Hovy en keerde na eene poos met f 60 voor brood terug. Onderweg werd van voorbijgangers een paar gulden ontvangen, waarvoor brood werd gekocht, 't welk in de eerste plaats onder de vrouwen ver deeld werd. Yan den Kadyk trok de menigte weder naar het Volkspark terug. Daar werd verslag van een en ander uitgebracht, o. a. dat de kans gunstig is om ook van den Cen- tralen Diamanthandelsbond (in het gebouw Adamas, N. Heerengracht) eenige ondersteuning te verkrij gen. Een paar bestuursleden zullen er althans heden worden ontvangen ter bespreking van de voorge stane belangen. Ook deelde de secretaris Schiferli onder protest mede, dat politie-agenten, dus per sonen, die eene stedelijke betrekking vervullen, door hunne kinderen in het Volkspark brood lieten halen. Er werden gisteren 2200 brooden uitgereikt, waarvan 260 van de Volksbreodbakkerij. De officier van justitie bij de recht- bank te 's-Hage heeft heden één maand gevan genisstraf gevorderd tegen r. d. B. uit Rynsater- woude, wegens het opzettelijk niet voldoen van een bevel of eene vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar (den burge meester dier gemeente). Aangezien te Rijnsaterwoude geene plaatselijke verordening op het sluiten of ontruimen der her bergen bestaat, had de burgemeester in den avond van 4 December, op grond dat in de lokaliteit de orde werd verstoord, de ontruiming van de her berg gelast, aan welk bevel de beklaagde herhaal delijk weigerde te gehoorzamen, naar hij voor de rechtbank beweerde, uit vrees dat de boeren hem buiten te lijf zouden gaan. Zijn verdediger, mr. Rijshouwer, advocaat te Leiden, trachtte dit der rechtbank nader begrijpelijk te maken en concludeerde dat het bewijs niet was geleverd als zou bekl. met opzet het bevel van den burgemeester weerstreefd hebben. Te Bladel (N. - Br.) is in korten t ij d de boerderij, bewoond door den landbouwer F. Huischens, de geheele inboedel en het vee, eene prooi der vlammen geworden. Alles was verzekerd behalve het woonhuis. Uit Dongen wordt aan de „N. R. C.'' gemeldHerhaaldelijk vertoonen zich de schadelijke gevolgen van het verwerken van China-huiden, waaronder er blijkbaar zich bevinden, afkomstig van aan besmettelijke ziekten gestorven dieren Eene kleine puist is gewoonlijk het eerste teeken van het dikwijls doodende vergiftigingsproces. Dezer dagen deden zich weder twee ernstige gevallen voor Een lijder (looier) is herstellende; de ander, een schoenmaker, bezweek na een tweedaagsch lijden- Omtrent de reeds vermelde y s e 1 y k e zeeramp van de „Kapunda" zijn nog de volgende bijzonderheden bekend geworden: De „Kapunda" had aan boord 4 kajuitspassagiers, 268 tusschen- dekspassagiers, dr. Bentham, scheepsdokter, en een bemanning van 40 koppen. Gezagvoerder was kapt. John Masson, die reeds vele jaren in dienst bij de reeders van het schip was geweest. De lading be stond uit 600 ton handelsartikelen en 300 ton bal last. De „Kapunda" had vroeger verscheidene malen passagiers naar Australië vervoerd. De heeren Trin- der, Anderson Co., de reeders, hebben geen ander bericht van de ramp ontvangen dan dat door tus- schenkomst van Lloyd, en onmiddellijk nadat het ongeluk hun bekend was geworden, seinden zij aan particulieren, om bijzonderheden en de namen der geredden te vernemen. Uit de omstandigheid dat de reeders geene tijding van een der officieren of van een der schepelingen ontvangen hebben, is af te leiden dat de kapitein en de officieren met het schip gezonken zijn. Volgens berekening van den tijd van aankomst van de „Ulysse" te Bahia, mag men vermoeden •dat de ramp moet zijn voorgevallen kort vóórdat de „Kapunda" den evenaar bereikte, waarschijnlijk voor de Azorische eilanden. De „Kapunda" was een •der weinige schepen, welke de firma voor zich had laten bouwen, en aan de uitrusting ontbrak niets. Slechts één man meer was aan boord dan het wettelijk voorgeschreven getal. De kajuitspassagiers waren de heer Field met vrouw en vier kinderen, die naar de kolonie terugkeerden. In den regel bracht de „Kapunda" niet veel kajuitspassagiers over, want voor deze klasse van reizigers was niet veel ruimte aan boord. Al de andere passagiers waren landverhuizers, meerendeels