De ongeregeldheden.
aerczr.
daar hij eenigo nachten by zijne zieke vrouw had
doorgebracht, terwijl de verbalisanten niet met
zekerheid konden verklaren, dat de beklaagde in
dien nacht kapitein op de stoomboot was geweest,
Dejaarlyksche studentenroeiwed-
stryd, waaraan behalve „Njord" (Leiden), „Laga"
(Delft), „Triton" (Utrecht), dit jaar voor het eerst
ook „Nereus" uit Amsterdam zal deelnemen, is
vastgesteld op Zondag 22 Mei. Evenals de twee
vorige keeren is het Spaarne by Haarlem het
terrein van den wedstrijd. Het bestuur van den
Studentenroeibond, dat in eene vergadering te
's-Gravenhage dit bepaalde, bestaat dit jaar uit de
heeren A. L. Couvee („Laga"), praeses, P. C. Th.
Lens („Triton"), ab-actis, H. De Ranitz („Njord"),
quaestor, E. C. A. Koopmans („Nereus"), E. F.
Van Zanten Jut („Laga"), C. Revers („Triton"),
"W. J. H. Leuring („Njord") en M. J. M. Yuylsteke
(„Nereus.")
Door den heer H. L. Feun, aan het
"Warmonderhek, zijn weder vier vischotters ge
schoten. Gedurende eon tweetal dagen zijn de
dieren aldaar te bezichtigen.
Het O. M. bij de rechtbank te 's-Gra-
venhage is, zooals het „Vad." nader verneemt, niet
in hooger beroep gekomen in zake den Rurhaus
brand.
Men leest heden in de „N. Rott. Crt.":
„Het schijnt, dat ook te Rotterdam het volk zelf
den verkoop op de openbare straat van het socia
listische blaadje „Recht voor Allen" en de schot
schriften uit denzelfden koker wil beletten.
„Toen Zaterdag-avond omstreeks 10 uren een
rohdventer van dat blad zich op de Hoogstraat ver
toonde, vormde zich een zoodanige oploop achter
hem, dat hij door de politie in bescherming geno
men en geëscorteerd moest worden. Nadat hp in
dit gezelschap door de Lamsteeg geleid was, zette
hij het bjj de Lombardstraat als een haas op oen
loopen, achtervolgd door eene menigte menschen,
die hem echter spoedig uit het oog verloren.
„Later op den avond hoorde men een troepje jon
gens op de Hoogstraat zingen het uit Amsterdam
overgewaaide lied: „Hop, hop, hop! Hang do socia
listen op."
„Genoemde rondventer was echter de eenige niet,
die met het publiek in botsing kwam. Reeds om
streeks acht uren werd er een op de Hoogstraat
door een aantal personen op de vlucht gejaagd.
Terwpl deze beenen maakte, kreeg het publiek
oen collega van hem in het oog, die nu achterna
gezet werd en óp don Visschersdyk werd staande
gehouden. Men dwong hem te roepen: Leve de
Koning, Oranje boven," waaraan hy na lang aar
zelen voldeed. Toen ging er een gejuich onder de
menigte op. Dadeiyk daarop werd er een derde
colporteur opgemerkt, en nu werd ook deze opge
jaagd, de Beurssteeg door en de Blaak over, totdat
hy in eene herberg in de Wynstraat vluchtte. Daar
hield de menigte stand en riep onophoudelyk: „gooi
den socialist er uit!" De herbergier opende de deur
en gaf de verzekering dat de socialist aan den
achterkant zyn huis had verlaten. De menigte,
daarmede niet tevreden, bleef nog eenigen tijd voor
het huis staan zingen, maar trok ten slotte af
naar de Hoogstraat onder het zingen van het be
kende Amsterdamsche liedje„Hop, hop, hop," enz.
Uit Amsterdam wordt gemeld dat
onderscheidene verslaggevers van dagbladen door
den politie-commissaris zyn uitgenoodigd, inlichtin
gen te geven omtrent hetgeen zy zagen van de onge
regeldheden Dinsdag-nacht. Naast het justitieel, heeft
er dus een uitvoerig administratief onderzoek plaats.
Het kindje, dat op het Waterloo-
plein te Amsterdam doodgedrukt zou zyn, is nog
springlevend. De moeder had het onder hare jaj>on
verborgen.
De instructie in zake G. T. Hondriks,
voorheen ontvanger en secretaris van het polder
district Herwen en Aerdt en Pannerden en ontvan
ger van den dorpspolder Pannerden, ter zake van
valschheid in die betrekking gepleegd, is geëindigd
en de verdachte verwezen naar de openbare terecht
zitting.
Gisternacht is in de R. - K. kerkte
Gassel (N.-B.) inbraak gepleegd, en zyn de offer
bussen opengebroken, zoomede de meeste kerk
sieraden, zilveren en andere voorwerpen van waarde
gestolen. Men is de dieven nog niet op het spoor.
Do groote turfstrooiselfabriokte
I-Ielenaveen is onlangs afgebrand. Thans is de
eigenaar dier fabriek, S. Van E. te Roermond, ge
vangengenomen, onder verdenking van brand
stichting.
