje en een strik hebben; maar daar behoefde papa niet van te weten. Eindelijk was alles opgeschreven en telde papa de som op. „Hoeveel is 't, papa?" vroeg Clementine. Papa noemde haar 't cijfer. „Lieve hemel! zoo weinig!" riep Florentine uit. „U heeft u zeker verteld." ,,'t Is toch zoo kinderen!" zeide hij. „Nu dan is 't een mirakel!" zeide Clementine. „Wat kunnen de menschen dan een bluf slaan voor zoo'n beetje geld!' „Dat had ik nooit gedacht!" zei Emma. „Ik dacht het ook niet", zei mama, „ik heb er anders erg tegen opgezien, dat wil ik nu van achteren wel bekennen." „Mij valt het ook geducht mee", zeide mijnheer Snaters, die den wijn, de sigaren en de kaarten geheel vergat. „Nu, pa, dan kunnen er voor ma en ons ieder wel een paar paille glacé-handschoenen over schieten, hé?" „Vier paar", zei mijnheer Snaters bedenkelijk, „dat is viermaal zooveel." „Maar 't zal zoo deftig staan, als we de gasten met glacé handschoenen ontvangen", zei Clementine. „En we kunnen ze later ook dragen" zei Flo rentine. „O, als 't witte waren, al presenteerde u ze ons, ik zou er u voor bedanken. Maar paille glacé, o, 't is zoo'n deftige dracht." „En zoo goedkoop", zeide Emma. „Altijd veel goedkooper dan donkere." „Nu, in vredesnaam! Kom ik over den hond, dan kom ik over den staartzeide mijnheer Sna ters. „Dus viermaal. „Een gulden vijftig", antwoordde Clementine. „Dat is zes gulden. Doch nu ook basta! Anders gaat mijn heele trimester nog op." „He, papa!" riep Emma, „uw heele trimester!" „Ja, maar Emma van 't overschot moeten we nog ruim negentig dagen leven." „Voorzeker", antwoordde mevrouw Snaters. „En 't is nu genoeg, kinderen. Papa is waarlijk royaal genoeg geweest. We willen nu eens de lijst van onze gasten opmaken, en den avond bepalen, wan neer we onze soirée zullen hebben." Wij zullen de discussiën daarover niet volgen, ofschoon we er zeker een schat van menschen- kennis in den zin van 't leeren kennen van men schen en van maatschappelijke onoprechtheid zou den opdoen wjj, Amsterdammers, kennen de Haagsche vrienden van de familie Snaters niet. Zeker zouden wij ons verbaasd hebben over de verschillende redenen, waarom A gevraagd, B thuis gelaten werd; doch dat gaat hier al even zoo als in de residentie. We willen dus liever eindigen, terwijl ik den wensch uit dat ge u niet verveeld hebt, en zeer tevreden zult zijn, omdat ge nu weet, hoe geslepen de dames Snaters waren. Inderdaad was eene vrouw in staat, om Troje te doen vallen vier dames waren 't niet minder, om mijnheer Snaters over te halen tot het geven van een soirée. Eere dus aan 't beleid en de geslepenheid van 't vrouwelijk geslacht! Leve de dames! Gemengd Niuw8. Men schrijft ons uit Katwijk aan Zee, dd. 9 Maart: In de laatste drie dagen zijn alhier een 30-tal schuiten aangekomen. Zij besomden 50 a 130 in 6 tot 8 dagen reis. De vangst is over het algemeen schraal. Er werd besteed voor groote tarbot ƒ6 a ƒ10, klein soort idem 2 a ƒ3, groote tong 0.50 a 0.70, kleine idem 0.15 a ƒ0.20, bunschol ƒ0.40 a 0.60 en rog 0.30 a ƒ0.50 per stuk; levende buitenlekschol ƒ6 a ƒ9 en idem binnenlekschol ƒ4 a ƒ5 per mand. Aanstaanden Zaterdag-avond wordt aan Madame Albani, een half uur na afloop der voorstelling, door eenige abonné's van de Fransche opera te 's-Hage eene serenade gebracht vóór het „Hotel den Ouden Doelen" aan het Tornooiveld, in welk hotel de zangeres verblijft. De kleine kapel van het regiment grenadiers en jagers, onder leiding van den heer Yan der Linden, zal eenige muziek nummers uitvoeren. Het Russische leger. Een Russisch stafofficier van hoogen rang geeft in de „Daily News" eenige zonderlinge, maar wellicht niet geheel onjuiste onthullingen omtrent den toestand van het Russische leger. „Gij vraagt mij mijne meening omtrent een oor log tusschen Oostenrijk en Rusland? Rusland zou eene verpletterende nederlaag ondergaan, en wel te zekerder vernietigend, naarmate de oorlog eer uitbreekt. Wij hebben noch eerlijke aanvoerders, noch eenige eerlijke administratie. Onze geheele militaire en burgerlijke organisatie berust op een zedelijk, verrotten grondslag. Hare onlangs openbaar gemaakte opgaven omtrent onze strijdkrachten zijn volkomen onjuist. Een groot deel van onze millioenen soldaten bestaat alleen op het papier; het overige is ellendig gewapend en gekleed, ten gevolge van knoeierijen tusschen leveranciers en officieren van administratie. Duizenden van die soldaten zouden na twee dagen marsch onbruikbaar zijn. Natuurlijk, onze legerstatistiek is prachtig. Op het papier kun nen wij alles bewijzen. Maar wanneer men mij en vijftig andere eerlijke officieren volmacht gaf, dan zouden wij beginnen met vijfhonderd chefs van administratie op te knoopen, en daarmede de leger- hervorming beginnen. „Is u Ruslands inschikkelijkheid gedurende de laatste vijf maanden niet in het oog gevallen? Wij hebben ons om een handvol ellendige Bulgaren in de oogen van Europa belachelijk gemaakt. Ik wil niet zeggen, dat wij niet in staat zouden zijn, de zelfstandigheid van Bulgarije te onderdrukken. Maar daarbij zouden wij met Oostenrijk te rekenen heb ben, en ik herhaal het, met deze mogendheid kun nen wij ons niet meten. Wij hebben geen generaals. Generaal Gourko is misschien, sedert wij Kobeleff verloren, de man der toekomst. Maar hij is slechts een soldaat, een cavalerist; hij mist het talent voor het hoogste commando. In den laatsten oorlog hebben generaal Totleben en de wakkere Rumeenen ons gered van eene hopelooze nederlaag. Maar Tot leben is gestorven, en onze zwarte ondankbaarheid jegens de Rumeenen heeft ons hun kostbaar bond genootschap doen verliezen." In Rusland zal deze waarschuwing van de „Daily News," die nog wel tot de vrienden van Rusland behoort, niet onopgemerkt blijvenzij kan als con- rast dienen met de opgewonden en rooskleurige schildering, welke anderen over dit onderwerp gaven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 5