behoeftigen, voorts Schotsche en Iersche boeren, die naar West - Australië waren vertrokken om hun lot te ver beteren. De meesten waren te Portsmouth aan boord gegaan. Van de 313 menschen, die de reis medemaakten, zyn 200 omgekomen. Onder de geredden bevinden zich naar het schijnt geene vrouwen. Het schip, waardoor de „Kapunda" werd aangevaren en in de diepte gesleurd, was de Engelsche ijzeren bark „Ada Meimore", op reis van Coquimbo naar Enge land. Hoe het ongeluk ontstaan is, weet men niet. De schok was verschrikkelijk, zoodat de „Ada Melrnore" zeer beschadigd werd en de haven moest binnenloopen. Het is opmerkelijk dat de „Kapunda" bjjna tweemaal zoo groot was als de „Ada Meimore." De Bulgaarsche officieren, die deel genomen hebben aan de onttroning van vorst Alex ander, hebben zich tot de redactie der „Pall Mali Gazette" gewend met de vraag, of het mogelijk zijn zou om den minister-president lord Salisbury voor eene Engelsche rechtbank te vervolgen wegens laster. Zij hebben daarbij het oog op Salisbury's bekende redevoering op het Lord Mayor's feest, waarin hij sprak van de officieren, die door vreemd goud omgekocht in het middernachtelijk uur den vorst, die hen ter overwinning had geleid, van den troon stieten. De bedoelde officieren loochenen voor eerst, dat de vorst hen ter overwinning leidde, want bij den aanvang van den slag van Slivnitza was hij verschrikt op de vlucht gegaan om zich te Sofia te verbergen; verder loochenen zij dat zjj, door wien dan ook, omgekocht zouden zijn. De „Pall Mali" heeft een rechtskundig advies uitgelokt, hetwelk luidt dat de zaak theoretisch wel mogelijk zou zjjn, daar Salisbury op een particulier feest had gesproken en niet in het parlement, waar hij onschendbaar is; doch dan zouden de officieren in Engeland moeten komen wonen en zelfs dan nog zou het hun niets baten als Salisbury, als lid van den geheimen raad, weigerde de bron te noemen, waaruit hij zijne inlichtingen heeft geput. Er zal dus wel niets van de zaak komen. Uit Mentone wordt wordt aan de „Figaro" be richt, dat prins Alexander van Battenberg incog nito aldaar is aangekomen en dat daar verscheidene leden der koninklijke familie van Engeland worden verwacht. INGEZONDEN. Eene begrafenisplechtigheid. Mijnheer de Redacteur, Wil mij vergunnen de volgende regelen in uw veelgelezen blad te plaatsen. Maandag 31 Januari was ik ooggetuige van eene begrafenisplechtigheid aan de voormalige Heeren poort. Omstreeks kwart voor tienen daar aange. komen, werd, volgens gebruik, het ljjk naar de laatste rustplaats gebracht. Groot was onze ver wondering toen het bleek dat de kist niet in het bestemde graf kon, hetzij dat de schuld ligt aan den grafmaker of aan den timmerman. Goede raad was duur, doch de twee personen, die met het maken van het graf belast waren, namen een kloek besluit, sprongen in de groeve en begonnen het zand verder af te steken, wat met veel moeite en levensgevaar gepaard ging. Ten slotte was het werk gereed en beproefde men nog eenmaal de kist in het graf neder te latenhet gelukte echter nog niet. Een der grafmakers stelde daarop voor, de spade maar in de kist te steken en aan dit voorstel gevolg gevend, werd de kist voor de helft van de lijst ontdaan, ten genoege van eenige om standers. Toen dit gedaan was, werd er nog eens beproefd, de kist te laten zakken en de hulp van een der omstanders ingeroepen, om door zijn zwaarte de kist te doen dalen, wat ook gedeeltelijk ge lukte. Er op dit oogenblik geen kans toe ziende de kist geheel te laten zakken, werd besloten het werk te staken en het later met behulp van een „paar mannetjes" veort te zetten. Nu vraag ik, Mijnheer de Redacteur, of zulks wel zou geschieden op de begraafplaatsen aan de Mare- poort of aan de Groenesteeg? Ik geloof het niet. Leiden, Uw. Dw. Dr. 3 Februari 1887. F. J. De Jong. Den llden Februari zal in het Nutsgebouw alhier een concert gegeven worden door mej. Van Thienen uit Delft en hare beide broeders. Ik wensch dit in ruimer kring bekend te maken, dan tot heden ge schiedde, omdat de concertgevers in hooge mate de belangstelling verdienen van ieder, die het wel met de kunst meent. Over de groote talenten van de heeren