N". 8239. Woensdag O ""Waart. A". 1887. Leiden, 8 Maart. <§eze jouraat wordt dagelijksmet uitzondering van &on- en feestdagen, uitgegeven. LEIDSOH «ft DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.1.10. Franco per post1-A0. AEns.ndorljjke Nommers0.65. Hedenmiddag had in het Nutsgebouw alhier plaats de algemeene vergadering der „Vereeniging tot instandhouding van hot Kolff-fonds te Leiden." Daarin werd door het bestuur uitgebracht het vijfde jaarverslag der werkzaamheden van genoemde ver eeniging, waaraan we het volgende ontleenen: Met de verstrekking van geldelijke hulp aan Indi sche personen, in staat om de teruggave daarvan te verzekeren, werd voortgegaan. De in 1886 in leen verstrekte gelden hebben be dragen eene som van 1200, terwijl van zoodanige leeningen in dat jaar werd terugontvangen een bedrag van ƒ1047.50. Twee personen hebben de hun geleende gelden met de daarvan verschuldigde rente geheel aangezuiverd. De vorderingen der Vereeniging wegens in leen verstrekte gelden bedroegen op ulto. December 1886 de som van 2705, terwijl op dat tijdstip ten haren name in de Leidsche Spaarbank was ingeschreven eon bedrag van ƒ1021.551/!. Het aantal aanvragen om gelden uit het fonds in leen te verkrijgen was in 1886 groot en overtrof verre de daartoe beschikbare middelen. Hoe bijzonder welkom en gewenscht in sommige omstandigheden dergelijke geldelijke hulp kan zijn, bleek het bestuur weder uit een geval, dat zich in het afgeloopen jaar heeft voorgedaan. Een Oost- Indisch ambtenaar met verlof moest naar Indië terug- keeren, doch zijne vrouw met 12 kinderen achter laten. Hoe hjj echter tot zjjne herplaatsing in het onderhoud van dezen zou voorzien, was hem een drukkend en zorgbarend raadsel, tot het bestuur van het Kolff-fonds zich bereid verklaarde om ge durende zes maanden aan zijne vrouw uit te betalen eene som van 250 'smaands. De man was hier mede uit de grootste verlegenheid geholpen en het Kolff-fonds had eene weldaad meer te boeken. Aan bijdragen werd in 1886 in Nederland ont vangen eene som van ƒ185, terwijl die uit Indië nog van den Vertegenwoordiger mr. N. P. Van den Berg te Batavia worden te gemoet gezien. De zorgen, die het bestuur wijdt aan de jonge lingen die het zjjn toevertrouwd, ziet het gelukkig beloond door hunne vorderingen in het onderwijs, dat zij ontvangen, en hunne tevredenheid over de familiën, bij wolke zij inwoning, voeding en verzor ging genieten. Twee van de vijf brachten weer een deel der groote vacantie door in de vacantie-inrichting te Noordwijk en vervolgden na de in de duinen en aan het zeestrand genoten ontspanning met nieu wen lust hunne studiën. Slechts door één ingezeten van Java werd in 1886 de hulp van het bestuur ingeroepen voor som mige belangen zijner in Nederland vertoevende kin deren. Aan dit verzoek is gereedelijk gevolg go- geven en die hulp wordt geregeld verleend. Bij vernieuwing verklaart het bestuur zich bereid om voor de verzorging en opleiding van kinderen in Nederland zorg te dragen ten behoeve van ouders of voogden in Indië, wien daartoe geene geschikt© gelegenheid bekend is. Het bestuur heeft het wenschelijk geacht om zijn ledental met één te vermeerderen en daartoe aan- gozocht mr. J. J. Schneither Jz., die zich hiertoe welwillend bereid heeft verklaard. Uit het vorenstaande bljjkt dat het Kolff-fonds zjjn eenvoudigon maar nuttigen werkkring met ernst voortzet. Zjjn bestuur betreurt het steeds, niet over meer middelen te kunnen beschikken om in alle govallen, waarin Indische ambtenaren of officieren, hunne weduwen of weezen hulp behoeven, die hulp ook te kunnen verloenen. Daarom beveelt het dit Fonds bjj voortduring aan in de welwillendheid van allen, die zijn werkkring waardeeren en, gedachtig aan 't geen zij aan Indië