Eergisteren brandde te Stratum by
Eindhoven de woning, bewoond door den landbouwer
Van Grootel, geheel af. Slechts het vee is kunnen
gered worden, overigens is alles door de vlammen
verteerd. De oorzaak van den brand is onbekend.
Alles was verzekerd.
Aangaande den in het Pruisische
grensdorpje Tudderen, by Sittard, op zekeren
Schörgers gepleegden moord, verneemt men nog
het volgende: Zekere P., 'smorgens omstreeks 11
uren aan Schörgers een kerkbriefje willende bren
gen, vond de huisdeur eventjes geopend, doch door
eene tafel gebarricadeerd. Hy stak het briefje door
do opening en ging achter het huis om. De achter
deur geopend ziende, trad hy, door nieuwsgierig
heid gedreven, binnen, en bemerkte tot zyn schrik
dat S., alleen met een hemd bekleed, midden in
het vertrek met krampachtig gebalde vuisten in
een bloedplas op den grond lag. Het armzalig huis
raad lag her- en derwaarts in stukken in het rond.
In de nabyheid van het lyk bevonden zich een
dorschvlegel, een snoeimes en een pook, aan het
boveneinde van een hamer voorzien. Uit het door
de justitie ingesteld onderzoek bleek, dat den armen
70-jarigen man vier gapende wonden aan het hoofd
en tal van kleinere verwondingen over het lichaam
zyn toegebracht. Verder bracht het onderzoek aan
het licht, dat de vermoorde zelf de deur geopend
en zich wanhopig verdedigd moet hebben.
Van den moordenaar is intusschen tot dusverre
geen spoor te ontdekkenevenmin kan men be
vroeden, wat de aanleiding tot de misdaad is geweest.
Het anders altyd zoo kalme Leiden is het tooueel
geweest van de grootste wanordelykheden, waarby
de eigendommen niet ontzien werden.
Het drama schynt aldus te zyn aangevangen.
Evenals andere Zaterdag-avonden werd ook nu het
socialistische blad „Recht voor Allen" rondgevent
door een persoon, die het ditmaal-in tegenstelling
met vroeger, als wanneer men hem met rust liet
kwaad te verantwoorden kreeg, want de personen
die het hem reeds op de Haarlemmerstraat lastig
maakten, groeiden immer aan. Eindeiyk was hy
zelfs reeds handig van hoed, vervolgens van jas,
daarna van V6st ontbloot, en zeker zou hy meer
kleedingstukken hebben mooten ontberen, indien
de politie hem niet in bescherming had genomen,
zoodat hy nog met lyfsbehoud zyne woning op de
Heerengracht kon bereiken. Met eene zekere vrouw
R., die zich daarby niet aan de door de politie
agenten gegeven orders tot handhaving der orde
wilde storen, werden korte metten gemaakt, door
haar onmiddellyk naar het commissariaat te brengen,
waarby de politie eene zeldzaam kolossale mede
werking der burgery ondervond. Het geleek een
triumftocht. Het was toen omstreeks halftion.
Intusschen scheen hot reeds des middags bokend
geweest te zijn dat er des avonds in de tappery
by Tegelaar, in de Zandstraat, eene vergadering
van socialisten zou worden gehouden, welke men
thans wilde overvallen. Het ging er dus op los,
maar nog voor de aangerukte politie met commis
saris en inspecteurs het konden verhinderen,
waren de onderweg opgeraapte steenen reeds tegen
en door de ruiten terecht gekomen, zoodat er
weldra geen enkel heel bleef. Van eene vergadering
was echter niets te bespeuren.
Daarna trok men van den president naar de
tappery van Slegtenhorst op het Levendaal hoek
Kraaierstraat, veronderstellende dat daar dan mis
schien de vergadering zou plaats hebben. Ook hier
moesten do ruiten het toen geweldig ontgelden.
Een oogenblik van kalmte schynt er toen te
zyn ingetreden, echter om later voor grooter tuchte
loosheid plaats te maken.
Onverwachts verspreidde zich om halfelf de mare
door de stad, dat de anti-socialisten weder op het
huis van Tegelaar waren afgetrokken. De boel werd
er op verschrikkelyko wyze vernield. Groote kei-
steenen kwamen door de nu ruitenlooze ramen in
het huis terecht, niet alleen in de gelagkamer by
de Zandstraat, maar ook in de huishoud- en slaap
kamer, zijde Langegracht, waar de benedenverdie
ping in eene ware ruïne werd herschapen, maar ook
de ruiten der bovenkamer niet gespaard werden. De
voorhanden nommers van het blad „Recht voor
Allen" vlogen aan stukken gescheurd door de lucht,
terwijl een ander gedcolte er van lag te dry ven
in den inhoud van gebroken kruiken en flesschen.
Het was een walgelyk tooneel, èn om hot bedrijf
zelf, waarby burgers tegen burgers woedden, èn om
den onaangenamen geur, welke den dichtstbyof aanden
te gemoet kwam.