Van Thienen behoef ik niet uit te weiden; vroeger reeds bleek bij een door hen gegeven concert in de Luthersche kerk alhier, dat zü niet alleen degelijke musici zijn, maar ook dat zjj eeno eervolle plaats onder onze Nederlandsche toonkunstenaars innemen. Een dezer heeren is organist in de Doopsgezinde kerk alhier. Mej. Van Thienen bezit feen schoon sopraangeluid en heeft als zangeres groote verdiensten. Wat echter aan het concert eene groote aantrek kelijkheid geeft is de droeve omstandigheid, dat alle uitvoerenden blind zijn. Toch voeren de heeren Van Thienen o. a. met veel virtuositeit fuga's uit van Bach en toonen zich evenzeer meesters in het kla vier- als in het orgelspel. Ik heb gemeend met dit enkel woord deze kunstenaars, die zoo ten volle onze sympathie waardig zjjn, by het Leidsch publiek te moeten inleiden. Leiden, 3 Februari 1887. A. J. Wetkens. BUIÏENLAN I>. Eraukrjjk. Het algemeen syndicaat der „Union de Commerce et d'Industrie" te Parijs bood gisteravond den heer De Brazza een feestmaal aan in het hotel der syn dicale kamers. De heer Delaport, onder-secretaris voor de koloniën, verkondigde den lof van den heer De Brazza. De admiraal Thomasset zeide dat de onderneming in Congo in hooge mate een werk was van beschaving en uitbreiding der handels betrekkingen. De heer De Brazza betuigde zqn dank en zeide, dat op zyn vaandel geschreven staat: „Frankryk en beschaving." De commissie uit de Kamer verwierp gisteren het wetsvoorstel van den afgevaardigde Boyer, strekkende om pensioen te verleenen aan de ge zinnen der in Tonking en Madagaskar overleden officieren. In de gevangenis te Albertville is een oproer ontstaande voor de schoenmaker^ gebezigde gevan genen weigerden nameiyk te werken. De onder prefect was met troepen derwaarts vertrokken, en de orde werd nu spoedig hersteld. De grootste bel hamels zyn naar het strafhok gebracht. Ten gevolge van oneenigheid met den eige naar is de redactie der „Cri du Peuple" grooten- deels uitgetreden, en zq kondigt de stichting van een nieuw orgaan aan, onder den titel van „La voix du peuple." Duitjscli laud. De „Norddeutsche Allgemeine Zeitung" zegt, mét het oog op de bezorgdheid die te Beriyn bestaat in de handels- en beurskringen, op eene in het oog vallende plaats van het blad, dat de paniek die Dinsdag op de Parqsche beurs plaats had, volgens inlichtingen van goed onderrichte zqde, in de eerste plaats een gevolg was van de overdreven speculatie daar ter stede. Ook ter beurze te Berlqn had gisteren weer eene daling plaats, inzonderheid in plaatseiyke indus- triëele waarden. Er zullen 115,480 man van de reserve in Duitschland worden opgeroepen, om met het nieuwe geweer te worden geoefend11,265 blyven 56 dagen, 12,916 gedurende 49 en 91,300 slechts 12 dagen onder de wapens. Beierië. Volgens geruchten, welke gisteren in de couloirs der Kamer van Vertegenwoordigers in omloop waren en veel geloof vonden, zou de minister van financiën binnenkort een wetsontwerp indienen, waarbq een krediet van 50 millioen fr. wordt gevraagd voor het wapenen der versterkingswerken rondom Ant werpen en in de streek tusschen de Sambre en de Maas. Het Parqsche Crédit industriel, dat met andere Fransche, Duitsche en Zwitsersche bankiers een syndicaat vormde, hetwelk over de conversie der Antwerpsche gemeenteschuld van 180 millioen fran ken onderhandelde, heeft volgens de „B. B. C." aan het bestuur dier stad te kennen gegeven, dat het met het oog op de troebele tijdsomstandigheden zyn aanbod moest intrekken. Groot-BrltannlS. De jaarlyksche algemeene vergadering der leden van de „Nederlandsche Vereeniging" te Londen zal den 5den Februari in hare lokalen gehouden worden. De gewone verslagen zullen alsdan worden uitgebracht. De penningmeester en twee bestuurs leden treden dit jaar af. Aan de „Times" wordt uit Weenen geseind dat Bulgarqe zich wapent en zelfs, in stryd met het tractaat van Beriyn, Silistria van levensmid delen voorziet en in staat van tegenweer brengt. De „Globe" dringt op maatregelen aan, waar door de nieuwe onhebbeiyke praktyk van de socia listen om in massa kerken te bezoeken en daar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1887 | | pagina 2