te danken hebben, den minder gelukkigen op dat terrein in moeielijke om standigheden willen bjjstaan. Voor bjjdragen of inlichtingen kan men zich wen den tot een der leden van het bestuur, bestaande uit do heeren H. J. Bool, A. W. Sijthoff, F. Van Ketwich, J. A. Van Hameien mr. J. J. Schneither Jz., te Leiden, of tot den vertegenwoordiger der Ver eeniging in Indië, mr. N. P. Van den Berg te Batavia. De luit. ter zee 2de kl. H. A. Schoonhoven, thans gedetacheerd bjj de Kweekschool voor Zee vaart te Leiden, is geplaatst op de „Admiraal Van "Wassenaor" en G. J. Van der Hout, idem, op de „Anna Paulowna", terwjjl de luits. ter zee 2de kl. W. Houwing en C. Beols, thans non-actief, zijn gedetacheerd bij de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden. Per Engelsche mail ontvingen we hedenmid dag de Indische bladen van 29 Jan. tot en met 1 Febr. Men schrjjft ons uit NoordwjjkDe Noordwjjk- sche zangvereeniging „Zang en Vriendschap" her dacht jl. Zaterdag haar tienjarig bestaan door de uitvoering van een feostconcert. De heeren H. J. "Withake en Felix Driessen, beiden uit Leiden, W. H. C. Schmölling uit Haarlem en G. S. Van Krieken uit Amsterdam, verleenden bjj dit concert welwil lend hunne medewerking. Daardoor was het mogeljjk in het programma eene afwisseling te brengen, welke door hot vr jj talrjjke publiek zeer gewaardeerd werd. De eerste afdeeling van het programma bevatte Von Weber's „Jubel-Ouverture", een „Feestlied", ge componeerd door den directeur der vereeniging, en het eerste deel van Haydn's „Schöpfung." De uitvoering der beide eerste nummers was uitstekend; zoowel de pianisten als de zangers waren hi6r voor hunne taak berekend. Een werk als de „Schöpfung" uit te willen voeren met een koor van 25 personen en pianobegeleiding men zou het bjjna overmoedig kunnen noemen, en toch de uitvoering gaf veel prij zenswaardigs te genieten. De klank viel te roemen en de eenheid liet, op eene enkele uitzondering na, niets te wenschen over, terwjjl de soli voor tenor en bariton door de heeren Withake en Driessen werden vervuld op eene wjjze, welke den goeden naam dier heeren als solisten ook te Noordwjjk voorgoed vestigde. Met het zingen der sopraan-solo oogstte eene der dames-leden van de Vereeniging een welverdiend succes. De tweede afdeeling van het concert werd inge nomen door soli voor violoncel, tenor, bariton, sopraan, alt en een drietal koorliederen. De heer Schmölling, een goede bekende op de uitvoeringen van de Noordwijksche Zangvereeniging, handhaafde zjjn ouden roem door de uitstekende uitvoering van een „Divertimento sur des Airs Autrichiens" van Romberg, „Cantilena" van Goltermann en „Am Chiemsee" van Kücken. De „Cavatine" uit den „Paulus" en het „Spielmannslied" van Nicolaï gaven den heer Withake gelegenheid zjjn schoon, vol tenor-geluid en zjjne warme, ongekunstelde wjjze van zingen te doen bewonderen. De heer Driessen zong een drietal „Wanderlieder" (composities van den directeur der Vereeniging) met veel uitdrukking zjjn klankrjjk orgaan en de beschaafde voordracht werden algemeen bewonderd. De solo's voor sopraan en alt werden gezongen door dames-leden der zang vereeniging. Zoowel de keus der liederen: voor sopraan „Es rieselt am Rheine" en „Goldne Wellen" van Naubert, voor alt „Wie berührt mich wun- dersam" van Bendel en „Wenn ich ein Vöglein war" van Hiller, als de uitvoering zelve was verdiensteljjk en lokte herhaaldelijk goedkeuringen uit. Met eene flinke uitvoering van Göthes „Hoch- zeitslied," getoonzet door den directeur, werd deze uitvoering waardiglijk besloten. Bij den aanvang van het concert herdacht de president de voornaamste feiten uit het tienjarig leven der zangvereeniging, daarbjj met veel waar- PRIJ3 DER AD VER TENTIEN: Tu 16 regolg 1.05. Iedere