Do zoogenaamde Oranjeklanten hadden echter
nog meer socialisten op hun boekje staan. Voor
eene slytery op de Heerengracht, hoek Keiksteeg,
tegenover de katoen fabriek, werden eveneons met
groote_witte steenen, waarvan we er, toen de stoet
onder het zingen van het „Wien Neerlandsch bloed"
weer was weggetrokken, enkelen nog voor het
huis zagen liggen, - de ruiten ingegooid en een
gedeelte van de deur beschadigd.
Van hier ging hot de Groenesteeg door naar de
Middelstegracht, waar by eon aldaar wonend on socia
list insgelyks enkele ruiten werden verbryzoid, onder
het gezang van „Do Koning leve," doch hier bleef
men slechts kort, om opnieuw naar hetLovendaal
te trekken, ten einde de vernieling van Slegtenhorst's
woning, welke door de politie werd bewaakt, te
voltooien. De bende was toen inmiddels nog belang-
ryk in uitgebreidheid toegenomen, en ontzaglijk
was het aantal toeschouwers welke haar op den
weg volgden.
Opmerkelyk was de regelmaat en orde v,-aarmede
de stoot onder het aanheffen van een „Piet Hein"
kwam aangemarcheerd, nooit iemand langs den weg
molesteerende of hinder veroorzakende, als men
maar tydig ruim baan maakte.
"Was de vernieling in de Zandstraat groot ge
weest, hier geleek het een waar bombardement.
De aanval was algemeen. Alles moest or voor
zwichten. We stonden toen by een boom aan den
waterkant, voor het aangrenzende huis. Enkelen
beukten er op los met hunne vuisten, zoodat er
een paar aan pols en arm door de glasscherven
wonden bekwamen. Op eens komen er een paar
naar ons toegeloopen. Verschrikt wilden we ons
verwyderen, maar dadelyk werd ons toegevoegd:
„blyf maar staan, mynheer! Wy zullen u geen
kwaad doen", tegelykertyd voor onze voeten de
keien uil den grond rukkende.
Wel begrepen we waarvoor deze projectielen
bestemd waren, maar toch achtten we liet geraden
veiliger terrein op te zoeken, en zoo liepen we de
gracht om, de 'Nieuwbrug over naar de overzijde,
en steeds klonk het geluid van glasgerinkel en een dof
gerommel als van rollende steenen, terwijl nu en
dan de lucht daverde als ware hot van oorlogs-
of ander krygsgeschreeuw. We hooren hot gebons
en gebeuk tegen de deur, zien by het schynsel
der lantaarn de houten raamroeden achtereenvolgens
onder hevig gekraak, maar ook onder eene steeds
voortdurende aanhitsing van uit den troep, vordwynen,
totdat we, nadat het pas te voren schoen alsof
het geheele huis moest worden afgebroken, op
eenmaal het commando hooren klinken: „niet
gooien!" kort daarop gevolgd door een donderend
hoezee. Men scheen eene overwinning behaald of den
eenen of anderen buit veroverd te hebben. En wer-
kelyk, we zagen iets wits uit een raam te v >orschyn
komen, dat onmiddellyk in victorie werd rondge
dragen, waarby thans de deelnemers waren ge.
wapend met de latten der jaloezieën, welke van de
ramen waren gerukt en onder de aanvaüors ver
deeld. Het was het portret van Domela Kieuwen
huis in groote ronde lyst. „Heb je wol gehoord
van de zilvervloot?" klonk het weder m voort
ging het naar de woning van den burgemeester op
de Hoogewoerd, waar men opnieuw door het aan
heffen van enkele volksliederen van zyn vaderlands
liefde en gezindheid voor het Huis van Oranje
meende blyk te geven, zonder dat er echter werd
opengedaan of zich iemand vertoonde. Deze ovatie
alzoo zonder resultaat gebleven zyndo, ging het
naar het politiebureel en vervolgens naar de stu
denten-sociëteit „Minerva", waar men, hoe men er ook
do „schitterende kleuren van Nederlands vlag" ver-
heeriykte, voor doovemansooren zong. Er werd
geklopt, maar niet opengedaan.
Voort ging het toen weer, de Vrouwensteeg in,
met een omweg naar de Janvossensteog, waar by
een socialist, ook al herbergier, bereids kort te
voren de ruiten waren ingegooid. Op do nadering
andermaal van den troep zagen we een vrouw èn
een man met schreiende kinderen op don arm het
huis ontvluchten, om op de Van der Werf-straat een
onderkomen te vinden. Het glasgerinkel herhaalde
zich, doch slechts kort, en reeds was de stoet weer
verder gegaan, maar bleven nog vele nieuwsgieri
gen de vernieling aanstaren, toen op eenmaal een
verdacht rumoer zicli binnenshuis deed hooren en
weldra zag men een agent zich met een geweer
verwyderen, dat men den socialist, dio tot het uiter
ste gedreven scheen, afhandig had gemaakt.
Een kort bezoek werd vervolgens, onder het zingen