regel meer 0.17). Grootore letters naar plaateruimte. Voor het inca«- eeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. deering wijzende op de groote dankbaarheid, welke de vereeniging verschuldigd is aan haren bekwamen en jjverigen directeur den heer O. L. Wernicke. Tevens werd het beschermheerschap dor vereeniging aangeboden aan Noordwjjk's burge meester, mr. H. graaf Van Limburg Stirum. Een door den president der vereeniging zeer smaakvol ontworpen en knap goteekend diploma werd den heer Van Stirum bjj deze gelegenheid overgereikt. Een concert als dat van Zaterdag-avond is voor de leden der vereeniging ongetwjjfeld eene groote aanmoediging om op den ingeslagen weg voort te gaan, terwijl een belangstellend publiek zich zeker niet zal laten wachten, wanneer het in de gelegen heid gesteld wordt zooveel schoons te hoeren en bovendien een bal bjj te wonen zoo geanimeerd als dat, hetwelk de aanwezigen na afloop van het concert nog tot laat in den nacht in gezellig samen- zjjn bjjeen hield. Op de aanbevelingslijst ter benoeming van een ontvanger der gemeente Valkenburg waren door Burg. en Weths. geplaatst de heeren W. Groot te Valkenburg en B. A. Beekman te Katwjjk. In zijne jongste vergadering werd eerstgenoemde door den gemeenteraad benoemd. Beroepen is naar de Nederl.-Herv. gemeente te Waddingsveen ds. Y. Bootsma te Lunteren. Het stoomschip „Conrad," van Batavia naar Amsterdam, passeerde Kaap Rocca 7 Maart; de „Limburg", van Rotterdam naar Java, passeerde 6 Maart Ponta da Guya; de „Madura," van Am sterdam naar Batavia, vertrok van Port-Saïd 6 Maart. Het Leidsche Tooneel. Een werk van Dumas fils en misdadigo liefde, ziedaar twee factoren, die onafscheidelijk van elkander zjjn. Overal, steeds en altjjd is zjjn pen gewjjd aan ontucht en huwelijksontrouwmen roepo zich slechts voorden geest zjjne „Diane de Lys", „Le fils naturel", „L'homme-femme" en zoo vele anderen; dikwjjls neemt hjj zelfs den handschoen op voor la femme déchue, hjj verdedigt haar en die verdediging grenst dan bijkans aan verheerlijking, zooals zjjn eerste en tevens zjjn standaardwerk „La dame aux camé- lias", zjjn „Les idéés de madame Aubray" getuigen. Ook het gisteren hier onder den titel van „Alphonse" opgevoerde stuk, in de oorspronkelijke taal „Monsieur Alphonse" geheeten, dient tot be vestiging van dat beweren. Alphonse is de pseudoniem van een dier verachte lijke wezens, die na eerst do eer eener vrouw geroofd te hebben, na eerst haar in het ongeluk gestort te hebben, haar vervolgens prijsgeeft aan kommer en ellende, of wel aan een leven vol wroeging, vol angst en vreeze. Dit laatste was hier het geval. Het gevolg van den misstap van Raymonde, welken zjj begaan had in gezelschap van Alphonse, het kind, dat lieftallig elfjarig meisje, moest voor immer aan haar oog onttrokken worden, het mocht haar niet tot moeder hebben, het mocht niet gestrooid worden, niet gekoesterd worden aan den boezem van haar, aan wie het het levenslicht had te danken, want zjj was gehuwd, zjj had hare hand geschonken aan een braaf, edel man, aan een officier, Montaiglin geheeten, die niet bekend mocht zjjn met het feit dat hjj door haar, toen zjj hem het jawoord schonk, op schandelijke wjjze bedrogen werd. Niet alleen echter voor haar, niet alleen voorde moeder, maar ook voor den vader, voor Alphonse, was dit kind een hinderpaal; ook deze wilde in het huweljjk treden, ook deze wilde zich verbinden met eene zeer rjjke, maar tevens zeer jaloerscha vrouw, met juffrouw Guichard. Deze, uit de heffe dor volksklasse voortgesproten,, zonder opvoeding, zonder ontwikkeling, maar begaafd met eene groote mate van instinct en doorzicht, weet het bestaan van dat kind te ontdekken en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 1